Page 129 of 610

WAARSCHUWING!
Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de “Mijn
ruimte-modus”
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan leiden tot
de dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
• Laat nooit kinderen,hulpbehoevenden en dieren in de
auto achter. De temperatuur in de
auto kan hoog oplopen of sterk dalen
door functies als automatische
uitschakeling. In de auto
achtergelaten kinderen,
hulpbehoevenden en dieren kunnen
worden bevangen door de hitte of
uitgedroogd of onderkoeld raken.
Ook kunnen bijv. de ruitenwissers per
ongeluk worden bediend, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
• Gebruik de modus nadat u de veiligheid van de omgeving van de
auto hebt gecontroleerd.
2.2.12 Solarlaadsysteem*
*Indien aanwezig
Een systeem dat energie levert aan de tractiebatterij en andere systemen door de
tractiebatterij te laden met zonne-energie via het grote zonnepaneel (solardak) in het dak
van de auto.
Zelfs als er geen laadstation op het parkeerterrein beschikbaar is en in een noodgeval is
het mogelijk de tractiebatterij zonder speciale handelingen te laden
*zolang er zonlicht
beschikbaar is.
*De hoeveelheid lading die het solarlaadsysteem levert, is afhankelijk van de
omstandigheden, zoals het seizoen en het weer.
Werking solarlaadsysteem
Dit systeem wekt zonne-energie op met het zonnepaneel in het dak van de auto
(zonnedak).
• De tractiebatterij wordt geladen gedurende de tijd dat de auto geparkeerd staat.
• Het elektriciteitsverbruik van de tractiebatterij wordt gereduceerd tijdens het rijden.
Het elektriciteitsverbruik van de tractiebatterij wordt beperkt, waardoor de actieradius
voor elektrisch rijden toeneemt doordat zonne-energie gebruikt wordt voor de
voeding van andere systemen.
2.2 Laden
127
2
EV-systeem
Page 130 of 610
A12V-accu
BZonnedak
CSolar-ECU
DTractiebatterij
Weergeven van informatie met
betrekking tot het solarlaadsysteem
Informatie met betrekking tot het
solarlaadsysteem kan worden bekeken op
het multi-informatiedisplay en het
multimedia-display.
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel (→blz. 150)
BMulti-informatiedisplay
CMultimedia Multi-informatiedisplay
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om
te
selecteren.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het scherm
van het solarlaadsysteem te
selecteren.
AActuele energieopwekking
2.2 Laden
128
Page 131 of 610

BAfgelegde kilometers met de
opgewekte energie*
*
Afgelegde kilometers met de opgewekte
energie sinds het einde van de vorige rit
tot het actuele moment. Deze waarden
worden berekend door de opgewekte
energie om te zetten in een afgelegde
afstand, maar wijken mogelijk af van de
werkelijke afstand. Als de auto is voorzien
van optionele banden, wijkt de
weergegeven waarde mogelijk af van de
werkelijke afstand.
Multimedia
• Energiescherm
1. Druk op
.
2. Druk op “Zonne-energie”. Als een ander scherm dan het
gewenste scherm wordt
weergegeven, selecteert u “Energie”.
De volgende afbeeldingen zijn slechts
voorbeelden en kunnen licht afwijken van
de werkelijke situaties.
AActuele energieopwekking
BEnergieopwekking vandaag
CTotale energieopwekking
DGegevens wissen
Hiermee worden de dagelijkse
gegevens gereset.
EDagelijkse energieopwekking*
*
Kan door bepaalde handelingen worden
gereset.
• Afstandscherm
1. Druk op
.
2. Druk op “Zonne-energie”. Als een ander scherm dan het
gewenste scherm wordt
weergegeven, selecteert u “Afstand”.
De volgende afbeeldingen zijn slechts
voorbeelden en kunnen licht afwijken van
de werkelijke situaties.
AActuele energieopwekking
BAfgelegde kilometers met
energieopwekking van vandaag*1
CAfgelegde kilometers met totale
energieopwekking*1
DGegevens wissen
Hiermee worden de dagelijkse
gegevens gereset.
EAfgelegde kilometers met dagelijkse
energieopwekking*1, 2
*1Deze waarden worden berekend door
de opgewekte energie om te zetten in een
afgelegde afstand, maar wijken mogelijk
af van de werkelijke afstand. Als de auto is
voorzien van optionele banden, wijkt de
weergegeven waarde mogelijk af van de
werkelijke afstand.
*2Kan door bepaalde handelingen worden
gereset.
Solarlaadsysteem
• In de volgende situaties wordt het laden van de tractiebatterij via het
solarlaadsysteem niet uitgevoerd.– Het contact staat niet UIT
– De verwarming van de tractiebatterij is in werking
(→blz. 96)
– De op afstand bedienbare airconditioning is ingeschakeld
– De tractiebatterij is volledig geladen
2.2 Laden
129
2
EV-systeem
Page 132 of 610

