Page 305 of 364

Verzorging en onderhoud
Sierdelen en sierlijsten De zilverkleurige sierdelen en sierlijsten be-
st
aan uit
milieu-oogpunt uit 100% alumini-
um (geen chroom).
Voor het verwijderen van vlekken en aanslag
op de sierlijsten pH-neutrale onderhouds-
middelen gebruiken - dus geen chroom-
poetsmiddelen. Lakpolijstmiddelen zijn
eveneens niet geschikt voor het onderhoud
van sierdelen en sierlijsten. Ook krachtige al-
kalische schoonmaakmiddelen, die vaak
worden gebruikt voordat de wasstraat in
wordt gereden, kunnen bij het indrogen mat-
te of melkachtige vlekken veroorzaken.
De officiële SEAT dealers beschikken over mi-
lieuvriendelijke reinigingsmiddelen, die voor
uw wagen zijn getest en vrijgegeven.
Kunststof delen Kunststof delen moeten gereinigd worden
met
een
v
ochtige doek. Bij hardnekkige ver-
vuiling mogen kunststof delen ook met spe-
ciale oplosmiddelvrije kunststofreinigings-
en onderhoudsmiddelen worden behandeld.
Lakonderhoudsmiddelen zijn voor kunststof
delen niet geschikt. Koolstofdelen De carbon onderdelen van uw wagen hebben
een gel
akt
oppervlak. Deze hebben geen bij-
zondere verzorging nodig en worden op de-
zelfde manier als andere gelakte onderdelen
schoongemaakt ››› pag. 300.
Lakbeschadigingen Kleine lakbeschadigingen zoals krassen,
sc
hr
ammen of sporen van steenslag direct
met lak bijwerken, voordat er corrosie ont-
staat. Hiervoor hebben officiële SEAT dealers
de bij uw wagen passende lakstiften of
spuitbussen.
Het laknummer van de originele lak van de
wagen staat op de sticker met wagengege-
vens ›››
pag. 333.
Mocht er toch enige corrosie zijn ontstaan,
dan deze door een gespecialiseerde werk-
plaats grondig laten verwijderen.
Ramen Goed zicht verhoogt de verkeersveiligheid.
Om de w
erk
in
g van de ruitenwisserbladen
niet nadelig te beïnvloeden (ratelen), mogen
de ruiten nooit met insectenverwijderaar of
was worden schoongemaakt. Resten rubber, olie, vet of siliconen kunt u
met een
ruitenr
einiger of een siliconen-ver-
wijderingsmiddel verwijderen. Resten was
kunnen daarentegen alleen met een speciaal
reinigingsmiddel worden verwijderd. Meer in-
formatie hierover is verkrijgbaar bij de officië-
le SEAT dealer.
Ook de binnenzijde van de ruiten moet regel-
matig worden schoongemaakt.
Voor het drogen van de ruiten een aparte lap
of zeem gebruiken. In de zeem die u voor de
lak hebt gebruikt, zitten resten conserve-
ringsmiddelen. ATTENTIE
De voorruit mag niet met waterafstotende
ruitbe s
chermingsmiddelen worden behan-
deld. In situaties waarbij het zicht slecht is,
bijv. bij regen, als het donker is of bij laag-
staande zon, is er een groter gevaar voor ver-
blinding: gevaar op ongelukken! Bovendien
kunnen de ruitenwisserbladen bijgeluiden
gaan produceren. VOORZICHTIG
● Sneeuw en ij s
op ruiten en buitenspiegels
met een kunststof krabber verwijderen. De
krabber niet heen en weer bewegen, maar al-
leen in één richting schuiven om krassen te
voorkomen.
● De verwarmingsdraden zitten aan de bin-
nenzijde
van de achterruit. Om schade te » 303
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 306 of 364

Aanwijzingen
voorkomen, mag u geen stickers op de
ver
w
armingsdraden plakken.
● Nooit sneeuw of ijs van ruiten en spiegels
verw
ijderen met warm of heet water - gevaar
voor scheurvorming in het glas! Velgen
Regelmatig onderhoud is nodig, opdat de
vel
g
en er lang goed uit blijven zien. Als
strooizout en remslijpsel niet regelmatig wor-
den afgespoeld, wordt het materiaal aange-
tast.
