Page 153 of 610

AActueel energieverbruik
Geeft het actuele energieverbruik
weer.
BReisgemiddelde/Gem. totaal
Houd de bedieningstoets van het
instrumentenpaneel
ingedrukt
om de weergave van het gemiddelde
energieverbruik te resetten.
De weergave van het gemiddelde
energieverbruik kan worden aangepast in
.( →Blz. 502)
• Reisgemiddelde Geeft het gemiddelde energieverbruik
weer sinds het starten van het
EV-systeem.
• Gem. totaal Geeft het gemiddelde energieverbruik
weer sinds het laden.
Energieverbruik
Dit is een getal dat het energieverbruik
weergeeft. Het komt overeen met het
brandstofverbruik van een auto met
benzinemotor. Bij deze auto wordt het
aantal afgelegde kilometers per
kilowattuur elektriciteit (km/kWh) op elk
scherm weergegeven als
“elektriciteitskosten”.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Informatie ondersteunend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (→blz. 252)
• LDA (Lane Departure Alert) (→blz. 265)
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 261)
• Cruise control (→blz. 281)
• Dynamic Radar Cruise Control (→blz. 273)
• RSA (Road Sign Assist) (→blz. 269) Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
• Routebegeleiding naar bestemming
• Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit
menu-icoon kan worden ingesteld in
.
Weergave voertuiginformatie
Onderwerpen die worden weergegeven
• Rij-informatie
• Koppelverdeling (indien aanwezig)
• Bandenspanning
Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info. Items” (items rij-info) (gemiddelde
rijsnelheid, afstand en totale tijd) kunnen
verticaal worden weergegeven.
De weergegeven informatie wijzigt
overeenkomstig de instelling van “Drive
Info. Type” (rij-info type) (sinds het
starten van het systeem of tussen resets).
(→Blz. 152)
Gebruik de weergegeven informatie
slechts ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
• “Trip” (rit) – “Average Speed” (gemiddeldesnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het starten van het
EV-systeem weer
*
3.1 Instrumentenpaneel
151
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 154 of 610

– “Distance” (afstand): Geeft degereden afstand sinds het starten
van het EV-systeem weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft deverstreken tijd sinds het starten van
het EV-systeem weer
*
*
Deze items worden telkens wanneer
het EV-systeem wordt uitgeschakeld
gereset.
• “Total” (totaal) – “Average Speed” (gemiddelderijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft deafgelegde afstand sinds het
resetten van het display weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft deverstreken tijd sinds het resetten
van het display weer
*
*
Geef om te resetten het gewenste
item weer en houdvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel ingedrukt.
Koppelverdeling (indien aanwezig)
Geeft de status van de aandrijving van elk
wiel weer in 6 stappen van 0 tot 5.
Bandenspanning
Geeft de spanning van iedere band weer.
Weergave instellingen
Instellingen voor de weergave van het
instrumentenpaneel die u kunt wijzigen
• Clock setting (klokinstellingen) →Blz. 148
• Language (taal) Hiermee kan de weergegeven taal
worden gewijzigd.
• Eenheden Hiermee kunnen de weergegeven
meeteenheden worden gewijzigd.
•
– Weergave energieverbruik Hiermee kunt u de weergave van het gemiddelde energieverbruik
wijzigen tussen “Reisgemiddelde”
en “Gem. totaal”. (→Blz. 150)
•
Hiermee kunt u het
audiosysteemgekoppelde display wel
of niet laten weergeven.
•
Hiermee kunt u de weergegeven
inhoud van het volgende wijzigen: – Weer te geven informatie (alleen AWD-uitvoeringen)
Hiermee kunt u de koppelverdeling
wel of niet laten weergeven.
– Drive information type (type rij-informatie)
Hiermee kunt u de weergave van
het rij-informatietype wijzigen na
starten/na resetten.
– Drive information items (rij-informatie-items)
Hiermee kunt u het eerste en
tweede item van de weergave van
de rij-informatie instellen op een
van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/
verstreken tijd.
• Closing Display (eindscherm) Hiermee kunt u de weergegeven
onderwerpen instellen wanneer het
contact UIT staat.
• Pop-up display (pop-updisplay) Hiermee kunt u pop-updisplays voor
elk relevant systeem in- of
uitschakelen.
• Calendar (kalender) De jaar, de maand en de dag kunnen
worden ingesteld.
• Default setting (standaardinstelling) Hiermee kunnen de instellingen van
de weergave van het
instrumentenpaneel worden gereset
naar de standaardinstelling.
Voertuigfuncties en instellingen die u
kunt wijzigen
→Blz. 502
3.1 Instrumentenpaneel
152
Page 155 of 610

