Page 33 of 364

De essentie
Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
● Contact inschakelen: sleutel in stand 2draaien.
●
Contact uitschakelen: sleutel in stand 1draaien.
●
Dieselwagens : bij in
g eschakeld contact
wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelin
gspedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in neutrale stand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
rempedaal
in en zet de keuzehendel in stand
P of N.
● Sleutel naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut
el keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t/s
top-systeem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Het contact inschakelen en de
motor starten met de sleutel op pag. 192
››› pag. 191 Lichten en zicht
Lic ht
s
chakelaar Afb. 36
Dashboard: lichtschakelaar. ●
Schakelaar naar de gewenste stand draai-
en ››
›
afb. 36.
Sym-
boolContact uitge-
schakeld.Contact aan
Mistlampen, dimlicht
en stadslicht uit.Dagrijverlichting in-
geschakeld.
De oriëntatielichten
"Coming Home",
"Leaving Home" en
instapverlichting kun-
nen branden.Automatische rege-
ling van het dim-
licht en daglicht.
Stadslichten aan.Dagrijverlichting in-
geschakeld.
Dimlicht uitDimlicht aan. Mi
stlampen: schakelaar naar het eerste
p u
nt trekken, vanaf de standen , of
.
Mistachterlicht: volledig trekken aan scha-
kelaar vanaf de standen , of .
● Mistlampen uitschakelen: schakelaar in-
drukken of dr
aaien naar stand .
››› in Stads- en dimlicht op pag. 153
››› pag. 153 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 37
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec ht
er knipperlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld). »
1 31
Page 34 of 364

De essentie
Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(c ont
act
uitgeschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Knipperlicht- en grootlichthendel
op pag. 154
››› pag. 154 Alarmlichten
Afb. 38
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
2 3
4 ●
In een nood s
it
uatie
● Wagen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Alarmlichten op pag. 158
››› pag. 158 Binnenverlichting
Afb. 39
Deel van de hemelbekleding: binnen-
v erlic htin
g voorin.
KnopFunctie
Schakelt de binnenverlichting uit.
Schakelt de binnenverlichting in.
KnopFunctie
Centrale stand
of
a)
Portiercontactstand.
De binnenverlichting gaat automa-
tisch aan wanneer de wagen ont-
grendeld, een portier geopend of de
sleutel uit het contactslot genomen
wordt.
De verlichting gaat na een paar se-
conden uit nadat alle portieren ge-
sloten zijn, de wagen vergrendeld is
of het contact wordt ingeschakeld.
Het leeslampje in- en uitschakelen.
a)
Afhankelijk van de uitvoering.
Interieurverlichting*: lichtgeleider in het por-
tierpaneel. Er kunnen 8 verschillende kleuren
geselecteerd worden voor de verlichting via
het menu en de functieknop
S
ETUP .
››› pag. 160 32
Page 35 of 364
De essentie
Ruitenwisser voor en achter Afb. 40
Bediening van de ruitenwisser en rui-
t en
s
proeier.
Hendel in de gewenste stand zetten:
0 Ruitenwissers uit.
Hendel in de gewenste stand zetten:
1
Intervalwissen van de ruitenwissers.
Met de knop
››› afb. 40 A de intervalni-
veaus (bij wagens zonder regensensor) of
de gevoeligheid van de regensensor in-
stellen.
2 Langzaam wissen.
3
Snel wissen.
4
Tipwissen. Kort indrukken, kort wissen.
Houd de hendel langer omlaag ingedrukt
zodat het wissen sneller gaat.
Hendel in de gewenste stand zetten:
5
Wis-/was-automaat. Door de hendel naar
voren te verplaatsen, wordt de ruiten-
sproeifunctie geactiveerd; de ruitenwis-
sers gaan ook werken.
6
Intervalwissen bij de achterruit. De ach-
terruitwisser werkt ongeveer om de 6 se-
conden.
7
Door de hendel in te drukken, wordt de
ruitensproeifunctie geactiveerd; de rui-
tenwisser gaat ook werken.
›››
pag. 161
››› pag. 72 33
Page 36 of 364

De essentie
Easy Connect Instellingen in het CAR-menu Afb. 41
Easy Connect: Hoofdmenu. Afb. 42
Easy Connect: Menu WAGEN Het aantal beschikbare menu's en de bena-
ming van de verschillende opties voor de me-
nu's hangt af van de elektronica en de uitrus-
ting van de wagen.
● Contact inschakelen.
● Indien het is uitgeschakeld, zet dan het in-
fotainmentsysteem aan.
● Druk op de infotainmenttoets / en ver-
volgens op de functieknop Wagen
››› afb. 41 ,of
druk op de infotainmenttoets om naar
het menu Wagen ››› afb. 42 te gaan.
● Druk op de functieknop SETUP om het me-
nu Wageninstellingen
t
e openen.
● Om b
innen het menu een functie te selec-
teren, de betreffende knop indrukken.
Als het selectievakje van de functietoets is
gemarkeerd , is de functie actief. Door op de menut
oets
te drukken opent u
telkens het laatste menu dat is geactiveerd.
De wijzigingen in de instelmenu's worden au-
tomatisch opgeslagen bij het verlaten van de
menu's.
MenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
ESC-systeem–In- of uitschakelen van de aandrijfslipregeling (ASR) en het elektronisch stabiliteits-
systeem (ESC), selectie van de modus Sport / Offroad* van het elektronisch stabili-
teitssysteem (ESC Sport)››› pag. 200 34
Page 37 of 364

