Page 193 of 690
1923-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Houd de schakelaar ingedrukt om
te openen of te sluiten terwijl de
elektrisch bedienbare achterklep
is ontgrendeld. (Er klinkt een zoe-
mer.)
Druk op de toets terwijl de achter-
klep wordt geopend/gesloten om
de beweging te stoppen.
◆Openingssysteem achterklep
Auto's zonder elektrisch
bedienbare achterklep
Trek de achterklep omhoog ter-
wijl u op de schakelaar achter-
klep openen drukt.
Auto's met elektrisch bedien-
bare achterklep
Wanneer de achterklep ont-
grendeld is: druk op de ontgren-
delschakelaar van de achter-
klep.
Wanneer de achterklep vergrendeld is: druk terwijl u de elektro ni-
sche sleutel bij u draagt tweemaal op de ontgrendelschakelaar v an
de achterklep.
Druk op de toets terwijl de achterklep wordt geopend/gesloten o m de
beweging te stoppen.
De achterklep vanuit de auto openen/sluiten (auto's met elek-
trisch bedienbare achterklep)
Openen van de achterklep van buitenaf
Page 194 of 690

1933-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
◆Afstandsbediening (auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep)
Druk op de schakelaar en houd
deze ingedrukt om de elektrisch
bedienbare achterklep te ope-
nen/sluiten.
Druk op de toets terwijl de ach-
terklep opent/sluit om de bedie-
ning te stoppen.
◆Touchless-sensor (auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep met touchless-functie)
De elektrisch bedienbare achterkle p met touchless-functie maakt
het automatisch openen en sluit en van de elektrisch bedienbare
achterklep mogelijk door uw voet onder het midden van de achter-
bumper te plaatsen en hem van de achterbumper vandaan te
bewegen. Zorg ervoor dat voor het bedienen van de touchless ele k-
trisch bedienbare achterklep de touchless-sensor is ingeschakeld
( → Blz. 659) en dat u een elektr onische sleutel bij u draagt.
Plaats, terwijl u de elektronische sleutel bij u draagt, uw voe t
maximaal 100 mm onder het midden van de achterbumper en
beweeg hem van de achterbumper vandaan. De touchless-sen-
sor signaleert de beweging.
Als alle portieren vergrendeld zijn: Als de beweging wordt gesi gnaleerd
door de touchless-sensor, worden alle portieren ontgrendeld.
1
Page 195 of 690

1943-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Controleer of de elektrisch bedienbare achterklep in beweging
komt.
Gebruik de touchless-sensor, de afstandsbediening (→Blz. 193) of de
toets van de elektrisch bedienbare achterklep ( →Blz. 194) om de elek-
trisch bedienbare achterklep in een tussenstand te stoppen of h em
weer te bedienen.
Druk op de toets om de achterklep
automatisch te sluiten. (Er klinkt
een zoemer.)
Druk op de schakelaar terwijl de
achterklep wordt geopend/gesloten
om de beweging te stoppen. Als u
nogmaals op de toets drukt,
beweegt de achterklep in de
andere richting.
De achterklep sluiten met de ach-
terklepgreep.
Auto's zonder elektrisch
bedienbare achterklep
Duw de achterklep van buitenaf
naar beneden om deze te sluiten.
Auto's met elektrisch bedien-
bare achterklep
De bekrachtigingsfunctie van de
achterklep wordt geactiveerd en
de achterklep sluit verder automa-
tisch.
Het systeem van de elektrisch bedienbare achterklep kan worden uit-
geschakeld via het multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedienings toetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer op he t multi-informatiedisplay.
Toets elektrisch bedienbare achterklep (auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
2
Sluiten van de achterklep
Het systeem van de elektrisch bedienbare achterklep uitschake-
len (auto's met elektrisc h bedienbare achterklep)
1
Page 196 of 690

