Controleren en bijvullen
brandstofsysteem wordt beschadigd, indien
op deze br
and
stof wordt gereden.
● Brandstoftoevoegingen, zogenaamde
"vloeist
ofverbeteraars", benzine of dergelij-
ke middelen mogen niet aan de dieselolie
worden toegevoegd.
● Bij slechte kwaliteit van de diesel kan het
noodzakelijk
zijn om uit het brandstoffilter
ook tussen de in het Serviceplan vermelde in-
tervallen water af te tappen. Geadviseerd
wordt om dit in een gespecialiseerde werk-
plaats te laten uitvoeren. Een ophoping van
water in het filter kan tot motorstoringen lei-
den. AdBlue
®
Inf orm
atie o
ver AdBlue®Het verbruik van AdBlue
®
h an
g
t af van de
persoonlijke rijstijl, de bedrijfstemperatuur
van het systeem en de omgevingstempera-
tuur wanneer de wagen wordt gebruikt.
AdBlue ®
bevriest vanaf -11°C (+13°F). Het
systeem bevat verwarmingselementen die
ook de werking bij lage temperaturen garan-
deren.
De inhoud van de AdBlue ®
-tank is ca. 11 li-
ter.
De AdBlue ®
-tank mag nooit leeg zijn. Vanaf
een actieradius van minder dan 2400 km ver- schijnt op het scherm van het instrumenten-
paneel een indic
atie dat AdBlue®
moet wor-
den bijgevuld ››› pag. 311. Wordt deze indi-
catie genegeerd, dan zal het later niet meer
mogelijk zijn om de motor te starten. Ver-
schijnt deze indicatie niet, dan hoeft geen
AdBlue ®
te worden toegevoegd.
AdBlue ®
is een gedeponeerd handelsmerk
van de Duitse vereniging van autofabrikan-
ten (VDA) en staat ook bekend als AUS32 of
DEF (Diesel Exhaust Fluid). VOORZICHTIG
Wordt te veel AdBlue ®
bij g
evuld, dan kan het
tanksysteem beschadigd raken. AdBlue
®
b ijvullen Afb. 238
Dop van de vulopening van de Ad-
Blue-t ank. Handelingen vóór het bijvullen
P
ark eer de w
agen op een effen oppervlak.
Als de wagen niet op een effen oppervlak
staat maar bijvoorbeeld op een helling of aan
een kant op een stoeprand, kan de meter mo-
gelijk het vullen niet correct detecteren.
Indien een bericht over het AdBlue ®
-peil
werd getoond op het scherm van het instru-
mentenpaneel, vul dan minstens de mini-
maal vereiste hoeveelheid bij (ca. 5 liter) . En-
kel wanneer u deze hoeveelheid tankt, detec-
teert het systeem dat AdBlue ®
werd bijge-
vuld en kunt u de motor opnieuw starten. De
maximale hoeveelheid die u kunt tanken is
11 liter.
Contact uitschakelen. Als het contact niet is
uitgeschakeld tijdens het vullen, verschijnt
op het scherm van het instrumentenpaneel
mogelijk nog steeds de indicatie dat u pro-
duct moet bijvullen.
Bijvullen met een vulfles
Gebruik enkel AdBlue ®
die voldoet aan de
norm ISO 22241-1. Gebruik enkel originele
verpakkingen.
● Open de tankklep ›››
afb. 238.
● Draai de dop van de vulopening van de
tank link
som los.
● Houd rekening met de aanwijzingen en ge-
geven
s van de fabrikant van de vulfles.
● Controleer de vervaldatum. »
311
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Controleren en bijvullen
– Mot ork
ap in de
vergrendeling laten vallen.
Niet nadrukken ››› .
ATTENTIE
● Om v ei
ligheidsredenen moet de motorkap
tijdens het rijden altijd goed gesloten zijn.
Controleer daarom altijd of de kap goed in het
slot is gevallen, nadat u de motorkap hebt
gesloten. Dat is het geval als de motorkap
nergens boven de aangrenzende carrosserie-
delen uitsteekt.
● Als u tijdens het rijden merkt dat de ver-
grendeling niet
vastzit, direct stoppen en de
motorkap sluiten. Anders bestaat er gevaar
voor ongelukken. Motorolie
A l
g
emene aanwijzingen De motor wordt af fabriek voorzien van een
s
pec
i
ale multigrade-olie geschikt voor elk
jaargetijde.
