Page 113 of 690

1121-3. Antidiefstalsysteem
■Uitschakelen en automatisch weer inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
● Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wanneer de inbraaksensor en de hel-
lingsensor zijn uitgeschakeld.
● Nadat de inbraaksensor en de hellingsensor uitgeschakeld zijn, worden
deze opnieuw ingeschakeld door op de startknop te drukken of de portieren
te ontgrendelen met de instapfunctie of de afstandsbediening.
● De inbraaksensor en de hellingsensor zullen automatisch weer wo rden
ingeschakeld wanneer het alarmsysteem gedeactiveerd wordt.
■ Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van an dere
auto's
• Het bewegen van mensen buiten de auto
●
Een ruit of het schuifdak (indien aanwe-
zig) is open.
In dit geval registreert de sensor moge-
lijk het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen,
zoals bladeren en insecten, in de auto
● Er bevinden zich onstabiele voorwerpen,
zoals loshangende accessoires of kle-
ding aan kledinghaakjes, in de auto.
Page 114 of 690

1131-3. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
●Plaatsen met extreme trillingen of geluiden of situaties waarin de auto wordt
blootgesteld aan herhaaldelijke schokken of trillingen:
• Wanneer de auto is geparkeerd in een parkeergarage
• Wanneer de auto wordt vervoerd per boot, aanhangwagen, trein, enz.
• Wanneer ijs van de auto verwijderd wordt
• Wanneer de auto zich in een wasstraat of een hogedruk-wasinsta llatie
bevindt
• Wanneer de auto zich in een hagel- of onweersbui bevindt
■ Informatie over de hellingsensor (indien aanwezig)
De sensor activeert in de volgende gevallen mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aanhangwagen, trein, enz.
● De auto staat geparkeerd in een parkeergarage.
● De auto bevindt zich in een wasstraat waarin de auto verplaatst wordt.
● Een van de banden verliest zijn spanning.
● De auto wordt opgekrikt.
● Er doet zich een aardbeving of wegverzakking voor.
● Er wordt bagage op het imperiaal geladen of er vanaf gehaald.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksensor goed werkt
● Als u andere accessoires installeert dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat tussen de bestuurdersstoel en d e stoel
van de voorpassagier, werkt de inbraaksensor mogelijk minder go ed.
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
● Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
Page 115 of 690
1141-3. Antidiefstalsysteem
Page 116 of 690
115
2Instrumentenpaneel
2. InstrumentenpaneelWaarschuwingslampjes en controlelampjes .......... 116
Meters en tellers ................ 120
Multi-informatiedisplay ....... 124
Energiemonitor/ verbruiksscherm .............. 128
Page 117 of 690
1162. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De eenheden op de tellers en enkele indicatoren kunnen per regio ver-
schillen.
De waarschuwingslampjes en c ontrolelampjes op het instru-
mentenpaneel en middenpaneel informeren de bestuurder over
de status van de diverse systemen in de auto.
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgen de
afbeelding alle waarschuwingsla mpjes en controlelampjes bran-
dend afgebeeld.
Page 118 of 690

1172. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de aangegeven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan ee n storing
in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden o f niet uit-
gaat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
*2: Het lampje knippert of brandt om een storing aan te geven.
*3: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
Waarschuwingslampjes
*1
(rood)
Waarschuwingslampje
remsysteem
( →Blz. 571)*1Controlelampje Traction
Control ( →Blz. 573)
*1
(geel)
Waarschuwingslampje
remsysteem
(→Blz. 571)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(→Blz. 573)
*1Motorcontrolelampje
(→Blz. 572)Controlelampje
veiligheidsgordel
(→Blz. 573)
*1Waarschuwingslampje
SRS
(→Blz. 572)*3Controlelampjes
achterpassagiersgordels
(→Blz. 573)
*1Waarschuwingslampje
ABS
(→Blz. 572)*1Centraal
waarschuwingslampje
(→Blz. 578)
*1Waarschuwingslampje
elektrische
stuurbekrachtiging
(→Blz. 572)*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
( →Blz. 574)
*1, 2
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS
( →Blz. 572)
(oranje)
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
LDA
( →Blz. 574)
Page 119 of 690

1182. Instrumentenpaneel
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende sy stemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers
(→Blz. 325)*1Controlelampje
VSC OFF
(→Blz. 427)
Controlelampje
achterlicht ( →Blz. 327) Controlelampje READY
(
→Blz. 311)
Controlelampje
grootlicht ( →Blz. 328)
*1, 3
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS
( →Blz. 363)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem ( →Blz. 332)*4Controlelampje
antidiefstalsysteem
(→Blz. 85, 108)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
( →Blz. 336) Controlelampje SPORT
(
→Blz. 320)
Controlelampje
mistachterlicht
( →Blz. 336) Controlelampje
ECO MODE
(
→Blz. 320)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
( →Blz. 388, 400) Controlelampje
EV-modus (
→Blz. 78)
(indien
aanwezig)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
( →Blz. 388) Controlelampje
EV MODE
(
→Blz. 317)
Controlelampje
cruise control SET
( →Blz. 388, 400)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Toyota Parking Assist-
sensor ( →Blz. 404)
*1, 2Controlelampje Traction
Control ( →Blz. 427)
(indien
aanwezig)
Controlelampje LDA
( →Blz. 378)
Page 120 of 690

1192. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te gevendat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uit gaat. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakel d.
*4: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*5: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje gedurende ongeveer 10 seconden knipperen en blijft het d aarna
branden.
*6: Om aan te geven dat het systeem werkt, gaan de BSM-indicatoren in de
buitenspiegels in de volgende situaties branden:
• Wanneer het contact AAN wordt gezet terwijl het systeem is ingeschakeld.
• Wanneer het systeem wordt ingeschakeld terwijl het contact AAN is.
Wanneer het systeem correct werkt, gaan de BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels na enkele seconden uit.
Wanneer de BSM-indicatoren in de buitenspiegels niet gaan brand en of
niet uitgaan, kan er een storing in het systeem zijn opgetreden . Laat, als dit
gebeurt, de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
*7: Dit lampje gaat branden in de buitenspiegels.
*5Controlelampje waar-
schuwing voor gladheid
( →Blz. 590)*6, 7
(indien
aanwezig)
BSM-indicatoren in
buitenspiegels
( →Blz. 412)
(indien
aanwezig)
Controlelampje BSM
( →Blz. 412)*1, 4Controlelampje
PASSENGER
AIR BAG
(→Blz. 51)
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaa t branden
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u het hybridesysteem start, kan dat
betekenen dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in
geval van een ongeval, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontst aan. Laat,
als dit gebeurt, de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en
uitgeruste deskundige.