
Inhoudsopgave
Automatische versnellingsbak/automatische
D SG-
v
ersnellingsbak* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Besturing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Inrijden en zuinig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Energiemanagement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
Motorregeling en uitlaatgasreinigingssys-
teem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Aan
wijzingen voor het rijden . . . . . . . . . . . . . . . 217
Systemen ter ondersteuning van de bestuur-
der . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Start/stop-systeem* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Bergafdaalhulp (HDC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Auto Hold-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
Snelheidsregelsysteem (SRS)* . . . . . . . . . . . . . 224
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Noodremhulpsysteem (Front Assist)* . . . . . . . . 229
Adaptive Cruise Control ACC (automatische af-
stand
sregeling)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Rijstrookassistent (Lane Assist)* . . . . . . . . . . . 243
Filehulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . 248
Dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp
(RCTA)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
S
EAT rijprogramma's (SEAT Drive Profile)* . . . . 255
Systeem van verkeerstekenherkenning* . . . . . 258
Vermoeidsheidsdetectie (aanbeveling om te
pauzer
en)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Inparkeersysteem (Park Assist)* . . . . . . . . . . . . 262
Parkeerhulp Plus (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . 270
Parkeerhulp (Park Pilot)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Omgevingscamerasysteem (Top View Came-
ra)* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
A
chteruitrijsysteem (Rear View Camera)* . . . . . 285
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwa-
gen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
Rijden met een aanh
angwagen . . . . . . . . . . . . . 288 Aanwijzingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Accessoires en technische wijzigingen . . . . . . . 299
Verzorging en schoonmaak . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Verzorging van de wagen, buitenzijde . . . . . . . 300
Verzorging interieur van de wagen . . . . . . . . . . 304
Controleren en bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
AdBlue ®
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
Reservoir ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . 319
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Wielen en banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
Bandenspanningscontrolesystemen . . . . . . . . 327
Noodreservewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
Winterservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Belangrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Kenmerkende wagengegevens . . . . . . . . . . . . . 333
Gegevens inzake het brandstofverbruik . . . . . . 334
Rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . 335
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 344
Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 347
6

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Banden
Controle bandenspanningOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)›››
pag. 327
WinterbandenActivering en deactivering van de waarschuwing snelheid te hoog, instelling van de
snelheid waarbij wordt gewaarschuwd››› pag. 331
Licht
VerlichtingshulpDynamic Light Assist, Light Assist, snelwegverlichting, inschakeltijd, lichtbundel-
hoogteverstelling, automatisch licht bij regen, dagrijverlichting, comfortknipperlich-
ten, reismodus.››› pag. 153
InterieurverlichtingIntensiteit van de instrumenten- en schakelaarverlichting››› pag. 160
Functie Coming Home/Leaving HomeInschakeltijd van de "Coming home"- en "Leaving home"-functies››› pag. 156 ››› pag.
157
Assistentie voor
de bestuurder
ACC (automatische afstandsrege-
ling)Activering en deactivering: standaardinstelling afstandsniveau, rijprofielen.››› pag. 233
Front Assist (noodremhulpsysteem)Activering en deactivering: Front Assist, voorwaarschuwing, weergave van de waar-
schuwing voor de afstand››› pag. 229
Rijstrookassistent (Lane Assist)In- en uitschakeling rijstrookassistent, automatische rijstrookgeleiding››› pag. 243
Detectie van verkeersbordenTonen in het instrumentenpaneel, in- en uitschakeling van de snelheidswaarschuwing››› pag. 258
AanhangwagenDetectie van aanhangwagen (weergave van verkeersborden voor voertuigen met aan-
hangwagen), gebruiken voor berekening van de route, maximumsnelheid voor aan-
hangwagen››› pag. 288
VermoeidheidsdetectieActivering en deactivering››› pag. 261
Parkeren en ma-
noeuvreren
ParkPilotAutomatisch inschakelen, volume voorin, scherpte van de klank voorin, volume ach-
terin, scherpte van de klank achterin, Infotainment-volume verlagen››› pag. 270,
››› pag. 276
Auto HoldIn- en uitschakelen bij het wegrijden››› pag. 222
Elektrische parkeerremAutomatisch in- en uitschakelen››› pag. 197
ManoeuvreerremfunctieUit- en inschakelen››› pag. 276
De parkeerruimte tonenUit- en inschakelen» 35

De essentieMenuFunctie
Lane Assist
*Rijstrookassistent in- en uitschake-
len ››› pag. 245.
