Page 33 of 690

321-1. Voor een veilig gebruik
Een veilig rijgedrag
Pas de hoek van de rugleuning
zo aan dat u rechtop zit en niet
voorover hoeft te leunen om te
kunnen sturen. (→Blz. 263)
Pas de zitting zo aan dat u de
pedalen helemaal kunt intrap-
pen en dat uw armen licht
gebogen zijn bij de ellebogen
wanneer u het stuurwiel vast-
houdt. ( →Blz. 263)
Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de
bovenkant van uw oren. (→ Blz. 270)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. ( →Blz. 34)
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veil igheids-
gordel dragen. ( →Blz. 34)
Gebruik een passend baby- of ki nderzitje tot het kind groot genoeg is
om de veiligheidsgordel van de aut o op de juiste wijze te dragen.
( → Blz. 54)
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspie gel en
de buitenspiegels goed af te stellen. ( →Blz. 275, 277)
Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie
zetten en de spiegels afste llen voordat u gaat rijden.
De juiste houding achter het stuur
1
2
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Afstellen van de spiegels
3
4
Page 34 of 690

331-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
● Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleu-
ning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is,
waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun i n nega-
tieve zin kan worden beïnvloed.
● Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de
stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit
kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme bescha digd
raken.
● Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de open-
bare weg rijdt.
● Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voord at u zich
moe begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zic hzelf niet
dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
Page 35 of 690
341-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en
niet van de schouder af glijdt of
tegen de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo rech top mogelijk in de stoel zitten met
uw rug stevig tegen de leuning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelslui-
ting te drukken totdat u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eer st of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veilig heidsgordel (behalve middelste
achterstoel)
Ontgrendelknop
1
2
Page 36 of 690
351-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Druk gesp B in om hem los te
maken. Trek vervolgens de vei-
ligheidsgordel naar beneden
richting de achterstoelzitting.
Steek gesp A in gordelsluiting A
tot u een klik hoort.
Steek gesp B in gordelsluiting B
tot u een klik hoort.
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel (middelste achter-
stoel)
Gesp B1
Gesp A
Gordelsluiting A
O
Gordelsluiting B
Gesp BP
Page 37 of 690
361-1. Voor een veilig gebruik
Gesp B kan worden losge-
maakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
Steek om gesp A los te maken
gesp B of de mechanische
sleutel (→Blz. 134) in de ope-
ning van de gordelsluiting.
Maak de veiligheidsgordel los en
laat deze langzaam oprollen.
Berg de gespen op in de hou-
der.
Plaats gesp A en B op elkaar
en berg deze op in de hou-
der.
Steek de gespen er volledig
in.
Duw de gesp omlaag totdat u
een klik hoort.
Losmaken en opbergen van de veil igheidsgordel (middelste ach-
terstoel)
Ontgrendelknop
1
2
3
1
2
3
Page 38 of 690

371-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Duw het schouderbevestigings-
punt omlaag terwijl u de ont-
grendelknop indrukt.
Duw het schouderbevestigings-
punt omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt
in de gewenste positie en laat het
los als u een klik hoort.
De gordelspanners helpen bij het
op hun plaats houden van de inzit-
tenden doordat ze de gordels snel
strak tegen het lichaam aan trek-
ken bij bepaalde soorten zware
frontale aanrijdingen en aanrijdin-
gen van opzij.
De gordelspanners worden niet
geactiveerd bij lichtere frontale
aanrijdingen of aanrijdingen van
opzij, bij aanrijdingen van achte-
ren of wanneer de auto over de
kop slaat.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig rem t of betrok-
ken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in we rking treden
als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel
afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
■ Gebruik van veiligheidsg ordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen vo or gebruik
door volwassenen.
● Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot gen oeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. ( →Blz. 54)
● Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een jui ste manier te
dragen, volg dan de instructies met betrekking tot het gebruik van de veilig-
heidsgordel op. ( →Blz. 34)
Afstellen van de hoogte van het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel (voorstoelen)
1
2
Gordelspanners (voorstoelen)
Page 39 of 690

381-1. Voor een veilig gebruik
■Vervangen van de veiligheidsgorde l als de gordelspanner geactiveerd is
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de go rdelspanner
geactiveerd voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor vol-
gende aanrijdingen.
■ Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsg ordels, neem
dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa rateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige vo or het ver-
vangen of plaatsen van veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op let sel bij
plotseling remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beper ken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Dragen van een veiligheidsgordel
● Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
● Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.
● Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon gebruikt worden.
Gebruik een veiligheidsgordel niet voor twee personen tegelijk, ook niet
als de tweede persoon een kind is.
● Toyota beveelt aan dat kinderen op de achterstoel plaatsnemen e n altijd
een veiligheidsgordel dragen en/of gebruik maken van een passend baby-
of kinderzitje.
● Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet verder achter-
over hellen dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als
de inzittenden rechtop en goed tegen de rugleuning zitten.
● Draag de schoudergordel niet onder uw arm.
● Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heu-
pen.
Page 40 of 690

391-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Zwangere vrouwen
■ Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juist e manier.
( →Blz. 34)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veil igheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt , knip de
gordel dan door met een schaar.
■ Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer wo rden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw sc houder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op er nstig letsel
groter. ( →Blz. 37)
Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
(→Blz. 34)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het
bekken, de schoudergordel helemaal uit-
trekken over de schouder en ervoor zor-
gen dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plot-
seling remmen of een aanrijding.