Page 617 of 690
6167-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Sluit de slang aan op het ven-
tiel.
Draai het uiteinde van de slang zo
ver mogelijk rechtsom.
Zorg ervoor dat de compressor
is uitgeschakeld.
Verwijder de rubber stop van de
compressor.
4
5
6
Page 618 of 690
6177-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Sluit de voedingsstekker aan op de accessoireaansluiting.
Sluit de fles aan op de com-
pressor.
Sluit de fles aan door hem recht in
de compressor te steken en con-
troleer of het uitstekende gedeelte
van de fles goed in lijn ligt met de
groef in het huis.
7
Linkerzijde van dashboardRechterzijde van dashboard
Achterzijde consolevak
8
Page 619 of 690
6187-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bevestig de 2 stickers zoals
aangegeven.
Verwijder vuil en vocht van het wiel
voordat u de sticker bevestigt.
Als het niet lukt om de stickers te
bevestigen, informeer dan de
dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige
bij het repareren of vervangen van
de band dat er bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt.
Controleer de voorgeschreven bandenspanning.
De bandenspanning staat zoals aangegeven vermeld op het label o p de
middenstijl aan bestuurderszijde. ( →Blz. 653)
Schakel het hybridesysteem in. (→Blz. 311)
Zet de compressor aan om de
bandenreparatievloeistof in te
spuiten en de band met lucht te
vullen.
9
10
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
11
12
Page 620 of 690

6197-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Vul de band tot de voorge-
schreven bandenspanning
bereikt is.
De vloeistof wordt geïnjec-
teerd en de spanning wordt
verhoogd tot 300 kPa
(3,1 kg/cm
2 of bar, 44 psi) of
400 kPa (4,1 kg/cm2 of bar,
58 psi), en neemt dan gelei-
delijk af.
De bandenspanningsmeter
geeft ongeveer 1 minuut (15
minuten bij lage temperatu-
ren) nadat de schakelaar aan
is gezet de werkelijke ban-
denspanning weer.
Breng de bandenspanning op de voorgeschreven waarde.
• Zet de compressor uit en controleer de bandenspanning. Zorg dat de
band niet te hard wordt opgepompt en vul de band met lucht tot de
voorgeschreven bandenspanning is bereikt.
• Als de bandenspanning nog steeds lager is dan voorgeschreven nadat de schakelaar 10 minuten (40 minuten bij lage temperatuur )
aan staat, is de band te veel beschadigd om nog gerepareerd te wor-
den. Schakel de compressor uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Laat wat lucht ontsnappen wanneer de bandenspanning de voorge- schreven waarde overschrijdt. ( →Blz. 622, 653)
Maak terwijl de compressor is uitgeschakeld de slang los van he t
ventiel en trek vervolgens de voedingsstekker uit de accessoire -
aansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de slang wat bande nreparatie-
vloeistof.
Plaats het ventieldopj e op het ventiel van het gerepareerde wie l.
13
1
2
3
14
15
Page 621 of 690

6207-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Plaats het ontluchtingsdopje op
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet
wordt geplaatst, ontsnapt er moge-
lijk bandenreparatievloeistof en
kan de auto vuil worden.
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, tijdelijk
op in de bagageruimte.
Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band t e
verdelen, meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal
80 km/h.
Stop, nadat u ongeveer 5 km/h
hebt gereden, op een veilige
plaats met een harde en hori-
zontale ondergrond en verwij-
der het ontluchtingsdopje van
de slang voordat u de reparatie-
set opnieuw aansluit.
Zet de compressor aan, wacht
enkele seconden en zet de
compressor weer uit. Contro-
leer de bandenspanning.
Als de bandenspanning lager
is dan 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of
bar, 19 psi): Het gat kan niet
worden gerepareerd. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere
naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
16
17
18
19
20
1
Page 622 of 690