Dode hoek *Systeem voor dodehoekherkenning
(BSD) in- of uitschakelen ››› pag.
250
Detectie van
verkeersbor-
denVerkeersborden weergeven ››› pag.
258:
Vermoei-
dheidsdetec‐
tie *Vermoeidheidsdetectie in- en uit-
schakelen (aanbeveling om te pau-
zeren) ››› pag. 261. Statusweergave op het display
Mot ork
ap
, achterklep en portieren ge-
opend Afb. 46
A: motorkap geopend; B: achterklep
g eopend: C: link
er
voorportier geopend; D:
portier rechtsachter open. Als het contact wordt ingeschakeld resp. tij-
den
s het
rijden worden in het display in het
instrumentenpaneel de portieren, de motor-
kap en de achterklep weergegeven als deze open zijn; in dat geval wordt tevens een
akoes
tisch signaal gegeven. Afhankelijk van
de uitvoering van het instrumentenpaneel,
kan de voorstelling variëren.
Afbeel- dingLegenda van ››› afb. 46
A Niet verder rijden!
De motorkap staat open of is niet goed
gesloten ››› pag. 313.
B Niet verder rijden!
De achterklep staat open of is niet goed
gesloten ››› pag. 145.
C, D Niet verder rijden!
Een portier van de wagen staat open of
is niet goed gesloten ››› pag. 132.
›››
pag. 122 Waarschuwings- en informatieberich-
t
en Bij het inschakelen van het contact of tijdens
het
rijden w
or
den enkele functies en wagen-
componenten gecontroleerd op hun toe-
stand. De storingen in de werking worden
weergegeven op het display door middel van » 41

De essentie
Remblokken voor versleten.›››
pag.
199
brandt: storing in de ESC of uit-
schakeling door systeem.›››
pag.
200
knippert: ESC of ASR geactiveerd.
ASR handmatig buiten werking ge-
steld.
›››
pag.
200ESC in Sport-modus.
Storing in ABS, of werkt niet.
Mistachterlicht aan.›››
pag.
153
brandt of knippert:
storing in uit-
laatgascontrolesysteem.››› pag.
216
brandt: voorverwarmen van de die-
selmotor.
›››
pag.
217
knippert: storing in het dieselmo-
tormanagement.
Storing in het benzinemotormana-
gement.›››
pag.
217
brandt of knippert:
storing in de
stuurinrichting.››› pag.
211
Bandenspanning erg laag of sto-
ring in controlelampje banden-
spanning.›››
pag.
327
Brandstoftank bijna leeg.›››
pag.
125
Storing in het systeem van airbags
en gordelspanners.›››
pag.
92
De rijstrookassistent (Lane Assist)
is ingeschakeld, maar niet actief.›››
pag.
243 Andere controlelampjes
Linker of rechter knipperlicht.›››
pag.
154
Alarmlichten aan.››› pag.
158
Aanhangwagenknipperlichten.›››
pag.
288
gaat groen branden:
Auto Hold in-
geschakeld.››› pag.
222
gaat groen branden:
trap het rem-
pedaal in!
knippert groen: de vergrendelings-
knop op de keuzehendel is niet
vastgeklikt.
››› pag.
204
gaat groen branden:
snelheidsre-
gelsysteem in werking of snel-
heidsbegrenzer aangesloten en ac-
tief.
››› pag.
224
knippert groen: de snelheid inge-
steld in de snelheidsbegrenzer
werd overschreden.
gaat groen branden:
de rijstroo-
kassistent (Lane Assist) is inge-
schakeld en actief.››› pag.
243
Grootlicht aan of grootlichtsignaal
in werking gesteld.›››
pag.
154
››› in Waarschuwings- en controle-
lampjes op pag. 126
››› pag. 125 Op het display van het instrumenten-
p
aneel Afb. 52
Op het display van het instrumenten-
p aneel: w
eer
gave portieren open.
niet verder rijden!
