Page 121 of 610

Wijzigen van de geregistreerde
laadschema's
De geregistreerde laadschema's kunnen
worden gewijzigd of gewist.1. Voer stap 1totenmet5 van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 117) uit en geef
het scherm “Geplande gebeurt.” weer.
Er wordt een lijst met geregistreerde
laadschema's weergegeven.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt wijzigen en houd
vervolgens
ingedrukt.
Het scherm “Edit Event” (gebeurtenis
bew.) wordt weergegeven.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt bewerken, druk
op
en voer de noodzakelijke
handeling uit. • “Edit” (bewerken)
Wijzig de gewenste instellingen zoals
beschreven vanaf stap 7van de
procedure “Registreren van het
laadschema”. (→Blz. 117)
Druk op
om terug te keren naar
het vorige scherm.
• “Delete” (verwijderen) Er wordt een bevestigingsscherm
voor het verwijderen weergegeven.
Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op
om het geselecteerde laadschema te
verwijderen.
Selecteer “No” (nee) en druk op
om het wissen te annuleren.
Druk op
om terug te keren naar
het vorige scherm.
Instellen van “Nu opladen” op “Aan”.
De instelling “Nu opladen” kan worden
gewijzigd door het uitvoeren van een van
de twee onderstaande procedures.
Via het scherm “Oplaadschema” 1. Voer stap 1totenmet4 van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 117) uit en geef
het scherm “Oplaadschema” weer.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Nu opladen”
te selecteren en druk vervolgens op
.
Elke keer als op
wordt gedrukt,
schakelt “Nu opladen” tussen “Aan” en
“Uit”.
Via het scherm “Closing Display”
(eindscherm)
*
*
Als “Closing Display” (eindscherm) niet
is ingesteld op “Charging Schedule”
(oplaadschema) op het scherm
van
het multi-informatiedisplay, wordt het
“Closing Display” (eindscherm) niet
2.2 Laden
119
2
EV-systeem
Page 122 of 610

weergegeven. Controleer in dat geval de
instellingen op het
multi-informatiedisplay1. Zet het contact UIT. Het scherm “Closing Display” (eindscherm) wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
(Als het portier is geopend terwijl u
wacht op het laadschema, wordt
hetzelfde scherm weergegeven.)
2. Druk op
om “Nu opladen” “Aan”
te zetten.
Na het voltooien van de instellingen
wordt met laden begonnen zodra de
AC-laadstekker is aangesloten.
“Volgende geb.” weergeven 1. Voer stap 1totenmet4 van de
procedure “Registreren van het
laadschema” (→blz. 117) uit en geef
het scherm “Oplaadschema” weer.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om “Volgende
geb.” te selecteren en druk vervolgens
op
.
Het scherm “Volgende geb.” wordt
weergegeven.
Wanneer het instellen van het
laadschema wordt geannuleerd
Onder de volgende omstandigheden
wordt het instellen van het laadschema
geannuleerd.
• Het contact wordt bediend voordat de instellingen zijn bevestigd
• De auto rijdt weg
• Er wordt een display weergegeven met een hogere prioriteit dan dat van
de instelling voor het laadschema
OPMERKING
Tijdens het instellen
Zorg ervoor dat bij het instellen bij
uitgeschakeld EV-systeem de 12V-accu
niet ontladen raakt. Instellingen uitvoeren op het scherm
van het multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor meer informatie
over de bediening van het scherm van het
audiosysteem.
Instellingen met betrekking tot het
laadschema worden uitgevoerd op het
scherm “Oplaadschema”.
Weergeven van het scherm
“Oplaadschema”
1. Zet het contact AAN en geef het menuscherm weer.
Het is in stand ACC niet mogelijk om
de instellingen van het oplaadschema
te beheren.
ACONTACT AAN
2. Selecteer
en “Oplaadschema”, in
die volgorde. Het scherm
“Oplaadschema” wordt weergegeven.
2.2 Laden
120
Page 123 of 610
Lezen van het scherm “Oplaadschema”
ALaadschema's
Geeft met behulp van iconen het
geregistreerde laadschema van een
week weer in een lijst.
BToets “Voeg toe”
Hiermee kunt u een nieuw item
toevoegen aan het laadschema.
(→Blz. 121)
CToets “Bewerken”
Hiermee kunt u geregistreerde items
toevoegen aan of wissen in het
laadschema. (→Blz. 123)
DToets “Nu laden”
Elke keer als op de toets wordt
gedrukt, schakelt “Nu laden” tussen
“Aan” en “Uit”. (→Blz. 123)
ETerugtoets Hiermee kunt u het scherm
“Oplaadschema” sluiten.
Registreren van het laadschema
1. Geef het scherm “Oplaadschema” weer. (→Blz. 120)
2. Druk op “Voeg toe”. Het scherm “Gebeurtenis toevoegen”
wordt weergegeven.
3. Wijzig het schema naar de gewenste tijd.
• Laadmodus
Druk op “Beginnen op ingestelde tijd”
of “Beginnen en stoppen op vaste
tijden” om de gewenste laadmodus in
te stellen.
• Wanneer “Beginnen op ingestelde tijd” wordt geselecteerd
2.2 Laden
121
2
EV-systeem
Page 124 of 610

