Page 281 of 690

2803-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Elektrisch bedienbare ruiten
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de schakelaars.
Door de schakelaar te bedienen bewegen de ruiten als volgt:
Sluiten
One-touch sluiten (alleen ruit
bestuurdersportier)
*
Openen
One-touch openen (alleen ruit
bestuurdersportier)
*
*
: De ruit stopt in een tussenstand door de schakelaar in de andere
richting te bewegen.
Druk de schakelaar in om de
schakelaars voor de ruiten van de
passagiers te blokkeren.
Gebruik deze schakelaar om te
voorkomen dat kinderen per onge-
luk een passagiersruit openen of
sluiten.
■ De elektrisch bedienbare ruit en kunnen bediend worden als
Het contact AAN staat.
■ Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het hybrides ysteem
is uitgeschakeld
Nadat het contact in stand ACC of UIT is gezet, kunnen de elektrisch bedien-
bare ruiten nog gedurende ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kun-
nen echter niet meer worden bediend zodra een van de voorportieren is
geopend.
Openen en sluiten
1
2
3
4
Blokkeerschakelaar ruitbediening
Page 282 of 690

2813-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
3
Bediening van elk onderdeel
■Klembeveiliging (ruit bestuurdersportier)
Als tijdens het sluiten van de ruit een object bekneld raakt tu ssen de ruit en
het ruitframe, stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit w eer iets
geopend.
■ Knelbeveiliging (ruit bestuurdersportier)
Als tijdens het openen van de ruit een object bekneld raakt tus sen het portier
en de ruit, stopt de beweging van de ruit.
■ Als de elektrisch bedienbare ruit niet kan worden geopend of gesloten
(ruit bestuurdersportier)
Wanneer de klembeveiliging of knelbeveiliging niet goed werkt of de ruit niet
volledig kan worden geopend of gesloten, voer dan de onderstaan de hande-
lingen uit met de schakelaar van de ruitbediening van het bestu urdersportier.
● Breng de auto tot stilstand, zorg ervoor dat het contact AAN st aat en bedien
de schakelaar van de ruitbediening continu in de one-touch slui tpositie bin-
nen 4 seconden nadat de klembeveiliging of knelbeveiliging werd geacti-
veerd. Door de schakelaar van de ruitbediening continu te bedienen in de
one-touch openpositie, kan de ruit worden geopend en gesloten.
● Als de ruit ook na het uitvoeren van bovenstaande handelingen n iet kan
worden geopend of gesloten, voer dan de onderstaande procedure uit voor
initialisatie van de functie.
Zet het contact AAN.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening in de one-touch sluitp ositie en
sluit de ruit volledig.
Laat de schakelaar voor de ruitbediening even los en houd vervo lgens de
schakelaar gedurende ten minste ongeveer 6 seconden in de one-t ouch
sluitpositie.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening in de one-touch openpo sitie en
houd de schakelaar, nadat de ruit volledig is geopend, nog eens ten min-
ste 1 seconde in die positie.
Laat de schakelaar voor de ruitbediening even los en houd vervo lgens de
schakelaar gedurende ten minste ongeveer 4 seconden in de one-t ouch
openpositie.
Houd de schakelaar voor de ruitbediening in de one-touch sluitp ositie en
houd de schakelaar, nadat de ruit volledig is gesloten, nog eens ten min-
ste 1 seconde in die positie.
Herhaal de procedure vanaf het begin als u de schakelaar hebt l osgelaten
terwijl de ruit nog in beweging was.
Als de ruit in de tegengestelde richting beweegt en niet volled ig kan worden
gesloten of geopend, laat dan de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
1
2
3
4
5
6
Page 283 of 690

2823-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Sluiten van de ruiten
● De bestuurder is verantwoordelijk voor de bediening van de elek trisch
bedienbare ruiten, ook voor die van de passagiers. Laat, om onb edoelde
bediening, met name door kinderen, te voorkomen, de elektrisch bedien-
bare ruiten niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat e en
lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit. Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de blokkeerschakelaar voor de ruitb ediening
te gebruiken. ( →Blz. 280)
● Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als de ruiten bediend worden.
● Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
■ Klembeveiliging (ruit bestuurdersportier)
● Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
● De klembeveiliging werkt mogelijk niet als iets klem komt te zi tten als de
ruit bijna volledig gesloten is. Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen klem
komen te zitten tussen de ruit.
■ Knelbeveiliging (ruit bestuurdersportier)
● Steek geen lichaamsdelen of kledingstukken in de opening om te probe-
ren of de knelbeveiliging werkt.
● De knelbeveiliging werkt mogelijk niet als iets bekneld raakt o p het
moment dat de ruit bijna volledig geopend is. Zorg ervoor dat e r geen
lichaamsdelen of kledingstukken klem komen te zitten tussen de ruit.
Page 284 of 690
283
3
3-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Bediening van elk onderdeel
Schuifdak∗
Opent het schuifdak*
Het schuifdak stopt iets voordat het
volledig geopend is om windgeruis
te beperken.
Druk nogmaals op de schakelaar
om het schuifdak volledig te ope-
nen.
Sluit het schuifdak*
*
: Druk licht op één van de uiteinden van de schuifdakschakelaar om de
beweging van het schuifdak hal-
verwege te stoppen.
Kantelt het schuifdak omhoog*
Kantelt het schuifdak omlaag*
*
: Druk licht op één van de uiteinden van de schuifdakschakelaar om de
beweging van het schuifdak hal-
verwege te stoppen.
∗: Indien aanwezig
Het schuifdak kan met behulp van de schakelaars in de dakcon-
sole open en dicht worden geschoven en naar boven en bene-
den worden gekanteld.
Openen en sluiten
1
2
Omhoog en omlaag kantelen
1
2
Page 285 of 690

