Page 337 of 690
3364-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Schakelaar mistlampen
Schakelaar mistlampen voor/mistachterlichtSchakelt de mistlampen
voor en de mistachterlich-
ten uit
Schakelt de mistlampen
voor in
Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht
in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals
te draaien, worden alleen de mist-
achterlichten uitgeschakeld.
Schakelaar mistachterlichtenSchakelt de mistachterlich-
ten uit
Schakelt de mistachterlich-
ten in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals
te draaien, worden de mistachter-
lichten uitgeschakeld.
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoal s bij regen of mist.
1
2
3
1
2
Page 338 of 690
3374-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Auto's met schakelaar mistlampen voor/mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of parkeerlichten voor zijn inges chakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistachterlicht
De koplampen worden ingeschakeld.
Page 339 of 690
3384-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Ruitenwissers en -sproeiers
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hende l
als volgt te bewegen:
Stand AUTO
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
In de stand AUTO werken de rui-
tenwissers automatisch wanneer
de sensor signaleert dat het
regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveel-
heid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de senso rgevoeligheid worden ingesteld.
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Bedienen van de ruitenwisserhendel
1
2
3
4
5
6
Page 340 of 690

3394-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
Auto's met koplampsproeiers: Als
de koplampen aan zijn, werken de
koplampsproeiers één keer. Ver-
volgens zullen de koplampsproei-
ers elke vijfde keer dat u de hendel
bedient werken.
■De ruitenwissers en ruitensproe iers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Regensensor
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geven dat de
stand AUTO is geactiveerd.
● Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
● Als de temperatuur van de regensensor 90 °C of hoger is, of -15 °C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenw isserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen ruitensproeiervloeist of op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zi jn.
■ Sproeierkopverwarming (indien aanwezig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking om te voorkomen dat de sproei-
erkop bevriest wanneer de buitentemperatuur 5 °C of lager is en het contact
AAN staat.
7
● De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
Page 341 of 690

3404-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van de ruitenwissers in
de AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als d e sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootg esteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat er niets bekneld
raakt als de ruitenwissers in werking treden.
■ Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig lets el kan ont-
staan.
■ Wanneer de sproeierkopverwarming in werking is (indien aanwezig )
Raak het oppervlak rond de sproeierkop niet aan, omdat dit heet kan wor-
den en brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■ Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
■ Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de ruitenwissers niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet ingeschakeld is.
Page 342 of 690
341
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Achterruitenwisser en -sproeier
Draai aan het uiteinde van de hendel om de achterruitenwisser i n te
schakelen en duw de hendel van u af om de achterruitenwisser en -
sproeier in te schakelen.
Intervalwerking
Normale werking
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
1
2
3
Page 343 of 690
3424-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Als er geen ruitensproeiervloei stof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer, als dat het geval is, of de sproeierkop niet verstopt is.
OPMERKING
■ Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achterruit droog is omdat de achterruit
hierdoor beschadigd kan raken.
■ Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
Page 344 of 690
343
4
4-4. Tanken
Rijden
Openen van de tankdop
●Sluit alle portieren en ruiten en zet het contact UIT.
● Controleer de brandstofsoort.
■Brandstofsoorten
→Blz. 655
■ Vulopening brandstoftank voor loodvrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorkomen, is uw auto uitge rust met een
kleinere vulopening speciaal voor loodvrije benzine.
Voer de volgende stappen uit om de tankdop te openen:
Voor het tanken