Stel de starttijd voor het laden in en
druk op OK.
• Wanneer “Beginnen en stoppen op vaste tijden” wordt geselecteerd
Stel de starttijd en stoptijd voor het
laden in en druk op OK.
• Herhaalde instellingen
Selecteer de dag van de week en druk
op OK. Indien ingeschakeld, wordt het
laadschema op die dag herhaald. Het
is mogelijk meer dan één dag aan te
zetten.
4. Druk op “Opslaan” als het instellen voltooid is.
Het laadschema is geregistreerd en er
wordt een icoon toegevoegd aan het
schema.
Druk op de terugtoets om de registratie
van het laadschema te annuleren.
Na het voltooien van de instellingen zal,
als het contact UIT is gezet en de
AC-laadstekker wordt aangesloten op de
auto, het laden worden uitgevoerd
volgens de instellingen van het
laadschema.
Aan- en uitzetten van de laadschema's 1. Geef het scherm “Oplaadschema” weer. (→Blz. 120)
2. Druk op “Bewerken”. Het scherm “Gebeurtenissen” wordt
weergegeven.
3. Selecteer uit de items die op het scherm worden weergegeven “aan” of
“uit” in de rij van het laadschema dat u
wilt wijzigen.
Als het laadschema dat u wilt wijzigen
niet op het scherm wordt weergegeven,
scrol dan door de lijst om het weer te
geven.
Elke keer dat op de toets wordt gedrukt,
wisselt het geselecteerde laadschema
tussen aan en uit.
2.2 Laden
122
Page 125 of 610

Wijzigen van de geregistreerde
laadschema's1. Geef het scherm “Oplaadschema” weer. (→Blz. 120)
2. Druk op “Bewerken”. Het scherm “Geplande gebeurt.”
wordt weergegeven.
3. Druk op “Bewerken” op het scherm “Gebeurtenissen”.
4. Selecteer uit de items die op het scherm worden weergegeven het
laadschema dat u wilt wijzigen. • Geregistreerde items wijzigen:
Wijzig de gewenste instellingen zoals
beschreven in stap
3en 4van de
procedure “Registreren van het
laadschema”. (→Blz. 121)
Wanneer een instelling wordt gewijzigd,
wordt ook het icoon ervan op de
kalender gewijzigd.
• Geregistreerde items wissen:
Druk op “Verwijder”.
Er verschijnt een bericht ter bevestiging
van het wissen.
Druk op “Verwijder” om het
geselecteerde laadschema te wissen.
Druk op “Annuleren” of de terugtoets
om het wissen te annuleren.
Wanneer een laadschema wordt gewist,
wordt het icoon ervan ook gewist van de
kalender.
“Nu opladen” inschakelen
1. Geef het scherm “Oplaadschema” weer. (→Blz. 120)
2. Druk op “Nu laden”.
Elke keer als op de toets wordt gedrukt,
schakelt “Nu laden” tussen “Aan” en
“Uit”.
Na het voltooien van de instellingen
wordt met laden begonnen zodra de
AC-laadstekker is aangesloten.
2.2 Laden
123
2
EV-systeem
Page 126 of 610

