Page 425 of 690

4244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Alert-functie een
auto niet signaleert
De Rear Crossing Traffic Alert-functie is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signaleren:
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.
*
●Voertuigen die van direct achter de auto naderen
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbar e stil-
staande objecten
*
● Voertuigen die van de auto af bewegen
● Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
*
●Voertuigen die achteruit inparkeren in de parkeerruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
■ Omstandigheden waaronder de Rear Crossing Traffic Alert-functie
mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signaleert de Rear Crossing Tr affic
Alert-functie auto's mogelijk niet correct:
● Wanneer er ijs of modder e.d. op de achterbumper zit
● Onder slechte weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regen val, mist
en sneeuw
● Wanneer er continu meerdere auto's naderen
● Parkeren onder een kleine hoek
● Wanneer een auto met hoge snelheid nadert
● Bij het parkeren op een steile helling, zoals heuvels, een dali ng in de weg,
enz.
● Direct nadat het Blind Spot Monitor-systeem is ingeschakeld
● Direct nadat het hybridesysteem is gestart terwijl de Blind Spo t Monitor is
ingeschakeld
● Bij het rijden met een aanhangwagen
● Voertuigen die niet kunnen worden
waargenomen door de sensoren als
gevolg van obstakels
Page 426 of 690

425
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Ondersteunende systemen
◆ECB (Elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht over-
eenkomstig de bedie ning van de remmen.
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling r em-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetra pt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwij kma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkrac ht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met d e
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit rolt bij het wegrijden op
een helling
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromo tor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuu rwiel te verminderen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbete ren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omsta ndigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver -
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
Page 427 of 690

4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
◆E-Four (elektronisch on-demand AWD-systeem)
(AWD-uitvoeringen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstandigheden automatisch van
voorwielaandrijving naar vierwielaandrijving (AWD), wat bijdraa gt
aan betrouwbaar rijgedrag en st abiliteit. Voorbeelden van omstan-
digheden waaronder het systeem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrijden of accelere -
ren en als het wegoppervlak glad is ten gevolge van sneeuw,
regen, enz.
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip -
perlichten automatisch knipper en om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
◆Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwagen weer onder controle te
krijgen door op afzonderlijke wielen remdruk uit te oefenen en het
koppel te verminderen wanneer wordt gesignaleerd dat de aan-
hangwagen slingert.
Trailer Sway Control is onderdeel van het VSC-systeem en werkt
niet als het VSC is uitges chakeld of een storing heeft.
Page 428 of 690
4274-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer de TRC/
VSC/ABS/Trailer Sway Control in
werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van het hybridesysteem naar de
wielen beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijn -
lijk makkelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer
los te laten.
“Traction Control Turned Off”
(Traction Control uitgeschakeld)
wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.
Druk nogmaals op om het sys-
teem weer in te schakelen.
Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Control in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
Page 429 of 690

4284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Uitschakelen van de TRC, VSC en Trailer Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway Control uit door langer da n 3
seconden ingedrukt te houden terwijl de auto stilstaat.
“Traction Control Turned Off” (Traction Control uitgeschakeld) wordt weerge-
geven en het controlelampje VSC OFF gaat branden.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
*: Bij auto's met het Pre-Crash Safety-systeem worden ook het Pre -Crash
Brake Assist-systeem en het Pre-Crash Brake-systeem uitgeschakeld. Het
waarschuwingslampje PCS gaat branden en de melding wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven. ( →Blz. 358)
■ Wanneer de melding wordt weergeg even op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is de schakelaar VSC OFF niet inge-
drukt
De TRC en Hill Start Assist Control kunnen niet worden bediend. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Bijgeluiden en trillingen die ver oorzaakt worden door de ABS-, Brake
Assist-, VSC-, Trailer Sway Control-, TRC- en Hill Start Assist Control-
systemen
De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaand e syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
● Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
● Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor
hoorbaar zijn.
● Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als h et antiblokkeer-
systeem geactiveerd is.
● Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het anti blokkeer-
systeem geactiveerd is.
■ Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk werkingsgeluiden van de E CB te horen.
Dit duidt echter niet op een storing.
● Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die zich voordoen wannee r het
rempedaal wordt bediend.
● Wanneer het bestuurdersportier wordt geopend, kan aan de voorzijde van
de auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig is van het remsy steem.
● Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte die hoorbaar zijn wannee r na het
uitschakelen van het hybridesysteem 1 of 2 minuten zijn verstre ken.
Page 430 of 690

4294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. D it is normaal en duidt niet op een storing.
■ Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC, VSC en Trailer Sway
Control
Als de TRC, VSC en Trailer Sway Control zijn uitgeschakeld, worden ze auto-
matisch opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
● Het contact wordt UIT gezet.
● Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC we er inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als de TRC, VSC en Trailer Sway Control zijn uitgeschakeld, wor den deze
niet automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■ Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceer d om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende lan gere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturi ng zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te stur en of breng de
auto tot stilstand en schakel het hybridesysteem UIT. Het EPS-s ysteem moet
binnen 10 minuten weer normaal werken.
■ Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan, werkt de Hi ll Start
Assist Control:
● De selectiehendel staat in een andere stand dan P of N (bij het vooruit/ach-
teruit bergop wegrijden).
● De auto staat stil.
● Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
● De parkeerrem is niet geactiveerd.
■ Automatisch uitschakelen van Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De selectiehendel wordt in stand P of N gezet.
● Het gaspedaal wordt ingetrapt.
● De parkeerrem wordt geactiveerd.
● Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat het rempedaal is l osgelaten.
Page 431 of 690

4304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
● De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
● Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of gl ad wegdek.
■ De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten . Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
● Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
● Als wordt gereden met sneeuwkettingen
● Als wordt gereden op slechte wegen
● Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■ De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gereali seerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de st abiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■ Hill Start Assist Control werkt niet effectief als
● Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De H ill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
● In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Cont rol niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te hou den.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een hel ling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
■ Als de TRC/de VSC/het ABS/de Trailer Sway Control is geactiveer d
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorz ichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
Page 432 of 690

4314-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
WAARSCHUWING
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van he t wegdek
aan. Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Control alleen in geval va n nood
uit, aangezien deze systemen zorg dragen voor de voertuigstabil iteit en het
aandrijfvermogen.
■ Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde m erk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
De ABS, TRC, VSC en Trailer Sway Control werken niet goed als e r ver-
schillende banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■ Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging heb ben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan het slingeren van de aanhangwagen
niet in alle gevallen verminderen. Afhankelijk van diverse fact oren, waaron-
der de staat van de auto, de aanhangwagen, het wegoppervlak en de
omgeving waarin wordt gereden, kan het Trailer Sway Control-sys teem
minder goed werken. Raadpleeg de handleiding van uw aanhangwage n
voor meer informatie over het op de juiste wijze trekken van uw aanhang-
wagen.
■ Als de aanhangwagen slingert
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ern-
stig letsel.
● Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf rechtuit sturen.
Probeer de aanhangwagen niet onder controle te krijgen door aan het
stuurwiel te draaien.
● Laat het gaspedaal onmiddellijk maar zeer geleidelijk los om snelheid te
minderen.
Ga niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met sturen of remmen, zu llen uw
auto en de aanhangwagen stabiliseren. ( →Blz. 307)