Page 17 of 364

De essentie
Werking Openen en s luit
en
P
ortieren Afb. 1
Sleutel met afstandsbediening: toet-
sen. Afb. 2
Bestuurdersportier: knop centrale ver-
gr endelin g. Ver- en ontgrendelen met de sleutel
● Vergrendelen: drukken op de knop
› ››
afb. 1.
● De wagen vergrendelen zonder alarmsys-
teem: een tweede m
aal drukken op de knop
››› afb. 1 gedurende de volgende 2 secon-
den.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
›››
afb. 1.
● Achterklep ontgrendelen: de knop
›››
afb. 1 gedurende minstens 1 seconde in-
gedrukt houden.
Ver- en ontgrendelen met de schakelaar van
de centrale vergrendeling
● Vergrendelen: drukken op de knop
›››
afb. 2. Geen enkel portier wordt geopend
van buitenaf. U kunt de portieren van binnen
ontgrendelen door tweemaal aan de slot-
greep te trekken.
● Ontgrendelen: drukken op de knop
›››
afb. 2.
››› in Beschrijving op pag. 133
››› pag. 132
››› pag. 15, ››› pag. 16 Ontgrendelen of vergrendelen van het
be
s
t
uurdersportier Afb. 3
Portiergreep aan bestuurderzijde: ver-
bor g
en s
lotcilinder. Als de centrale vergrendeling uitvalt, kan het
be
s
t
uurdersportier via de slotcilinder worden
vergrendeld en ontgrendeld.
Bij het handmatig vergrendelen van het por-
tier, zullen alle andere portieren automatisch
vergrendelen. Bij het handmatig ontgrende-
len zal uitsluitend het portier van de bestuur-
der worden ontgrendeld. Volg de instructies
m.b.t. de inbraakbeveiliging ›››
pag.
132 op.
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klap
pen ›››
pag. 133.
● Steek de sleutelbaard in de onderste ope-
ning v
an de klep op de portiergreep aan be-
stuurderszijde ››› afb. 3 (pijl) en til de klep op. » 15
Page 18 of 364

De essentie
● Voer de s
l
eutelbaard in de slotcilinder en
ontgrendel of vergrendel de wagen.
Bijzonderheden
● Het alarmsysteem blijft geactiveerd bij ont-
grendelde w
agens. Het alarm zal echter nog
niet afgaan ›››
pag. 132.
● Na het openen van portier aan bestuur-
dersz
ijde heeft u 15 sec. om het contact in te
schakelen. Daarna gaat het alarm af.
● Contact inschakelen. De elektronische weg-
rijblokkerin
g herkent een geldige sleutel en
schakelt het alarmsysteem uit. Let op
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd
wanneer de w ag
en met de sleutelbaard ver-
grendeld wordt ›››
pag. 132. Noodvergrendeling van de portieren
z
onder s
lot
cilinder Afb. 4
Portier noodvergrendelen. Als de centrale vergrendeling uitvalt, moeten
de por
tier
en
zonder slotcilinder apart worden
vergrendeld.
Aan de voorzijde van het bijrijdersportier zit
een noodvergrendeling (alleen zichtbaar bij
geopend portier).
● Afdekkap uit de opening trekken.
● De sleutel in de gleuf in de binnenkant ste-
ken en naar r
echts (rechterportier) resp. naar
links (linkerportier) draaien tot tegen de aan-
slag.
Nadat het portier is vergrendeld, kan het por-
tier niet meer van buitenaf worden geopend.
Het portier kan van binnenuit worden ont-
grendeld en geopend door eenmaal aan de
slotgreep te trekken. Achterklep
Afb. 5
Achterklep: handgreep Afb. 6
Achterklep: toets om de klep te sluiten. De werking van de achterklepontgrendeling
i
s
el
ektrisch*. Wordt geactiveerd door licht te
drukken op de handgreep ››› afb. 5.
Om de status vergrendelen/ontgrendelen te
wijzigen, drukt u op de drukknop of op de
toets ››› afb. 1 van de sleutel met afstands-
bediening. 16
Page 19 of 364

