Vaak gestelde vragenVóór elke rit
Hoe wordt de stoel afgesteld?
››› pag. 18
Hoe wordt het stuur afgesteld? ››› pag. 21
Hoe worden de buitenspiegels afgesteld? ››› pag. 20
Hoe wordt de buitenverlichting ingeschakeld? ››› pag.
31
Hoe werkt de keuzehendel van de automatische ver-
snellingsbak? ››› pag. 50
Hoe brandstof tanken? ››› pag. 58
Hoe worden de ruitenwissers en -sproeiers ingescha-
keld? ››› pag. 33
Noodsituaties
Een controlelampje brandt of knippert. Wat betekent
dat? ››› pag. 47
Hoe wordt de motorkap geopend? ››› pag. 17
Hoe vindt de starthulp plaats? ››› pag. 71
Waar bevindt zich het wagengereedschap? ››› pag. 66
Hoe herstel ik een band met de afdichtset? ››› pag. 65
Hoe verwissel ik een wiel? ››› pag. 66
Hoe vervang ik een zekering? ››› pag. 63
Hoe vervang ik een lampje? ››› pag. 64
Hoe wordt de auto gesleept? ››› pag. 70
Nuttige tips
Hoe wordt de tijd ingesteld? ››› pag. 122
Wanneer moet een servicebeurt worden uitgevoerd?
››› pag. 44
Welke functies hebben de toetsen/wieltjes van het
stuur? ››› pag. 128
Hoe wordt de afdekking van de bagageruimte wegge-
haald? ››› pag. 177
Hoe kan ik zuiniger en milieuvriendelijker rijden?
››› pag. 213
Hoe controleer ik het motoroliepeil en voeg ik olie toe?
››› pag. 59
Hoe controleer ik het motorkoelvloeistofpeil en voeg ik
koelvloeistof toe? ››› pag. 60
Hoe vul ik ruitensproeiervloeistof bij? ››› pag. 61
Hoe controleer ik het remvloeistofpeil en voeg ik rem-
vloeistof toe? ››› pag. 61
Hoe controleer en corrigeer ik de drukwaarden van de
banden? ››› pag. 323
Tips voor het wassen van de auto ››› pag. 300
Nuttige functies
Easy Connect, menu CAR ››› pag. 34
Hoe werkt het start-stopsysteem? ››› pag. 219
Welke hulpsystemen kan ik gebruiken om te parkeren?
››› pag. 276
Hoe werkt de achteruitrijhulp? ››› pag. 285
Hoe werkt de automatische afstandsregeling? ››› pag.
233
Hoe kan ik het SEAT-rijprogramma instellen? ››› pag.
255
Hoe werkt de rijstrookassistent? ››› pag. 243
Hoe werkt het bandenspanningscontrolesysteem?
››› pag. 328
Hoe open ik de auto zonder sleutel (Keyless Access)?
››› pag. 136
Interieurverlichting en sfeerverlichting ››› pag. 160
Inhoudsopgave
Automatische versnellingsbak/automatische
D SG-
v
ersnellingsbak* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Besturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Inrijden en zuinig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Energiemanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Motorregeling en uitlaatgasreinigingssys-
teem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Aan
wijzingen voor het rijden . . . . . . . . . . . . . . . 217
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Start/stop-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Bergafdaalhulp (HDC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Auto Hold-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Snelheidsregelsysteem (SRS)* . . . . . . . . . . . . . 224
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Noodremhulpsysteem (Front Assist)* . . . . . . . . 229
Adaptive Cruise Control ACC (automatische af-
stand
sregeling)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Rijstrookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 243
Filehulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . 248
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RCTA)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
S
EAT rijprogramma's (SEAT Drive Profile)* . . . . 255
Systeem van verkeerstekenherkenning* . . . . . 258
Vermoeidsheidsdetectie (aanbeveling om te
pauzer
en)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Inparkeersysteem (Park Assist)* . . . . . . . . . . . . 262
Parkeerhulp Plus (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . 270
Parkeerhulp (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Omgevingscamerasysteem (Top View Came-
ra)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
A
chteruitrijsysteem (Rear View Camera)* . . . . . 285
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
Rijden met een aanh
angwagen . . . . . . . . . . . . . 288 Aanwijzingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Accessoires en technische wijzigingen . . . . . . . 299
Verzorging en schoonmaak . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Verzorging van de wagen, buitenzijde . . . . . . . 300
Verzorging interieur van de wagen . . . . . . . . . . 304
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
AdBlue ®
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 319
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Wielen en banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Bandenspanningscontrolesystemen . . . . . . . . 327
Noodreservewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Belangrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Kenmerkende wagengegevens . . . . . . . . . . . . . 333
Gegevens inzake het brandstofverbruik . . . . . . 334
Rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 335
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 344
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 347
6
De essentie
Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
● Contact inschakelen: sleutel in stand 2draaien.
