Page 489 of 610

deskundige als het probleem niet
verholpen kan worden of als de
reparatieprocedure niet bekend is.
Noodstartfunctie
Wanneer het EV-systeem niet start, maar
de startknop normaal werkt, kan het
EV-systeem aan de hand van de volgende
stappen voorlopig worden gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.1. Activeer de parkeerrem.
2. Zet het contact in stand ACC.
*
3. Houd de startknop gedurende 15 seconden ingedrukt terwijl het
rempedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het EV-systeem met behulp van
deze stappen kan worden gestart, kan er
een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*Instelling kan worden aangepast aan de
persoonlijke voorkeur. (→Blz. 508)
8.2.7 Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige kan een nieuwe sleutel
maken met behulp van de andere
originele sleutel en het sleutelnummer op
uw plaatje met sleutelnummer. Bewaar
het plaatje met het sleutelnummer op
een veilige plaats buiten de auto,
bijvoorbeeld in uw portemonnee.
OPMERKING
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk
met alle overgebleven elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd naar
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
8.2.8 Als de kleppen van de
laadaansluitingen niet kunnen
worden geopend
Als de klepjes van de laadaansluitingen
niet op de normale manier kunnen
worden geopend, volg dan de
onderstaande procedure om ze te
openen.
Openen van de klepjes van de
laadaansluitingen
1. Open de motorkap.
2. Trek aan de ring van de noodontgrendelingshendel om deze
los te maken uit de klem.
3. Plaats de ring horizontaal, richting de binnenzijde van de auto.
Nadat het ontgrendelen is voltooid,
klikt u de ring weer vast op zijn
oorspronkelijke plaats.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
487
8
Bij problemen
Page 490 of 610

ANoodontgrendelingshendel
Wanneer u de
noodontgrendelingshendel gebruikt om
de kleppen te ontgrendelen
Houd u aan het volgende.
• Oefen geen overmatige kracht uit op de ring
• Trek de ring niet te ver in horizontale richting
Gebruik de hendel alleen in
noodgevallen.
Laat, als het probleem blijft bestaan, de
auto direct nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
8.2.9 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken (→blz. 180) of de
elektronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is, werken
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening niet. In
dergelijke gevallen kunnen de portieren
en de achterklep worden geopend of kan
het EV-systeem worden gestart volgens
onderstaande procedure. Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
• Controleer of het Smart
entry-systeem met startknop niet is
uitgeschakeld door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Is de functie
uitgeschakeld, schakel hem dan in.
• Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie
ingeschakeld, schakel hem dan uit.
(→Blz. 180)
OPMERKING
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle
elektronische sleutels die bij uw auto zijn
geleverd, naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren
Gebruik de mechanische sleutel
(→blz. 158) om de volgende handelingen
uit te voeren:
1. Vergrendelen van alle portieren
2. Ontgrendelen van alle portieren
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
488
Page 491 of 610

Aan de sleutel gekoppelde functies1. Sluiten van de ruiten (draaien en vasthouden)
*
2. Openen van de ruiten (draaien envasthouden)*
*
Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij het gebruik van de mechanische
sleutel en het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruiten
Bedien de elektrisch bedienbare ruit
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld raakt tussen de
ruit.
Laat tevens de mechanische sleutel
niet bedienen door kinderen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt
te zitten door het bedienen van de
elektrisch bedienbare ruit.
Starten van het EV-systeem 1. Trap het rempedaal in.
2. Houd de elektronische sleutel tegen de startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gesignaleerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet. Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen,
wordt het contact in stand ACC gezet.
3. Trap het rempedaal stevig in en controleer of
op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
4. Druk op de startknop. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het
EV-systeem nog steeds niet kan
worden gestart.
Uitzetten van het EV-systeem
Activeer de parkeerrem, selecteer stand P
en druk op de startknop zoals u normaal
doet bij het uitschakelen van het
EV-systeem.
Batterij elektronische sleutel
Omdat deze procedure een
noodmaatregel is, wordt geadviseerd de
batterij van de elektronische sleutel zo
snel mogelijk te laten vervangen als deze
ontladen is. (→Blz. 449)
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
489
8
Bij problemen
Page 492 of 610

Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet
ingeschakeld als de mechanische sleutel
wordt gebruikt om de portieren te
vergrendelen. Het alarm kan worden
geactiveerd als een portier met de
mechanische sleutel wordt ontgrendeld
terwijl het alarmsysteem is ingeschakeld.
(→Blz. 61)
Wijzigen van de standen van het
contact
Laat het rempedaal los en druk tijdens
stap3hierboven op de startknop. Het
EV-systeem wordt niet ingeschakeld en
de stand verandert iedere keer dat de
knop wordt ingedrukt. (→Blz. 218)
8.2.10 Als de 12V-accu is
ontladen
Als de 12V-accu van de auto ontladen is,
kan het EV-systeem met behulp van de
onderstaande procedures worden
gestart.
U kunt contact ook opnemen met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Herstarten van het EV-systeem
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met
behulp van de onderstaande
hulpstartprocedure.
1. Controleer of u de elektronische sleutel bij u hebt.
Afhankelijk van de situatie kan bij het
aansluiten van de startkabels het
alarm worden geactiveerd en kunnen
de portieren worden vergrendeld.
(→Blz. 63) 2. Open de motorkap (→blz. 419).
3. Open het kapje van de pluspool (+)
van de accu.
Druk op de klauw en open de afdekkap
zoals aangegeven in de afbeelding.
4. Sluit de positieve startkabelklem aan op
Avan uw auto en sluit de klem
aan de andere zijde van de positieve
startkabel aan op
Bvan de tweede
auto. Sluit vervolgens de negatieve
kabelklem aan op
Cvan de tweede
auto en sluit de klem aan de andere
zijde van de negatieve startkabel aan
op
D.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
490
Page 493 of 610

APluspool (+) accu (uw auto)
BPluspool (+) accu (tweede auto)
CMinpool (-) accu (tweede auto)
DStevig, niet-bewegend,
niet-gelakt metalen punt, ver weg van
de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
5. Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde
toerental draaien om de 12V-accu van
uw auto op te laden.
6. Open en sluit een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
7. Laat de motor van de tweede auto met een iets verhoogd toerental
draaien en start het EV-systeem van
uw auto door het contact AAN te
zetten.
8. Controleer of het controlelampje READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
9. Verwijder de startkabels als het EV-systeem is gestart in exact de
omgekeerde volgorde van aansluiten. 10. Sluit het kapje van de pluspool (+) van
de accu.
Laat, nadat het EV-systeem is gestart, de
auto zo snel mogelijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Starten van het EV-systeem wanneer
de 12V-accu ontladen is
Het EV-systeem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
• Zet de koplampen, de airconditioning, het audiosysteem, enz. uit als het
EV-systeem is uitgeschakeld.
• Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er
gedurende langere tijd met lage
snelheden gereden wordt,
bijvoorbeeld in een file.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
491
8
Bij problemen
Page 494 of 610

Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan
ontladen, zelfs wanneer de auto niet in
gebruik is. Dit wordt veroorzaakt door
natuurlijke ontlading en het effect van
bepaalde elektrische apparatuur. Als de
auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de 12V-accu ontladen en kan het
EV-systeem mogelijk niet meer worden
gestart. (De 12V-accu laadt automatisch
op wanneer het EV-systeem in werking
is.)
Als de 12V-accu verwijderd of
ontladen is
• De in de ECU opgeslagen informatiewordt gewist. Laat wanneer de
12V-accu volledig is ontladen de auto
nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in sommige gevallen niet mogelijk
om de portieren te ontgrendelen met
het Smart entry-systeem met
startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
• Mogelijk start het EV-systeem niet bij de eerste poging nadat de 12V-accu
weer is opgeladen, maar start hij wel
normaal na de tweede poging. Dit
wijst niet op een storing.
• De stand van het contact wordt door de auto geregistreerd. Wanneer de
12V-accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand
die was geselecteerd voordat de
12V-accu ontladen was. Zorg dat het
contact UIT staat voordat de
12V-accu wordt losgenomen. Wees
extra voorzichtig bij het aansluiten
van de 12V-accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond
voordat de 12V-accu werd opgeladen. • Als de 12V-accu ontladen raakt, is het
wellicht niet mogelijk om de
transmissie in een andere stand te
zetten. In dat geval kan de auto alleen
worden gesleept met beide
voorwielen van de grond, aangezien
de voorwielen geblokkeerd zijn.
• De elektrisch bedienbare achterklep (indien aanwezig) moet worden
geïnitialiseerd. (→Blz. 173)
Vervangen van de 12V-accu
• Gebruik een 12V-accu die voldoet aan de Europese wetgeving.
• Gebruik een 12V-accu van hetzelfde formaat als de vorige (LN1), met een
gelijkwaardige capaciteit van 20 uur
(20HR) (45 Ah) of meer, en een
gelijkwaardig koudstartvermogen
(CCA) (286 A) of meer.– Als het formaat verschilt, kan de 12V-accu niet goed worden
bevestigd.
– Als er een verkeerde 12V-accu wordt gebruikt, nemen de prestaties
van de accu mogelijk af en kan het
EV-systeem mogelijk niet worden
herstart.
– Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan
de 12V-accu ontladen en kan het
EV-systeem mogelijk niet meer
worden gestart.
Neem voor meer informatie zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij het losnemen van de
12V-accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-).
Als de pluspool (+) bij het verwijderen
in contact komt met metalen
onderdelen in de buurt, kunnen er
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
492
Page 495 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
vonken ontstaan waardoor brand kan
ontstaan. Ook kunt u een elektrische
schok krijgen en ernstig letsel oplopen.
Voorkomen van brand en explosie van
de 12V-accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om te
voorkomen dat het licht ontvlambare
gas dat uit de 12V-accu kan komen, per
ongeluk tot ontbranding komt:
• Zorg ervoor dat de startkabelaangesloten wordt op de juiste
accupool en niet per ongeluk in
aanraking komt met een ander
onderdeel dan de bedoelde accupool.
• Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aangesloten startkabel niet in
contact komt met andere onderdelen
of metalen oppervlakken, zoals
metalen steunen en ongelakt metaal.
• Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen
met elkaar.
• Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de 12V-accu.
Voorzorgsmaatregelen 12V-accu
De 12V-accu bevat giftige en
corrosieve elektrolyt en de onderdelen
van de accu bevatten lood en
loodhoudende samenstellingen. Neem
bij het omgaan met de 12V-accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
• Draag bij het werken met de 12V-accu altijd een veiligheidsbril en
zorg ervoor dat de accuvloeistof niet
in contact komt met de huid, kleding
of de carrosserie van de auto.
• Leun niet over de 12V-accu heen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Was accuvloeistof (zuur), die op de huid of in de ogen terecht is
gekomen, direct weg met water en
raadpleeg een arts. Bedek de plaats
waar de accuvloeistof op
terechtgekomen is met een natte
spons of doek totdat er medische
hulp kan worden verkregen.
• Was altijd uw handen nadat u de 12V-accu of de accu-gerelateerde
onderdelen hebt aangeraakt.
• Houd kinderen uit de buurt van de 12V-accu.
Vervangen van de 12V-accu
• Wanneer de ontluchtingsnippel zich in de buurt van de klembeugel
bevinden, kan er accuvloeistof (zuur)
lekken.
• Neem voor meer informatie over het vervangen van de accu contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de
startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilator.
8.2.11 Als uw auto oververhit
raakt
Wanneer “EV System overheated Output
power reduced” (EV-systeem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is uw auto mogelijk
oververhit.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
493
8
Bij problemen
Page 496 of 610

OPMERKING
Koelvloeistof koelsysteem
Voor de radiateur wordt een specifieke
koelvloeistof gebruikt. Er kan schade
ontstaan wanneer er water of een ander
soort koelvloeistof wordt gebruikt.
Gebruik dus nooit andere soorten
vloeistof. Neem direct contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u niet beschikt over
Toyota Genuine Traction Battery
Coolant.
Correctieprocedures1. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en schakel de
airconditioning uit.
2. Laat het EV-systeem ingeschakeld en open de motorkap voorzichtig.
3. Controleer of de koelventilator draait. Als de ventilator draait: Wacht tot de
melding “EV System overheated
Output power reduced” (EV-systeem
oververhit. Gereduceerd
uitgangsvermogen) verdwijnt en zet
dan het EV-systeem uit. Neem, als de
melding niet verdwijnt, contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de ventilator niet draait: Schakel
het EV-systeem onmiddellijk uit en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Controleer nadat het EV-systeem is afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
ARadiateur
BKoelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
5. Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes MAX en
MIN bevindt.
AReservoir
BBovenste streepje (MAX)
COnderste streepje (MIN)
6. Als het koelvloeistofniveau te laag is, vul dan bij met Toyota Genuine
Traction Battery Coolant.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
494