Page 513 of 610

BSM (Blind Spot Monitor)*(→blz. 288)
FunctieStandaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursin- stellingABC
Helderheid indicator in bui- tenspiegel Helder Gedimd — O —
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende auto (gevoeligheid) Gemiddeld
Vroeg
—O—
Laat
BSM (Blind Spot Monitor) Aan Uit — O —
*Indien aanwezig
Toyota Parking Assist-sensor
*1(→blz. 298)
Functie Standaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursin- stellingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan Uit — O —
Zoemervolume
*2Niveau 2 Niveau 1
—O—
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
*1(→blz. 306)
Functie Standaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursin- stellingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) Aan Uit — O —
Zoemervolume
*2Niveau 2 Niveau 1
—O—
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de Toyota Parking
Assist-sensor.
RCD (Rear Camera Detection)
*(blz. 311)
Functie Standaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursin- stellingABC
RCD-functie (Rear Camera Detection) Aan Uit — O —
*Indien aanwezig
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
511
9
Voertuigspecificaties
Page 514 of 610

PKSB (Parking Support Brake)*(→blz. 315)
FunctieStandaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursin- stellingABC
PKSB-functie (Parking Sup- port Brake) Aan Uit — O —
*Indien aanwezig
SEA (Safe Exit Assist)
*1(→blz. 293)
Functie Standaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursin- stellingABC
Safe Exit Assist AanUit — O —
Gevoeligheid signalering*2Gemiddeld Vol — O —
Bijna leeg
Weergave buitenspiegels
*2Aan Uit — O —
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings
Airconditioning (→blz. 377)
Functie Standaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursinstel- lingABC
Automatische bediening toets A/C Aan Uit O — O
Op afstand bedienbare airconditioning (→blz. 383)
FunctieStandaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursinstel- lingABC
Werking starten via de toetsA/C van de afstandsbedie- ning Houd 0,8 secon-
den ingedrukt Een keer indruk-
ken
—— O
Twee keer in-
drukken
Houd 2,4 secon- den ingedrukt
Uit
Werking stoppen via de toets A/C van de afstandsbedie- ning Twee keer in-
drukken Een keer indruk-
ken
—— O
Houd 0,8 secon-
den ingedrukt
Houd 2,4 secon- den ingedrukt
Uit
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
512
Page 515 of 610

Verlichting (→blz. 387)
FunctieStandaardin-
stelling Persoonlijke
voorkeursinstel- lingABC
Tijd die verstrijkt voordat deinterieurverlichting uitgaat 15 secondenUit
O—O
7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact UIT is gezet Aan Uit — — O
Werking als de portieren wor- den ontgrendeld Aan Uit — — O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektroni- sche sleutel bij u draagt Aan Uit — — O
Interieurverlichting achter en voetenruimteverlichting
*Aan Uit — — O
*Indien aanwezig
Persoonlijke voorkeursinstellingen
auto
• Wanneer de functie koppeling van portiervergrendeling aan rijsnelheid
en de functie koppeling van
portiervergrendeling aan stand
transmissie allebei zijn ingeschakeld,
werkt de portiervergrendeling als
volgt.– Als de transmissie in een andere stand dan P wordt gezet, worden
alle portieren vergrendeld.
– Als de auto wordt gestart terwijl alle portieren zijn vergrendeld, werkt de
functie koppeling
portiervergrendeling aan rijsnelheid
niet.
– Als de auto wordt gestart terwijl een van de portieren is ontgrendeld,
werkt de functie koppeling van
rijsnelheid aan portiervergrendeling
wel. • Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld, kan de
functie ontgrendelen met
instapfunctie niet worden aangepast.
• Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn ontgrendeld
en de timer automatisch opnieuw
vergrendelen wordt geactiveerd,
worden er signalen gegenereerd
overeenkomstig de instelling van de
bedieningssignaalfunctie
(alarmknipperlichten).
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
513
9
Voertuigspecificaties
Page 516 of 610