●
Contact uitschakelen: sleutel in stand 1draaien.
●
Dieselwagens : bij in
g eschakeld contact
wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppelin
gspedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in neutrale stand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
rempedaal
in en zet de keuzehendel in stand
P of N.
● Sleutel naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut
el keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t/s
top-systeem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Het contact inschakelen en de
motor starten met de sleutel op pag. 192
››› pag. 191 Lichten en zicht
Lic ht
s
chakelaar Afb. 36
Dashboard: lichtschakelaar. ●
Schakelaar naar de gewenste stand draai-
en ››
›
afb. 36.
Sym-
boolContact uitge-
schakeld.Contact aan
Mistlampen, dimlicht
en stadslicht uit.Dagrijverlichting in-
geschakeld.
De oriëntatielichten
"Coming Home",
"Leaving Home" en
instapverlichting kun-
nen branden.Automatische rege-
ling van het dim-
licht en daglicht.
Stadslichten aan.Dagrijverlichting in-
geschakeld.
Dimlicht uitDimlicht aan. Mi
stlampen: schakelaar naar het eerste
p u
nt trekken, vanaf de standen , of
.
Mistachterlicht: volledig trekken aan scha-
kelaar vanaf de standen , of .
● Mistlampen uitschakelen: schakelaar in-
drukken of dr
aaien naar stand .
››› in Stads- en dimlicht op pag. 153
››› pag. 153 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 37
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec ht
er knipperlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld). »
1 31
De essentie
Ingeschakeld: Rijd niet ver-
der! Motorkoelvloeistofpeil te
laag, koelvloeistoftempera-
tuur te hoog
››› pag. 318
Knippert: storing in het motor-
koelvloeistofsysteem.
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.
Als het lampje knippert hoe-
wel het oliepeil in orde is, niet
verder rijden. De motor mag
ook niet stationair draaien.
››› pag. 315
Storing aan de accu.›››
pag. 320
Rijlicht geheel of gedeeltelijk
defect.›››
pag. 110
Fout in het systeem van de
bochtenverlichting.››› pag. 156
Roetfilter verstopt.›››
pag. 216
Het vloeistofpeil voor het was-
sen van de spiegels is te laag.›››
pag. 161
Knippert: storing bij de detec-
tie van het oliepeil. Handma-
tig controleren.
›››
pag. 315
Ingeschakeld: motoroliepeil te
laag.
storing aan de versnellings-
bak.›››
pag. 211
Grootlichtregeling (Light As-
sist) ingeschakeld.›››
pag. 155
gaat wit branden:
De bergaf-
daalhulp (HDC) is actief.
gaat grijs branden: De bergaf-
daalhulp (HDC) is niet actief.
Het systeem is ingeschakeld
maar regelt niet.
››› pag. 221
Startblokkering actief.›››
pag. 140
Service-intervalindicatie.›››
pag. 44
Mobiele telefoon gekoppeld
via Bluetooth met origineel
handsfree apparaat.