De essentie
Is de achterklep open of niet juist gesloten,
d an w
or
dt dit op het display van het instru-
mentenpaneel weergegeven.* Als bij het rij-
den met een snelheid van meer dan 6 km/u
(4 mpu) de achterklep wordt geopend, klinkt
ook een waarschuwingssignaal*.
Openen en sluiten
● De achterklep openen: op de handgreep
drukken. De k
lep wordt automatisch geo-
pend.
● De achterklep sluiten: houd de klep met
een van de h
andgrepen van de binnenbekle-
ding vast en sluit ze door ze naar onderen te
brengen, of druk op de knop in de klep*
››› afb. 6.
››› in Achterklep automatisch vergren-
delen op pag. 147
››› pag. 145
››› pag. 17 Noodontgrendeling van achterklep
Afb. 7
Bagageruimte rechtsachter: toegang
t ot
de noodont
grendeling. Afb. 8
Bagageruimte rechtsachter: noodont-
gr endelin g. De achterklep kan in geval van nood van bin-
nenuit
w
or
den ontgrendeld.
● Met de sleutelbaard de afdekking eruit wip-
pen ›››
afb. 7. ●
Om de achterk
lep te ontgrendelen, de au-
tosleutel in de richting van de pijl drukken
met behulp van de sleutelbaard ››› afb. 8.
Motorkap Afb. 9
Ontgrendelingshendel in de voeten-
ruimt e
v
an de bestuurder. Afb. 10
Hendel onder de motorkap. » 17
Page 20 of 364

De essentie
● Mot ork
ap openen: aan de hendel
onder het
dashboard ››› afb. 9 1 trekken.
● Motorkap oplichten. Druk de knop onder
de mot ork
ap n
aar boven ››› afb. 10 2 . De
v an
gh
aak wordt zo ontgrendeld.
● De motorkap kan nu geopend worden. De
motorkap
steun losmaken en in de daarvoor
bedoelde plaats van de motorkap vastzetten.
››› in Werkzaamheden in de motor-
ruimte op pag. 314
››› pag. 313 Bedieningselementen van de ruiten*
Afb. 11
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin gsel
ementen van de ruiten. ●
De ruit openen: op de knop drukk
en.
● De ruit
sluiten: aan de knop trekken.Knop
pen in het bestuurdersportier
Ruit
van het portier linksvoor
Ruit van het portier rechtsvoor
Ruit van het portier linksachter
Ruit van het portier rechtsachter
Veiligheidsschakelaar voor het uitschake-
len van de ruitbedieningsknoppen in de
achterportieren
››› in De ruiten elektrisch openen en
sluiten op pag. 148
››› pag. 148 Panoramadak*
Afb. 12
In de hemelbekleding: toets van het
gl az
en d
ak. ●
Ontgrendelen: de toets naar achteren du-
w en C .
1 2
3
4
5 ●
Sluit en: de t
oets
naar voren duwen D .
● Omhoogklappen: het achterste deel van de
t oets
B indrukken.
● Omlaag brengen: het achterste deel van de
t oets
A indrukken.
››› in Inleiding tot thema op pag. 150
››› pag. 150 Vóór elke rit
St oel
en h
andmatig verstellen Afb. 13
Voorstoelen: handmatig verstellen
v an de s
t
oel. Vooruit/achteruit: trek aan de hendel en
v
er s
chuif de stoel.
1 18
Page 21 of 364

De essentie
Omhoog/omlaag: trek de hendel omh-
oog of du
w dez
e omlaag.
Rugleuning schuiner zetten: draai aan
het bedieningsknop.
Lendensteun: hendel in de gewenste
stand brengen.
››› in Stoelen handmatig verstellen op
pag. 165 Bestuurdersstoel elektrisch verstel-
l
en* Afb. 14
Bestuurdersstoel: elektrische verstel-
lin g
v
an de stoel. Lendensteun verstellen: de toets volgens
de g
ew
en
ste stand indrukken.
Stoel omhoog/omlaag: toets omh-
oog/omlaag indrukken. Om de voorkant
van de zitting in te stellen de knop voor-
aan omhoog/omlaag drukken. Om de
2 3
4
A
B achterkant van de zitting in te stellen de
knop ac
ht
er
aan omhoog/omlaag druk-
ken.
Stool vooruit/achteruit: toets naar vo-
ren/achteren indrukken.
Rugleuning schuiner/minder schuin:
toets naar voren/achteren indrukken.
››› in Bestuurdersstoel elektrisch ver-
stellen* op pag. 166 Instelling hoofdsteun
Afb. 15
Voorstoel: hoofdsteun verstellen. ●
De hoofdsteun aan de zijkanten vastnemen
met beide h
anden en t
ot in de gewenste
stand omhoog duwen. Om de hoofdsteun te
verlagen hetzelfde doen en daarbij drukken
op de knop aan de zijkant 1 .
C
››› in Juiste stand van de hoofdsteunen
van de voorstoelen op pag. 79
››› pag. 79, ››› pag. 166 19
Page 22 of 364

