Vaak gestelde vragenVóór elke rit
Hoe wordt de stoel afgesteld?
››› pag. 18
Hoe wordt het stuur afgesteld? ››› pag. 21
Hoe worden de buitenspiegels afgesteld? ››› pag. 20
Hoe wordt de buitenverlichting ingeschakeld? ››› pag.
31
Hoe werkt de keuzehendel van de automatische ver-
snellingsbak? ››› pag. 50
Hoe brandstof tanken? ››› pag. 58
Hoe worden de ruitenwissers en -sproeiers ingescha-
keld? ››› pag. 33
Noodsituaties
Een controlelampje brandt of knippert. Wat betekent
dat? ››› pag. 47
Hoe wordt de motorkap geopend? ››› pag. 17
Hoe vindt de starthulp plaats? ››› pag. 71
Waar bevindt zich het wagengereedschap? ››› pag. 66
Hoe herstel ik een band met de afdichtset? ››› pag. 65
Hoe verwissel ik een wiel? ››› pag. 66
Hoe vervang ik een zekering? ››› pag. 63
Hoe vervang ik een lampje? ››› pag. 64
Hoe wordt de auto gesleept? ››› pag. 70
Nuttige tips
Hoe wordt de tijd ingesteld? ››› pag. 122
Wanneer moet een servicebeurt worden uitgevoerd?
››› pag. 44
Welke functies hebben de toetsen/wieltjes van het
stuur? ››› pag. 128
Hoe wordt de afdekking van de bagageruimte wegge-
haald? ››› pag. 177
Hoe kan ik zuiniger en milieuvriendelijker rijden?
››› pag. 213
Hoe controleer ik het motoroliepeil en voeg ik olie toe?
››› pag. 59
Hoe controleer ik het motorkoelvloeistofpeil en voeg ik
koelvloeistof toe? ››› pag. 60
Hoe vul ik ruitensproeiervloeistof bij? ››› pag. 61
Hoe controleer ik het remvloeistofpeil en voeg ik rem-
vloeistof toe? ››› pag. 61
Hoe controleer en corrigeer ik de drukwaarden van de
banden? ››› pag. 323
Tips voor het wassen van de auto ››› pag. 300
Nuttige functies
Easy Connect, menu CAR ››› pag. 34
Hoe werkt het start-stopsysteem? ››› pag. 219
Welke hulpsystemen kan ik gebruiken om te parkeren?
››› pag. 276
Hoe werkt de achteruitrijhulp? ››› pag. 285
Hoe werkt de automatische afstandsregeling? ››› pag.
233
Hoe kan ik het SEAT-rijprogramma instellen? ››› pag.
255
Hoe werkt de rijstrookassistent? ››› pag. 243
Hoe werkt het bandenspanningscontrolesysteem?
››› pag. 328
Hoe open ik de auto zonder sleutel (Keyless Access)?
››› pag. 136
Interieurverlichting en sfeerverlichting ››› pag. 160
Inhoudsopgave
Automatische versnellingsbak/automatische
D SG-
v
ersnellingsbak* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Besturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Inrijden en zuinig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Energiemanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Motorregeling en uitlaatgasreinigingssys-
teem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Aan
wijzingen voor het rijden . . . . . . . . . . . . . . . 217
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Start/stop-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Bergafdaalhulp (HDC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Auto Hold-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Snelheidsregelsysteem (SRS)* . . . . . . . . . . . . . 224
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Noodremhulpsysteem (Front Assist)* . . . . . . . . 229
Adaptive Cruise Control ACC (automatische af-
stand
sregeling)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Rijstrookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 243
Filehulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . 248
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RCTA)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
S
EAT rijprogramma's (SEAT Drive Profile)* . . . . 255
Systeem van verkeerstekenherkenning* . . . . . 258
Vermoeidsheidsdetectie (aanbeveling om te
pauzer
en)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Inparkeersysteem (Park Assist)* . . . . . . . . . . . . 262
Parkeerhulp Plus (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . 270
Parkeerhulp (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Omgevingscamerasysteem (Top View Came-
ra)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
A
chteruitrijsysteem (Rear View Camera)* . . . . . 285
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
Rijden met een aanh
angwagen . . . . . . . . . . . . . 288 Aanwijzingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Accessoires en technische wijzigingen . . . . . . . 299
Verzorging en schoonmaak . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Verzorging van de wagen, buitenzijde . . . . . . . 300
Verzorging interieur van de wagen . . . . . . . . . . 304
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
AdBlue ®
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 319
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Wielen en banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Bandenspanningscontrolesystemen . . . . . . . . 327
Noodreservewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Belangrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Kenmerkende wagengegevens . . . . . . . . . . . . . 333
Gegevens inzake het brandstofverbruik . . . . . . 334
Rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 335
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 344
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 347
6
De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Sfeerverlichting–In- en uitschakelen, intensiteit selecteren, kleur, zone of totaal›››
pag. 160
Achteruitkijk-
spiegels en rui‐
tenwissersAchteruitkijkspiegelsSynchroonregeling, achteruitkijkspiegel laten zakken bij achteruitrijden, inklappen na
parkeren, verwarming van de buitenspiegels, dempen in het donker››› pag. 20, ››› pag.
164
RuitenwissersAutomatisch wissen bij regen, wissen bij het achteruitrijden inschakelen en uitschake-
len››› pag. 33
Openen en sluiten
Elektrische ruitbedieningComfortopenen, automatisch sluiten bij regen, automatisch sluiten met centrale ver-
grendeling››› pag. 149
Centrale vergrendelingDe portieren ontgrendelen, automatisch vergrendelen/ontgrendelen tijdens het rij-
den, akoestische bevestiging "Easy Open", instaphulp "Easy Entry", automatisch ope-
nen van de achterklep, interieurbewaking››› pag. 132
Instrumentenpa-
neel–
Actueel verbruik, gemiddeld verbruik, te tanken hoeveelheid, comfortverbruikers, Eco-
tips, reisduur, traject, gemiddelde snelheid, digitale snelheidsmeter, waarschuwing
overmatige snelheid, olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur, reset gegevens
"vanaf het vertrek", reset gegevens "totale berekening", detectie van verkeersborden
››› pag. 37
Datum en tijd–Bron voor de tijd, tijd, tijdzone kiezen, tijdweergave, datum, datumweergave–
Eenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik, CNG-verbruik, stroomverbruik, druk–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhouds-
service››› pag. 44
Fabrieksinstel-
lingenAlleAlle instellingen terugzetten–
IndividualLichten, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, sfeerverlich-
ting, achteruitkijkspiegels en ruitenwissers, openen en sluiten, instrumentenpaneel–
››› in Menu WAGEN op pag. 127
36
De essentie
Waarschuwingslimiet instellen
D e w
aar
schuwingslimiet kan worden gepro-
grammeerd, gewijzigd en gewist via de radio
of het Easy Connect*-systeem.
● Wagens met radio : druk op de knop SETUP> bedieningsknop Assistentie voor
de bestuurder > Snelheidswaarschu-
wing .
● Wagens met Easy Connect : druk op de t
oets
en de functietoets
SETUP > Hulpsys-
teem > ACC > Afstand .
D e limiet
voor snelheidswaarschuwing kan
worden ingesteld van 30 tot 240 km/u (20
tot 149 mpu). De instelling vindt plaats in
stappen van telkens 10 km/u (5 mpu). Let op
● Onafh ank
elijk van het snelheidswaarschu-
wingssysteem moet u met behulp van de
snelheidsmeter erop letten dat u zich aan de
wettelijk voorgeschreven maximumsnelheid
houdt.
● Het snelheidswaarschuwingssysteem is
voor bepaa
lde landen zodanig geconstrueerd
dat dit standaard een waarschuwing geeft bij
120 km/u (75 mpu). Deze waarschuwingsli-
miet is af fabriek ingesteld. Onderhoudsintervallen
Afb. 48
Instrumentenpaneel De service-intervalindicatie wordt weergege-
v
en in het
in
strumentenpaneel ››› afb. 48 1 .
Bij S
EA
T wordt een onderscheid gemaakt tus-
sen servicebeurten met motorolieverversing
(bijv. Kleine Onderhoud service) en service-
beurten zonder motorolieverversing (bijv. in-
spectiebeurt).
In wagens met Service volgens de tijd of de
kilometerstand zijn de service-intervallen al
vooraf ingesteld.
In wagens met LongLife Service worden de
intervallen afzonderlijk bepaald. Dankzij de
technische vooruitgang is het onderhouds-
werk aanzienlijk verminderd. Met de techno-
logie die SEAT toepast hoeft met deze service enkel de olie ververst te worden wanneer de
wagen d
at nodig heeft. Om deze verversing
te berekenen (max. 2 jaar), wordt rekening
gehouden met de gebruiksomstandigheden
van de wagen en de persoonlijke rijstijl. De
aankondiging van de service verschijnt voor
het eerst 20 dagen voor de berekende datum
voor de overeenkomstige service. De nog res-
terende kilometers worden steeds op 100 km
afgerond en de tijd op volledige dagen. Het
actuele servicebericht kan niet geraadpleegd
worden tot 500 km na de laatste service. Tot
dan verschijnen enkel streepjes op de indica-
tor.
Herinnering aan een onderhoudsbeurt
Wanneer het bijna tijd is voor een service,
verschijnt bij het inschakelen van het contact
een Serviceherinnering.
Voertuigen zonder tekstberichten : op het dis-
play van het instrumentenpaneel wordt een
steeksleutel getoond en een indicatie in
km .
Het aangegeven aantal km is de maximale af-
stand die nog kan worden afgelegd tot de
volgende service. Na enkele seconden veran-
dert de weergavefunctie. Er verschijnt een
kloksymbool en het aantal dagen tot de ko-
mende servicebeurt.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
in --- km of --- dagen weergegeven.44
De essentie
Datum van de onderhoudsbeurt
W anneer
de d
atum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de steeksleutel op het display gedurende
enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de
actuele servicemededeling geraadpleegd
worden:
Houd de toets 0.0/SET langer dan 5 secon-
den in g
edrukt
om de servicemededeling 2weer te geven.
Na het
o
v
erschrijden van de servicedatum ,
wordt een minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
wordt het volgende getoond: Service
sinds --- km of --- dagen .
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werk-
plaats van een officiële SEAT dealer, kan de
indicatie op de volgende wijze gereset wor-
den: ●
Zet het
contact uit en houd de toets 0.0/SET 2
ingedrukt.
● Contact opnieuw inschakelen.
● Laat de toets 0.0/S
ET los en vervolgens
w eer 20 sec
onden in
gedrukt. Let op
● De ser v
icemelding verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK/RESET op de ruiten-
wi s
serhendel resp. de toets OK op het multi-
fu nctie
stuurwiel.
● In wagens met LongLife Service waarvan de
accu g
edurende langere tijd losgekoppeld is
geweest, kan de datum van de volgende ser-
vice niet berekend worden. Daarom kunnen
de service-indicaties soms verkeerde bereke-
ningen tonen. Houd u in dat geval aan de
maximaal toegestane onderhoudsintervallen
››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Indien de indicatie handmatig op nul wordt
gezet, w
ordt het volgende service-interval
weergegeven zoals in wagens met vaste ser- vice-intervallen. Geadviseerd wordt daarom
om de service-intervallenindicatie uitsluitend
te laten resetten door een officiële SEAT-dea-
ler. Cruisecontrol
B edienin
g
van het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 49
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h
akelaar en -elementen van de GRA. Afb. 50
Links van de stuurkolom: derde hen-
del
v
oor bediening van de GRA. » 45
De essentie
Ingeschakeld: Rijd niet ver-
der! Motorkoelvloeistofpeil te
laag, koelvloeistoftempera-
tuur te hoog
››› pag. 318
Knippert: storing in het motor-
koelvloeistofsysteem.
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.
Als het lampje knippert hoe-
wel het oliepeil in orde is, niet
verder rijden. De motor mag
ook niet stationair draaien.
››› pag. 315
Storing aan de accu.›››
pag. 320
Rijlicht geheel of gedeeltelijk
defect.›››
pag. 110
Fout in het systeem van de
bochtenverlichting.››› pag. 156
Roetfilter verstopt.›››
pag. 216
Het vloeistofpeil voor het was-
sen van de spiegels is te laag.›››
pag. 161
Knippert: storing bij de detec-
tie van het oliepeil. Handma-
tig controleren.
›››
pag. 315
Ingeschakeld: motoroliepeil te
laag.
storing aan de versnellings-
bak.›››
pag. 211
Grootlichtregeling (Light As-
sist) ingeschakeld.›››
pag. 155
gaat wit branden:
De bergaf-
daalhulp (HDC) is actief.
gaat grijs branden: De bergaf-
daalhulp (HDC) is niet actief.
Het systeem is ingeschakeld
maar regelt niet.
››› pag. 221
Startblokkering actief.›››
pag. 140
Service-intervalindicatie.›››
pag. 44
Mobiele telefoon gekoppeld
via Bluetooth met origineel
handsfree apparaat.
›››
brochure
Audio- of
navigatie-
systeem
Indicatie ladingstoestand ac-
cu mobiele telefoon. Uitslui-
tend beschikbaar voor appara-
ten die zijn gemonteerd af fa-
briek.
IJzelwaarschuwing. Buiten-
temperatuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag. 42
Start-stopsysteem ingescha-
keld.
›››
pag. 219 Start-stopsysteem niet be-
schikbaar.
Staat van rijden met laag ver-
bruik›››
pag. 123
›››
pag. 122 In het dashboard
Afb. 53
Controlelampje voor het buiten werk-
in g s
t
ellen van de bijrijdersairbag.
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
92
De voorairbag van de bijrijder is
ingeschakeld (
).
››› pag.
92
››› in De bijrijdersvoorairbag in- en uit-
schakelen* op pag. 92
››› pag. 91 49
De essentie
MotoroliespecificatiesMotorsoortVariabele service (lange duur)Vaste service (tijds- of afstandsafhankelijk)
BenzinemotorenVW 508 00
VW 504 00 a)VW 504 00
Dieselmotoren met roetfilter (DPF) b)VW 507 00VW 507 00
Dieselmotoren zonder roetfilter (DPF)–VW 505 01c)
VW 506 01 c)
a)
Het gebruik van motorolie volgens specificatie VW 504 00 in plaats van VW 508 00 kan tot iets hogere emissiewaarden leiden.
b) Enkel aanbevolen olie, zo niet kan schade aan de motor optreden.
c) Indien de kwaliteit van de brandstof beschikbaar in het land niet voldoet aan de normen EN 228 (voor benzine) en EN 590 (voor diesel).
››› in Motorolie verversen op pag. 317
››› pag. 315 Koelvloeistof
Afb. 63
Motorruimte: vuldop van het koel-
vloei s
t
ofexpansiereservoir. Het reservoir van koelvloeistof bevindt zich in
de mot
orruimt
e ›
›› pag. 313.
Vul de vloeistof bij koude motor bij wanneer
het peil lager is dan . Koelvloeistofspecificatie
Het koel
systeem van de motor bevat van in
de fabriek een mengsel van speciaal behan-
deld water en ten minste 40% additief G13
(TL-VW 774 J), met een lila kleur. Dit mengsel
biedt niet alleen bescherming tegen vries-
temperaturen tot -25°C (-13°F), maar be-
schermt ook de lichtmetalen onderdelen van
het koelsysteem van de motor tegen corrosie.
Bovendien voorkomt dit mengsel kalkaan-
slag en wordt het kookpunt van de koelvloei-
stof beduidend hoger.
Om het koelsysteem te beschermen, moet
het percentage additief altijd minstens 40%
zijn, zelfs bij hoge temperaturen en een
warm klimaat, en er geen antivriesbescher-
ming nodig is.
Indien wegens het klimaat meer bescher-
ming nodig is, kan het aandeel van additief 60
De essentie
Sluit het andere uiteinde van de zwarte
s t
artkabel X in de wagen met ontladen
ac c
u aan op een m
assief metalen deel
vastgeschroefd aan het motorblok of
aan het motorblok zelf, echter niet in de
buurt van de accu A .
L e
g de k
abels zo, dat ze niet door draai-
ende delen in de motorruimte kunnen
worden geraakt.
Starten De motor van de stroomgevende wagen
starten en stationair laten draaien.
De motor van de wagen met de ontladen
accu starten en twee tot drie minuten
wachten tot de motor draait.
Startkabels verwijderen Vóór het losmaken van de startkabels
het dimlicht - wanneer dit aan is - uit-
schakelen.
In de wagen met de ontladen accu de
aanjager en achterruitverwarming in-
schakelen, opdat spanningspieken wor-
den afgebouwd die ontstaan bij het los-
maken.
Kabels bij draaiende motoren verwijde-
ren in omgekeerde volgorde van het
aansluiten.
Let erop dat de klemmen voldoende contact
met het metaal hebben. 5.
6.
7.
8.
9.
10.
11. Als de motor niet aanslaat, na 10 seconden
ophouden met st
arten en daarna na ca. 1 mi-
nuut weer starten. ATTENTIE
● Vo l
g de waarschuwingen op bij werkzaam-
heden in de motorruimte ›››
pag. 313.
● De stroomgevende accu moet dezelfde
spannin
g (12V) en dezelfde capaciteit (zie
tekst op de accu) hebben als de lege accu.
Anders bestaat er gevaar voor explosie!
● Voer nooit een starthulp uit als een van de
accu's
bevroren is – gevaar voor explosie!
Ook wanneer de accu is ontdooid, bestaat er
gevaar voor aantasten van lak en onderdelen
door accuvloeistof dat naar buiten loopt. Be-
vroren accu vervangen.
● Ontstekingsbronnen (open vuur, sigaretten,
enz) z
over mogelijk uit de buurt van de accu's
houden. Ontploffingsgevaar!
● Let op de gebruiksaanwijzing van de fabri-
kant
van de startkabels.
● Minkabel bij de andere wagen niet direct
op de minpool
van de ontladen accu aanslui-
ten. Door vonkvorming zou het knalgas dat
uit de accu stroomt, kunnen ontsteken - ge-
vaar voor explosie!
● Minkabel bij de andere wagen niet op delen
van het br
andstofsysteem of op de remleidin-
gen vastklemmen.
● De niet-geïsoleerde delen van de pooltan-
gen mogen elk
aar niet raken. Bovendien mag
de op de pluspool van de accu aangesloten kabel niet met elektrisch geleidende delen
van de w
ag
en in aanraking komen - gevaar
voor kortsluiting!
● Kabels zo leggen dat ze niet door draaien-
de delen in de motorruimt
e kunnen worden
geraakt.
● Buig u niet over de accu's - u zou verbran-
dingen k
unnen oplopen! Let op
De wagens mogen elkaar niet aanraken, an-
der s
zou er al bij de verbinding van de plus-
polen een stroomverbinding zijn. Ruitenwisserbladen vervangen
Ser v
ic
estand van de ruitenwisser Afb. 81
Ruitenwissers in servicestand.72