Page 393 of 610
Bekerhouders
Voor
Schuif de klep naar achteren.
Achter
Trek de armsteun naar beneden.
WAARSCHUWING!
Voorwerpen die niet in de
bekerhouders mogen worden
geplaatst
Zet niets anders in de bekerhouders
dan bekers of blikjes. Andere
voorwerpen kunnen bij een ongeval of
plotseling remmen naar buiten worden
geslingerd en letsel veroorzaken. Dek
indien mogelijk warme dranken af om
verbranding te voorkomen.Fleshouders
Voor
Achter
Fleshouders
• Sluit de kap als er een fles wordt
opgeborgen.
• De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte
of vorm ervan.OPMERKING
Zaken die niet in de fleshouders
mogen worden geplaatst
Plaats geen flessen zonder dop of glazen
of papieren bekers met vloeistof in de
fleshouders. De inhoud kan gemorst
worden en het glas kan breken.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
391
6
Voorzieningen in het interieur
Page 394 of 610

Pasjeshouders
Klap de zonneklep omlaag.
Extra opbergvak (auto's zonder
draadloze lader)
Druk op de klep om het extra opbergvak
te openen.
Open opbergvakWAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Neem bij het plaatsen van voorwerpen
in het open opbergvak de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dit
niet doet, kunnen voorwerpen uit het
opbergvakje worden geslingerd bij
plotseling remmen of een
uitwijkmanoeuvre. Daarbij kunnen deze
voorwerpen het bedienen van de
pedalen hinderen of de bestuurder
afleiden, wat tot een ongeval kan
leiden.
• Plaats geen voorwerpen in hetopbergvakje die er gemakkelijk uit
kunnen schuiven of rollen.
• Stapel voorwerpen niet zodanig in het opbergvak dat ze boven de rand
van de inzetbak uitkomen.
• Plaats geen voorwerpen in het opbergvak die hoger zijn dan de rand
van de inzetbak.
6.3.2 Voorzieningen in de
bagageruimte
Bagagehaken
Klap de haken omhoog om ze te
gebruiken.
In de bagageruimte zijn haken aanwezig
waaraan bagage kan worden vastgezet.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
392
Page 395 of 610

ABovenste haak (sjoroog)
BBovenste haak (tashaak)
COnderste haak
WAARSCHUWING!
Als de bagagehaken niet in gebruik
zijn
Om letsel te voorkomen, dienen de
haken altijd in de opbergpositie te
worden teruggezet wanneer ze niet
worden gebruikt.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
bovenste haak (tashaak)
Hang geen voorwerpen zwaarder dan
4 kg aan de bovenste haak (tashaak).
Afdekplaat
De hoogte van de afdekplaat instellen
De hoogte van de afdekplaat kan worden
gewijzigd door de afdekplaat te verlagen
ten opzichte van de vloer.
AOmhoog
BOmlaag 1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog
en beweeg hem naar u toe om hem te
verwijderen.
2. Plaats de afdekplaat in de groef en schuif hem naar voren.
De afdekplaat rechtop zetten
De afdekplaat kan rechtop worden gezet
om het gereedschap gemakkelijk te
kunnen pakken.
Keer de plaat om wanneer de achterkant
(antislipzijde) van de afdekplaat naar
boven is gericht. 1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog en klap hem naar voren.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
393
6
Voorzieningen in het interieur
Page 396 of 610

2. Plaats de rand, terwijl de afdekplaatrechtop staat, in de uitsparingen.
WAARSCHUWING!
Bij handelingen met de afdekplaat
Plaats niets op de afdekplaat wanneer u
de afdekplaat bedient. Anders kunnen
uw vingers bekneld raken of kan een
ongeval ontstaan met letsel als gevolg.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd de afdekplaat gesloten. Bij
plotseling remmen kan letsel ontstaan
doordat een inzittende wordt geraakt
door de bagageafdekking of door items
die onder de afdekplaat zijn
opgeborgen.
Opbergvakje onder de afdekplaat
Trek de afdekplaat met de lus omhoog en
klap hem naar voren.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Houd de afdekplaat gesloten. Bij
plotseling remmen kan letsel ontstaan
doordat een inzittende wordt geraakt
door de bagageafdekking of door items
die onder de afdekplaat zijn
opgeborgen.
Gevarendriehoek
Afhankelijk van de afmeting en vorm van
de gevarendriehoekdoos, kan deze
mogelijk niet worden opgeborgen.
Bagageafdekking (indien aanwezig)
Verwijderen van de
bagageafdekkingunit 1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog en klap hem naar voren. (→Blz. 393)
2. Verwijder de bagageafdekkingunit.
Plaatsen van de bagageafdekking 1. Duw beide uiteinden van de bagageafdekking in en steek deze in
de uitsparingen om de
bagageafdekking te plaatsen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
394
Page 397 of 610