Wijzigen van “Volgende geb.”
Als de multimedia-instelling “ACC
customize” (aanpassen ACC) niet is
ingesteld op OFF (uit), wordt het
eindscherm niet weergegeven.
Controleer in dat geval de instellingen
van het multimediasysteem.
Zet het contact UIT.
De volgende gebeurtenis wordt
weergegeven overeenkomstig de
instellingen van het laadschema.
Wanneer op OK wordt gedrukt, wordt het
scherm “Volgende keer laden” gesloten.
Wanneer op “Nu laden” wordt gedrukt,
wordt “Nu laden” ingeschakeld.
Wanneer alle laadschema's worden
uitgeschakeld
Het icoon wordt niet weergegeven op het
scherm “Oplaadschema”.
Het icoon kan worden weergegeven door
het in te schakelen op het scherm
“Gebeurtenissen”.
Wanneer het instellen van het
laadschema wordt geannuleerd
Onder de volgende omstandigheden
wordt het instellen van het laadschema
geannuleerd.
• Het contact wordt UIT gezet voordatde instellingen zijn bevestigd
• De auto rijdt weg
• Er wordt een display weergegeven met een hogere prioriteit dan dat van
de instelling voor het laadschema
OPMERKING
Tijdens het instellen
Zorg ervoor dat bij het instellen bij
uitgeschakeld EV-systeem de 12V-accu
niet ontladen raakt.
2.2.11 Gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
Als de laadkabel is aangesloten op de
auto, kunnen elektrische componenten,
zoals de airconditioning en het
audiosysteem, worden gebruikt met de
voeding van de externe voedingsbron.
Inschakelen van de “Mijn
ruimte-modus”
1. Sluit de laadkabel aan op de auto om het laden te starten.
AC-laden: →blz. 102
DC-laden: →blz. 110
2. Zet het contact AAN tijdens het laden. De instellingen voor de “Mijn
ruimte-modus” worden automatisch
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
3. Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om “Yes” ( ja) te
selecteren en druk vervolgens op OK.
De “Mijn ruimte-modus” wordt
gestart en de airconditioning, het
audiosysteem, enz. kunnen worden
gebruikt.
Selecteer “No” (nee) en druk op OK als
de “Mijn ruimte-modus” niet wordt
gebruikt.
Zet het contact UIT om de “Mijn
ruimte-modus” uit te schakelen.
De “Mijn ruimte-modus” wordt
automatisch uitgeschakeld als het
DC-laden voltooid is.
2.2 Laden
124
Page 127 of 610

Weergave van informatie over
energiebalans als “Mijn ruimte-modus”
is ingeschakeld
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
ingeschakeld, wordt de energiebalans
automatisch weergegeven op het
multi-informatiedisplay en kan er een
schatting van de energiebalans (balans
tussen energievoorziening en
energieverbruik) tijdens het gebruik van
de “Mijn ruimte-modus” worden
gecontroleerd.
AOntladen (-)
BLaden (+)
De grootte van de pijl verandert
afhankelijk van de
energievoorziening en het
energieverbruik.
Als het energieverbruik hoger is dan
de energievoorziening, wordt
A
groter weergegeven dan .
Als de energievoorziening en het
energieverbruik gelijk zijn, worden
AenBeven groot weergegeven.
Als een portier wordt ontgrendeld bij
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
De laadstekker wordt ontgrendeld, het
laden wordt onderbroken en de “Mijn
ruimte-modus” wordt uitgeschakeld.
Sluit de AC-laadkabel weer aan en schakel
de “Mijn ruimte-modus” in om de “Mijn
ruimte-modus” weer te gebruiken. Als u gebruikmaakt van de “Mijn
ruimte-modus” bij een openbaar
laadstation, moet de procedure voor het
beginnen met laden met behulp van de
lader mogelijk opnieuw worden
uitgevoerd vóór het inschakelen van de
“Mijn ruimte-modus”.
Weergave op instrumentenpaneel
tijdens laden
Als tijdens het laden ongeveer
100 seconden verstreken zijn nadat het
contact AAN is gezet en de “Mijn
ruimte-modus” niet is ingeschakeld, gaat
het contact automatisch UIT.
Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
kan het volgende gebeuren
• Als de resterende lading in de
tractiebatterij de onderlimiet bereikt,
wordt de airconditioning automatisch
uitgeschakeld. In dat geval kan de
airconditioning niet worden gebruikt
totdat de resterende lading in de
tractiebatterij toeneemt. Zet het
contact UIT en schakel de “Mijn
ruimte-modus” in als de resterende
lading in de tractiebatterij toeneemt.
• Als de portieren tijdens de “Mijn ruimte-modus” worden ontgrendeld,
wordt de AC-laadstekker ontgrendeld
en wordt de “Mijn ruimte-modus”
onderbroken. Voer de procedure uit
om de “Mijn ruimte-modus” weer te
starten en gebruiken. (→Blz. 124)
Daarnaast moet bij gebruik van een
AC-lader bij een openbaar laadstation
de procedure voor het starten van de
lader worden uitgevoerd alvorens de
“Mijn ruimte-modus” te gebruiken.
• De laadtijd van de tractiebatterij wordt langer.
• Afhankelijk van de conditie van de radiogolf kunnen er geluiden
hoorbaar zijn uit de radio.
• De omgeving van de ingebouwde tractiebatterijlader in het
elektromotorcompartiment kan heet
worden.
2.2 Laden
125
2
EV-systeem
Page 128 of 610