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Banden
Controle bandenspanningOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)›››
pag. 327
WinterbandenActivering en deactivering van de waarschuwing snelheid te hoog, instelling van de
snelheid waarbij wordt gewaarschuwd››› pag. 331
Licht
VerlichtingshulpDynamic Light Assist, Light Assist, snelwegverlichting, inschakeltijd, lichtbundel-
hoogteverstelling, automatisch licht bij regen, dagrijverlichting, comfortknipperlich-
ten, reismodus.››› pag. 153
InterieurverlichtingIntensiteit van de instrumenten- en schakelaarverlichting››› pag. 160
Functie Coming Home/Leaving HomeInschakeltijd van de "Coming home"- en "Leaving home"-functies››› pag. 156 ››› pag.
157
Assistentie voor
de bestuurder
ACC (automatische afstandsrege-
ling)Activering en deactivering: standaardinstelling afstandsniveau, rijprofielen.››› pag. 233
Front Assist (noodremhulpsysteem)Activering en deactivering: Front Assist, voorwaarschuwing, weergave van de waar-
schuwing voor de afstand››› pag. 229
Rijstrookassistent (Lane Assist)In- en uitschakeling rijstrookassistent, automatische rijstrookgeleiding››› pag. 243
Detectie van verkeersbordenTonen in het instrumentenpaneel, in- en uitschakeling van de snelheidswaarschuwing››› pag. 258
AanhangwagenDetectie van aanhangwagen (weergave van verkeersborden voor voertuigen met aan-
hangwagen), gebruiken voor berekening van de route, maximumsnelheid voor aan-
hangwagen››› pag. 288
VermoeidheidsdetectieActivering en deactivering››› pag. 261
Parkeren en ma-
noeuvreren
ParkPilotAutomatisch inschakelen, volume voorin, scherpte van de klank voorin, volume ach-
terin, scherpte van de klank achterin, Infotainment-volume verlagen››› pag. 270,
››› pag. 276
Auto HoldIn- en uitschakelen bij het wegrijden››› pag. 222
Elektrische parkeerremAutomatisch in- en uitschakelen››› pag. 197
ManoeuvreerremfunctieUit- en inschakelen››› pag. 276
De parkeerruimte tonenUit- en inschakelen» 35
Page 38 of 364

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Sfeerverlichting–In- en uitschakelen, intensiteit selecteren, kleur, zone of totaal›››
pag. 160
Achteruitkijk-
spiegels en rui‐
tenwissersAchteruitkijkspiegelsSynchroonregeling, achteruitkijkspiegel laten zakken bij achteruitrijden, inklappen na
parkeren, verwarming van de buitenspiegels, dempen in het donker››› pag. 20, ››› pag.
164
RuitenwissersAutomatisch wissen bij regen, wissen bij het achteruitrijden inschakelen en uitschake-
len››› pag. 33
Openen en sluiten
Elektrische ruitbedieningComfortopenen, automatisch sluiten bij regen, automatisch sluiten met centrale ver-
grendeling››› pag. 149
Centrale vergrendelingDe portieren ontgrendelen, automatisch vergrendelen/ontgrendelen tijdens het rij-
den, akoestische bevestiging "Easy Open", instaphulp "Easy Entry", automatisch ope-
nen van de achterklep, interieurbewaking››› pag. 132
Instrumentenpa-
neel–
Actueel verbruik, gemiddeld verbruik, te tanken hoeveelheid, comfortverbruikers, Eco-
tips, reisduur, traject, gemiddelde snelheid, digitale snelheidsmeter, waarschuwing
overmatige snelheid, olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur, reset gegevens
"vanaf het vertrek", reset gegevens "totale berekening", detectie van verkeersborden
››› pag. 37
Datum en tijd–Bron voor de tijd, tijd, tijdzone kiezen, tijdweergave, datum, datumweergave–
Eenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik, CNG-verbruik, stroomverbruik, druk–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhouds-
service››› pag. 44
Fabrieksinstel-
lingenAlleAlle instellingen terugzetten–
IndividualLichten, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, sfeerverlich-
ting, achteruitkijkspiegels en ruitenwissers, openen en sluiten, instrumentenpaneel–
››› in Menu WAGEN op pag. 127
36
Page 39 of 364