Omdat het gebruik van een hoogwaardige
olie een voorwaarde is voor het correct functi-
oneren en de duurzaamheid van de motor,
dient uitsluitend olie volgens de VW-normen
gebruikt te worden als u olie bijvult of ver-
verst.
De specificaties die op de volgende bladzijde
staan (VW-normen) moeten op de verpakking vermeld staan; indien op de verpakking van
de olie z
owel de normen voor zowel benzine-
als voor dieselmotoren vermeld staan, mag
de olie zonder onderscheid voor beide soor-
ten motoren gebruikt worden.
Geadviseerd wordt het verversen van de olie
uit te laten voeren door een Technische
Dienst of een gespecialiseerde werkplaats,
volgens het Onderhoudsprogramma.
De voor de motor in uw wagen geldende olie-
specificaties staan in ›››
pag. 60, Motoro-
liespecificaties.
Onderhoudsintervallen
De onderhoudsintervallen kunnen flexibel
(service-interval met lange duur) of vast (af-
hankelijk van de tijd of het gereden aantal ki-
lometers).
Als op de binnenkant van de omslag van het
Onderhoudsprogramma de aanduiding PR
QI6 voorkomt, betekent dit dat voor de wa-
gen een service-interval met lange duur van
toepassing is, terwijl de aanduidingen QI1,
QI2, QI3, QI4 of QI7 staan voor een onder-
houdsinterval op basis van tijd of kilometers.
Variabele onderhoudsintervallen (Service-In-
tervallen met Lange Duur*)
Er zijn speciale oliën en controles ontwikkeld
die, afhankelijk van de rijomstandigheden en
rijstijl van de bestuurder, de verversingsinter- vallen kunnen verlengen (service-intervallen
met lan
ge duur).
Het gebruik van deze oliën is een voorwaarde
voor het verlengen van deze onderhoudsin-
tervallen, neem daarbij altijd het volgende in
acht:
● Vermeng de olie niet met de voor vaste on-
derhoudsint
ervallen voorgeschreven olie.
● Alleen bij uitzondering, als het motorolie-
peil t
e laag is ››› pag. 316, Motoroliepeil
controleren en LongLife-olie niet beschikbaar
is, mag met oliesoorten voor vaste onder-
houdsintervallen ›››
pag. 60 maximaal
0,5 liter eenmalig worden bijgevuld.
Vaste onderhoudsintervallen*
Als er voor de wagen geen "Service-interval
met lange duur" van toepassing is of dit in-
terval op verzoek niet wordt toegepast, ge-
bruik dan olie voor vaste onderhoudsinter-
vallen die wordt vermeld in ›››
pag. 60,
Motoroliespecificaties. In dit geval geldt voor
uw wagen een vast onderhoudsinterval van 1
jaar of 15.000 km (wat het eerst wordt be-
reikt) ››› brochure Onderhoudsprogramma.
● Alleen bij uitzondering, als het motorolie-
peil t
e laag is ››› pag. 316, Motoroliepeil
controleren en de voor uw wagen voorge-
schreven olie niet beschikbaar is, mag met
oliesoorten volgens specificatie ACEA A2 of
ACEA A3 (benzinemotoren) resp. ACEA B3 of »
315
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Controleren en bijvullen
VOORZICHTIG
Vul geen koelvloeistof bij als geen vloeistof
meer aanw ez
ig is in het expansiereservoir! Er
kan zo lucht in het koelsysteem terechtko-
men. In dat geval, niet verder rijden. Roep de
hulp van vakmensen in. Gevaar voor motor-
schade! VOORZICHTIG
De originele additieven mogen niet worden
gemen gd met
koelvloeistoffen die niet zijn
goedgekeurd door SEAT. Deze mengsels kun-
nen ernstige schade veroorzaken aan de mo-
tor en het koelsysteem.
● Als de vloeistof in het expansiereservoir
niet lil
a is maar bijvoorbeeld bruin, dan is het
additief G13 waarschijnlijk gemengd met een
niet-geschikte koelvloeistof. In dat geval
moet de koelvloeistof direct worden ververst.