• Het waarschuwingslampje elektrischestuurbekrachtiging (geel) wordt
mogelijk ingeschakeld, maar dat duidt
niet op een storing.
Gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
tijdens DC-laden
Wanneer de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt tijdens DC-laden, is de
ladingstoestand na voltooiing lager dan
wanneer de “Mijn ruimte-modus” niet
wordt gebruikt.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl de tractiebatterij
volledig geladen is
Als het contact AAN wordt gezet terwijl
de tractiebatterij volledig geladen is en
de laadstekker die energie levert, aangesloten is, wordt “Charging Port Lid
is Open” (klep oplaadpoort is open)
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Druk in dat geval op
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het
instelscherm van de “Mijn
ruimte-modus” weer te geven en
selecteer vervolgens “Mijn
ruimte-modus”.
Als de “Mijn ruimte-modus” wordt
gebruikt terwijl de tractiebatterij
volledig geladen is, wordt de energie van
de tractiebatterij mogelijk verbruikt. In
dat geval wordt er mogelijk opnieuw
geladen.
Weergave waarschuwingsmelding
Raadpleeg de desbetreffende tabel en voer de juiste correctieprocedures uit als er een
melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay terwijl u de “Mijn
ruimte-modus” probeert in te schakelen of de “Mijn ruimte-modus” wordt gebruikt.
Bericht Correctieprocedure
“Traction Battery is too Low for
“My Room Mode”” (lading trac-
tiebatterij te laag voor “Mijn
ruimte-modus”) Er is geen resterende lading aanwezig in de tractiebatterij
om de “Mijn ruimte-modus” in te schakelen. Wacht totdat
de resterende lading in de tractiebatterij is toegenomen
en schakel de “Mijn ruimte-modus” in.
““My Room Mode” has stopped
due to low traction battery level”
(“Mijn ruimte-modus” is uitge-
schakeld ten gevolge van ontla-
den tractiebatterij) De resterende lading in de tractiebatterij is te laag. Scha-
kel de “Mijn ruimte-modus” uit en laad de tractiebatterij.
““My Room Mode” will stop when
traction battery level is too low
Reduce power usage to continue
using “My Room Mode”” (“Mijn
ruimte-modus” wordt uitgescha-
keld als lading tractiebatterij te
laag is, beperk energieverbruik
om “Mijn ruimte-modus” te blij-
ven gebruiken) Wanneer het energieverbruik van de “Mijn ruimte-modus”
hoger is dan de ladingstoestand, wordt het laadniveau van
de tractiebatterij te laag.
*
■
Als het energieverbruik van de auto niet verbeterd kan
worden, wordt de “Mijn ruimte-modus” uitgeschakeld.
■ Schakel, als u de “Mijn ruimte-modus” wilt blijven
gebruiken, systemen als de airconditioning en het
audiosysteem uit om de resterende lading van de
tractiebatterij te verhogen.
*Als de “Mijn ruimte-modus” is ingeschakeld, kan de energiebalans worden gecontroleerd
op het multi-informatiedisplay.
2.2 Laden
126