Page 633 of 690

6327-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Sluit het deksel van de speciale hulpstartaansluiting en plaats het
deksel van de zekeringenkast wee r in de oorspronkelijke positie.
Haak het deksel van de zekeringenkast bij het plaatsen eerst va st aan de
twee uitsteeksels aan de achterzijde.
Laat, nadat het hybridesysteem is gestart, de auto zo snel moge lijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of
een andere naar behoren gekwalif iceerde en uitgeruste deskundige.
■Starten van het hybridesysteem wanneer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart door de auto aan te duwen.
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit als het hybridesysteem is uitge-
schakeld.
● Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er g edurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■ Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in
gebruik is. Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van
bepaalde elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de 12V-accu ontladen en kan het hybridesysteem mogelijk nie t meer
worden gestart. (De 12V-accu laadt automatisch op wanneer het h ybridesys-
teem in werking is.)
■ Bij het bijladen of vervangen van de 12V-accu
●Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in sommige gevallen nie t mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met start-
knop. Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te vergrendelen of te ontgrendelen.
● Mogelijk start het hybridesysteem niet bij de eerste poging nad at de 12V-
accu weer is opgeladen, maar start hij wel normaal na de tweede poging.
Dit wijst niet op een storing.
● De stand van het contact wordt door de auto geregistreerd. Wanneer de
12V-accu weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar d e stand
die was geselecteerd voordat de 12V-accu ontladen was. Zorg dat het con-
tact UIT staat voordat de 12V-accu wordt losgenomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de 12V-accu wanne er u niet
zeker weet in welke stand het contact stond voordat de 12V-accu werd
opgeladen.
● Sommige systemen moeten mogelijk worden geïnitialiseerd. ( →Blz. 666)
10
Page 634 of 690

6337-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie van de 12V-accu
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen d at het
licht ontvlambare gas dat uit de 12V-accu kan komen, per ongeluk tot ont-
branding komt:
● Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste ac cupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
● Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aangesloten startkabel niet in contact
komt met andere onderdelen of metalen oppervlakken, zoals metal en
steunen en ongelakt metaal.
● Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
● Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de 12V-accu.
■ Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de
accu bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij he t
omgaan met de 12V-accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht :
● Draag bij het werken met de 12V-accu altijd een veiligheidsbril en zorg
ervoor dat de accuvloeistof niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
● Leun niet over de 12V-accu heen.
● Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is geko men, direct
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkrege n.
● Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en and ere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
● Houd kinderen uit de buurt van de 12V-accu.
■ Na het laden van de 12V-accu
Laat de 12V-accu zo snel mogelijk controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als de 12V-accu verouderd raakt en nog wordt gebruikt, kan een onwelrie-
kend gas worden uitgestoten. Dit kan schadelijk zijn voor de ge zondheid
van de passagiers.
■ Vervangen van de 12V-accu
→ Blz. 513
Page 635 of 690
6347-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze nie t verstrikt
raken in de koelventilatoren, enz.
■ Voorkomen van beschadiging van de auto
De speciale hulpstartaansluiting moet worden gebruikt als de 12 V-a c c u i n
een noodgeval vanuit een andere auto wordt geladen. Deze kan niet wor-
den gebruikt als hulpstart voor een andere auto.
Page 636 of 690

6357-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Als uw auto over verhit raakt
●De naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter ( →Blz. 120) komt
in het rode gebied of u merkt dat het hybridesysteem minder ver -
mogen levert. (De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het ga spe-
daal wordt ingetrapt.)
● “Engine Coolant Temp high” (hog e koelvloeistoftemperatuur) of
“Hybrid System Overheated” (hybridesysteem oververhit) wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven. ( →Blz. 589)
● Er komt stoom onder de motorkap uit.
■Als de naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter in het rode
gebied komt of “Engine Coolant Temp high” (hoge koelvloei-
stoftemperatuur) wordt weergegeven op het multi-informatie-
display
Breng de auto op een veilige plaat s tot stilstand en schakel de
airconditioning en vervolgen s het hybridesysteem uit.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwene n, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat het hybridesys teem voldoende is afgekoeld de
slangen en het radiateurblok (radi ateur) op sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een
grote hoeveelheid koelvloei-
stof onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt.
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
Page 637 of 690

6367-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Vul indien nodig koelvloei-
stof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Schakel het hybridesysteem en de airconditioning in en contro-
leer of de koelventilatoren van de radiateur draaien en of er g een
koelvloeistof lekt uit de radiateur of de slangen.
De koelventilatoren gaan draaien als de airconditioning wordt ingescha-
keld direct na een koude start. Controleer of de ventilatoren d raaien
door ernaar te luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Sch akel als u
hier niet zeker van bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilatoren werken mogelijk niet bij temperaturen beneden het
vriespunt.)
Als de ventilatoren niet draaien:
Zet het hybridesysteem onmiddellijk uit en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de ventilatoren draaien:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige.
4
1
2
3
5
6
7
Page 638 of 690
6377-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
■Als “Hybrid System Overheated” (hybridesysteem oververhit)
op het multi-informatiedi splay wordt weergegeven
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Schakel het hybridesysteem uit en open de motorkap voorzich-
tig.
Controleer nadat het hybridesysteem is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiat eur) op sporen van lekkage.
Radiateur
Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een
grote hoeveelheid koelvloei-
stof onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het koelvloeistofniveau is corre ct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Vul indien nodig koelvloei-
stof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
1
2
3
1
2
4
1
2
3
5
Page 639 of 690

6387-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Schakel het hybridesysteem in en houd het multi-informatiedis-
play in de gaten.
Als de melding niet verdwijnt:
Zet het hybridesysteem uit en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de melding niet wordt weergegeven:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Bij controles in de mo torruimte van uw auto
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel,
zoals brandwonden, tot gevolg hebben.
● Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap d an
niet voordat de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer hee t zijn.
● Controleer nadat het hybridesysteem is uitgeschakeld of het con trole-
lampje READY uit is.
Als het hybridesysteem in werking is, kan de benzinemotor autom atisch
worden gestart of kan de koelventilator automatisch aanslaan, o ok nadat
de benzinemotor is uitgeschakeld. Kom niet in de buurt van bewe gende
delen zoals de ventilator en raak ze niet aan. Als uw vingers o f kleding-
stukken (stropdas, sjaal) ertussen komen, kan ernstig letsel he t gevolg
zijn.
● Draai de dop van het koelvloeistofreservoir niet los als het hybridesysteem
en de radiateur heet zijn.
Er kan hete stoom of koelvloeistof uit spuiten.
6
Page 640 of 690
6397-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
OPMERKING
■Bijvullen van koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het hybridesysteem voldoen de is afge-
koeld. Het te snel bijvullen van koelvloeistof bij een heet hyb ridesysteem
kan schade aan het hybridesysteem veroorzaken.
■ Voorkomen van beschadigin gen aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
● Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
● Gebruik geen koelvloeistofadditief.