De essentie
Bestuurdersinformatiesysteem In l
eidin
gBij ingeschakeld contact is het mogelijk de
ver
s
chillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de
multifunctie-indicatie uitsluitend worden be-
diend via de knoppen aan dat stuurwiel.
Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het display van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
Bij een gespecialiseerde dealer kunnen func-
ties geprogrammeerd of gewijzigd worden
volgens de uitvoering van de wagen. Geadvi-
seerd wordt om naar de werkplaats van een
officiële SEAT dealer te gaan.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's ›››
pag. 41 niet getoond
worden. Bepaalde waarschuwingen kunnen
worden bevestigd via de ruitenwisserhendel
of de knop op het multifunctiestuurwiel; deze
verdwijnen dan. Het informatiesysteem biedt ook de volgende
inform
atie en aan
wijzingen (volgens de uit-
rusting van de wagen):
Ritgegevens ››› pag. 39
■ Multifunctie-indicatie vanaf het vertrek
■ Multifunctie-indicatie vanaf het tanken
■ Multifunctie-indicatie berekening totaal
Assistenten ››› pag. 40
Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
Audio ››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
Staat van de wagen ››› pag. 34 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d
aaraan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijden
s het rijden bedienen. Bediening menu's in het instrumen-
t
enp
aneel Afb. 43
Ruitenwisserhendel: controletoetsen. Afb. 44
Rechterdeel van het multifunctiestuur-
w iel: c
ontr
oletoetsen. Het informatiesysteem voor de bestuurder
w
or
dt
bediend met de knoppen van het mul-
tifunctiestuurwiel ››› afb. 44 of met de ruiten-
wisserhendel ››› afb. 43 (indien de wagen
niet is uitgerust met multifunctiestuurwiel). » 37
Page 40 of 364

De essentie
Hoofdmenu oproepen
● Contact inschakelen.
● Indien een bericht of het pictogram van de
w ag
en
verschijnt, drukt u op toets ››› afb. 43
1 op de ruitenwisserhendel of op toets
van het multifunctiestuurwiel
››
›
afb. 44.
● In geval van bediening met de ruitenwisser-
hendel:
om naar het hoofdmenu te gaan of
om terug te keren naar het hoofdmenu vanuit
een ander menu, drukt u op de tuimelschake-
laar ››› afb. 43 2 .
● In geval van bediening met het multifunc-
ti e
s
tuurwiel: de lijst van het hoofdmenu zal
niet verschijnen. Om door het hoofdmenu te
stappen, drukt u een aantal keren op toets of
› ›
› afb
. 44.
Een submenu selecteren
● Duw de tuimelschakelaar ›››
afb. 43 2 van
de ruit en
w
isserhendel naar voren of achter of
draai aan het kartelwieltje van het multifunc-
tiestuurwiel ››› afb. 44 totdat de gewenste
menuoptie oplicht.
● De aangeduide optie wordt weergegeven
tus
sen twee horizontale lijnen. Daarnaast
verschijnt aan de rechterzijde een driehoek:
● Om de optie in het submenu op te vragen,
drukt u op toets
›››
afb. 43 1 van de ruiten-
w i
s
serhendel of de toets van het multi-
f u
nctie
stuurwiel ››› afb. 44. Instellingen uitvoeren naargelang het menu
● Met de tuimelschakelaar van de ruitenwis-
serhendel of het
kartelwieltje van het multi-
functiestuurwiel bevestigt u de gewenste ver-
anderingen. Draai sneller aan het kartelwiel-
tje als u sneller omhoog of omlaag wilt stap-
pen door de waarden.
● Markeer of bevestig de selectie met toets
›››
afb. 43 1 van de ruitenwisserhendel of
t oets
van het multifunctiestuurwiel
››
›
afb.
44.
Toets voor de systemen ter ondersteu-
ning v
an de bestuurder* Afb. 45
In de knipperlicht- en grootlichthen-
del: t oets
voor de systemen ter ondersteuning
van de bestuurder. Met de toets in de knipperlicht- en grootlicht-
hendel
k
u
nt u de systemen ter ondersteuning
van de bestuurder die worden weergegeven in het menu
Assistenten activeren en
de
activeren ›››
pag. 219.
Een systeem ter ondersteuning van de be-
stuurder activeren of deactiveren
● Druk kort op de toets ›››
afb. 45 in de rich-
ting van de pijl om het menu Assistenten
te openen.
● Kies het systeem ter ondersteuning van de
best
uurder en activeer of deactiveer dit
››› pag. 37. Een markering geeft aan dat het
systeem ter ondersteuning van de bestuurder
is geactiveerd.
Keuzemenu
MenuFunctie
Ritgege-
vensInformatie en configuratiemogelijkheden
van de multifunctie-indicatie (MFA) ››› pag.
39.
Assis-
tentenInformatie over en mogelijke configuraties
van de systemen ter ondersteuning van de
bestuurder ››› pag. 40, ››› pag. 34.
Naviga-
tie
Informatie van het geactiveerde navigatie-
systeem: met de routegeleiding geacti-
veerd, worden de pijlen voor het draaien
en de balken getoond. De weergave ver-
loopt via het Easy Connect-systeem.
Indien de routegeleiding niet geactiveerd
is, wordt de rijrichting aangegeven (kom-
pas) en de naam van de straat waar men
rijdt ››› brochure Navigatiesysteem. 38