›››
brochure
Audio- of
navigatie-
systeem
Indicatie ladingstoestand ac-
cu mobiele telefoon. Uitslui-
tend beschikbaar voor appara-
ten die zijn gemonteerd af fa-
briek.
IJzelwaarschuwing. Buiten-
temperatuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag. 42
Start-stopsysteem ingescha-
keld.
›››
pag. 219 Start-stopsysteem niet be-
schikbaar.
Staat van rijden met laag ver-
bruik›››
pag. 123
›››
pag. 122 In het dashboard
Afb. 53
Controlelampje voor het buiten werk-
in g s
t
ellen van de bijrijdersairbag.
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
92
De voorairbag van de bijrijder is
ingeschakeld (
).
››› pag.
92
››› in De bijrijdersvoorairbag in- en uit-
schakelen* op pag. 92
››› pag. 91 49
De essentie
● Sc h
ak
el de alarmlichten in.
● Handgeschakelde versnellingsbak: sch
akel
de 1e versnelling in.
● Automatische versnellingsbak: zet de k
eu-
zehendel in stand P.
● Indien u met aanhangwagen rijdt, deze af-
koppel
en.
● Leg het boordgereedschap ›››
pag.
99 en het reservewiel* klaar ›››
pag.
330.
● Volg de wettelijke richtlijnen van elk land
op (reflect
erend vest, gevarendriehoek enz.).
● Laat alle passagiers uitstappen en op een
veilig
e plaats gaan staan (bijv. achter de van-
grail). ATTENTIE
● Vo l
g de beschreven richtlijnen op voor uw
eigen veiligheid en die van andere wegge-
bruikers.
● Als u het verwisselen van het wiel op een
helling uit
voert, blokkeert u het tegenoverlig-
gende wiel met een steen of iets dergelijks
om ervoor te zorgen dat de wagen niet weg-
rolt. Een band herstellen met de afdichtset
Afb. 69
Standaardweergave: inhoud van de
b anden
af
dichtset. De bandenafdichtset zit in de bagageruimte
onder de l
aa
dvloer
afdekking.
De band afdichten
● Draai het dopje en het inzetstuk van het
ventiel lo
s. Gebruik het apparaat ››› afb. 69
1 om het inzetstuk te verwijderen. Leg het
op een s c
hoon op
pervlak.
● Schud de fles met afdichtmiddel ›››
afb. 69
10 goed.
● Draai de pompslang ››
›
afb. 69 3 vast op
de fl e
s
met afdichtmiddel. De verzegeling
van de fles wordt automatisch gebroken. ●
Verw
ijder de dop van de vulslang ››› afb. 69
3 en draai het open einde van de fles op het
b andv
entiel
.
● Houd de fles met de bodem omhoog en vul
de band met de inhoud
van de fles.
● Haal de fles van het ventiel.
● Breng het inzetstuk opnieuw aan op het
bandventiel
met het apparaat ››› afb. 69 1 .
D e b
and op
pompen
● Draai de vulslang van de compressor
›››
afb. 69 5 vast op het bandventiel.
● Controleer of de ontluchtingsbout gesloten
i s
›
›› afb. 69 7 .
● Start de motor en laat hem draaien.
● Sluit de steker ››
›
afb. 69 9 aan op het 12
v o
lt
-stopcontact van de wagen ›››
pag.
171.
● Zet de luchtcompressor aan met de
ON/OFF-sc
hakelaar ››› afb. 69 8 .
● Laat de luchtcompressor draaien tot een
druk
v
an 2,0-2,5 bar (29-36 psi/200-250
kPa) wordt bereikt. Maximaal 8 minuten .
● Sluit de luchtcompressor af.
● Indien de aangegeven druk niet wordt be-
reikt, draait
u de vulslang los van het ventiel.
● Beweeg de wagen 10 m zodat het afdicht-
middel w
ordt verdeeld in de band.
● Draai de vulslang van de compressor op-
nieuw op het
ventiel. » 65
De essentie
laden van de accu niet werkt. Dit is mogelijk
door g e
bruik
te maken van de beweging van
de wielen.
Wagens met benzinemotor mogen alleen
over een kort traject worden aangesleept,
omdat anders onverbrande brandstof in de
katalysator kan komen.
● Schakel de 2e of 3e versnelling in bij stil-
staande w
agen.
● Trap het koppelingspedaal in en houd dit
ingetr
apt.
● Contact inschakelen.
● Laat het koppelingspedaal los zodra beide
wagen
s in beweging zijn.
● Zodra de motor aanslaat: koppelingspe-
daal intr
appen en de versnelling uitschake-
len.
Starthulp
Startk
abels De startkabels moeten voldoende doorsnede
he
bben.
A l
s de motor niet aanslaat, omdat de accu
ontladen is, kunt u de accu van een andere
wagen voor het starten gebruiken.
U hebt voor de starthulp startkabels volgens
DIN 72553 nodig (zie de gegevens van de ka- belfabrikant). De doorsnede van de kabel
moet bij w
agens met benzinemotor ten min-
ste 25 mm 2
en bij wagens met dieselmotor
ten minste 35 mm 2
bedragen. Let op
● Tu s
sen de wagens mag er geen contact be-
staan, anders zou de stroom al kunnen lopen,
als de pluspolen worden verbonden.
● De ontladen accu moet op de juiste wijze op
de elektris
che installatie zijn aangesloten. Starthulp: beschrijving
Afb. 79
Verbindingsschema voor wagens zon-
der St
ar
t-stopsysteem. Afb. 80
Verbindingsschema voor wagens met
Star t
-stopsysteem. Startkabels aansluiten
Bij beide w ag
en
s het contact uitschake-
len ››› .
E en uit
einde
van de rode starthulpkabel
op de pluspool + van de wagen met de
ontl a
den ac
cu klemmen A
› ›
› afb. 79.
Het andere uiteinde van de rode start-
hulpkabel op de pluspool + van de
s tr
oom
gevende wagen B klemmen.
In wa gen
s
zonder start-stopsysteem: een
uiteinde van de zwarte startkabel op de
minpool – van de stroomgevende wa-
g en k
l
emmen B
› ›
› afb. 79.
In wagens met start-stopsysteem: een
uiteinde van de zwarte X startkabel op
een g e
s
chikt massapunt, een massief
metalen onderdeel van het motorblok of
aan het motorblok zelf klemmen ››› afb.
80. »
1.
2.
3.
4a.
4b.
71
Zekeringen en lampjes
Vervang de zekeringen alleen door zekerin-
g en
v
oor dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur
en opschrift) en grootte.
Overzicht zekeringen in het interieur
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
1Adblue (SCR)30
5Gateway5
6Keuzehendel automaat5
7Bedieningspaneel airco/verwar-
ming, achterruitverwarming, inte-
rieurvoorverwarming10
8
Diagnose, handremschakelaar,
verlichtingsschakelaar, achteruit-
rijlicht, interieurverlichting, rijmo-
dus, instapverlichting
10
9Stuurkolom5
10Radiodisplay7,5
11Lichten links40
12Radio20
14Ventilator airco40
15Ontgrendeling stuurkolom10
16Connectivity Box7,5
17Instrumentenpaneel7,5
18Camera achteraan7,5
19Kessy7,5
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
21Regeleenheid 4x4 Haldex15
22Aanhangwagen15
23Elektrisch bedienbaar dak30
24Lichten rechts40
25Linkerportier30
26Stoelverwarming30
27Binnenverlichting30
28Aanhangwagen25
32Parkeerhulpcentrale, frontcamera
en radar7,5/10
33Airbag5
34
Schakelaar achteruitrijlicht, kli-
maatsensor, elektrochromatische
spiegel, stopcontacten achterin
(USB)
7,5
35Diagnose, regeleenheid lichten,
lichtbundelverstelling10
36Rechter led-koplamp7,5
37Linker led-koplamp7,5
38Aanhangwagen25
39Rechterportier30
4012 V-stopcontact20
42Centrale vergrendeling40
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
43SEAT Sound, beats sound can en
most.30
44Aanhangwagen15
45Elektrische bestuurdersstoel15
47Ruitenwisser achter15
49Startmotor, koppelingssensor5
50Elektrisch bedienbare achterklep40
52Rijmodus15
53Achterruitverwarming30