Met de volgende melding:
portier(en), achterklep of mo-
torkap geopend of niet correct
gesloten››› pag. 132
››› pag. 145
››› pag. 313 48

Veiligheid
Opslag van ongevalgege-
v en
s
(Event Data Recorder)
Beschrijving en werking Uw wagen beschikt over een apparaat dat ge-
gev
en
s van ongevallen opslaat (EDR).
De EDR registreert gegevens bij een licht of
ernstig ongeval. Deze gegevens dienen ter
ondersteuning van de analyse van het ge-
drag van diverse wagensystemen.
De EDR registreert gedurende een kort tijds-
bestek (doorgaans 10 seconden of minder)
dynamische rijgegevens en gegevens van de
bevestigingssystemen, zoals:
● Hoe diverse systemen van uw wagen heb-
ben gef u
nctioneerd.
● Of de bestuurder en passagiers hun veilig-
heidsgor
del droegen.
● Hoe ver het gas- of rempedaal werd inge-
trapt.
● Snelheid
van de wagen.
Deze g
egevens helpen om de omstandighe-
den waarin het ongeval plaatsvond beter te
begrijpen.
Tevens worden gegevens van de rijhulpsyste-
men geregistreerd. Hiertoe behoren gege-
vens zoals of de systemen waren uitgescha-
keld of hadden ingegrepen, of het ingrijpen invloed had op het dynamische gedrag van
de wagen, w
aardoor van het traject werd af-
geweken in de eerder beschreven situaties,
versneld of vertraagd.
Naargelang de uitrusting van de wagen bevat
dit gegevens van systemen als:
● Automatische afstandsregeling (ACC).
● Noodremhulpsysteem (Front Assist).
● Parkeerhulp (Park Pilot).
● Inparkeersysteem (Park Assist).
● Rijstrookassistent (Lane Assist)
De EDR-g
egevens worden alleen geregi-
streerd in specifieke ongevalsituaties. In nor-
male rijomstandigheden worden geen gege-
vens vastgelegd.
Er worden geen audio- of videogegevens ge-
registreerd in het interieur of de omgeving
van de wagen. Persoonlijke gegevens zoals
naam, leeftijd of geslacht worden in geen ge-
val geregistreerd. Het is echter mogelijk dat
derden (zoals autoriteiten voor strafrechtelij-
ke vervolging) de inhoud van de EDR kunnen
relateren aan andere gegevensbronnen en
een persoonlijke referentie creëren in de con-
text van het onderzoek naar ongevallen.
Om de EDR-gegevens te lezen, is wettelijk
voorgeschreven toegang nodig tot de ODB-
interface ("On-Board-Diagnose") van uw wa-
gen met ingeschakelde motor. SEAT heeft geen toegang tot de EDR-gege-
vens
tenzij de eigenaar (of de huurder in ge-
val van "leasing") zijn toestemming geeft. Op
grond van wettelijk of contractuele bepalin-
gen kunnen er zich uitzonderingen voordoen.
Gezien de wettelijke vereisten voor produc-
ten in verband met uw veiligheid, kan SEAT
de EDR-gegevens gebruiken voor veldonder-
zoek en verbetering van de kwaliteit van de
wagensystemen. De gegevens gebruikt voor
onderzoeksdoeleinden zullen anoniem be-
handeld worden (d.w.z. zonder verwijzing
naar de wagen, zijn eigenaar of huurder).
