Page 57 of 690
561-1. Voor een veilig gebruik
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende zitposit ies kan worden geplaatst.
Geschiktheid baby- en kinderzit jes voor diverse zitposities
VoorpassagiersstoelAchterstoelAan/uit-schakelaar airbag
AANUITBuitensteMidden
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden) X
U
*1
L*1U
L X
0
+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar) X
U*1
L*1U
L X
I
9 - 18 kg
(9 maanden -
4 jaar) Tegen
de rijrich-
ting in: X U
*1, 2U*2X
In de
rijrichting:
UF
*1, 2
II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar) UF
*1, 2U*1, 2U*2X
Gewichts-
groepenZitpositie
Page 58 of 690

571-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
U: Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedge-
keurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” b aby- of
kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichts-
groep.
L: Geschikt voor een baby- of kinderzitje dat wordt getoond in d e
lijst met baby- en kinderzitjes.
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep .
*1: Zet de rugleuning van de voorstoel in de 4e vergrendelstand vanaf de
positie zo ver mogelijk rechtop.
Zet de zitting van de voorstoel helemaal naar achteren.
Volg deze procedures:
• Plaatsen van een babyzitje met steunvoet Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het babyzitje op d e steun-
voet wilt bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er vol-
doende ruimte is.
• Plaatsen van een in de rijrichting geplaatst kinderzitje
Als er een opening aanwezig is tussen het kinderzitje en de rug leuning,
kantel de rugleuning dan naar achteren totdat het zitje en de r ugleuning
goed contact maken. Als het schouderbevestigingspunt van de vei lig-
heidsgordel zich vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bev indt, ver-
plaatst u de zitting naar voren.
• Plaatsen van een zitkussen
Als het kind erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een comfor tabelere
stand.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zit ting naar
voren.
*2: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Page 59 of 690

581-1. Voor een veilig gebruik
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op de ach-
terstoel kunnen de veiligheids gordels op de plaatsen naast het zitje
mogelijk niet goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in aanr a-
king met het zitje. Ook kan de we rking van de veiligheidsgordel nega-
tief worden beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed aansluitend
over uw schouder en laag over uw heupen. Wanneer dit niet het geval
is of wanneer hij in aanraking komt met het zitje, ga dan ergen s
anders zitten. Het niet in acht ne men van de voorzorgsmaatregelen
kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk nie t ver-
krijgbaar buiten de EU.
Controleer bij baby- of kinderzitjes die niet worden genoemd in de
tabel zorgvuldig of ze geschikt zijn voor gebruik in deze auto. Raad-
pleeg hiervoor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinder-
zitje.
■Lijst baby- en kinderzitjes
GewichtsgroepenBaby- en kinderzitjesCategorie
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)TOYOTA G 0+, BABYSAFE
PLUS met VEILIGHEIDS-
GORDELBEVESTIGING,
BASE PLATFORM
Semi-univer-
seel
0+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)TOYOTA G 0+, BABYSAFE
PLUS met VEILIGHEIDS-
GORDELBEVESTIGING,
BASE PLATFORM
Semi-univer-
seel
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)
⎯⎯
II, III
15 - 36 kg
(4 - 12 jaar)
TOYOTA KIDFIX
Universeel
(kan op de ISO
bevestiging-
bevestigingen
van de auto
worden
gemonteerd)
Page 60 of 690
591-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre een baby- of kinderzitje
in verschillende zitposit ies kan worden geplaatst.
Geschiktheid baby- en kinderzit jes voor diverse zitposities
(met ISOfix-bevestigingssysteem)
GewichtsgroepenGrootte- klasseBevestiging
ISOfix-posities auto
Buitenste zitplaats achter
Reiswieg F ISO/L1 X
G ISO/L2 X
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden) EISO/R1 IL
0
+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar) EISO/R1 IL
DISO/R2 IL
CISO/R3 IL
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar) DISO/R2 IL
CISO/R3 IL
B ISO/F2 IUF, IL*
B1 ISO/F2X IUF, IL*
A ISO/F3 IUF, IL*
Page 61 of 690

601-1. Voor een veilig gebruik
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikt voor een universeel, in de rijrichting geplaatst ISOfix
baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categor ie
“specifiek”, “beperkt” of “sem i-universeel” dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
Wanneer een TOYOTA MINI- of TOYOTA MIDI-zitje wordt gebruikt,
past u de steunpoot en de ISOf ix-koppelingen als volgt aan:
Vergrendel de ISOfix-koppelin-
gen bij nr. 4 en 5.
Vergrendel de steunpoot bij
opening nr. 4.
X: ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of grootteklasse.
*: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de plaatsen naast het zitje mog elijk niet
goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgordel negatief worden beïnvlo ed. Draag
uw veiligheidsgordel goed aansluitend over uw schouder en laag over uw
heupen. Wanneer dit niet het geval is of wanneer hij in aanraki ng komt met
het zitje, ga dan ergens anders zitten. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk nie t ver-
krijgbaar buiten de EU.
Controleer bij baby- of kinderzitjes die niet worden genoemd in de
tabel zorgvuldig of ze geschikt zijn voor gebruik in deze auto. Raad-
pleeg hiervoor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinder-
zitje.
1
2
Page 62 of 690
611-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
■Lijst ISOfix-baby- of kinderzitje
GewichtsgroepenGrootte-
klasseBevesti- gingISOfix-baby- of kinderzitjesCategorie
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)EISO/R1TOYOTA MINISemi-
universeel
EISO/R1TOYOTA MIDISemi-
universeel
0+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)
EISO/R1TOYOTA MINISemi-
universeel
EISO/R1TOYOTA MIDISemi-
universeel
DISO/R2TOYOTA MINISemi-
universeel
DISO/R2TOYOTA MIDISemi-
universeel
CISO/R3TOYOTA MINISemi-
universeel
CISO/R3TOYOTA MIDISemi-
universeel
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)
BISO/F2TOYOTA MIDISemi-
universeel
B1ISO/F2XTOYOTA MIDISemi-
universeel
AISO/F3TOYOTA MIDISemi-
universeel
Page 63 of 690

621-1. Voor een veilig gebruik
■Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst
Als u een zitje op de voorpassagiersstoel moet gebruiken, moet u deze stoel
als volgt instellen:
Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het kinderzitje op de steun-
voet wilt bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er vol-
doende ruimte is.
Als het kind in het kinderzitje erg rechtop zit, zet u de rugle uning in een
comfortabelere stand.
● Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
■ Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot gen oeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
● Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de ach-
terstoel en gebruik de veiligheidsgordel in de auto. ( →Blz. 34)
●
De zitting helemaal naar achteren
Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de gor-
delgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
● Klap de rugleuning naar voren en vervol-
gens weer terug naar de eerste stand
waarin hij vergrendelt (de stand waarin
de rugleuning het meest rechtop staat).
Klik de rugleuning vast in de 4e stand.
1e vergrendelstand
4e vergrendelstand
1
2
Page 64 of 690

631-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is v oor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (b ij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.
■ Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
● De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeva l of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tuss en u en het
dashboard. Bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding k an het kind
ernstig letsel oplopen.
● Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaatst is. In
ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat. ( →Blz. 51)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kra cht waar-
mee de passagiersairbag wordt geactiveerd.
● Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje all een op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moet worden, op de
voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bev esti-
gingspunten is voorzien. Zet de stoel zo ver mogelijk naar acht eren, omdat
de voorpassagiersairbag met aanzienlijke snelheid en kracht wor dt geacti-
veerd. Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgorde l zich
vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting
naar voren. Hierdoor kan er nstig letsel ontstaan.