Page 137 of 610

Het EV-systeem kan niet worden gestart na DC-laden
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
De systeemcontrole is na het laden niet volle-
dig uitgevoerd. Voer een systeemcontrole uit volgens de pro-
cedures op blz. 112. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige als
geen volledige systeemcontrole kan worden
uitgevoerd, zelfs niet nadat deze procedures
zijn gevolgd.
De DC-laadstekker is nog steeds aangesloten. Om veiligheidsredenen kan het EV-systeem
niet worden gestart als de DC-laadstekker
aangesloten is. (→Blz. 99)
Verwijder de DC-laadstekker als het laden is
voltooid onmiddellijk.
Er zit een storing in het DC-laadsysteem ■
Afhankelijk van het type storing kan het
EV-systeem worden gestart na het sluiten
van de klep van de laadaansluiting.
■ Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als het
EV-systeem niet kan worden gestart.
Als de laadschemafunctie niet normaal werkt
Raadpleeg de volgende tabellen en voer de desbetreffende correctieprocedures uit.
Kan niet laden op het gewenste tijdstip
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
De voertuigkalender en klok zijn niet juist in-
gesteld. Controleer de kalenderinstelling en stel de
juiste datum in. (→Blz. 152)
AC-laadstekker is niet op de auto aangesloten Sluit de AC-laadstekker aan alvorens het
laadschema te gebruiken.
De AC-laadstekker is aangesloten na het in-
stellen van het tijdstip Sluit de AC-laadstekker aan vóór het instellen
van het tijdstip in “Start”.
Wanneer de laadmodus is ingesteld op “Start-
Stop”, wordt de tractiebatterij opgeladen,
zelfs als de starttijd is verstreken, als de AC-
laadstekker voor de stoptijd is aangesloten.
Het laden begint, ook al is er een laadschema geregistreerd
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
“Nu laden” in ingesteld op “Aan” Stel “Nu laden” in op “Uit” om te laden in
overeenstemming met het laadschema.
(→Blz. 119, blz. 123)
Laadschema is ingesteld op “Uit” Controleer of laadschema niet is ingesteld op
“Uit”. (→Blz. 115)
2.2 Laden
135
2
EV-systeem
Page 138 of 610

Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
De AC-laadstekker was verwijderd en op-
nieuw aangesloten terwijl de laadindicator
van de laadaansluiting knipperde Als de AC-laadstekker was verwijderd en op-
nieuw aangesloten terwijl de laadindicator
knipperde, wordt het laadschema geannu-
leerd. Verwijder de AC-laadstekker tijdelijk en
sluit hem weer aan.
De op afstand bedienbare airconditioning
was in werking Als de op afstand bedienbare airconditioning
wordt ingeschakeld, start het systeem met
laden, ook al is er een laadschema geregis-
treerd. Stop de op afstand bedienbare aircon-
ditioning en sluit vervolgens de AC-
laadstekker opnieuw aan om te laden met
behulp van het laadschema.
De buitentemperatuur is laag en de opwarm-
regeling van de tractiebatterij (→blz. 97) is in
werking ■
Als de opwarmregeling van de
tractiebatterij in werking is, worden de
laadschema's genegeerd en wordt met
laden begonnen. Ga door met laden om de
tractiebatterij te beschermen.
■ Na het verwijderen en plaatsen van de
12V-accu is de instelling van het
laadschema mogelijk ongeldig als gevolg
van de oorspronkelijke instelling van de
opwarmregeling van de tractiebatterij,
zelfs wanneer de buitentemperatuur niet
laag is. In dat geval worden na een paar
ritten de oorspronkelijke instellingen van
het systeem voltooid en worden de
instellingen van het laadschema van
kracht wanneer de buitentemperatuur
niet laag is.
Als er een melding met betrekking tot het laden wordt weergegeven
Als een portier wordt geopend en het contact UIT staat, wordt na het laden een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Volg, als dit gebeurt, de instructies op het scherm.
2.2 Laden
136
Page 139 of 610

