8 7
3
1
6 5
4
3
2
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto.............288
Lading en bagage ..............297
Rijden met een aanhangwagen ................299
4-2. Rijprocedures Startknop ...........................311
EV-modus ..........................317
Hybridetransmissie ............319
Richtingaanwijzer-schakelaar .......................325
Parkeerrem ........................326
4-3.
Bedienen van verlichting
en
ruitenwissers
Lichtschakelaar ..................327
Automatic High Beam- systeem ...........................332
Schakelaar mistlampen .....336
Ruitenwissers en -sproeiers....................338
Achterruitenwisser en -sproeier .....................341
4-4. Tanken Openen van de tankdop ....343 4-5. Gebrui
k van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense
......... 346
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .............. 358
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)... 374
RSA (Road Sign Assist) .... 383
Dynamic Radar Cruise Control ............................ 388
Cruise control .................... 400
Toyota Parking Assist- sensor ............................. 404
BSM (Blind Spot Monitor) ........ 412
• De Blind Spot Monitor-
functie ........................... 419
• De Rear Cross
ing Traffic
Alert-fu
nctie ................... 422
Ondersteunende systemen......................... 425
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ..................... 432
Rijden in de winter............. 435
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ................ 439
4Rijden
8 7
5
1
6 5
4
3
2
7-1. Belangrijke informatieAlarmknipperlichten ...........562
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht...........................563
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ...........................564
Als u denkt dat er iets mis is .........................570
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................571
Als er een waarschuwings- melding wordt
weergegeven ...................578
Als de auto een lekke band heeft (auto's met
een reservewiel) ..............599
Als uw auto een lekke band heeft (auto's zonder een
reservewiel) .....................611
Als het hybridesysteem niet kan worden gestart ...625 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt................ 627
Als de 12V-accu is ontladen .......................... 630
Als uw auto oververhit raakt ................................ 635
Als de auto vast komt te zitten................... 640
8-1. Specificaties Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.). 644
Informatie over brandstof .. 655
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen ...... 657
8-3. Initialisatie
Te initialiseren onderdelen .. 666
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen) ............. 668
Alfabetische index...................... 672
7Bij problemen
8Voertuigspecificaties
Index
Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of een multimedia -
systeem de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie over d e onderstaande uitrusting.
• Navigatiesysteem
• Audiosysteem• Toyota Parking Assist
Monitor
• Panoramic View Monitor
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140
Brussel, België www.toyota-europe.com
13Overzicht
Ruitenwissers voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 338
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 435
Voorkomen van bevriezing (voorruitverwarming/
ontwaseming verwarmde voorruit)
* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 446
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 488
Tankdopklep. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 343
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 343
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 646
Banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 514
Bandenmaat/bandenspanning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 653
Winterbanden/sneeuwketting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 435
Controleren/wisselen/
bandenspanningswaarschuwingssysteem
* . . . . . . . . . . . . . Blz. 514
In geval van een lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 599
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 498
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 498
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 648
In geval van oververhitting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 635
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Parkeerlichten voor/dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Mistlampen voor
*/mistachterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 336
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 325
Achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Rem-/achterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Hill Start Assist Control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 425
Kentekenplaatverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Achteruitrijlichten
De selectiehendel in stand R zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 319
4
5
6
7
Lampen voor verlichting buitenzijde tijdens rijden
(Vervangingsmethode: Blz. 550, wattage: Blz. 654)
*: Indien aanwezig
8
9
10
11
12
13
14
15
1182. Instrumentenpaneel
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus
van de verschillende sy stemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers
(→Blz. 325)*1Controlelampje
VSC OFF
(→Blz. 427)
Controlelampje
achterlicht ( →Blz. 327) Controlelampje READY
(
→Blz. 311)
Controlelampje
grootlicht ( →Blz. 328)
*1, 3
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
PCS
( →Blz. 363)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Automatic High Beam-
systeem ( →Blz. 332)*4Controlelampje
antidiefstalsysteem
(→Blz. 85, 108)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
( →Blz. 336) Controlelampje SPORT
(
→Blz. 320)
Controlelampje
mistachterlicht
( →Blz. 336) Controlelampje
ECO MODE
(
→Blz. 320)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
( →Blz. 388, 400) Controlelampje
EV-modus (
→Blz. 78)
(indien
aanwezig)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
( →Blz. 388) Controlelampje
EV MODE
(
→Blz. 317)
Controlelampje
cruise control SET
( →Blz. 388, 400)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Toyota Parking Assist-
sensor ( →Blz. 404)
*1, 2Controlelampje Traction
Control ( →Blz. 427)
(indien
aanwezig)
Controlelampje LDA
( →Blz. 378)
1262. Instrumentenpaneel
■Waarschuwing voor slingeren LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
→Blz. 374
■Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven
*: Deze functie kan worden gereset door de toets van de bedienin gs-
toetsen van het instrumentenpaneel ingedrukt te houden als het te reset-
ten item wordt weergegeven.