1953-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
Druk op of van de bedienings toetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk vervolgens op .
Kies “Systeeminstellingen” en druk vervolgens op .
Druk op . (“Alles uit” wordt op het multi-informatiedisplay wee r-
gegeven.)
Telkens wanneer wordt ingedrukt, wordt het systeem ingeschakel d/uit-
geschakeld.
Het systeem van de elektrisch b edienbare achterklep met touchle ss-
functie kan worden uit geschakeld via het mu lti-informatiedisplay.
Druk op of van de bedienings toetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer op he t multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedienings toetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk vervolgens op .
Selecteer “Touchless Sensor” (touchless-sensor) en druk vervol-
gens op .
“Push to Change Power Back Door foot activation mode”
(Indrukken om activeringsmodus met voet van elektrisch bedien-
bare achterklep te wijzigen) wordt weergegeven op het multi-inf or-
matiedisplay.
Telkens wanneer wordt ingedrukt, wordt het systeem ingeschakel d/uit-
geschakeld.
De geopende positie van de elektrisch bedienbare achterklep kan
worden aangepast.
■Gebruik van het multi-informatiedisplay
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer op he t multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk vervolgens op .
Uitschakelen van het systeem van de elektrisch bedienbare ach-
terklep met touchless-functie (auto's met elektrisch bedienbare
achterklep met t ouchless-functie)
Aanpassing van de geopende positie van de achterklep (auto's
met elektrisch bedienbare achterklep)
2
3
4
1
2
3
4
1
2
Page 197 of 690
1963-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Selecteer “Opening Adjustment” (aanpassen opening) en druk
vervolgens op .
Selecteer de gewenste positie en druk vervolgens op .
(→ Blz. 659)
■Gebruik van de toets elektri sch bedienbare achterklep
Open de achterklep en pas de positie naar wens aan.
Houd de toets van de elektrisch bedienbare achterklep op de
achterklep ingedrukt tot de zoemer 4 keer klinkt.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden wanneer de achterklep w ordt
geopend en de schakelaar van de bagageruimteverlichting aan is.
■ Indien het openingssysteem van de achterklep niet werkt
De achterklep kan van binnenuit worden ontgrendeld.
Auto's zonder elektrisch bedienbare achterklep Aan
Uit
Verwijder de plaat in het achterkleppa-
neel.
Gebruik een doek om krassen te voor-
komen.
Draai de schroef los en verwijder de
plaat.
3
4
1
2
1
2
1
2
Page 198 of 690

1973-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
Auto's met elektrisch bedienbare achterklep
■ Bediening achterklep
●De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweem aal)
● Elektrisch bedienbare achterklep (indien aanwezig): De zoemer k linkt en de
alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat de a chterklep
wordt geopend/gesloten.
● Elektrisch bedienbare achterklep (indien aanwezig): De achterklep kan zelfs
worden geopend terwijl hij is vergrendeld. De achterklep en por tieren wor-
den ontgrendeld wanneer de elektrisch bedienbare achterklep wor dt
geopend. Vergrendel alle portieren opnieuw wanneer u de auto ve rlaat. Alle
portieren worden niet automati sch vergrendeld nadat de achterkl ep is
geopend en vervolgens weer is gesloten.
■ Touchless-sensor (auto's met elektrisch bedienbare achterklep m et tou-
chless-functie)
De elektrisch bedienbare achterklep zal automatisch worden geop end/geslo-
ten als de touchless-sensor is ingeschakeld ( →Blz. 659) en als aan de vol-
gende voorwaarden wordt voldaan:
● De elektrisch bedienbare achterklep is geheel gesloten/geopend. Druk tegen de hendel van de slotservo
van de achterklep.
Draai de schroef los en verwijder de
plaat.
Druk tegen de hendel van de slotservo
van de achterklep.
3
2
3
Page 199 of 690