2843-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
■Het schuifdak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Bedienen van het schuifdak na dat het hybridesysteem is uitgesch akeld
Het schuifdak kan, zelfs nadat het contact in de stand ACC of U IT is gezet,
nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Het kan echter niet me er
bediend worden als een van de voorportieren geopend is.
■ Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen het schuifdak en het
frame, stopt de beweging van het schuifdak en wordt het weer ge opend.
■ Voor minder windgeruis door het schuifdak
Wanneer het schuifdak automatisch wordt geopend, komt het vlak voor de
volledig geopende positie tot stilstand. Rijden met het schuifd ak in deze posi-
tie kan het windgeruis helpen verminderen.
■ Zonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand worden geopend en gesloten. Bij het ope-
nen van het schuifdak zal het zonnescherm echter automatisch oo k worden
geopend.
■ Openen van het schuifdak in kleine stappen
Druk kort op de schakelaar.
■ Waarschuwingsfunctie schuifdak open
De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay
wanneer het contact UIT wordt gezet en u het bestuurdersportier opent terwijl
het schuifdak geopend is.
■ Als de accukabels worden losgenomen of het schuifdak niet normaal
sluit
Het schuifdak moet voor een juiste werking eerst worden geïnitialiseerd.
Zet het contact AAN.
Houd de toets CLOSE of UP ingedrukt tot de hieronder beschreven bewe-
ging stopt.
Het schuifdak kantelt omhoog en blijft gedurende ten minste 1 s econde in
die stand. Dan kantelt het omlaag, gaat open en sluit volledig.
Laat de toets los en druk deze in om een correcte werking te wa arborgen.
Als het schuifdak niet automatisch beweegt, moet de procedure v anaf het
begin worden herhaald.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de waarschuwingsfunctie schuifdak open) kunnen wor-
den gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 662)
1
2
3
Page 286 of 690

2853-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
3
Bediening van elk onderdeel
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Openen van het schuifdak
● Laat geen van de inzittenden tijdens het rijden zijn/haar hand of hoofd bui-
ten de auto uit steken.
● Ga niet op het schuifdak zitten.
■ Sluiten van het schuifdak
● De bestuurder is verantwoordelijk voor het openen en sluiten va n het
schuifdak.
Laat, om onbedoelde bediening, met name door kinderen, te voork omen,
het schuifdak niet door kinderen bedienen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een andere passagier klem komt te zitten
tussen het schuifdak. Wanneer er een kind in de auto zit, verdi ent het aan-
beveling om de blokkeerschakelaar voor de ruitbediening te gebruiken.
( →Blz. 280)
● Controleer of geen van de inzittenden een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als het schuifdak bediend wordt.
● Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat tot een ongeval kan leiden.
■ Klembeveiliging
● Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
● Het is mogelijk dat de klembeveiliging niet werkt als het schuifdak bijna
gesloten is.
Page 287 of 690
2863-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Page 288 of 690

287
4Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ............ 288
Lading en bagage .............. 297
Rijden met een aanhangwagen ................ 299
4-2. Rijprocedures Startknop ........................... 311
EV-modus .......................... 317
Hybridetransmissie ............ 319
Richtingaanwijzer-schakelaar ....................... 325
Parkeerrem ........................ 326
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 327
Automatic High Beam- systeem ........................... 332
Schakelaar mistlampen ..... 336
Ruitenwissers en -sproeiers.................... 338
Achterruitenwisser en -sproeier ..................... 341 4-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 343
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 346
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)............... 358
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 374
RSA (Road Sign Assist)..... 383
Dynamic Radar Cruise Control ............................. 388
Cruise control..................... 400
Toyota Parking Assist- sensor .............................. 404
BSM (Blind Spot Monitor) ......... 412
• De Blind Spot Monitor-
functie ............................ 419
• De Rear Crossing Traffic
Alert-functie ................... 422
Ondersteunende systemen ......................... 425
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ...................... 432
Rijden in de winter ............. 435
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ................ 439