98

Bestuurdersgedeelte
Bedienen
B e
s
tuurdersgedeelte
Algemeen schema Portiergreep
Sch
ak
elaar centrale vergrende-
ling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Bedieningselement voor elektrische
buiten
spiegelverstelling . . . . . . . . . .164
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Bedieningshendel voor: – Knipperlic ht
en grootlicht . . . . . . .154
– Rijs tr
ookassistent (Lane Assist) .243
– Grootlicht
assistent . . . . . . . . . . . . . 155
– Snelheidsre
gelsysteem (SRS) . . .224
Afhankelijk van de uitrusting:
– Hendel v
oor cruise control . . . . . .224
Stuurwiel met claxon en
– Bes
tuurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 21
– Bedienin g
voor boordcomputer .37
– Bediening
stoetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ›››
bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .207
1 2
3
4
5
6
7 Instrumentenpaneel
. . . . . . . . . . . . . .121
Bedieningshendel voor:
– Ruit
en
wissers/-sproeiers . . . . . . . .161
– Ruiten
wissers/-sproeier . . . . . . . . .161
– Boordcomp
uter . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Afhankelijk van de uitrusting: radio
of dis
play van Easy Connect-sys-
teem (navigatie, radio, tv/video) . .127
Afhankelijk van de wagenuitrusting
zijn de v
olgende toetsen beschik-
baar:
– Start/stop-systeem . . . . . . . . . . . . .219
– Inpark eer
systeem . . . . . . . . . . . . . . 276
– Alarm
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
– Bandens
panningscontrolescha-
kelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
– Contro
lelampje airbag gedeacti-
veerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting, d a
shboardkastje met: . . . . . . .170
– Cd- s
peler* en/of SD-kaart*
››› brochure Radio
Bijrijdersairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Schakelaar bijrijdersairbag . . . . . . .91
Bediening stoelverwarming aan bij-
rijders z
ijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Afhankelijk van de wagenuitrusting
bediening sel
ementen voor:
8 9
10
11
12
13
14
15
16 –
Ver
w
armings- en ventilatiesys-
teem resp. handbediende aircon-
ditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 54
– Automati
sche airconditioning . . .52
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting:
– USB/AUX
-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . 130
– Sigarett
enaansteker/stopcon-
tact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
– Connectivity
Box / Wireless Char-
ger* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
– Opberg v
ak
Versnellingshendel voor:
– Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
– Automati
sche versnellingsbak . .204
Draaiknop (Driving Experience
butt on)
voor rijfuncties . . . . . . . . . . .255
Schakelaar van Auto Hold . . . . . . . .222
Schakelaar van de elektronische
parkeerr
em . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Startknop (Keyless Access sluit- en
star
tsysteem zonder sleutel) . . . . . .193
Bediening stoelverwarming aan be-
stuur
derszijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Contactslot (wagens zonder Keyless
Acc
ess) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Hefboom voor aanpassing van de
st uurk
olom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Knieairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23»
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
119
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Wanneer de radarsensor opnieuw correct
w erkt, i
s
de ACC automatisch opnieuw be-
schikbaar. Het bericht van het display van het
instrumentenpaneel verdwijnt en de ACC
wordt opnieuw geactiveerd.
Bij sterke weerkaatsing van het signaal van
de radar, bijvoorbeeld in een gesloten par-
keerplaats, kan de werking van de ACC beïn-
vloed worden.
Rijden met een aanhangwagen
Bij het rijden met een aanhangwagen, is de
regeling van de ACC minder dynamisch.
Oververhitte remmen
Als de remmen overmatig verhitten, bijvoor-
beeld na plots remmen of op lange en zeer
steile afdalingen, kan de ACC tijdelijk uitge-
schakeld zijn. Op het display van het instru-
mentenpaneel verschijnt een waarschu-
wingstekst. In dit geval kan de cruise control
niet worden geactiveerd.
Zodra de temperatuur van de remmen vol-
doende gedaald is, kan de cruise control op-
nieuw geactiveerd worden. De foutmelding
verdwijnt van het display van het instrumen-
tenpaneel. Als het bericht ACC niet be-
schikbaar gedurende lange tijd blijft bran-
den, dan betekent dit dat er een storing is.
Raadpleeg een gespecialiseerde werkplaats.
SEAT raadt u aan om daarvoor een SEAT-dea-
ler te raadplegen. ATTENTIE
Als de waarschuwing Rempedaal intrap-
pen wor dt
genegeerd, dan kan de wagen on-
gewild vooruit bewegen en tegen de voorlig-
ger botsen. In ieder geval dient u, voordat u
wegrijdt, te controleren of de weg vrij is. Het
kan voorkomen dat de radarsensor hindernis-
sen op de weg niet zou herkennen. Dit kan
een ongeval en zware verwondingen tot ge-
volg hebben. Trap indien nodig op de rem. Rijstrookassistent (Lane As-
s
i
s
t)*
Inleiding Afb. 202
Op de voorruit: gezichtsveld van de
rij s
tr
ookassistent. Met behulp van de camera in de voorruit regi-
s
tr
eer
t de rijstrookassistent de grenslijnen
van een rijstrook. Als de auto onwillekeurig een waargenomen grenslijn nadert, meldt
het sys
teem dit aan de bestuurder via een
corrigerende beweging van het stuur . Zo
wordt niet enkel de bestuurder gewaar-
schuwd, maar de wagen ook binnen de rijst-
rook gehouden. Deze beweging kan op ieder
moment overgereguleerd worden.