Anders kan de werking van de wagen ernstig
verstoord worden en kan de motor defect ra-
ken! Milieu-aanwijzing
De koelvloeistof en de toevoegingen kunnen
het mi lieu
vervuilen. Indien een bedrijfsvloei-
stof vrijkomt, moet die op een daartoe ge-
schikte wijze worden opgevangen en op mili-
euvriendelijke wijze worden afgevoerd. Remvloeistof
R em
vloei
stof bijvullen Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 61
Remvloeistofpeil controleren
Het remvloeistofpeil moet tussen de marke-
ringen MIN en MAX liggen.
Als het vloeistofpeil echter in korte tijd sterk
daalt of onder de MIN-markering zakt, kan
het remsysteem lek zijn. Roep de hulp van
vakmensen in. Een controlelampje in het in-
strumentenpaneel bewaakt ook het remvloei-
stofpeil ›››
pag. 125.
Bij wagens met rechts stuur zit het reservoir
aan de andere zijde van het motorcomparti-
ment.
Remvloeistof verversen
In het Onderhoudsprogramma vindt u de re-
guliere intervallen voor vervanging van de
remvloeistof. Het wordt aanbevolen deze
vloeistof te laten vervangen in een erkend
servicecentrum van SEAT, tijdens een inspec-
tieservice. ATTENTIE
● Rem vloei
stof alleen in de gesloten origine-
le verpakking en buiten het bereik van kinde-
ren bewaren - vergiftingsgevaar!
● Bij te oude remvloeistof kan het bij grote
belas
ting van de remmen tot belvorming in
het remsysteem komen. Hierdoor worden de
remwerking en bijgevolg de rijveiligheid ver-
minderd. Gevaar voor ongelukken. VOORZICHTIG
De remvloeistof mag niet in contact komen
met de l ak
van de wagen, omdat deze vloei-
stof etsend is. Reservoir ruitensproeiervloei-
s
t
of
R
uitensproeiervloeistofpeil controle-
ren en sproeiervloeistof bijvullen Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 61
Controleer regelmatig het ruitensproeier-
vloeistofpeil en vul dit zo nodig bij.
Het ruitensproeiervloeistofreservoir bevat rei-
nigingsvloeistof voor de voorruit, de achter-
ruit en de koplampsproeiers*.
● Open de motorkap ›››
pag. 313. »
319
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Wielen
Verwijdering van het reservewiel in
w ag
en
s met SEAT SOUND-systeem 10
luidsprekers (met subwoofer)*Afb. 247
In de bagageruimte: de subwoofer
uit bou
w
en. Om het reservewiel uit te kunnen nemen,
moet
eer
s
t de subwoofer worden uitge-
bouwd.
● De bodem van de bagageruimte omhoog-
breng
en en bevestigen zoals uitgelegd in
››› pag. 178.
● Koppel de kabel van de subwoofer
-luid-
spreker los ››› afb. 247 1 .
● Draai het bevestigingswiel linksom ››
›
afb.
247 2 . ●
Haal de
s
ub
woofer-luidspreker en het re-
servewiel eruit.
● Wanneer het reservewiel weer wordt ge-
monteerd, p
laatst u de subwoofer-luidspre-
ker voorzichtig in de velgpassing. Wanneer u
dit doet, moet de punt van de pijl "FRONT" in
de subwoofer-luidspreker naar voren wijzen.
● Sluit de kabel van de luidspreker opnieuw
aan en draai het w
ieltje krachtig in wijzerzin
om het geheel van subwoofer en wiel stevig
te bevestigen.
Winterservice
Winterb
anden –
Winterbanden op a l
l
e vier de wielen gebrui-
ken.
– Gebruik uitsluitend winterbanden die voor
uw wag
en zijn toegelaten.
– Let op dat voor winterbanden lagere top-
snelheden ku
nnen gelden.
– Let erop dat de winterbanden voldoende
profiel he
bben.
– Na het monteren van de wielen de banden-
spannin
g controleren. Let daarbij op de waarden achteraan op de portierstijl links-
voor
››
› pag. 323.
Bij winterse omstandigheden worden de rij-
eigenschappen van de wagen door winter-
banden duidelijk verbeterd. Zomerbanden
hebben wegens hun constructie (breedte,
rubbersamenstelling, profielvorming) op ijs
en sneeuw minder grip. Dit geldt in het bij-
zonder voor wagens die met brede banden of
met hogesnelheidsbanden zijn uitgerust (co-
de H, V of Y op de zijkant).
Gebruik alleen winterbanden die voor uw wa-
gen zijn toegelaten. De maten van deze ban-
den vindt u in de wagenpapieren (bijv. Euro-
pese typegoedkeuring of certificaat van over-
eenstemming (CEE/COC) 1)
). De wagenpapie-
ren zijn afhankelijk van het land. Zie ook
››› pag. 325.
Winterbanden verliezen grotendeels hun win-
tereigenschappen, als het profiel tot op 4
mm is afgesleten.
Ook door veroudering verliezen winterban-
den verregaand hun eigenschappen, ook al
bedraagt de profieldiepte nog beduidend
meer dan 4 mm.
Voor winterbanden gelden afhankelijk van de
snelheidscode de volgende snelheidsbeper-
kingen: ››› »
1)
COC = certificate of conformity (conformiteitsver-
klarin g)
. 331
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Trefwoordenlijst
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
tr ek
h
aak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
G Geluiden automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 234
banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69, 323
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Geluidssignaal lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
veiligheidsgordel niet vastgegespt . . . . . . . . . . 81
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 125
Gevarendriehoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Gewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 334
Glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
rolgordijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
sluitkrachtbegrenzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Gordel spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Gordelspanners . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 86 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
GRA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Grootlichtassistent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Grote Onderhoud Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
H
Handbediende airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . 54
Handrem zie Parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197 HDC
zie B ergafdaalhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Het contact in- en uitschakelen . . . . . . . . . . 30, 191
Hoedenplank opbergen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Hoofdairbags beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Hoofdsteunen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
hoofdsteunen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
regeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166
voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Hoofdsteunen regelen hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166
Hoofdsteunen uit- en inbouwen . . . . . . . . . . . . . 166
Hulp bij het achteruit parkeren . . . . . . . . . . . . . . 276
Hulpsystemen ACC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Auto Hold-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222
automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 233
bandencontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 328
bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 327
bandenspanningsindicatie . . . . . . . . . . . . . . . 329
bergafdaalhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp(RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
filehulpsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
hulp bij het achteruit parkeren . . . . . . . . . . . . 276
inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 262
noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . 248
noodremmen (Front Assist) . . . . . . . . . . . . . . . 229
omgevingscamerasysteem (Top View Camera) . . .279
parkeerhulp Plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Snelheidsregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
systeem van verkeerstekenherkenning . . . . . 258 uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
vermoeidheidsherk
enning . . . . . . . . . . . . . . . . 261
I
Inbraakbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 132, 140
Indicatie van de versnellingen . . . . . . . . . . . . . . . 42
Inertiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Infotainmentsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . . . . . . 262 automatische remingreep . . . . . . . . . . . . . . . . 270
automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 264
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 262
recht parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
schuin parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267uitparkeren (enkel rechte parkeerplaatsen) . . 269
voortijdig beëindigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264
voorwaarden om te parkeren . . . . . . . . . . . . . . 267
voorwaarden om uit te parkeren . . . . . . . . . . . 269
Inrijden nieuwe banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323
nieuwe motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
nieuwe remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
Inspectiebeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
Instapverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
instellen CAR-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 127
hoofdsteunen achterin . . . . . . . . . . . . . . . 80, 166
hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . 79, 166
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121, 122
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
351
Trefwoordenlijst
service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
w aar
s
chuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 125
Interieurbewaking en wegsleepbeveiliging . . . . 144 activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
actieradius van de afstandsbediening . . . . . . 189
activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188, 190
elektrische verbruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
Radiografische afstandsbediening . . . . . . . . . 188
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
J Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 bestuurder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Bijrijder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
passagiers achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
K
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Keuzehendel (automatische versnellingsbak) functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
standen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless-Entry zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Exit zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 Keyless Access
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
de motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 136
Easy Open . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Kickdown automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 208
Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 gedeeltelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 95 bevestiging met de veiligheidsgordel . . . . . . . 25
Indeling in klassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 24, 94
Kledinghaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Kleine Onderhoud Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
Knie-airbags veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 154
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
koelvloeistoftemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . 124
Koelvloeistof het peil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 aanhangwagen beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . 294 Kogelkop
Contro lelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Koplampen een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Koppeling (lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66, 99 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Kunststofdelen: schoonmaken . . . . . . . . . 303, 304
L
Lak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302 beschadigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
verzorgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Lamp van mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Lane assist zie Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243 gebied van de camera schoonmaken . . . . . . . 302
Launch-control (automatische versnellingsbak) 209
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Leer: conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Lekke band handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Licht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 153 akoestische waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . 153
AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 153
352
Trefwoordenlijst
grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
het p
ark
eerlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Instappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
instapverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
instrumentenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
lichtbundel-hoogteverstelling . . . . . . . . . . . . . 159
lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