1983-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●De elektronische sleutel bevindt zich binnen het werkingsbereik .
( →Blz. 207)
● Er wordt een voet onder het midden van de achterbumper geplaats t en deze
wordt van de achterbumper vandaan bewogen.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt mogelijk ook bediend door een
hand, elleboog, knie, enz. onder het midden van de achterbumper te plaat-
sen en van de achterbumper vandaan te bewegen. Houd het lichaamsdeel
dicht genoeg bij het midden van de achterbumper.
■ Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Klembeveiliging (auto's met elektrisch bedienbare achterklep)
Als iets de werking van de elektrisch bedienbare achterklep tij dens het slui-
ten/openen hindert, beweegt de achterklep automatisch in de teg enoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■ Bij het aansluiten van de 12V-accu (auto's met elektrisch bedie nbare
achterklep)
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen dat de elektrisch bedie nbare achter-
klep correct werkt.
■ Sluitsysteem achterklep (auto's met elektrisch bedienbare achterklep)
Wanneer de achterklep nog enigszins geopend is, zal het sluitsy steem van
de achterklep deze automatisch volledig sluiten.
■ Functie beveiliging tegen dicht vallen (auto's met elektrisch be dienbare
achterklep)
Wanneer er tijdens het automatisch openen van de elektrisch bed ienbare
achterklep overmatige kracht op de klep wordt uitgeoefend, stop t de bewe-
ging van de elektrisch bedienbare achterklep om te voorkomen dat deze
dichtvalt.
■ Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem achterklep (auto's met elekt risch
bedienbare achterklep)
Wanneer de achterklep handmatig omlaag wordt geduwd terwijl dez e op een
open positie gestopt is, sluit de achterklep automatisch volled ig.
■ Uitschakeling van de aangepaste geopende positie van de achterk lep
(auto's met elektrisch bedienbare achterklep)
Houd de schakelaar van de elektrisch bedienbare achterklep op d e achter-
klep ingedrukt tot de zoemer 4 keer klinkt, even stopt en vervo lgens 2 keer
klinkt. De geopende positie is geïn itialiseerd in de volledig open positie.
■ Situaties waarin de touchless-sensor mogelijk onbedoeld in werk ing
treedt (auto's met elektrisch bed ienbare achterklep met touchless-func-
tie)
In de volgende situaties kan de touchless-sensor onbedoeld in w erking tre-
den.
Page 200 of 690

1993-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
Houd, om een onbedoelde bediening te voorkomen, de elektronische sleutel
buiten de laadruimte en het werkingsbereik (detectiegebied) of schakel de
touchless-sensor uit. ( →Blz. 659)
● Als er water op de onderzijde van het midden van de achterbumpe r terecht-
komt, bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of in een wasstra at
● Als er vuil wordt weggeveegd van de onderzijde van het midden v an de ach-
terbumper
● Als huisdieren of bewegende objecten plotseling in het gebied o nder de
achterbumper terechtkomen.
● Als geprobeerd worden een object uit het gebied onder het midden van de
achterbumper te verwijderen
● Als er een accessoire of autohoes wordt geplaatst of verwijderd
● Als geprobeerd wordt sneeuw, enz. onder het midden van de achte rbumper
te verwijderen
● Als de auto is geparkeerd in een gebied waar elektrische velden worden
opgewekt
● Wanneer de auto is geparkeerd in de buurt van objecten die kunn en bewe-
gen en in contact kunnen komen met de onderzijde van het midden van de
achterbumper, zoals gras of bomen
■ Situaties waarin de touchless-sensor niet goed werkt (auto's me t elek-
trisch bedienbare achterk lep met touchless-functie)
Gebruik de schakelaar achterklep openen, de toets van de elektr isch bedien-
bare achterklep of de afstandsbediening om de elektrisch bedien bare achter-
klep als de touchless-sensor in de volgende situaties niet werk t. (→Blz. 192)
● Als de achterbumper is blootgesteld aan een krachtige schok
● Als een externe bron van radiografische signalen de communicatie tussen
de auto en de elektronische sleutel verstoort ( →Blz. 209)
● Als er langdurig een grote hoeveelheid water op de onderzijde van het mid-
den van de achterbumper terechtkomt, bijvoorbeeld bij zware reg en
● Als de auto wordt gewassen en er langdurig water terechtkomt op de onder-
zijde van het midden van de achterbumper
● Als de onderzijde van het midden van de achterbumper bedekt is met mod-
der, sneeuw, ijs, enz.
● Als er een metalen object, enz., zoals een trekhaak, in de buur t van de
onderzijde van het midden van de achterbumper is geplaatst
● Als de auto enige tijd geparkeerd is in de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen komen met de onderzijde van het mi dden
van de achterbumper, zoals gras of bomen
● Als de auto geparkeerd is in een gebied waar elektromagnetische velden
worden opgewekt, zoals op wegen met een elektrisch sneeuwsmelts ysteem
of parkeermeters