9.3 Initialisatie
9.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moet het volgende systeem worden geïnitialiseerd, zodat het weer op de juiste
manier werkt.
Overzicht van te initialiseren onderdelen
OnderwerpWanneer initialiseren Overzicht
Elektrisch bedienbare achterklep
*■ Na het aansluiten of vervangen
van de 12V-accu
■ Na het vervangen van een zekering Blz. 173
Elektrisch bedienbare ruiten ■Wanneer de werking abnormaal is Blz. 193
PKSB (Parking Support Brake)
*■ Na het aansluiten of vervangen
van de 12V-accu Blz. 319
Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem ■
Wanneer de voorgeschreven
bandenspanning is gewijzigd, zoals
door de belading van de auto.
■ Bij het wijzigen van de
bandenspanning omdat er een
andere bandenmaat gemonteerd
is. Blz. 431
Toyota Parking Assist Monitor
*■ De 12V-accu is losgekoppeld en
aangesloten
■ Het stuurwiel is gedraaid terwijl de
12V-accu was losgekoppeld en
weer is aangesloten
■ Het laadniveau van de 12V-accu is
laag Raadpleeg
de handlei-
ding voor
het multi-
mediasys-
teem.
Panoramic View Monitor
*
*Indien aanwezig
9.3 Initialisatie
514
Page 517 of 610
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen) .516
Index
515
Page 518 of 610

Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Als u een probleem hebt, controleer dan
het volgende voordat u contact opneemt
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend of
gesloten
U bent uw sleutelsverloren
• Als u uw sleutels verloren bent, kaneen erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige nieuwe
originele sleutels maken. (→Blz. 487)
• Als u uw elektronische sleutels bent verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. (→Blz. 487)
De portieren kunnen niet
worden vergrendeld of ontgrendeld
• Is de batterij van de elektronischesleutel zwak of leeg? (→Blz. 449)
• Staat het contact AAN? Zorg dat het contact UIT staat
wanneer u de portieren vergrendelt.
(→Blz. 218)
• Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto? Vergrendel de portieren nadat u hebt
gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
• De functie werkt mogelijk niet goed als gevolg van de radiogolven.
(→Blz. 180)
Het achterportier kan niet
worden geopend
• Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de
binnenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd. Open het achterportier
vanaf de buitenzijde en deactiveer het
kinderslot. (→Blz. 162)
Als u denkt dat er iets mis is
Het EV-systeem kan niet worden gestart
• Is de laadkabel op de autoaangesloten? (→Blz. 99)
• Hebt u op de startknop gedrukt terwijl u het rempedaal ingetrapt hield?
(→Blz. 214)
• Staat de transmissie in stand P? (→Blz. 214)
• Kan de elektronische sleutel in de auto worden gesignaleerd? (→Blz. 178)
• Bij sommige uitvoeringen: Is het stuurslot ontgrendeld? (→Blz. 215)
• Is de batterij van de elektronische sleutel zwak of leeg?
Het EV-systeem kan in dit geval
worden gestart op een tijdelijke
manier. (→Blz. 489)
• Is de 12V-accu ontladen? (→Blz. 490)
De ruiten kunnen niet wor- den geopend of gesloten
met de schakelaars van de ruitbediening
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
516
Page 519 of 610

• Is de blokkeerschakelaar van deruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten,
behalve die van het
bestuurdersportier, kunnen niet
worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 195)
Het contact wordt automa-
tisch UIT gezet
• De auto power off-functie wordtbediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het EV-systeem werkt niet).
(→Blz. 218)
Tijdens het rijden klinkt
een waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 464, Blz. 464)
• Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 226)
Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 462,
Blz. 469)
Er wordt een alarm geacti- veerd en de claxon klinkt
(auto's met alarmsysteem)
• Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm? De sensor signaleert dit en laat het
alarm klinken. (→Blz. 61)
Start het EV-systeem om het alarm te
stoppen.
Bij het verlaten van de auto klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 469)
Er gaat een waarschu-
wingslampje branden of er wordt een waarschu- wingsmeldingweergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 462,
blz. 469.
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
• Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en repareer de lekke band
met de bandenreparatieset.
(→Blz. 476)
De auto zit vast
• Voer de procedure uit voor als de autovastzit in modder, vuil of sneeuw.
(→Blz. 495)
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
517
Index
Page 520 of 610
Verklaringen
eCall
Verklaringen
518