2. Trek de afdekking uit de houder enbevestig hem aan de haakjes.
Verwijderen van de bagageafdekking 1. Maak de afdekking los van de linker en rechter bevestigingspunten en laat
hem terugkomen.
2. Druk het uiteinde van de bagageafdekking in en beweeg de
bagageafdekking omhoog. Opbergen van de bagageafdekkingunit
1. Trek de afdekplaat met de lus omhoog en klap hem naar voren. (→Blz. 393)
2. Druk, om de bagageafdekkingunit op te bergen, beide uiteinden samen
totdat ze vergrendeld worden.
1. Steek het linker uiteinde van de bagageafdekkingunit in de uitsparing
aan de linkerzijde van de
bagageruimte.
2. Steek het rechter uiteinde van de bagageafdekkingunit in de uitsparing
aan de rechterzijde van de
bagageruimte.
WAARSCHUWING!
Bagageafdekking
• Controleer bij het plaatsen/opbergen van de bagageafdekking of de
bagageafdekking veilig
geplaatst/opgeborgen is. Anders
kunnen de inzittenden bij plotseling
remmen of een aanrijding dodelijk of
ernstig letsel oplopen.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
395
6
Voorzieningen in het interieur
Page 398 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Plaats geen voorwerpen op debagageafdekking. Bij plotseling
remmen of het maken van een bocht
vliegt het voorwerp mogelijk rond en
kan het een inzittende raken. Dit kan
leiden tot een onverwacht ongeval
met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
• Laat kinderen niet op de bagageafdekking klimmen. Dit kan
leiden tot beschadiging van de
bagageafdekking, en mogelijk tot
ernstig letsel bij het kind.
6.4 Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
6.4.1 Elektrisch bedienbaar
zonnescherm*
*Indien aanwezig
Gebruik de schakelaars in de dakconsole
voor het bedienen van het elektrisch
bedienbare zonnescherm.
Bedienen van het elektrisch bedienbare
zonnescherm
1. Openen
*
2. Sluiten*
*
Druk lichtjes op één van de schakelaars
om het elektrisch bedienbare
zonnescherm in een tussenstand te
stoppen. Het elektrisch bedienbare zonnescherm
kan worden gebruikt wanneer:
Het contact AAN staat.
Klembeveiliging voor het elektrisch
bedienbare zonnescherm
• Als tijdens het sluiten van het
elektrisch bedienbare zonnescherm
een object bekneld raakt tussen het
zonnescherm en het frame, stopt de
beweging van het zonnescherm en
wordt het zonnescherm weer iets
geopend.
• Wanneer de klembeveiliging heeft gewerkt, zal het elektrisch bedienbare
zonnescherm niet in de sluitrichting
bewegen, zelfs niet als de zijde CLOSE
van de schakelaar nogmaals wordt
ingedrukt, totdat het zonnescherm
volledig de andere richting op is
bewogen.
• Het elektrisch bedienbare zonnescherm beweegt mogelijk in de
andere richting als het zonnescherm
aan schokken wordt blootgesteld als
gevolg van de omgevings- of
rijomstandigheden.
Als het elektrisch bedienbare
zonnescherm niet normaal sluit
Voer de onderstaande
initialisatieprocedure uit. 1. Zet het contact AAN.
2. Houd de zijde CLOSE van de schakelaar ingedrukt.
Het schuifdak sluit totdat het bijna
volledig is gesloten en stopt dan.
Vervolgens beweegt het in de
openingsrichting en sluit het daarna
volledig.
Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de
procedure helemaal opnieuw worden
uitgevoerd.
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
396
Page 399 of 610

Als het automatisch openen en sluiten
ook na het uitvoeren van bovenstaande
procedures niet normaal werkt, laat dan
uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
• Controleer of geen van deinzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als het zonnescherm
bediend wordt.
• Laat het elektrisch bedienbare zonnescherm niet bedienen door
kinderen. Het bekneld raken tussen
het frame en het zonnescherm kan
ernstig letsel veroorzaken.
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Het is mogelijk dat deklembeveiliging niet meer werkt als
het zonnescherm bijna gesloten is.
Ook is de klembeveiliging niet
ontworpen om te werken terwijl de
schakelaar wordt ingedrukt. Let erop
dat uw vingers, enz. niet bekneld
raken.
Voorkomen van brandwonden en
letsel
Raak het gedeelte tussen de onderzijde
van het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet aan.
Anders kan uw hand bekneld raken en
kunt u letsel oplopen. Ook kan de
onderzijde van het panoramadak heet
worden en brandwonden veroorzaken
als de auto gedurende langere tijd
wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
6.4.2 Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen
1. Klap de zonneklep omlaag om deze in de vooruitgerichte stand te zetten.
2. Klap de zonneklep omlaag, maak de klep los en draai deze naar de zijkant
om de zonneklep in de zijdelingse
stand te zetten.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
397
6
Voorzieningen in het interieur
Page 400 of 610

Make-upspiegels
Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
De verlichting gaat branden als het
afdekklepje opzij geschoven wordt.
Make-upverlichting
Als de make-upverlichting blijft branden
nadat het contact UIT is gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch
uit.
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de make-upverlichting niet langer
branden dan noodzakelijk is als het
EV-systeem is uitgeschakeld.
Accessoireaansluiting
Gebruik deze als voeding voor
elektronische accessoires die minder dan
12V gelijkstroom/10 A verbruiken
(stroomverbruik van 120 W).
Zorg er bij het gebruik van elektronische
accessoires voor dat het stroomverbruik
van alle aangesloten
accessoireaansluitingen lager is dan
120 W.
Open het klepje. De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Als het EV-systeem wordt
uitgeschakeld
Koppel aangesloten elektrische
apparaten met een oplaadfunctie, zoals
een powerbank, los.
Als dergelijke apparaten niet worden
losgekoppeld, wordt het EV-systeem
mogelijk niet op de normale manier
uitgeschakeld.OPMERKING
Wanneer de accessoireaansluiting niet
in gebruik is
Sluit de accessoireaansluiting af met het
kapje als de aansluiting niet in gebruik is,
om schade aan de accessoireaansluiting
te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die
in de accessoireaansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting
veroorzaken.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de accessoireaansluiting niet
langer dan noodzakelijk is als het
EV-systeem niet is ingeschakeld.
Onjuiste werking van de auto
voorkomen
Zorg ervoor dat alle laadaccessoires,
zoals draagbare laders, powerbanks, enz.
losgekoppeld zijn van de
accessoireaansluitingen als het contact
uit wordt gezet.
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
398