met cornering-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Schakelaar alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
schakelaarverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
snelwegverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
stadslicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
Uitstappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Lichtbundelhoogteverstelling . . . . . . . . . . . . . . . 159
Licht inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
Licht uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
Light Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Looprichting banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Luchtrecirculatiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Luik voor transport van lange voorwerpen . . . . . 174
M Make-upspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
MFA zie Bestuurdersinformatiesysteem . . . . . . . . . . 37
Middenarmleuning voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Middenconsole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Milieu milieubewust rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
milieuvriendelijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308 Milieu-advies
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
mobiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Mobiele telefoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Motor afzetten (sleutel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192
geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Start-stopsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
starten (aanwijzing voor de bestuurder metmechanisch contactslot) . . . . . . . . . . . . . . . 191
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
voorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Motor afzetten met sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192
Motorcode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Motor en contact contact automatisch uitschakelen . . . . . . . . . 194
de motor in werking stellen met Press & Drive 195
de motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
de motor voorverwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
motor afzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
My Beat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
Motorgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337
Motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 313 motorkap openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
Motorkoelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 G 12 plus-plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
G 13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59, 315 bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
inspectieservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
olie-eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
oliepeil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
oliepeilstok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315
temperat
uurmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
verbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 315, 317
Motorregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17, 313 accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 320
koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60, 318
motorkap openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
motorkap sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59, 317
remvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61, 319
ruitensproeiervloeistofreservoir . . . . . . . 61, 319
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Motor starten door slepen . . . . . . . . . . . . . . 70, 103 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Motorstoring Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Multifunctie-indicatie (MFA) . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Multimedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
My Beat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
N
Naderhand monteren trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Natuurleer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
Navigatiesysteem cd-rom-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Netzak Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Noodbediening bijrijdersportier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
keuzehendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
353
Trefwoordenlijst
Noodgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 ac c
u
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
een doorgebrande zekering vervangen . . . . . . 64
een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
noodontgrendeling en -vergrendeling . . . . . . 101
noodprogramma automatische versnellings- bak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
noodslepen van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Schakelaar alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
startkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
wagengereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . . 248 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Noodontgrendeling achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Noodontgrendeling en -vergrendeling . . . . . . . . 101
Noodremhulpsysteem aanwijzingen op het display . . . . . . . . . . . . . . 229
bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
beperkingen van het systeem . . . . . . . . . . . . . 232
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
radarsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
tijdelijk uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 232
Noodstopfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Noodvergrendeling van het bijrijdersportier . . . . 16
O Octaangetal (benzine) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Olie-eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Omgevingscamerasysteem (Top View Camera) . 279 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282 gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
modi
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Omgevingsverlichting een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Omschakelknop Schakelaar alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Onderdelenset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . 44, 315
Onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Onderhoud van de wagen natuurleer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
servicestand van de ruitenwisserbladen . . . . . 72
Onluchtingsgleuven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
ont- en vergrendelen met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
met de knop voor de centrale vergrendeling . 135
met Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Opberglade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170, 171 dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
verlichting dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . 160
voorstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Opbergvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
rolgordijn (glazen dak) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
tankklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 132 achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
achterklep met elektrisch openen en sluiten . 145 glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
in de slotc
ilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
met de knop voor de centrale vergrendeling . 135
motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
tankklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Oppoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Opslag van ongevalgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Overzicht van het bestuurdersgedeelte stuur links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
stuur rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Overzicht van het bijrijdersgedeelte stuur links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
stuur rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
P
Panoramaschuifdak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 comfortopenen en -sluiten . . . . . . . . . . . . . . . 149
zie ook Glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Park Assist zie Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . 262
Parkeerhulp automatische aansturing . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
de aanwijzingen en akoestische signalen aan-passen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275, 279
hulp bij het achteruit parkeren . . . . . . . . . . . . 276
omgevingssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
parkeerhulp plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . 275
sensoren en camera: schoonmaken . . . . . . . . 302
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275, 279
trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
visuele aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . 274, 278
zie Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . 262
zie ook Parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . 270, 276
354