Zekeringenoverzicht in de motorruimte
Nr.Stroomverbruiker/Ampère
1ESP-regelapparaat25
2ESP-regelapparaat40
3Motorregelapparaat (diesel/ben-
zine)30/15
4Motorsensoren5/10
5Motorsensoren7,5
6Remlichtsensor5
7Motorvoeding10
8Lambdasonde10/15
9Motor5/10/20» 109
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Bestuurdersgedeelte
Bedienen
B e
s
tuurdersgedeelte
Algemeen schema Portiergreep
Sch
ak
elaar centrale vergrende-
ling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Bedieningselement voor elektrische
buiten
spiegelverstelling . . . . . . . . . .164
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Bedieningshendel voor: – Knipperlic ht
en grootlicht . . . . . . .154
– Rijs tr
ookassistent (Lane Assist) .243
– Grootlicht
assistent . . . . . . . . . . . . . 155
– Snelheidsre
gelsysteem (SRS) . . .224
Afhankelijk van de uitrusting:
– Hendel v
oor cruise control . . . . . .224
Stuurwiel met claxon en
– Bes
tuurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 21
– Bedienin g
voor boordcomputer .37
– Bediening
stoetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ›››
bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .207
1 2
3
4
5
6
7 Instrumentenpaneel
. . . . . . . . . . . . . .121
Bedieningshendel voor:
– Ruit
en
wissers/-sproeiers . . . . . . . .161
– Ruiten
wissers/-sproeier . . . . . . . . .161
– Boordcomp
uter . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Afhankelijk van de uitrusting: radio
of dis
play van Easy Connect-sys-
teem (navigatie, radio, tv/video) . .127
Afhankelijk van de wagenuitrusting
zijn de v
olgende toetsen beschik-
baar:
– Start/stop-systeem . . . . . . . . . . . . .219
– Inpark eer
systeem . . . . . . . . . . . . . . 276
– Alarm
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
– Bandens
panningscontrolescha-
kelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
– Contro
lelampje airbag gedeacti-
veerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting, d a
shboardkastje met: . . . . . . .170
– Cd- s
peler* en/of SD-kaart*
››› brochure Radio
Bijrijdersairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Schakelaar bijrijdersairbag . . . . . . .91
Bediening stoelverwarming aan bij-
rijders z
ijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Afhankelijk van de wagenuitrusting
bediening sel
ementen voor:
8 9
10
11
12
13
14
15
16 –
Ver
w
armings- en ventilatiesys-
teem resp. handbediende aircon-
ditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 54
– Automati
sche airconditioning . . .52
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting:
– USB/AUX
-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . 130
– Sigarett
enaansteker/stopcon-
tact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
– Connectivity
Box / Wireless Char-
ger* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
– Opberg v
ak
Versnellingshendel voor:
– Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
– Automati
sche versnellingsbak . .204
Draaiknop (Driving Experience
butt on)
voor rijfuncties . . . . . . . . . . .255
Schakelaar van Auto Hold . . . . . . . .222
Schakelaar van de elektronische
parkeerr
em . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Startknop (Keyless Access sluit- en
star
tsysteem zonder sleutel) . . . . . .193
Bediening stoelverwarming aan be-
stuur
derszijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Contactslot (wagens zonder Keyless
Acc
ess) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Hefboom voor aanpassing van de
st uurk
olom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Knieairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23»
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
119
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid