Page 185 of 690
1843-1. Informatie over sleutels
Page 186 of 690

1853-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de sleutel
● Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke sch okken en buig
ze niet.
● Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
● Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ult rasoon rei-
nigingsbad of iets dergelijks.
● Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen .
● Haal de sleutels niet uit elkaar.
● Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische sleutel.
● Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestellen, audiosystemen, indu ctiekook-
platen en medische apparatuur, zoals laagfrequente therapeutisc he uitrus-
ting).
■ De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten minste 10 cm uit de bu urt van inge-
schakelde elektrische apparaten. Radiogolven die worden uitgezo nden
door elektrische apparaten die zich minder dan 10 cm van de ele ktronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de correcte werking van de sle utel hin-
deren.
■ In geval van storingen in het Sm art entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische sleutels die bij uw auto zijn gele-
verd, naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur o f een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer u een elektro nische sleutel verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt het risico aanz ienlijk groter dat
de auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met alle overgebleven elektroni-
sche sleutels die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende To yota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifice erde en uit-
geruste deskundige.
Page 187 of 690
1863-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Por tieren
◆Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de portiergreep vast om
de portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de inkeping aan de boven-
zijde van de portiergreep)
aan om alle portieren te ver-
grendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
1
2
Page 188 of 690

1873-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweem aal)
■ Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor aan de bovenzijde van de portiergreep
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de po rtieren
opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem inge-
schakeld. ( →Blz. 108)
■ Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbed ie-
ning niet goed werkt
● Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ont-
grendelen. ( →Blz. 627)
● Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze on tladen
raakt. ( →Blz. 543)
Als het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs wanneer het sensorgebied
bovenaan wordt aangeraakt, probeer dan
de sensorgebieden bovenaan en onder-
aan tegelijkertijd aan te raken.
Page 189 of 690

1883-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
◆Schakelaar centrale vergrendelingVergrendelen van alle portie-
ren
Ontgrendelen van alle portie-
ren
◆Vergrendelknoppen binnenzijde portierVergrendelen van het portier
Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen wor-
den geopend door aan de bin-
nenportiergreep te trekken, ook
al staat de vergrendelknop in de
stand vergrendeld.
Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde
stand.
Sluit het portier met de portiergreep uitgetrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in de s tand
ACC of AAN staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto
bevindt.
Afhankelijk van de positie van de elektronische sleutel, wordt de sleutel
mogelijk niet door het systeem gesignaleerd, waardoor het porti er wellicht
vergrendeld wordt.
Van binnenuit vergrende len en ontgrendelen van de portieren
1
2
1
2
Vergrendelen van de voorportieren van buitenaf zonder gebruik
te maken van een sleutel
1
2
Page 190 of 690

1893-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
Het portier kan niet vanaf de bin-
nenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd.
Ontgrendelen
Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kin-
deren per ongeluk de achterportie-
ren openen. Druk de schakelaars
op beide achterportieren naar
beneden om de kindersloten te
activeren.
De volgende functies kunnen worden in- of uitgeschakeld:
Raadpleeg Blz. 657 voor instructies voor het aanpassen aan de pe rsoon-
lijke voorkeur.
Kindersloten achterportieren
1
2
Automatische vergrendel- en ont grendelsystemen van de portie-
ren
FunctieWerking
Functie koppeling van rijsnelheid
aan portiervergrendelingAlle portieren worden automatisch
vergrendeld wanneer de rijsnelheid
ongeveer 20 km/h of hoger is.
Functie koppeling van stand selec-
tiehendel aan portiervergrendeling
Alle portieren worden automatisch
vergrendeld wanneer de selectie-
hendel in een andere stand dan
stand P wordt gezet.
Functie koppeling van stand selec-
tiehendel aan portierontgrendelingAlle portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer de selectie-
hendel in stand P wordt gezet.
Functie koppeling portierontgrende-
ling aan bestuurdersportierAlle portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer het bestuur-
dersportier wordt geopend.
Page 191 of 690

1903-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Systeem voor crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt blootgesteld, worden all e portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking treedt, is afhankelijk v an de kracht
van de schok of het type ongeval.
■ Wanneer alle portieren zijn vergrendeld met de instapfunctie of de
afstandsbediening
● De portieren kunnen niet met de schakelaar centrale vergrendeli ng worden
ontgrendeld.
● De schakelaar van de centrale vergrendeling kan worden gereset door ont-
grendeling van alle portieren met de instapfunctie of de afstan dsbediening.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 209
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ontgrendelfunctie met behulp van een
sleutel) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 661)
WAARSCHUWING
■ Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende voorzorgsmaatregele n in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorschriften kan ertoe leiden dat er per
ongeluk een portier wordt geopend en dat er iemand uit de auto valt, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
● Controleer of alle portieren volledig gesloten zijn.
● Trek tijdens het rijden niet aan de binnenportiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de v oorportieren. Deze portieren kunnen zelfs
worden geopend als de vergrendelknoppen in de stand vergrendeld staan.
● Activeer de kindersloten op de achterportieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
Page 192 of 690
191
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
Achterklep
◆Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Druk op de toets om alle por-
tieren en de achterklep te
ontgrendelen.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Vergrendel de achterklep
opnieuw wanneer u de auto ver-
laat. De achterklep wordt niet
automatisch vergrendeld nadat
de klep geopend en vervolgens
gesloten is.
Druk op de toets om alle portieren en de achterklep te vergren-
delen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
→Blz. 186
◆Schakelaar centrale vergrendeling
→Blz. 188
De achterklep kan als volgt wor den vergrendeld/ontgrendeld en
geopend/gesloten.
Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep
1
2