Als “Charging Stopped Due to Pulled Charging Connector” (laden gestopt vanwege
losgetrokken laadstekker) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
De AC-laadstekker is verwijderd tijdens het
AC-laden Als de AC-laadstekker is verwijderd tijdens
het AC-laden, stopt het laden. Sluit de AC-
laadstekker weer aan als u de tractiebatterij
volledig wilt laden.
Nadat de tractiebatterij volledig is geladen,
wordt de AC-laadstekker verwijderd terwijl de
tractiebatterij opnieuw wordt geladen door-
dat functies die stroom verbruiken
*gebruikt
zijn en de resterende lading afgenomen is.
De AC-laadstekker is niet goed aangesloten Controleer de aansluitstatus van de AC-
laadstekker.
■
Plaats de AC-laadstekker bij het
aansluiten goed.
■ Controleer na het aansluiten van de
AC-laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting brandt.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden hoewel de juiste procedures gevolgd
zijn.
De AC-laadstekker is ontgrendeld tijdens het
AC-laden Als de AC-laadstekker wordt ontgrendeld tij-
dens het AC-laden, stopt het laden. Sluit de
AC-laadstekker weer aan om verder te gaan
met laden.
*Er wordt stroom verbruikt als de verwarming van het batterijpakket (→blz. 96) of de op
afstand bedienbare airconditioning wordt bediend ( →blz. 383).
Als “Charging Complete Limited Charge Due to Battery Temp” (laden voltooid, beperkt
door temperatuur batterij) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Het laden is gestopt om de tractiebatterij te
beschermen omdat de temperatuur gedu-
rende een bepaalde periode hoog was. Laat de tractiebatterij afkoelen en laad deze
nogmaals als de lading nog niet het gewenste
niveau heeft bereikt.
2.2 Laden
137
2
EV-systeem
Page 140 of 610

Als “Charging Stopped Check Charging Source” (laden gestopt, controleer laadbron)
wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Probleem in voeding
externe voedingsbron Controleer het volgende.
■
De stekker is goed aangesloten.
■ Er wordt geen verlengsnoer gebruikt en de contactdoos is
niet overbelast.
■ De op afstand bedienbare schakelaar is niet uitgeschakeld.
■ Aangesloten op een speciaal voedingscircuit.
■ Er is geen stroomuitval geweest.
■ Het controlelampje Power van het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat laadsysteem)
brandt.
■ De stroomonderbreker is niet geactiveerd.
Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, zit er
mogelijk een storing in de contactdoos. Neem contact op met
een elektricien en vraag om een controle.
Verder kan er, als het waarschuwingslampje storing van het CCID
(Charging Circuit Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) knippert, sprake zijn van een lekstroom. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als er niet geladen kan worden hoewel er geen probleem is met
de stroomtoevoer, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het laden is gestopt door
de AC-lader Afhankelijk van de specificaties van de lader, kan het laden gean-
nuleerd zijn door een onderbreking van de stroomvoorziening.
Om de volgende redenen kan laden gestopt worden. Raadpleeg
de laadprocedures.
■
De knop voor het onderbreken van het laden op de lader is
ingedrukt.
■ Het laden is geannuleerd door de timerfunctie
■ Lader die niet compatibel is met de laadschemafunctie van de
auto
■ Controleer of laden mogelijk is met de AC-laadkabel die
meegeleverd is met de auto. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als er
niet geladen kan worden, zelfs niet met de originele
AC-laadkabel.
De AC-lader is niet compa-
tibel met de auto Controleer of laden mogelijk is met de AC-laadkabel die meege-
leverd is met de auto. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige als er niet geladen kan
worden, zelfs niet met de originele AC-laadkabel.
Er zit een storing in de DC-
lader. Als bovenstaande melding wordt weergegeven als het DC-laden
niet is gestopt, is de DC-lader mogelijk beschadigd. Gebruik deze
DC-lader daarom niet. Controleer of laden mogelijk is met een
andere DC-lader.
De DC-lader is niet com-
patibel met de auto.
2.2 Laden
138
Page 141 of 610