Als de richtingaanwijzers zijn geactiveerd,
wordt geen waarschuwing gegeven, omdat
de rijstrookassistent in dat geval weet dat u
van rijstrook wilt wisselen.
243
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Werkwijze Stuurvibraties
In de v
o
lgende situaties worden mogelijk
stuurvibraties gegeven en moet de bestuur-
der actief ingrijpen:
● Wanneer de vereiste waarde voor hulp bij
het draaien om de w
agen binnen de rijstrook
te houden de maximumwaarde voor werking
van het systeem overschrijdt.
● Indien het systeem de lijnen van de rijst-
rook niet
langer weergeeft terwijl een ingreep
in de stuurinrichting bezig is.
Rijstrookassistent in- en uitschakelen
Met het Easy Connect-systeem
● Druk op de Easy Connect-toets ●
Druk op de functietoets S
ETUP ●
Druk op de functietoets B
e
s
tuurdershulp om
het menu t
e openen.
O
f: met de toets Rijassistenten op de
knipperlichthendel* ›››
pag. 38.
Lane Assist met automatische rijstrookgelei-
ding
De functie van automatische rijst-
rookgeleiding probeert het traject van de
wagen langs het midden van de rijstrook te
geleiden. Indien de bestuurder de neiging heeft om
iets af t
e wijken van het midden van de rijst-
rook, past de geleiding zich aan zijn voorkeu-
ren aan.
De functie Automatische rijstrookge-
leiding wordt geactiveerd/gedeactiveerd
in het Easy Connect-systeem via de toets en de functietoets
S
ETUP
› ››
p
ag. 127.
Aut
omatische deactivering: de rijstrookassis-
tent kan ook zelf uitschakelen zodra een sto-
ring in het systeem optreedt. Het controle-
lampje gaat uit.
Hands-Off functie
Bij afwezigheid van activiteit aan het stuur
waarschuwt het systeem de bestuurder met
geluidssignalen en een tekstmelding in het
instrumentenpaneel die hem vraagt om het
sturen actief te hervatten.
Indien de bestuurder niet reageert hierop,
waarschuwt het systeem ook met een kleine
remschok en wordt vervolgens Emergency
Assist ingeschakeld ››› pag. 248, indien deze
functie beschikbaar is.
In auto's zonder Emergency Assist wordt de
functie van het midden van de rijstrook hou-
den uitgeschakeld na de overeenkomstige
waarschuwingen aan de bestuurder. De rijstrookassistent is geactiveerd, maar
niet bes
chikbaar (het controlelampje brandt
geel)
● Als de rijsnelheid niet hoger is dan ca.
65 km/u (38 mph).
● Als de rijstrookassistent de grenslijnen van
de rijstr
ook niet registreert, bijvoorbeeld bij
wegwerkzaamheden, sneeuw, vuil, vocht of
tegenlicht.
● Als de straal van een bocht te klein is.
● Als er geen markeringen op de weg staan.
● Als de afstand tot de volgende markering
op de weg t
e groot is.
● Als het systeem geen duidelijke beweging
en actie in de stuurinric
hting detecteert ge-
durende langere tijd.
● Tijdelijk bij zeer dynamisch rijden.
● Als een richtingaanwijzer is geactiveerd.
● Met de elektronische stabiliseringscontrole
ESC in de s
tand Sport of uitgeschakeld.
BSD Plus (Lane Assist met dodehoekherken-
ning)*
De functie BSD Plus wordt verkregen door de
functies Lane Assist en BSD te activeren
››› pag. 250. In dit geval breidt de functie La-
ne Assist haar functies als volgt uit:
Indien de bestuurder een manoeuvre van
wisselen van rijstrook start en er een voertuig
in zijn dode hoek is: »
245
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid