De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Sfeerverlichting–In- en uitschakelen, intensiteit selecteren, kleur, zone of totaal›››
pag. 160
Achteruitkijk-
spiegels en rui‐
tenwissersAchteruitkijkspiegelsSynchroonregeling, achteruitkijkspiegel laten zakken bij achteruitrijden, inklappen na
parkeren, verwarming van de buitenspiegels, dempen in het donker››› pag. 20, ››› pag.
164
RuitenwissersAutomatisch wissen bij regen, wissen bij het achteruitrijden inschakelen en uitschake-
len››› pag. 33
Openen en sluiten
Elektrische ruitbedieningComfortopenen, automatisch sluiten bij regen, automatisch sluiten met centrale ver-
grendeling››› pag. 149
Centrale vergrendelingDe portieren ontgrendelen, automatisch vergrendelen/ontgrendelen tijdens het rij-
den, akoestische bevestiging "Easy Open", instaphulp "Easy Entry", automatisch ope-
nen van de achterklep, interieurbewaking››› pag. 132
Instrumentenpa-
neel–
Actueel verbruik, gemiddeld verbruik, te tanken hoeveelheid, comfortverbruikers, Eco-
tips, reisduur, traject, gemiddelde snelheid, digitale snelheidsmeter, waarschuwing
overmatige snelheid, olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur, reset gegevens
"vanaf het vertrek", reset gegevens "totale berekening", detectie van verkeersborden
››› pag. 37
Datum en tijd–Bron voor de tijd, tijd, tijdzone kiezen, tijdweergave, datum, datumweergave–
Eenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik, CNG-verbruik, stroomverbruik, druk–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhouds-
service››› pag. 44
Fabrieksinstel-
lingenAlleAlle instellingen terugzetten–
IndividualLichten, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, sfeerverlich-
ting, achteruitkijkspiegels en ruitenwissers, openen en sluiten, instrumentenpaneel–
››› in Menu WAGEN op pag. 127
36
De essentie
Overzicht van gegevensMenuFunctie
Huidig brandstof-
verbruikHet actueel verbruik wordt tijdens
het rijden gemeten in liters per 100
km; met de motor in werking en de
wagen in stilstand, in liters/uur.
Gemiddeld verbruik
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt na het inschakelen van het
contact al na ca. 100 meter in liters
per 100 km weergegeven. Tot dan
worden streepjes getoond. De aan-
gegeven waarde wordt ongeveer om
de 5 seconden bijgewerkt.
ACT ®
*: naargelang de afwerking,
aantal actieve cilinders.
Actieradius
Geschatte afstand in km die nog af-
gelegd kan worden met de resteren-
de brandstof in de tank als dezelfde
rijstijl aangehouden wordt. Deze
waarde wordt o.a. berekend op ba-
sis van het actuele brandstofver-
bruik.
RijtijdGeeft de uren (h) en minuten (min)
weer die verstreken zijn sinds het
contact werd ingeschakeld.
TrajectAfgelegde afstand in km sinds het
contact werd ingeschakeld.
Gemiddelde
snelheid
De gemiddelde snelheid wordt na
inschakeling van het contact al na
ongeveer 100 meter weergegeven.
Tot dan worden streepjes getoond.
De aangegeven waarde wordt onge-
veer om de 5 seconden bijgewerkt.
MenuFunctie
Digitale in- dicatie van
de snelheidActuele snelheid digitaal weergege-
ven.
Snelheids-
waarschuwing
bij --- km/u
of Snelheids-
waarschuwing
bij --- mphIndien de opgeslagen snelheid (tus-
sen 30-250 km/u of 19-155 mijl per
uur) wordt overschreden, klinkt een
akoestisch signaal en verschijnt een
visuele waarschuwing.
Detectie van
verkeersbor-
denDe gedetecteerde verkeersborden
worden getoond.
Olietempera-
tuurDigitale weergave van de actuele
motorolietemperatuur.
Koelvloei- stoftempera‐
tuurDigitale indicatie van actuele koel-
vloeistoftemperatuur.
Comfortver-
bruikersInformatie over de staat van de voor-
naamse comfortverbruikers in de au-
to. Wordt weergeven met een ver-
bruikbalk.
Eco-tipsTips voor het besparen van brand-
stof.
Reset gege- vens "vanaf
het vertrek"De reisgegevens vanaf het vertrek
terugzetten.
Reset gege-
vens "totale
berekening"De reisgegevens terugzetten. Een snelheid opslaan met de snelheidswaar-
s
c
hu
wing
● Selecteer de weergave Snelheidswaar-
schuwing bij --- km/u .
● Druk op de t
oets van de ruitenwis-
serhendel of
de t
oets van het multifunc-
tie s
t
uurwiel om de actuele snelheid op te
slaan in het geheugen en de snelheidswaar-
schuwing te activeren.
● Inschakelen: In dat geval moet u binnen 5
sec. de gew
enste snelheid instellen via de
tuimelschakelaar van de ruitenwisser-
hendel of
door aan het
kartelwieltje van het
multifunctiestuurwiel te draaien. Druk vervol-
gens opnieuw op de toets o
of
w ac
ht
een paar seconden. De snelheid wordt
opgeslagen en de snelheidswaarschuwing
wordt geactiveerd.
● Uitschakelen: druk op de toets of
. De in het geheugen opgeslagen snelheid
w or
dt
gewist.
Menu Assistenten
MenuFunctie
ACCWeergave van automatische af-
standsregeling (ACC) ››› pag. 233.
Front AssistHet bewakingssysteem in- of uit-
schakelen ››› pag. 229. 40
De essentie
Datum van de onderhoudsbeurt
W anneer
de d
atum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de steeksleutel op het display gedurende
enkele seconden.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
van het instrumentenpaneel wordt Service
nu weergegeven.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de
actuele servicemededeling geraadpleegd
worden:
Houd de toets 0.0/SET langer dan 5 secon-
den in g
edrukt
om de servicemededeling 2weer te geven.
Na het
o
v
erschrijden van de servicedatum ,
wordt een minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen.
Voertuigen met tekstberichten : op het display
wordt het volgende getoond: Service
sinds --- km of --- dagen .
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Als de service niet uitgevoerd is in de werk-
plaats van een officiële SEAT dealer, kan de
indicatie op de volgende wijze gereset wor-
den: ●
Zet het
contact uit en houd de toets 0.0/SET 2
ingedrukt.
● Contact opnieuw inschakelen.
● Laat de toets 0.0/S
ET los en vervolgens
w eer 20 sec
onden in
gedrukt. Let op
● De ser v
icemelding verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK/RESET op de ruiten-
wi s
serhendel resp. de toets OK op het multi-
fu nctie
stuurwiel.
● In wagens met LongLife Service waarvan de
accu g
edurende langere tijd losgekoppeld is
geweest, kan de datum van de volgende ser-
vice niet berekend worden. Daarom kunnen
de service-indicaties soms verkeerde bereke-
ningen tonen. Houd u in dat geval aan de
maximaal toegestane onderhoudsintervallen
››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Indien de indicatie handmatig op nul wordt
gezet, w
ordt het volgende service-interval
weergegeven zoals in wagens met vaste ser- vice-intervallen. Geadviseerd wordt daarom
om de service-intervallenindicatie uitsluitend
te laten resetten door een officiële SEAT-dea-
ler. Cruisecontrol
B edienin
g
van het snelheidsregelsys-
teem (SRS)* Afb. 49
Links van de stuurkolom: bedienings-
s c
h
akelaar en -elementen van de GRA. Afb. 50
Links van de stuurkolom: derde hen-
del
v
oor bediening van de GRA. » 45
Openen en sluiten
gesloten worden, door voldoende kracht uit
t e oef
enen.
A
ls met geopende achterklep de kabels van
de wagenaccu worden losgemaakt ››› pag.
320 of de overeenkomstige zekering door-
brandt ››› pag. 107, moet het systeem wor-
den gereset. Daarvoor moet de klep eenmaal
volledig worden gesloten.
Noodontgrendeling
››› pag. 17 ATTENTIE
Als er veel sneeuw of zware lasten op de ach-
terk l
ep liggen, kan het zijn dat de klep niet
kan worden geopend of na opening vanzelf
omlaag beweegt door het bijkomende ge-
wicht; dit kan ernstige letsels veroorzaken.
● Open de achterklep nooit wanneer er veel
sneeuw of
een zware last (bijv. dakdrager) op
ligt.
● Voordat u de klep opent, verwijdert u de
sneeuw of
last. ATTENTIE
Het verkeerd of onachtzaam sluiten van de
acht erk
lep kan leiden tot ernstige verwondin-
gen.
● Laat de wagen nooit onbeheerd achter en
laat k
inderen er niet in of aan spelen, vooral
wanneer de achterklep openstaat. Kinderen
kunnen in de bagageruimte klimmen, de ach- terklep sluiten en opgesloten komen te zit-
ten. In een af
g
esloten wagen kan het, afhan-
kelijk van het jaargetijde, zo extreem warm of
koud worden dat dit tot ernstig letsel, ziekte
of zelfs de dood kan leiden. VOORZICHTIG
Voordat u de achterklep opent of sluit, dient u
t e c ontr
oleren of er voldoende ruimte is om
dit te doen, bijv. wanneer een aanhangwagen
is aangekoppeld of de wagen in een garage
staat. Achterklep automatisch vergrendelen
Als de achterklep geopend is en de wagen
v
er
gr
endeld, dan wordt die automatisch ver-
grendeld als er op de toets gedrukt is.
U kunt een functie activeren om de blokke-
ringslimiet van de achterklep automatisch te
verlengen. Als deze functie geactiveerd is, is
het mogelijk het portier te ontgrendelen door
op de toets van de afstandsbediening
››› pag. 134 te drukken en de achterklep op-
nieuw te openen.
Indien u dit wenst, kunt u de functie verlen-
ging van de automatische blokkeringslimiet
van de achterklep laten activeren of deactive-
ren door langs te gaan bij een officiële SEAT
dealer. Zolang de automatische blokkering niet in
werkin
g is getreden, bestaat er een gevaar
op inbraak in de wagen. Daarom raden we u
aan het voertuig altijd te blokkeren via toets
van de afstandsbediening resp. van de
centrale vergrendeling. ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen ›››
in Inleiding op
pag. 101 in ac
ht nemen.
● Een niet correct gesloten achterklep kan
gevaarlijk
zijn.
● De achterklep mag niet geopend worden als
de mist
- en achteruitrijlichten zijn ingescha-
keld. Dit kan de controlelampjes beschadi-
gen.
● Achterklep niet met de hand op de achter-
ruit dicht
drukken. De achterruit zou kunnen
breken - verwondingsgevaar!
● Nadat u de achterklep dicht hebt gedaan,
dient u te c
ontroleren of deze ook vergren-
deld is, omdat deze anders tijdens het rijden
onverwachts open kan gaan.
● Sluit de achterklep nooit zonder op te let-
ten of onbeheer
st, omdat dit ernstig letsel
voor u of anderen tot gevolg kan hebben.
Zorg er altijd voor dat niemand in het zwenk-
bereik van de achterklep staat.
● Nooit met een op een kier staande of zelfs
open achterk
lep rijden, omdat er dan uitlaat-
gassen het interieur kunnen binnendringen.
Gevaar op vergiftiging! » 147
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Bedienen
door op de knop te drukken op de rui-
t en
w
isserhendel of de toets aan het multi-
f u
nctie-
stuur ›››
pag. 37.
Via de multifunctie-indicatie ›››
pag. 37
kan worden teruggekeerd naar weergave van
het bericht op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Bedrijfscondities
Het rijgedrag wordt uitsluitend berekend bij
snelheden tussen 65 km/u (40 mph) en ca.
200 km/u (125 mph).
Uit- en inschakelen
De detectie van vermoeidheid kan worden
geactiveerd en gedeactiveerd in het Easy
Connect-systeem met de toets en de
f u
nctiet
oets SETUP
› ›
›
pag. 34. Een mar-
kering geeft aan of de instelling is geacti-
veerd.
Beperkingen aan de werking
De detectie van vermoeidheid kent een aan-
tal beperkingen. In de volgende gevallen is
het mogelijk dat de detectie van vermoeid-
heid beperkt of niet werkt:
● Bij snelheden lager dan 65 km/h (40 mph).
● Bij snelheden hoger dan 200 km/h (125
mph).
● Op bochtige wegen.
● Op wegen met slecht wegdek. ●
Onder slec
hte klimatologische omstandig-
heden.
● Bij een sportieve rijstijl.
● Als de bestuurder in ernstige mate wordt
afgel
eid.
De detectie van vermoeidheid wordt gereset
zodra de wagen langer dan 15 minuten heeft
stilgestaan, het contact wordt uitgeschakeld
of de bestuurder de veiligheidsgordel heeft
ontgrendeld en het portier heeft geopend.
Als gedurende langere tijd langzaam wordt
gereden (trager dan 65 km/u (40 mph)), re-
set het systeem de vermoeidheidsbereke-
ning automatisch. Zodra weer sneller wordt
gereden, wordt de rijstijl opnieuw berekend.
Inparkeersysteem (Park As-
sis
t)*
Gerelateerde video Afb. 216
Intelligente op-
los s
ingen Inleiding tot thema
Het inparkeersysteem is een bijkomende
fu
nctie
van ParkPilot ››› pag. 270 en helpt de
bestuurder om:
● een geschikte plek te vinden om te parke-
ren
● een park
eermodus te selecteren
● recht en schuin achteruit te parkeren in een
ges
chikte plek
● recht vooruit te parkeren in een geschikte
plek
● v
ooruit een rechte parkeerplaats te verlaten
In auto's met
inparkeersysteem en in de fa-
briek ingebouwde radio worden het gebied
vooraan, achteraan en aan de zijkanten, als-
ook de positie van de obstakels ten opzichte
van de auto getoond.
Het inparkeersysteem heeft een aantal be-
perkingen die eigen zijn aan het systeem en
het gebruik ervan vereist bijzondere aan-
dacht door de bestuurder ››› .
ATTENTIE
De technologie van het inparkeersysteem
heeft een aant
al beperkingen die eigen zijn
aan het systeem zelf en aan het gebruik van
ultrasoonsensoren. Het gebruik van het in-
parkeersysteem mag nooit aanleiding zijn tot
het nemen van grotere risico's. Ondanks het 262
Trefwoordenlijst
service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
w aar
s
chuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 125
Interieurbewaking en wegsleepbeveiliging . . . . 144 activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
actieradius van de afstandsbediening . . . . . . 189
activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188, 190
elektrische verbruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
Radiografische afstandsbediening . . . . . . . . . 188
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
J Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 bestuurder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Bijrijder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
passagiers achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
K
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Keuzehendel (automatische versnellingsbak) functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
standen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless-Entry zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Exit zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 Keyless Access
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
de motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 136
Easy Open . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Kickdown automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 208
Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 gedeeltelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 95 bevestiging met de veiligheidsgordel . . . . . . . 25
Indeling in klassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 24, 94
Kledinghaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Kleine Onderhoud Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
Knie-airbags veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 154
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
koelvloeistoftemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . 124
Koelvloeistof het peil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 aanhangwagen beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . 294 Kogelkop
Contro lelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Koplampen een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Koppeling (lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66, 99 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Kunststofdelen: schoonmaken . . . . . . . . . 303, 304
L
Lak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302 beschadigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
verzorgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Lamp van mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Lane assist zie Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243 gebied van de camera schoonmaken . . . . . . . 302
Launch-control (automatische versnellingsbak) 209
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Leer: conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Lekke band handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Licht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 153 akoestische waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . 153
AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 153
352