De essentie
Veiligheidsgordels verstellen Afb. 16
De slotgesp van de veiligheidsgordel
aanbr en
g
en en verwijderen. Afb. 17
Juist verloop van de gordelband en
een juis t
e stand van de hoofdsteun van voren
en opzij gezien. Om de veiligheidsgordel te verstellen bij de
s
c
houder
, regelt u de hoogte van de stoelen.
Het schoudergedeelte goed in het midden,
nooit over de hals. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bovenlichaam.
Het heupgedeelte loopt over het bekken,
nooit over de buik. De veiligheidsgordel ligt
vlak en strak op het bekken.
››› pag. 83
››› pag. 85 Gordelspanners
Bij een botsing worden de veiligheidsgordels
van de
v
oorstoelen en de beide buitenste zit-
plaatsen achterin 1)
automatisch strak getrok-
ken.
De gordelspanner kan slechts eenmaal wor-
den geactiveerd.
››› in Onderhoud en afvoer van de gor-
delspanners op pag. 86
››› pag. 86 Instelling buitenspiegels
Afb. 18
Deel van het bestuurdersportier: be-
dienin g
v
an de buitenspiegel. 1)
Naargelang de uitvoering/markt. 20
Page 23 of 364

De essentie
Buitenspiegels verstellen: knop naar de ge-
w en
s
te stand draaien:
Door de knop naar de juiste stand te
brengen, stelt u de buitenspiegel aan de
zijde van de bestuurder (L, links) en aan
de zijde van de bijrijder (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Naargelang de uitrusting worden de bui-
tenspiegels verwarmd volgens de bui-
tentemperatuur.
Spiegels inklappen.
››› in Buitenspiegels verstellen op
pag. 165
››› pag. 164 Stuur verstellen
Afb. 19
Hendel linksonder aan de stuurko-
lom. L/R
●
Po
s
itie van het stuur verstellen: de hendel
››› afb. 19 1 omlaag trekken, het stuur naar
de g ew
en
ste positie bewegen en de hendel
opnieuw omhoog brengen tot het sluitpunt.
››› in Stand van het stuurwiel verstel-
len op pag. 77 Airbags
Voorairb
ags Afb. 20
Bestuurdersairbag in het stuurwiel. Afb. 21
Bijrijdersairbag in het dashboard. De frontairbag van de bestuurder bevindt
z
ic
h in het
stuurwiel ››› afb. 20 en die van de
bijrijder in het dashboard ››› afb. 21. De air-
bags zijn gemarkeerd met het opschrift "AIR-
BAG".
De airbagafdekkingen worden bij het active-
ren van de bestuurders- en bijrijdersairbag
geopend en blijven aan het stuurwiel en het
dashboard zitten ››› afb. 20 ››› afb. 21.
De frontairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor » 21
Page 24 of 364

De essentie
het hoofd- en rompgedeelte van de bestuur-
der en b ijrijder b
ij
zware frontale botsingen
››› in Voorairbags op pag. 89.
D e s
pec
iaal ontwikkelde luchtzak laat onder
belasting van de inzittende gecontroleerd
gas uitstromen. Zo worden het hoofd en bo-
venlichaam zachter opgevangen door de air-
bag. Na een aanrijding is de luchtzak derhal-
ve zo ver leeggelopen dat het zicht naar vo-
ren weer vrij is.
››› pag. 89 Frontairbag aan bijrijderszijde buiten
w
erk
in
g stellen Afb. 22
Schakelaar voorairbag aan bijrijders-
z ijde. Afb. 23
Dashboard: controlelampje voor bui-
ten w erk
ing gestelde bijrijdersairbag. Om de voorairbag van de bijrijder buiten
w
erk
in
g te stellen:
● Contact uitschakelen.
● Open het portier aan de voorpassagierszij-
de.
● Voer de sleutelbaard in de gleuf in die voor-
zien is
op de schakelaar voor uitschakeling
van de bijrijdersairbag ››› afb. 22. De sleutel
moet ca. 3/4 van zijn lengte ingevoerd wor-
den, tot tegen de aanslag.
● Draai de sleutel zachtjes om de stand op
te pl
aatsen. Indien u moeilijkheden on-
dervindt, controleert u of de sleutel tot de
aanslag is ingestoken.
● Bijrijdersportier sluiten.
● Controleer of het controlelampje bij
ing
eschakeld contact blijft branden bij het
opschrift in het midden
van het dashboard ››› afb. 23.
››› in De bijrijdersvoorairbag in- en uit-
schakelen* op pag. 92
››› pag. 91 22