Page 529 of 690
5286-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Page 530 of 690
5296-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Page 531 of 690
5306-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Page 532 of 690
5316-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Page 533 of 690
5326-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Page 534 of 690
5336-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
Page 535 of 690

5346-3. Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te vo orko-
men.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, kan schad e aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rijeigenschappen tot ge volg hebben,
waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Gebruik geen banden van verschillende merken, types of profiele n.
Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende slijtagepat ronen
door elkaar.
● Gebruik uitsluitend de door Toyota voorgeschreven bandenmaat.
● Gebruik geen verschillende soorten banden (radiaalbanden, gorde lban-
den met diagonaalkarkas en diagonaalbanden) door elkaar.
● Gebruik geen zomer-, all-season- en winterbanden door elkaar.
● Gebruik nooit banden onder uw auto die zijn gebruikt onder een andere
auto.
Door het gebruik van banden waarvan het verleden onbekend is, l oopt u
extra risico.
● Auto's met een compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwa gen als
een compact reservewiel is gemonteerd.
● Auto's met een bandenreparatieset: Sleep of trek nooit andere v oertuigen
als een gemonteerde band is gerepareerd met behulp van de bande nre-
paratieset. De belasting van de band kan leiden tot onverwachte schade
aan de band.
■ Bij het initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(indien aanwezig)
Druk niet op de resetknop van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem voordat de banden op de voorgeschreven spanning zijn gebra cht.
Anders kan het voorkomen dat het waarschuwingslampje voor de la ge ban-
denspanning niet gaat branden terwijl de bandenspanning te laag is, of wel
gaat branden terwijl de bandenspanning in orde is.
Page 536 of 690

5356-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso -
ren, -zenders en ventieldopjes (a uto's met bandenspanningswaars chu-
wingssysteem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terechtkomen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het repareren of ver-
vangen van de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 515)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.