Als “Charging Stopped High Energy Use See Owner’s Manual” (Opladen is gestopt. Hoog
energieverbruik. Zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Er wordt vermogen verbruikt door elektrische
componenten van de auto Controleer de volgende items en voer de
laadprocedure nogmaals uit.
■
Als de koplampen en het audiosysteem
ingeschakeld zijn, schakel ze dan uit.
■ Zet het contact UIT.
Als het laden niet kan worden uitgevoerd,
zelfs niet na het uitvoeren van bovenstaande
stappen, is de 12V-accu mogelijk
onvoldoende geladen. Start het EV-systeem
en wacht ten minste ongeveer 15 minuten om
de 12V-accu op te laden.
Als “Charging System Malfunction See Owner’s Manual” (Storing oplaadsysteem. Zie
handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing opgetreden in laadsysteem Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Als “The Traction Battery Temp is low System put priority on charging to preserve
battery condition” (Temperatuur van tractiebatterij is laag. Systeem geeft prioriteit aan
opladen om batterij te sparen) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De opwarmregeling van de tractiebatterij is in
werking (→blz. 96) Als de opwarmregeling van de tractiebatterij
in werking is, wordt het laadschema niet ge-
bruikt en wordt er geladen.
Dit is een regeling om de tractiebatterij te
beschermen en geen storing.
Als “Check Charging System Close Charging Port Lid See Owner’s Manual” (controleer
laadsysteem, sluit klep laadaansluiting, zie handleiding) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De systeemcontrole is na het DC-laden niet
volledig uitgevoerd. Het EV-systeem kan niet worden gestart tot-
dat de systeemcontrole goed is uitgevoerd.
Voer een systeemcontrole uit volgens de pro-
cedures op blz. 112.
2.2 Laden
139
2
EV-systeem
Page 142 of 610

Als “Charging Stopped Time Limit Reached” (laden gestopt, tijdlimiet bereikt) wordt
weergegeven
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Het DC-laden met de DC-lader is niet voltooid
binnen de gestelde tijd. ■
Afhankelijk van het type DC-lader is de
timer mogelijk zo ingesteld dat hij na een
bepaalde tijd stopt met laden. Ga dit na bij
de beheerder van het laadstation.
Afhankelijk van de staat van de auto wordt de
laadtijd mogelijk langer dan normaal en wordt
het DC-laden mogelijk niet voltooid binnen de
gestelde tijd.
■ Als de airco, de koplampen, het
audiosysteem, enz. worden ingeschakeld,
neemt het elektriciteitsverbruik van de
auto toe. Voer het DC-laden uit nadat alle
bovenstaande functies zijn uitgeschakeld.
■ De temperatuur van de tractiebatterij kan
laag zijn. Voer het DC-laden uit na het
opwarmen van de tractiebatterij.
Als “Charging Stopped Check Charging Source or Vehicle” (laden gestopt, controleer
laadbron of auto) wordt weergegeven
Waarschijnlijke oorzaak Correctieprocedure
Storing in het vergrendelsysteem van de
stekker. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
2.2 Laden
140
Page 143 of 610
3.1 Instrumentenpaneel...........142
3.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes ..........142
3.1.2 Meters en tellers ..........146
3.1.3 Multi-informatiedisplay ......149
Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes3
141
Page 144 of 610

3.1 Instrumentenpaneel
3.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes
De waarschuwingslampjes en controlelampjes op het instrumentenpaneel en de
buitenspiegels informeren de bestuurder over de status van de diverse systemen van de
auto.
Waarschuwingslampjes en controlelampjes die op het instrumentenpaneel worden
weergegeven
Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle
waarschuwingslampjes en controlelampjes brandend afgebeeld.
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de
aangegeven systemen van de auto.
(Rood)Waarschuwingslampje
remsysteem
*1
(→blz. 462)
(Geel)Waarschuwingslampje
remsysteem
*1
(→blz. 462)
Laadstroomcontrole-
lampje*2(→blz. 462)
Waarschuwingslampje
SRS*1(→blz. 463)
Waarschuwingslampje
ABS*1(→blz. 463)
Waarschuwingslampje
onjuiste bediening pe-
daal
*2(→blz. 463)
(Rood) Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrach-
tiging*1(→blz. 463)
(Geel)Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrach-
tiging*1(→blz. 463)
Waarschuwingslampje
tractiebatterij ontladen
(→blz. 464)
3.1 Instrumentenpaneel
142