6217-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of
hoger is, maar lager dan de voorgeschreven spanning: Ga door
naar stap .
Als de bandenspanning juist i s: Ga door naar stap .
Zet de compressor aan om de band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5 k m en ga dan verder met stap .
Plaats het ontluchtingsdopje op
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet
wordt geplaatst, ontsnapt er moge-
lijk bandenreparatievloeistof en
kan de auto vuil worden.
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, op i n de
bagageruimte.
Voorkom plotseling remmen, plotseling accelereren en scherpe
bochten en rijd voorzichtig met een snelheid van minder dan 80 km/
h naar de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/ repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■ Bandenreparatieset
●De bandenreparatievloeistof is beperkt houdbaar. De uiterste ho udbaar-
heidsdatum staat vermeld op de fles. De bandenreparatievloeisto f dient
voor de uiterste houdbaarheidsdatum te worden vervangen. Neem v oor ver-
vanging contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige.
● De vloeistof in de bandenreparatieset kan slechts eenmalig word en gebruikt
om een enkele band tijdelijk te repareren. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het afdichtingsmid del is
gebruikt en een nieuwe patroon met bandenreparatievloeistof moet worden
gekocht.
● De reparatievloeistof kan worden gebruikt bij temperaturen van -40 °C tot
60 °C.
● De reparatieset is speciaal ontworpen voor de standaard op uw a uto
gemonteerde banden. Gebruik de set niet voor banden met een afw ijkende
maat of voor andere doeleinden.
2
21
322
21
19
22
23
24
Page 623 of 690

6227-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
●Als de bandenreparatievloeistof op uw kleren komt, kan deze vle kken ver-
oorzaken.
● Eventueel gemorste bandenreparatievloeistof moet direct van het wiel of de
carrosserie worden verwijderd. Veeg het oppervlak onmiddellijk af met een
vochtige doek.
● Tijdens de werking van de reparatieset wordt veel lawaai geprod uceerd. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
● Niet gebruiken om de bandenspanning te controleren of op de voo rgeschre-
ven waarde te brengen.
■ Als de band te hard wordt opgepompt
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de s lang en sluit
dan de slang weer aan.
Zet de compressor aan, wacht enkele seconden en zet de compressor
weer uit. Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschrev en
spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschre ven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
■ Aanwijzing voor het controleren van de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houdbaarheidsdatum van de ban denrepa-
ratievloeistof.
De uiterste houdbaarheidsdatum staat vermeld op de fles.
Gebruik de bandenreparatievloeistof niet wanneer de uiterste ho udbaar-
heidsdatum is verstreken. U kunt de reparatie mogelijk niet uit voeren met de
bandenreparatieset. Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
1
2
3
4
Page 624 of 690

6237-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen bij het ge bruik van de bandenreparatievloe istof
● Het inslikken van bandenreparatievloeistof is schadelijk voor u w gezond-
heid. Drink zo veel mogelijk water en raadpleeg direct een huis arts wan-
neer u bandenreparatievloeistof hebt ingeslikt.
● Spoel direct met water wanneer bandenreparatievloeistof in uw o gen of op
uw huid is terechtgekomen. Raadpleeg een huisarts als u zich ni et lekker
blijft voelen.
■ Bij het repareren van een lekke band
● Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond.
● Sluit de slang stevig aan op het ventiel terwijl het wiel aan d e auto beves-
tigd is.
● Als de slang niet goed is aangesloten op het ventiel, kan er lucht ontsnap-
pen of kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
● Als de slang tijdens het vullen loskomt van het ventiel, is het mogelijk dat
de slang abrupte bewegingen maakt vanwege de luchtdruk.
● Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloe istof
naar buiten komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lu cht uit
de band laat ontsnappen.
● Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de pro-
cedures niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
● Bewaar afstand tot de band wanneer deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Zet de schakelaar van de compressor direct ui t als u
ziet dat de band scheurtjes vertoont of vervormt.
● De reparatieset kan oververhit raken als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de reparatieset niet langer dan 60 minu ten achter
elkaar.
● Delen van de reparatieset worden tijdens het gebruik heet. Behandel de
reparatieset voor en na gebruik voorzichtig. Raak het metalen deel rond
de verbinding tussen de fles en de compressor niet aan. Dit is namelijk
zeer heet.
● Plak de waarschuwingssticker voor de rijsnelheid alleen op de a ange-
geven plaats. Als de sticker wordt aangebracht op een plaats wa ar zich
een airbag bevindt, zoals op het middelste deel van het stuurwiel, dan kan
dit de werking van het airbagsysteem hinderen.