Page 601 of 690
6007-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Plaats van reservewiel, krik en gereedschap
Gereedschapstas
(indien aanwezig)
Krik Reservewiel1
2
3
Page 602 of 690

6017-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe leiden dat de auto van de krik valt, wat
tot ernstig letsel kan leiden.
● Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel o f de mon-
tage en het verwijderen van sneeuwkettingen.
● Gebruik voor het verwisselen van een lekke band uitsluitend de met de
auto meegeleverde krik.
Gebruik de krik niet voor het verwisselen van wielen van andere auto's en
gebruik ook geen krik van een andere auto.
● Zet de krik op de juiste wijze onder het kriksteunpunt.
● Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsdelen bevinden onder een a uto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
● Start het hybridesysteem niet en ga niet met de auto rijden als deze door
de krik wordt ondersteund.
● Krik de auto niet op als er nog iemand in de auto aanwezig is.
● Plaats niets op of onder de krik als de auto wordt opgekrikt.
● Krik de auto niet verder op dan voor het verwisselen van het wi el noodza-
kelijk is.
● Plaats de auto op bokken als u onder de auto moet zijn.
● Parkeer de auto op een vaste vlakke ondergrond, activeer de par keerrem
en zet de selectiehendel in stand P. Plaats, indien nodig, een wielblok voor
of achter het wiel dat zich schuin tegenover het wiel met de le kke band
bevindt.
● Zorg wanneer u de auto laat zakken dat er niemand onder komt. B reng
mensen in de buurt op de hoogte van het laten zakken.
Page 603 of 690
6027-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Auto's met een volwaardig
reservewiel: Draai de knop van
beide clips om de achterste
afdekplaat te ontgrendelen.
Verwijder de achterste afdek-
plaat.
Haal de krik eruit.
Neem de haak los en verwijder
de krik.
Draai bij het opbergen van de krik
de krik terug totdat hij niet meer
beweegt en zet hem vast met het
elastiek.
Verwijderen van de krik
1
2
3
Page 604 of 690
6037-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Draai de bevestiging van het
reservewiel los.
Plaats wielblokken.
Verwijderen van het reservewiel
WAARSCHUWING
■Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het reser-
vewiel en de carrosserie bekneld raken.
Vervangen van een wiel met een lekke band
1
Lekke bandPositie wielblok
VoorLinksAchter het rechter achterwiel
RechtsAchter het linker achterwiel
AchterLinksVoor het rechter voorwiel
RechtsVoor het linker voorwiel
Page 605 of 690
6047-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Draai de wielmoeren iets los
(één slag).
Draai deel van de krik met
de hand aan totdat de uitspa-
ring in de kop van de krik in
contact komt met het kriksteun-
punt.
De aanduidingen van de kriksteun-
punten bevinden zich onder de
dorpel. Deze duiden de kriksteun-
punten aan.
Monteer de krikslinger en de
wielmoersleutel zoals aange-
geven in de afbeelding.
Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van
de grond is.
2
3A
4
5
Page 606 of 690

6057-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Verwijder alle wielmoeren en
het wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde
omhoog op de grond, om krassen
op de velg te voorkomen.
6
WAARSCHUWING
■Vervangen van een wiel met een lekke band
● Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen niet aan direct n adat met
de auto is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen tijdens het verwisselen
van een wiel, enz. met uw handen, voeten of andere lichaamsdele n aan-
raakt, kan dit leiden tot brandwonden.
● Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen kan ertoe leide n dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel van de auto af kan lopen, wat kan
leiden tot ernstig letsel.
• Laat na het verwisselen van een wiel de wielmoeren zo snel mog elijk
met een momentsleutel vastdraaien met 103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf ).
• Gebruik bij het aanbrengen van een wiel uitsluitend wielmoeren die
speciaal zijn ontworpen voor het desbetreffende wiel.
• Bij gescheurde of vervormde bouten, schroefdraad van moeren of bout- gaten van het wiel, dient de auto te worden gecontroleerd door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• Plaats de wielmoeren met de schuine kant naar het wiel toe. (→Blz. 539)
● Auto's met elektrisch bedienbare achterklep: Schakel het systee m van de
elektrisch bedienbare achterklep uit wanneer u banden gaat verv angen
o.i.d. ( →Blz. 194). Als u dit niet doet, kan de achterklep onbedoeld in w er-
king treden als de schakelaar elektrisch bedienbare achterklep per onge-
luk wordt aangeraakt, waardoor lichaamsdelen bekneld kunnen rak en en
letsel kan optreden.
Page 607 of 690
6067-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Verwijder eventueel aanwezige
verontreinigingen van het con-
tactvlak van de velg.
Als er verontreinigingen op het
contactvlak aanwezig zijn, kunnen
tijdens het rijden de wielmoeren los
lopen, waardoor het wiel los kan
raken.
Plaats het reservewiel en draai de wielmoeren met de hand alle-
maal ongeveer even ver op de wielbout.
Draai bij het vervangen van een
wiel met lichtmetalen velg door
een wiel met een stalen velg de
wielmoeren verder tot het tapse
gedeelte aan ligt tegen de velg.
Draai bij het vervangen van een
wiel met lichtmetalen velg door
een wiel met een lichtmetalen
velg de wielmoeren tot de sluit-
ringen contact maken met de
velg.
Laat de auto zakken.
Plaatsen van het reservewiel
1
2
Taps gedeelte
Ve l g
Ring
Ve l g
P
Page 608 of 690

6077-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in
de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 653)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden .
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel.
Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
■ Klemband waarmee de krik wordt vastgezet
4
Maak de haak van de klemband voor de
krik los van vergrendelopening , draai
de klemband en maak de haak vast in
vergrendelopening .
5
1
2
3
1
2