Als reinigingsmiddel beslist een zuurvrij spe-
ciaal reinigingsmiddel gebruiken. Deze is bij
de officiële SEAT dealer en gespecialiseerde
zaken verkrijgbaar. De inwerktijd van het rei-
nigingsmiddel mag niet worden overschre-
den. Zuurhoudende velgenreiniger kan de
oppervlakte van de velgmoeren aantasten.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt. Als de bescher-
mende laklaag bijv. door steenslag is be-
schadigd, moet de schade zo spoedig moge-
lijk worden hersteld. ATTENTIE
Let er bij het schoonmaken van de velgen op
dat n
attigheid, ijs en pekel de remmende werking kunnen beïnvloeden - gevaar voor
ong
elukk
en! Eindstuk van de uitlaatpijp
Als strooizout en remslijpsel niet regelmatig
wor
den af
gespoeld, wordt het materiaal van
het eindstuk van de uitlaatpijp aangetast.
Voor het verwijderen van de schadelijke stof-
fen mogen geen reinigingsmiddelen worden
gebruikt die bedoeld zijn voor velgen, lak of
chroom of andere schurende middelen. Rei-
nig de eindstukken van de uitlaatpijp met rei-
nigingsmiddelen bestemd voor het roestvrij
staal.
De officiële SEAT dealers beschikken over ge-
schikte reinigingsmiddelen die voor uw wa-
gen zijn toegelaten.
Verzorging interieur van de wa-
gen Di s
play van de radio/Easy Connect*
en bedieningspaneel* Het display kan worden schoongemaakt met
een in s
pec
i
aalzaken verkrijgbare "LCD-clea-
ner". Om het display schoon te maken, de
doek licht bevochtigen met de reinigings-
vloeistof. Het bedieningspaneel van het Easy Connect-
syst
eem* moet eerst met een penseeltje wor-
den ontdaan van vuil, om te voorkomen dat
dit in het apparaat of tussen de toetsen en
de behuizing komt te zitten. Daarna wordt
geadviseerd om het bedieningspaneel van
Easy Connect-systeem* schoon te maken met
een vochtige doek en vaatwasmiddel. VOORZICHTIG
● Om kr a
ssen te voorkomen, mag u het dis-
play niet droog schoonmaken.
● Om schade te voorkomen, moet u erop let-
ten dat
er geen vocht terechtkomt in het be-
dieningspaneel van Easy Connect-systeem*. Kunststof delen en kunstleer
Kunststof delen en kunstleer met een vochti-
g
e l
ap s
choonmaken. Mocht dit niet voldoen-
de zijn, dan mag u deze delen alleen met
speciale oplossingsmiddelvrije kunststof rei-
nigings- en onderhoudsmiddelen behande-
len.
Textiel en stoffen bekleding Textiel en textiele bekledingen (stoelen, por-
tierp
anel
en en
z.) moeten regelmatig met een
stofzuiger worden schoon gezogen. Hierdoor
worden vuildeeltjes van het oppervlak verwij-
derd die anders bij het gebruik in de stof
304
Page 307 of 364

Verzorging en onderhoud
gewreven kunnen worden. Stoomreinigers
mog en niet
w
orden gebruikt, omdat door de
stoom de verontreiniging dieper in het textiel
dringt en wordt vastgezet.
Normaal schoonmaken
In het algemeen raden wij aan voor het
schoonmaken een zachte spons of een uni-
versele niet-pluizende microvezeldoek te ge-
bruiken. Alleen vloerbedekking en vloermat-
ten mogen met borstels worden gereinigd
aangezien andere textiele oppervlakken door
de borstel kunnen worden beschadigd.
Bij oppervlakkige algemene verontreinigin-
gen kan met een universeel schuimschoon-
maakmiddel worden schoongemaakt. Het
schuim wordt met een zachte spons op het
oppervlak van textiel verdeeld en licht inge-
wreven. Het doornat maken van het textiel
moet echter worden voorkomen. Aansluitend
wordt het schuim met absorberende, droge
doeken (bijv. microvezeldoeken) afgedept en
nadat het schuim volledig is gedroogd, weg-
gezogen.
Vlekken verwijderen
Vlekken van dranken (koffie, vruchtensap
enz.) kunnen met een fijnwasmiddel-oplos-
sing worden behandeld. Deze oplossing
wordt aangebracht met een spons. Bij hard-
nekkige vlekken kan een waspasta direct op
de plaats van de vlek worden aangebracht en
ingewreven. Daarna is een nabehandeling met schoon water noodzakelijk om de was-
middelre
sten te verwijderen. Daartoe wordt
water met een vochtige doek of een spons
aangebracht en met absorberende droge
doeken afgedept.
Vlekken van chocolade of make-up worden
met een waspasta (bijv. ossengalzeep) inge-
wreven. Daarna wordt de zeep met water
(vochtige spons) verwijderd.
Voor de behandeling van vet, olie, lippenstift
of balpeninkt kan spiritus worden gebruikt.
Opgeloste vet- of kleurstofdeeltjes moeten
met absorberend materiaal worden afgedept.
Eventueel kan een nabehandeling met een
waspasta en water noodzakelijk zijn.
Bij sterke vervuiling van de bekleding advise-
ren wij u een gespecialiseerd bedrijf in te
schakelen om de bekleding en delen van tex-
tiel te laten reinigen met shampoo en be-
sproeiing. Let op
Open klittenbandsluitingen aan uw kleding
ku nnen de s
toelbekleding beschadigen. Zorg
ervoor dat ze gesloten zijn. Echt leer
Algemeen
W
ij b
ieden
veel verschillende leersoorten
aan. Hierbij gaat het in eerste instantie om verschillende nappa-uitvoeringen (leer met
een glad op
pervlak en met verschillende
kleurnuances).
Het uiterlijk en de hoedanigheid van het leer
worden bepaald door de intensiteit van het
verfgebruik. Als het oppervlak nog een ty-
pisch natuurlijke uitstraling heeft, hebben we
te maken met ongeprepareerd nappaleer, dat
een uitgesproken goed zitcomfort biedt. Fijne
adertjes, aaneengesloten poriën, putjes van
insectenbeten, plooien en een licht wolkach-
tige nuance in de kleuren blijven zichtbaar en
vormen het bewijs van echtheid van dit na-
tuurlijke materiaal.
Ongeprepareerd nappaleer heeft geen dek-
kende verflaag. Daarom is het gevoeliger dan
andere soorten leer. en kunnen er door kin-
deren, dieren of andere invloeden eventueel
slijtageplekken ontstaan.
Leersoorten met een min of meer dekkende
verflaag zijn daarentegen sterker. Hierdoor
slijt het leer in het dagelijks gebruik minder
snel. De typisch natuurlijke eigenschappen
zijn dan nauwelijks of niet meer herkenbaar,
wat echter geen invloed op de leerkwaliteit
zelf heeft.
Onderhoud en verzorging
Vanwege de exclusiviteit van de gebruikte
leersoorten en de karakteristieke eigen-
schappen (zoals gevoeligheid voor olie, vet
en vervuiling) moet het leer voorzichtig »
305
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 308 of 364

Aanwijzingen
worden behandeld, zowel bij het dagelijks
g e
bruik
als bij het uitvoeren van onder-
houdswerkzaamheden. Donkere kleding, in
het bijzonder als deze vochtig is of met niet
zo goede verf is behandeld, kan bijvoorbeeld
afgeven op de leren stoelen. Stof en vuildeel-
tjes in poriën, plooien en naden kunnen
schuren en het oppervlak beschadigen. Het
leer moet daarom regelmatig en afhankelijk
van het gebruik worden verzorgd. Nadat u ze
langer hebt gebruikt, krijgen uw leren stoelen
een heel eigen, uniek uiterlijk. Dat is kenmer-
kend voor het natuurproduct dat leer is en is
tevens het bewijs van echte kwaliteit.
Let op de volgende aanwijzingen voor het be-
houd van waarde van natuurlijk materiaal ge-
durende de gehele gebruiksperiode: VOORZICHTIG
● Voork om d
at het leer te lang aan de volle
zon wordt blootgesteld om ervoor te zorgen
dat het leer niet verbleekt. Wanneer de wa-
gen langere tijd buiten staat, moet u het leer
afdekken om het zó tegen direct zonlicht te
beschermen.
● Scherpe voorwerpen aan kledingstukken,
zoa
ls ritssluitingen, (druk)knopen en ceintu-
ren met scherpe randen kunnen blijvende
krassen of andere sporen in het oppervlak
achterlaten. Let op
● Re g
elmatig en na elke reiniging een onder-
houdscrème gebruiken, die bescherming te-
gen licht biedt en het leer impregneert. De
crème bevat voedende stoffen voor het leer,
zorgt ervoor dat het leer kan ademen, maakt
het leer soepel en voorkomt uitdroging. Tege-
lijkertijd vormt zich een dunne beschermlaag.
● Leer elke 2 à 3 maanden schoonmaken, ver-
ontreiniging
en direct verwijderen.
● Vlekken zoals inkt van een balpen, gewone
inkt, lippens
tift, schoensmeer, enz., indien
mogelijk direct verwijderen.
● Ook de leerkleur onderhouden. Plekken die
in kleur af
wijken, met een speciale crème
voor gekleurd leer opfrissen. Lederen bekleding schoonmaken en
v
er
z
orgen Echt leer heeft bijzonder veel aandacht en
onderhoud nodig.
Norm
aa
l
schoonmaken
– Vuil leer met een enigszins vochtige katoe-
nen of wo
llen lap schoonmaken.
Sterkere vervuiling – Sterker vervuilde delen met een lap, ge-
drenkt in een mi
lde zeepoplossing (2 eetle- pels neutrale zeep op 1 liter water) schoon-
maken.
– L
et erop dat het leer nergens te nat wordt
en dat er g
een water in de naden sijpelt.
– Vervolgens met een zachte, droge lap
droogwrij
ven.
Verwijderen van vlekken – Vlekken op waterb
asis (bijv. koffie, thee,
vruchtensap en bloed) direct met een ab-
sorberende doek of met keukenpapier ver-
wijderen en bij al ingedroogde vlekken het
reinigingsmiddel uit het onderhoudsset ge-
bruiken.
– Vlekken op vetb
asis (bijv. boter, mayonaise
en chocolade) direct met een absorberende
doek of met keukenpapier verwijderen of
met het onderhoudsmiddel uit de onder-
houdsset verwijderen, als een wat oudere
vlek nog oppervlakkig is.
– Bij ingedroogde vetvlekken een v
etoplos-
sende spray gebruiken.
– Speciale vlekken (bijv
. inkt van een balpen
of een viltstift, nagellak, latexverf of
schoensmeer) met een voor leer geschikte
speciale vlekkenverwijderaar behandelen.
Onderhoud van het leer – Behandel het leer elke zes maanden met
een ges
chikt leeronderhoudsmiddel.
306
Page 309 of 364

Verzorging en onderhoud
– Leer
onderhoud
smiddel uiterst dun aan-
brengen.
– Met een zachte lap droogwrijven.
Als
u nog vragen heeft over het schoonma-
ken en het onderhoud van het leer in uw wa-
gen, kunt u deze het beste aan een officiële
SEAT dealer stellen. Deze adviseert u graag
en kan u bovendien informeren over het pro-
gramma aan producten voor het onderhoud
van leer, zoals:
● Reinigings- en onderhoudsset.
● Onderhoudscrème van de juiste kleur.
● Vlekkenverwijderaar voor inkt van een bal-
pen, schoen
smeer, enz.
● Vetoplossende spray.
● Nieuwe producten en ontwikkelingen in de
toekoms
t VOORZICHTIG
Het leer mag in geen geval met oplosmidde-
len (b ij
v. benzine, terpentijn, boenwas en
schoensmeer) worden behandeld. Alcantara bekleding reinigen
Stof en vuil verwijderen
– Een doek lich
t
bevochtigen en de bekle-
ding schoonmaken. Vlekken verwijderen
– Een doek met lauw water of verdunde spiri-
tu
s vochtig maken.
– De vlek naar het midden toe deppen.
– Schoongemaakte plek met een zachte doek
droogmak
en.
Geen leerverzorgingsmiddel op bekleding
van Alcantara gebruiken.
Bij stof en vuil kunt u ook een verzorgende
shampoo gebruiken.
Stof en vuildeeltjes in poriën, plooien en na-
den kunnen schuren en het oppervlak be-
schadigen. Als de wagen lang in de zon stil-
staat, de Alcantara-bekleding tegen direct
zonlicht beschermen om verbleken te voorko-
men. Lichte verkleuringen door het gebruik
zijn normaal. VOORZICHTIG
● Alc ant
ara mag niet met oplosmiddelen,
boenwas, schoenpoets, vlekkenverwijderaar,
leeronderhoudsmiddel en dergelijke worden
behandeld.
● Laat hardnekkige vlekken in een gespecia-
liseerde w
erkplaats verwijderen om bescha-
digingen te voorkomen.
● Voor het schoonmaken in geen geval bor-
stel
s, harde sponzen, enz., gebruiken. Veiligheidsgordels
–
Veiligheidsgordels schoonhouden.
– Vervuilde veiligheidsgordels met zacht
zeep sop w
assen.
– Regelmatig de toestand van alle veilig-
heidsgor
dels controleren.
Bij een sterk vervuilde gordel kan het auto-
matische oprollen worden bemoeilijkt. Vóór
het oprollen moeten de gordels helemaal
droog zijn. VOORZICHTIG
● Vei ligheid
sgordels mogen voor het schoon-
maken niet worden uitgebouwd.
● Veiligheidsgordels mogen niet chemisch
worden g
ereinigd, omdat zulke reinigings-
middelen het weefsel van de gordels aan kun-
nen tasten. Veiligheidsgordels mogen ook
niet in aanraking komen met bijtende vloei-
stoffen.
● Gordels met beschadigingen van het weef-
sel, de verb
indingen, de oprolautomaat of het
slot moeten door een gespecialiseerde werk-
plaats worden vervangen. 307
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 310 of 364

Aanwijzingen
Controleren en bijvullen T ank
en
T
anken Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 58
Zodra het volgens de voorschriften bediende
vulpistool voor de eerste keer is uitgescha-
keld, is de brandstoftank "vol". Daarna niet
verder tanken, omdat anders het expansiere-
servoir in de tank dan met brandstof wordt
gevuld.
De juiste brandstofsoort voor de wagen staat
op een sticker aan de binnenzijde van de
tankklep. Overige aanwijzingen met betrek-
king tot de brandstof ›››
pag. 309.
De inhoud van de tank in uw wagen wordt
aangegeven in ›››
pag. 58. ATTENTIE
Brandstof is gemakkelijk ontvlambaar en kan
tot
zware verbrandingen en andere verwon-
dingen leiden.
● Tijdens het tanken moeten de motor, de in-
terieurv
oorverwarming ››› pag. 187 en het
contact om veiligheidsredenen uitgeschakeld
worden. ●
Bij het t ank
en resp. vullen van een jerrycan
mag u niet roken. Bovendien mag er geen
open vuur in de buurt zijn - explosiegevaar!
● Let op de wettelijke bepalingen bij het ge-
bruiken, opberg
en en meenemen van een jer-
rycan.
● Wij adviseren u, om veiligheidsredenen
geen jerr
ycans met brandstof te vervoeren.
Bij een ongeval zou de jerrycan kunnen wor-
den beschadigd en zou de brandstof eruit
kunnen lopen.
● Wanneer u in uitzonderingsgevallen brand-
stof
in een jerrycan moet vervoeren, let dan
op het volgende:
–Nooit de jerrycan met brandstof vullen,
wanneer deze in of op de wagen staat. Bij
het vullen ontstaat elektrostatische opla-
ding, die de brandstofdampen kan ont-
steken - explosiegevaar! De jerrycan al-
tijd op de grond zetten, wanneer u deze
vult.
– Vulpistool zo ver mogelijk in de vulope-
ning van de jerrycan steken.
– Bij jerrycans van metaal moet het vulpis-
tool contact met de jerrycan hebben, ter-
wijl u de jerrycans met brandstof vult.
Hierdoor wordt statische oplading verme-
den.
– Nooit brandstof in de wagen of in de ba-
gageruimte morsen. Verdampte brandstof
is explosief - levensgevaarlijk! VOORZICHTIG
● Brand s
tof die overgelopen is, direct van de
wagenlak verwijderen. Anders loopt u het ri-
sico op lakbeschadiging.
● Nooit de brandstoftank helemaal leegrij-
den. De onre
gelmatige brandstofvoorziening
kan tot overslaan van de ontsteking leiden.
Daardoor komt er onverbrande brandstof in
de uitlaat - gevaar voor beschadiging van de
katalysator!
● Als bij een wagen met dieselmotor de
brands
toftank volledig is leeggereden, moet
na het tanken gedurende ten minste 30 se-
conden het contact worden ingeschakeld zon-
der de motor te starten. Als u daarna start,
kan het langer duren dan normaal – tot maxi-
maal een minuut – voordat de motor aan-
slaat. Dat komt omdat het brandstofsysteem
tijdens het starten eerst moet worden ont-
lucht. Milieu-aanwijzing
In de brandstoftank niet te veel brandstof
tank en, b
ij verwarming kan er anders brand-
stof naar buiten stromen. Let op
Bevat geen enkel noodmechanisme om de
tankk l
ep te ontgrendelen. Roep indien nodig
de hulp in van gespecialiseerd personeel. 308
Page 311 of 364

Controleren en bijvullen
Let op
Wagens die rijden op diesel zijn voorzien van
een bevei ligin
g om te voorkomen dat een ver-
keerd tankpistool wordt ingevoerd 1)
. Zo kan
er alleen worden getankt met dieselvulpisto-
len.
● Indien het vulpistool afgesleten, bescha-
digd of erg k
lein is, is het mogelijk dat daar-
mee de beveiliging tegen verkeerde vulpisto-
len niet kan worden geopend. Voordat u met
het pistool gaat draaien bij het invoeren, pro-
beer bij een andere pomp te tanken of vraag
de pomphouder om te assisteren.
● Als u een jerrycan wilt vullen, wordt de be-
veiligin
g niet geopend. Dit kunt u oplossen
door heel voorzichtig diesel in de jerrycan te
vullen. Brandstof
B en
z
inesoorten Welke benzinesoort voor uw wagen geschikt
i
s, s
t
aat aan de binnenzijde van de tankklep.
De wagen is met een katalysator uitgerust en
mag alleen op loodvrije benzine rijden. De
benzine moet voldoen aan de Europese norm
EN 228 resp. de Duitse norm DIN 51626-1 en
moet loodvrij zijn. U mag brandstoffen tan- ken die maximaal 10% ethanol (E10) bevat-
ten. De div
erse types benzine verschillen qua
octaangetal (RON) .
De volgende benamingen komen overeen
met die op de sticker op de tankklep:
Loodvrij super met octaangetal 95 of loodvrij
normaal met octaangetal van min. 91
Geadviseerd wordt om loodvrij super met oc-
taangetal 95 te tanken. Mocht deze niet ter
beschikking staan: tank dan loodvrij normaal
met een octaangetal van 91, maar houd dan
wel rekening met een lichte reductie in ver-
mogen.
Loodvrij super met octaangetal van min. 95
U moet loodvrij super met een octaangetal
van min. 95 gebruiken.
Als er geen loodvrij super beschikbaar is,
kunt u ook in geval van nood loodvrij nor-
maal met octaangetal 91 tanken. In dat geval
mag u echter alleen met gemiddelde toeren-
tallen en geringe motorbelasting rijden. Tank
loodvrij super bij de eerst komende gelegen-
heid die zich voordoet. Loodvrij super met octaangetal 98 of loodvrij
super met oct
aangetal van min. 95
Geadviseerd wordt om loodvrij super met oc-
taangetal 98 te tanken. Mocht deze niet ter
beschikking staan: tank dan loodvrij super
met een octaangetal van 95, maar houd dan
wel rekening met een lichte reductie in ver-
mogen.
Als er geen loodvrij super beschikbaar is,
kunt u ook in geval van nood loodvrij nor-
maal met octaangetal 91 tanken. In dat geval
mag u echter alleen met gemiddelde toeren-
tallen en geringe motorbelasting rijden. Tank
loodvrij super bij de eerst komende gelegen-
heid die zich voordoet.
Benzinetoevoegingen
De brandstofkwaliteit beïnvloedt het soepel
draaien van de motor, het vermogen en de le-
vensduur van de motor. Daarom moet me-
taalvrije kwaliteitsbenzine getankt worden
met geschikte additieven, reeds toegevoegd
door de aardolie-industrie. Deze toevoegin-
gen beschermen tegen corrosie, reinigen het
brandstofsysteem en voorkomen aanslag in
de motor. »1)
Afhankelijk van het land
309
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 312 of 364

Aanwijzingen
Wanneer er geen kwaliteitsbenzine met me-
t aalvrij
e a
dditieven beschikbaar is of er mo-
torstoringen voorkomen, moet u de noodza-
kelijke additieven bij het tanken toevoegen
››› .
Het i
s
gebleken dat niet alle benzine-additie-
ven goed werken. Het gebruik van ongeschik-
te additieven voor de benzine kan aanzienlij-
ke schade veroorzaken aan de motor en de
katalysator beschadigen. Gebruik nooit me-
taalhoudende additieven voor de benzine!
De metaalhoudende additieven kunnen ook
in de benzine-additieven zitten om de klop-
vastheid te verbeteren en het octaangehalte
te verhogen ››› .
S EA
T r
aadt de "Originele additieven van de
groep Volkswagen voor benzinemotoren"
aan. Bij de SEAT-specialisten kan u deze ad-
ditieven kopen en informatie inwinnen be-
treffende het gebruik. VOORZICHTIG
● Tank niet
als op de pomp aangegeven staat
dat de brandstof metaal bevat. LRP-brand-
stoffen (loodvervangende benzine of lead re-
placement petrol ) bevatten metaalhoudende
additieven in hoge concentraties. Het gebruik
hiervan kan de motor beschadigen!
● U mag geen brandstoffen tanken die een
grote hoev
eelheid ethanol (bijv. E50, E85) be- vatten. Dit leidt tot schade aan het brandstof-
sys
t
eem.
● Eén keer tanken van loodhoudende brand-
stof
of ander metaaltoevoegingen leidt al tot
een blijvende afname van het rendement van
de katalysator.
● U mag uitsluitend additieven voor benzine
gebruik
en die zijn goedgekeurd door SEAT.
Additieven die het octaangetal verhogen of
de klopvastheid verbeteren, kunnen metaal-
deeltjes bevatten die de motor en katalysator
flink kunnen beschadigen. Dergelijke additie-
ven mogen niet worden gebruikt.
● Bij benzine met een laag octaangehalte
kunnen hog
e toerentallen of een sterke mo-
torbelasting tot schade aan de motor leiden. Let op
● U ku nt
benzine tanken met een hoger oc-
taangehalte dan de motor van uw wagen no-
dig heeft.
● In landen waar geen loodvrije benzine be-
schik
baar is, kunt u benzine met een laag
loodgehalte tanken. Dieselbrandstof
Let op de informatie aan de binnenzijde van
de t
ankk
l
ep. Geadviseerd wordt om
diesel t
e gebruiken
die voldoet aan de Europese norm EN 590.
Mocht u niet beschikken over diesel die vol-
doet aan de Europese norm EN 590, zorg er
dan voor dat het cetaangetal (CZ) minimaal
51 is. Indien de motor is voorzien van een
deeltjesfilter, dan moet verder het zwavelge-
halte van de brandstof lager zijn dan 50 deel-
tjes per miljoen.
Winterdiesel
Zomerdiesel wordt dik in de winter, hetgeen
ertoe leidt dat uw wagen moeilijker start.
Daarom wordt in de winter bij de tankstations
diesel met betere visco-elasticiteit bij kou
(winterdiesel) aangeboden.
Water in het brandstoffilter 1)
Indien uw wagen een dieselmotor heeft en is
uitgerust met een brandstoffilter met water-
bezinkvat, kan op het dashboard een waar-
schuwing verschijnen: Water in het
brandstoffilter. Breng in dat geval uw
wagen naar een gespecialiseerde werkplaats
om het water in het brandstoffilter af te laten. VOORZICHTIG
● De w ag
en is niet geconstrueerd voor het
gebruik van FAME-brandstof (biodiesel). Het 1)
Van toepassing voor de markt: Algerije.
310