Page 537 of 690
5366-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Bandenspanning
De bandenspanning staat zoals aangegeven vermeld op het label op
de middenstijl aan bestuurderszijde.
■Gevolgen van een onjuiste bandenspanning
Het rijden met een onjuiste bandenspanning kan de volgende gevolgen heb-
ben:
●Hoger brandstofverbruik
● Verminderd rijcomfort en een slechte handling
● Kortere levensduur van de banden als gevolg van slijtage
● Een onveilige auto
● Beschadiging van de aandrijflijn
Als een band vaak moet worden opgepompt, laat deze dan controle ren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De ban-
denspanning moet ten minste een maal per maand gecontroleerd
worden. Toyota beveelt u echter aan de bandenspanning eens
per twee weken te controleren. ( →Blz. 653)
Informatielabel bandenspanning
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
Page 538 of 690

5376-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
■Instructies voor het control eren van de bandenspanning
Let bij het controleren van de bandenspanning op het volgende:
● Controleer de bandenspanning alleen als de banden koud zijn.
Als uw auto ten minste 3 uur heeft stilgestaan of niet meer dan 1,5 km heeft
gereden, kunt u de bandenspanning voor koude banden correct aflezen.
● Gebruik altijd een bandenspanningsmeter.
Het is moeilijk te bepalen of een band de juiste bandenspanning heeft op
basis van alleen het uiterlijk.
● Het is normaal dat de spanning van een band na een rit is opgel open aan-
gezien warmte wordt gegenereerd in de band. Laat na het rijden geen lucht
uit de banden lopen om de spanning te verlagen.
● Verdeel de passagiers en het gewicht van de bagage gelijkmatig over de
auto.
WAARSCHUWING
■ Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de
banden
Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken
zich voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig l etsel kan ont-
staan.
● Overmatige slijtage
● Ongelijkmatige slijtage
● Slecht rijgedrag
● Mogelijke klapband door oververhitting
● Luchtlekkage tussen de band en velg
● Wielvervorming en/of beschadiging van de band
● Groter risico op beschadiging van de band tijdens het rijden (a ls gevolg
van voorwerpen op het wegdek, verbindingsstukken of scherpe ran den in
het wegdek, enz.)
OPMERKING
■ Controleren en op de juiste spanning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldopjes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en vocht in het inwendige van de ventie-
len doordringen. Hierdoor kan de afdichting in gevaar komen, wa t kan lei-
den tot een lagere bandenspanning.
Page 539 of 690

5386-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Velgen
Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagver-
mogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en
uitgeruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota raadt het gebruik van het volgende af:
● Velgen van verschillende maten of types
● Gebruikte velgen
● Verbogen velgen die hersteld zijn
● Gebruik uitsluitend de Toyota-wielmoeren en -wielmoersleutel bi j
uw lichtmetalen velgen.
● Controleer de wielmoeren na de eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is gerepareerd of is vervangen.
● Pas op dat lichtmetalen velgen niet beschadigd raken als u
sneeuwkettingen gebruikt.
● Bij het balanceren moet gebruik worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewichtje s, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer.
Als een velg verbuigingen of sch euren vertoont of erg gecorro-
deerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
Belangrijke aanwijzingen voor lichtmetalen velgen
Page 540 of 690

5396-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
■Bij het vervangen van velgen (auto's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een v roegtij-
dig stadium waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het
vervangen van velgen moeten er bandenspanningssensoren en -zend ers
worden geplaatst. ( →Blz. 515)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
ITI41P007
7 D S V
J H G H H O W H
Page 541 of 690
5406-3. Zelf uit te voeren onderhoud
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
Page 542 of 690
5416-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Interieurfilter
Zet het contact UIT.
Open het dashboardkastje.
Maak de demper los.
Duw aan beide zijden van het
dashboardkastje om de klau-
wen los te maken.
Verwijder de afdekkap van het filter.
Het interieurfilter moet regelm atig worden vervangen om de
optimale werking van de a irconditioning te behouden.
Verwijderen
1
2
3
4
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
Page 543 of 690
5426-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Verwijder het interieurfilter en
vervang het door een nieuw
exemplaar.
De merktekens \bUP op het filter
moeten naar boven wijzen.
■ Vervangingsinterval
Controleer en vervang het interieurfilter volgens het onderhoud sschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vake r plaatsvin-
den. (Zie het onderhoudsboekje en het garantieboekje van Toyota voor meer
informatie betreffende het onderhoudsschema.)
■ Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervan g het indien nodig.
5
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of het interieurfilter aanwezig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt wordt, kan het sy steem bescha-
digd raken.
Page 544 of 690
5436-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Batterij elektronische sleutel
●Sleufkopschroevendraaier
● Kleine sleufkopschroevendraaier
● Lithiumbatterij CR2032
Neem de mechanische sleutel
uit de houder.
Verwijder het deksel.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade aan de sleutel te voor-
komen.
Verwijder het batterijdekseltje.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek
om schade aan de sleutel te voor-
komen.
Vervang de batterij door een nie uw exemplaar als deze ontladen
raakt.
De volgende zake n zijn benodigd:
Batterij vervangen
1
2
3