De instellingen van de volgende items kunnen worden gewijzigd. Zie
Blz. 657.
Bij functies die in- of uitgeschakeld kunnen worden, wordt iede re keer als
op wordt gedrukt, geschakeld tussen aan en uit.
● (Lane Departure Alert met stuurregeling)* (→ Blz. 374)
● (Pre-Crash Safety-systeem)
* (→ Blz. 358)
● (Blind Spot Monitor)
* (→ Blz. 412)
● (Toyota Parking Assist-sensor)
* (→ Blz. 404)
● (Road Sign Assist)
* (→ Blz. 383)
● Klok
Hiermee kunt u de uren en minu ten instellen en schakelen tus-
sen de 12-uurs- en 24-uursweergave van de klok.
● (Elektrisch bedi enbare achterklep)
* (→ Blz. 194)
● Instellingen instrumentenpaneel
• Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
• Eenheden
Hiermee kan de eenheid voor het brandstofverbruik worden gewijz igd.
• Controlelampje EV-modus
Hiermee kan het controlelampje van de EV-modus worden geacti-
veerd/gedeactiveerd.
• Pop-updisplay Hiermee kunnen de pop-updisplays worden in-/uitgeschakeld. Deze
displays kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
• Accentkleur Hiermee kunnen de accentkleuren op het scherm, zoals de kleur v an
de cursor, worden gewijzigd.
Weergave instellingen
287
4Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ............ 288
Lading en bagage .............. 297
Rijden met een aanhangwagen ................ 299
4-2. Rijprocedures Startknop ........................... 311
EV-modus .......................... 317
Hybridetransmissie ............ 319
Richtingaanwijzer-schakelaar ....................... 325
Parkeerrem ........................ 326
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 327
Automatic High Beam- systeem ........................... 332
Schakelaar mistlampen ..... 336
Ruitenwissers en -sproeiers.................... 338
Achterruitenwisser en -sproeier ..................... 341 4-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 343
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 346
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)............... 358
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 374
RSA (Road Sign Assist)..... 383
Dynamic Radar Cruise Control ............................. 388
Cruise control..................... 400
Toyota Parking Assist- sensor .............................. 404
BSM (Blind Spot Monitor) ......... 412
• De Blind Spot Monitor-
functie ............................ 419
• De Rear Crossing Traffic
Alert-functie ................... 422
Ondersteunende systemen ......................... 425
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ...................... 432
Rijden in de winter ............. 435
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ................ 439
2894-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
■ Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd. ( →Blz. 425)
■ Rijden met een gunstig brandstofverbruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar zijn met c onventionele
auto's en dat het belangrijk is dat u niet plotseling acceleree rt, enz.
( →Blz. 432)
■ Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
● Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg ka n dan
immers bijzonder glad zijn.
● Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen k an
bemoeilijken.
■ Motortoerental tijdens het rijden
In de volgende gevallen kan het motortoerental tijdens het rijd en te hoog
oplopen.
Dit is het gevolg van automatisch op- of terugschakelen, al naa r gelang de
rijomstandigheden. Het duidt niet op plotseling accelereren.
● Het systeem signaleert dat de auto een helling op of af rijdt
● Als het gaspedaal wordt losgelaten
● Als het rempedaal is ingetrapt en de sportmodus is geselecteerd
■ Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden
met onderstaande aanwijzingen:
● De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
● De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
● De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
Wegrijden op een helling
1
2
3
4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Parking Assist-sensor∗
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Druk op of van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer op he t multi-informatiedisplay.
Druk op of van de bedienings toetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer en druk vervolgens op .
wordt weergegeven om de bestuurder te informeren dat het systeem
is geactiveerd.
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurde r
door middel van de volgende displays geïnformeerd over de posit ie
en afstand tot het obstakel.
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en
inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het multi-informatiedisplay, het scherm
van het audiosysteem en een zoemer. Controleer bij gebruik van
dit systeem ook altij d zelf de omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
4
Toyota Parking Assist-sensor in-/uitschakelen
Display
1
2