Onderbreking van de weergave van de
instellingen
• Bepaalde instellingen kunnen nietgewijzigd worden tijdens het rijden.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand voordat u instellingen
wijzigt.
• Als er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven, kan het
instelscherm tijdelijk niet worden
bediend.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het EV-systeem draait
tijdens het instellen van het display om
te voorkomen dat de 12V-accu leeg
raakt.
Suggestiefunctie
Hiermee worden suggesties voor de
bestuurder weergegeven in de
onderstaande situaties. U kunt een
reactie op de weergegeven suggestie
selecteren met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Suggestie om de koplampen in te
schakelen
Als de lichtschakelaar in een andere stand
dan
ofstaat en de rijsnelheid
5 km/h of hoger is gedurende een
bepaalde periode wanneer het donker is,
wordt een melding van de
suggestiefunctie weergegeven.
Suggestie om de koplampen uit te
schakelen
Als de koplampen nog enige tijd blijven
ingeschakeld nadat het contact UIT is
gezet, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie. Wanneer de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat: De melding met de vraag of u
de koplampen wilt uitschakelen wordt
weergegeven. Selecteer “Yes” ( ja) om de
koplampen uit te schakelen.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend nadat het contact UIT is gezet,
wordt deze melding van de
suggestiefunctie niet weergegeven.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De suggestiefunctie kan worden in- en
uitgeschakeld. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen:
→blz. 502)
3.1 Instrumentenpaneel
153
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 156 of 610
3.1 Instrumentenpaneel
154
Page 157 of 610
4.1 Informatie over sleutels.........156
4.1.1 Sleutels ..............156
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren .............158
4.2.1 Portieren .............158
4.2.2 Achterklep .............163
4.2.3 Smart entry-systeem met startknop .............178
4.3 Verstellen van de stoelen ........183
4.3.1 Voorstoelen ............183
4.3.2 Achterstoelen ...........185
4.3.3 Hoofdsteunen ...........186
4.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels ..............189
4.4.1 Stuurwiel .............189
4.4.2 Binnenspiegel ...........190
4.4.3 Buitenspiegels ...........190
4.5 Openen, sluiten van de ruiten ......192
4.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . .192
4.6 Favoriete instellingen ..........195
4.6.1 Ergonomisch geheugen
*......195
4.6.2 My Settings ............199
Voordat u gaat rijden4
155
Page 158 of 610

4.1 Informatie over sleutels
4.1.1 Sleutels
Soorten sleutels
Bij de auto worden de volgende sleutels
geleverd.
AElektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop
(→blz. 178)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie
• Bediening van de op afstand bedienbare airconditioning
(→blz. 383)
BMechanische sleutels
CPlaatje met sleutelnummer
Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een
vliegtuig niet op de toetsen van de
elektronische sleutel drukt. Zorg ervoor
dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt
kunnen worden als u de elektronische
sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt
opgeborgen. Bij het indrukken van de
toetsen kan de elektronische sleutel
radiogolven uitzenden die de bediening
van het vliegtuig kunnen beïnvloeden. Leegraken batterij elektronische sleutel
• De standaard levensduur van de
batterij is1-2jaar.
• Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als
het EV-systeem wordt uitgeschakeld.
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om te
voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel leegraakt
wanneer deze gedurende langere tijd
niet wordt gebruikt. (→Blz. 180)
• Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de
batterij ook ontladen wanneer de
elektronische sleutel niet wordt
gebruikt. De volgende symptomen
geven aan dat de batterij van de
elektronische sleutel mogelijk
ontladen is. Vervang de batterij indien
nodig. (→Blz. 449)– Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening
werkt niet.
– Het detectiegebied wordt kleiner.
– Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
U kunt zelf de batterij vervangen
(→blz. 449).Aangezien echter de
elektronische sleutel beschadigd zou kunnen
raken, raden wij u aan om de vervanging te
laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de
elektronische sleutel op een afstand
van minimaal 1 m van de volgende
elektrische apparaten met een
magnetisch veld:– Televisietoestellen
– Computers
– Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
– Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
– Tafellampen
– Inductiekookplaten
4.1 Informatie over sleutels
156
Page 159 of 610

Batterij vervangen
→Blz. 449
Bevestiging van het aantal
geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan
worden bevestigd. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als “A New Key has been Registered
Contact Your Dealer for Details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met uw dealer) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende
ongeveer 10 dagen nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuwe
elektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de
sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
• Laat de sleutels niet vallen, stel ze nietbloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
• Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
• Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon
reinigingsbad of iets dergelijks.
• Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de
sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
• Haal de sleutels niet uit elkaar.
• Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische
sleutel.
• Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld
televisietoestellen, audiosystemen,
inductiekookplaten en medische
apparatuur, zoals laagfrequente
therapeutische uitrusting).
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van
ingeschakelde elektrische apparaten.
Radiogolven die worden uitgezonden
door elektrische apparaten die zich
minder dan 10 cm van de elektronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de
correcte werking van de sleutel
hinderen.
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
→Blz. 488
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
→Blz. 487
4.1 Informatie over sleutels
157
4
Voordat u gaat rijden
Page 160 of 610

Afstandsbediening
De elektronische sleutels zijn voorzien
van de volgende afstandsbediening:
AVergrendelen van alle portieren
(→blz. 159)
BSluiten van de ruiten*1(→blz. 159)
COntgrendelen van alle portieren
(→blz. 159)
DOpenen van de ruiten*1(→blz. 159)
EOpenen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep*2(→blz. 166)
FBediening van de op afstand
bedienbare airconditioning
(→blz. 383)
*1Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Indien aanwezig
Gebruik van de mechanische sleutel
Druk op de ontgrendelknop
Aom de
mechanische sleutel uit de elektronische
sleutel te halen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel. Zorg
dat u de mechanische sleutel en de elektronische sleutel bij u hebt. Als de
batterij van de elektronische sleutel leeg
is of de instapfunctie niet goed werkt,
bent u op de mechanische sleutel
aangewezen. (
→Blz. 488)
Als u uw mechanische sleutels verliest
→Blz. 487
Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
4.2 Openen, sluiten en
vergrendelen van de
portieren
4.2.1 Portieren
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren
Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u
hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
4.1 Informatie over sleutels
158