Page 513 of 690

5126-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Neem, als het hybridesysteem na meerdere pogingen nog niet start, contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■ Chemicaliën in de 12V-accu
Het zwavelzuur in de 12V-accu is giftig en bijtend en kan het o ntstaan van
het licht ontvlambare en explosieve waterstof veroorzaken. Neem bij werk-
zaamheden bij of aan de 12V-accu de volgende voorzorgsmaatregel en in
acht om ernstig letsel te voorkomen:
● Veroorzaak geen vonken met gereedschap.
● Rook nooit en steek nooit een lucifer of een aansteker aan bij de 12V-
accu.
● Voorkom dat ogen, huid of kleren in contact komen met de elektr olyt.
● Adem of slik nooit elektrolyt in.
● Gebruik een veiligheidsbril als u bij de 12V-accu bezig bent.
● Laat kinderen niet in de buurt spelen als u met de 12V-accu bez ig bent.
■ Een veilige plaats voor het opladen van de 12V-accu
Laad de 12V-accu altijd op in een open ruimte. Laad de 12V-accu niet op in
een garage of in een afgesloten ruimte waar onvoldoende ventila tie is.
■ Procedure voor het o pladen van de 12V-accu
Laad de accu alleen op met een druppellader (5 A of minder). He t opladen
van een 12V-accu met een snellader kan een explosie veroorzaken .
Page 514 of 690

5136-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Noodmaatregelen met betrekking tot elektrolyt
● Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met water en schakel direct m edische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met een spons of doek op de og en deppen,
terwijl u naar een arts of het ziekenhuis gaat.
● Als u elektrolyt op de huid krijgt,
dient u de desbetreffende plaats zeer grondig te wassen. Als he t pijn doet
of brandt, roept u meteen medische hulp in.
● Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid terechtkomen. Trek onmiddel-
lijk de kleding uit en volg, indien nodig, de procedure zoals hierboven
beschreven.
● Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
■ Vervangen van de 12V-accu
Gebruik alleen een voor deze auto ontworpen 12V-accu. Anders ka n er gas
(waterstof) in het passagierscompartiment komen, waardoor brand of een
explosie kan ontstaan.
Neem voor de vervanging van de 12V-accu contact op met een erke nde
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Accukabels van de 12V-accu losnemen
OPMERKING
■Wanneer de 12V-accu wordt opgeladen
Laad de 12V-accu nooit op wanneer het hybridesysteem in werking is. Con-
troleer ook of alle accessoires zijn uitgeschakeld.
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgenomen
negatieve (-) accupool kan in contact
komen met de positieve (+) accupool,
waardoor ernstig letsel als gevolg van
een kortsluiting kan ontstaan.
Page 515 of 690
5146-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Banden
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn . Contro-
leer de banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmat ige
slijtage aan een zijde van het loopvlak. Controleer de staat en de ban-
denspanning van het reservewiel ook als het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de t ekst
TWI of Δ op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren te zien zijn.
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
Page 516 of 690

5156-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
2WD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere leve nsduur
van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het bandenspanningsw aar-
schuwingssysteem te initialiseren. (indien aanwezig)
AWD-uitvoeringen:
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 5.000 km van plaa ts te
wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere leve nsduur
van de banden te verkrijgen.
Vergeet niet na het wisselen van de banden het bandenspanningsw aar-
schuwingssysteem te initialiseren. (indien aanwezig)
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot probl e-
men leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder door middel van een waarschuwingslampje gewaar-
schuwd. ( →Blz. 574)
◆Plaatsen van bandenspanni ngssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningss ensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
Wisselen van banden
Auto's zonder een volwaardig
reservewielAuto's met een volwaardig
reservewiel
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
VoorVoor
Page 517 of 690

5166-3. Zelf uit te voeren onderhoud
den geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandensp an-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 517)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
■Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (→Blz. 653)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Houd de resetknop van het
bandenspanningswaarschu-
wingssysteem ingedrukt tot
het waarschuwingslampje
lage bandenspanning drie
keer langzaam knippert.
1
2
3
4
Page 518 of 690

5176-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Laat het contact nog enkele minuten AAN staan en zet vervol-
gens het contact UIT.
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -z enders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identific atiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt e n bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem ni et cor-
rect. Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauw elijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Routinecontrole van de bandenspan ning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf re gelmatig de
bandenspanning.
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
5
Page 519 of 690

5186-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Situaties waarin het bandenspa nningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (indien aanwezig)
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Er worden niet-originele Toyota-velgen gebruikt.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er zijn slotmoeren gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschrev en
waarde.
• Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slecht e ont-
vangst van radiosignalen is.
*
• Als er in de bagageruimte een groot metalen object aanwezig is , dat de
ontvangst van signalen kan verstoren.
*
*
: Alleen auto's met een volwaardig reservewiel
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, d an ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
■ De initialisatieprocedure (auto's met bandenspanningswaarschuwi ngs-
systeem)
● Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de ini tialisatie auto-
matisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt
gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets i ndrukt wanneer initialiseren niet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
Page 520 of 690

5196-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
■Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssystee m
(indien aanwezig) niet gelukt s
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal h et systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspannin g op te
slaan mislukken, de auto nakijken door een erkende Toyota-deale r of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste des-
kundige.
● Als de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingssysteem wo rdt
bediend, gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning niet 3 keer
knipperen.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gerede n is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes (auto's met bandenspanningsw aar-
schuwingssysteem)
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem voor meer informatie over het wijzigen van identificatiecodes contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aan-
wezig)
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem ge ïnitiali-
seerd is. Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwi ng zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de dru k hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.