Page 577 of 690

5767-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
● Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren en -zen ders niet
zijn geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU
● Als de bandenspanning 480 kPa (4,9 kg/cm
2 of bar, 70 psi) of meer
bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, d ie dezelfde
radiografische signalen uitzendt
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst va n de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
●
Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen e n in de wielkasten
●Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd (Zelfs wann eer er
Toyota-velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspann ingswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
● Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slechte ontvangst
van radiosignalen is.
*
● Als er in de bagageruimte een groot metalen object aanwezig is, dat de ont-
vangst van signalen kan verstoren.
*
*
: Alleen auto's met een volwaardig reservewiel
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's m et
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het conta ct AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en
uitgeruste deskundige.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
Page 578 of 690

5777-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijv en
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. D e auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-syst eem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ern stig letsel
kunnen ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje el ektrische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast
en oefen meer kracht uit.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
● Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwin gs-
lampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop d uiden
dat er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en laat de band repareren door de dichtst-
bijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden k unnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
■ Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet m eteen
in werking treedt.
OPMERKING
■ Ervoor zorgen dat het bandensp anningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van vers chillende
merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mo ge-
lijk niet goed.
Page 579 of 690
5787-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Centraal waarschuwingslampje
Het centrale waarschuwings-
lampje gaat ook branden of knip-
peren om aan te geven dat er op
dat moment een melding wordt
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Multi-informatiedisplay
Als een van de waarschuwingsmeldingen weer wordt weergegeven
na het uitvoeren van de volgende handelingen, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Blijf kalm en voer onderstaande h andelingen uit als er een waar-
schuwingsmelding verschijnt op het multi-informatiedisplay:
1
2
Page 580 of 690

5797-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Overzicht waarschuwingsmeldingen en waarschuwingszoemers
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(indien aanwezig)
Geeft het volgende aan:
• Er bestaat een grote kans op een frontale aan-
rijding; of
• Het Pre-Crash Brake-systeem is in werking Er klinkt ook een zoemer.
→ Trap het rempedaal in om de snelheid te
verlagen.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat uw auto de voorligger te dicht
nadert (in de afstandsregelmodus)
Er klinkt ook een zoemer.
→ Trap het rempedaal in om de snelheid te
verlagen.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de auto van de rijstrook afwijkt (ter-
wijl de LDA [Lane Departure Alert] met stuurrege-
ling in werking is)
De rijstrookmarkering aan de zijde die de auto
overschrijdt, gaat oranje knipperen.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Controleer de omgeving van de auto en rijd
terug naar de rijstrook binnen de markerin-
gen.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
remsysteem Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de au to kan gevaarlijk zijn.
(oranje)
(Knippert)
(Rood)
Page 581 of 690

5807-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Geeft aan dat het bestuurdersportier werd
geopend terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan P stond
Er klinkt ook een zoemer.
→ Zet de selectiehendel in stand P.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
hybridesysteem
Er klinkt ook een zoemer.
→ Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat een of meerdere portieren of de
achterklep niet goed gesloten zijn/is Het systeem geeft tevens aan welk portier niet
goed gesloten is.
Als de auto een snelheid bereikt van 5 km/h
knippert en klinkt er een zoemer om aan
te geven dat een of meer portieren nog niet vol-
ledig gesloten zijn.
→ Controleer of alle por tieren gesloten zijn.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
Toyota Parking Assist-sensor
Alle sensorlampjes knipperen.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
Page 582 of 690
5817-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de Toyota Parking Assist-sensor
vuil is of bedekt is met ijs.
Alle sensorlampjes knipperen.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Reinig de sensor.
Geeft aan dat het gaspedaal wordt ingetrapt ter-
wijl de selectiehendel in stand N staat.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat het gaspedaal los en zet de selectie-
hendel in stand D, S of R.
Geeft aan dat het gaspedaal wordt ingetrapt ter-
wijl de selectiehendel in stand N staat
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat het gaspedaal los en zet de selectie-
hendel in stand D, S of R.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
Page 583 of 690

5827-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Geeft aan dat het batterijpakket (tractiebatterij)
zwak wordt doordat er veel tijd verstreken is
sinds de selectiehendel in stand N is gezet.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Schakel het hybridesysteem weer in wan-
neer u de motor start.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
hybridesysteem
Afhankelijk van de storing worden er mogelijk
ook storingzoekmethoden weergegeven.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat het batterijpakket (tractiebatterij)
bijna leeg is. Er klinkt ook een zoemer.
→ Zet de selectiehendel in stand P als de auto
gedurende langere tijd stilstaat. De batterij
kan niet worden opgeladen als de selectie-
hendel in stand N staat.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
Page 584 of 690

5837-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Geeft aan dat de auto met een snelheid van 5 km/
h of meer rijdt met de parkeerrem geactiveerd.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Deactiveer de parkeerrem.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) heeft vastgesteld dat de bestuur-
der zijn handen niet aan het stuurwiel heeft terwijl
de stuurregelingsfunctie is ingeschakeld
Als de bestuurder het stuurwiel licht blijft vast-
houden, kan het systeem de bediening van het
stuurwiel mogelijk niet signaleren en wordt
deze waarschuwing mogelijk weergegeven.
→ Houd het stuurwiel stevig vast.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de stuurregelingsfunctie tijdelijk is
uitgeschakeld doordat de LDA (Lane Departure
Alert met stuurregeling) heeft vastgesteld dat de
bestuurder zijn handen niet aan het stuurwiel
heeft terwijl de stuurregelingsfunctie is ingescha-
keld
Als de bestuurder het stuurwiel licht blijft vast-
houden, kan het systeem de bediening van het
stuurwiel mogelijk niet signaleren en wordt
deze waarschuwing mogelijk weergegeven.
→ Houd het stuurwiel stevig vast.
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het SRS-airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert) (Rood)