– De tractiebatterij is volledigontladen
• In de volgende situaties stopt het solarlaadsysteem met het opwekken
van zonne-energie en het leveren van
energie aan de tractiebatterij en
andere systemen.– De motorkap wordt geopend
– AC- of DC-laden is gestart
– Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
– De functie voor het behoud van de temperatuur van het
solarlaadsysteem is in werking
– Er is een storing aanwezig in het solarlaadsysteem
• De hoeveelheid energie die door het zonnedak kan worden opgewekt, is
afhankelijk van het seizoen, het
klimaat, de weersomstandigheden, de
hoek van de auto en
omgevingsfactoren.
• Zelfs als maar een deel van het zonnedak in de schaduw ligt, kan er al
sprake zijn van een aanzienlijke
terugval in energieopwekking.
• Volg onderstaande aanwijzingen om het zonnedak optimaal te laten
presteren.– Reinig het dak regelmatig (vooral bladeren en vogeluitwerpselen
kunnen leiden tot een aanzienlijke
afname van de energieopwekking).
– Verwijder sneeuw zo snel mogelijk van het dak
– Breng geen striping of stickers aan op het dak. Geadviseerd wordt geen
dakdrager of iets dergelijks te
monteren tenzij dit noodzakelijk is
• Als de tractiebatterij volledig geladen is, wordt de tractiebatterij niet via het
solarlaadsysteem geladen. Als het niet
nodig is te laden via een externe
voedingsbron, laad de auto dan zo veel
mogelijk overdag met het
solarlaadsysteem en gebruik de externe voedingsbron alleen 's nachts.
Op deze manier wordt effectief
gebruikgemaakt van het
solarlaadsysteem.
• Als de auto bij warm weer geparkeerd staat, treedt de functie voor het
behoud van de temperatuur van het
solarlaadsysteem snel in werking door
de hoge temperatuur in het interieur
van de auto.
• Wanneer een glascoating op het zonnedak wordt aangebracht, kan dat
de brekingsindex van het licht
veranderen en de hoeveelheid
opgewekte stroom verlagen.
• Kleine stippen, lijnen en vlekken kunnen zichtbaar zijn in het zonnedak,
maar er is geen probleem met de
stroomopwekkingsfunctie of
veiligheid.
OPMERKING
Het solarlaadsysteem beschermen
tegen schade
• Neem de volgendevoorzorgsmaatregelen in acht.– Modificeer het zonnedak niet
– Stel het zonnedak niet bloot aan geconcentreerd zonlicht
– Plaats niets op het zonnedak
– Stel het zonnedak niet bloot aan sterke schokken en oefen geen
kracht uit op het dak met scherpe
objecten van binnenuit.
• Raak als het zonnedak beschadigd is het beschadigde gedeelte niet aan en
neem direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als er bagage op het dak geladen is
→Blz. 208
2.2 Laden
130
Page 133 of 610

2.2.13 Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden
uitgevoerd
Als het laden niet start, ook al is de normale procedure gevolgd, controleer dan elk van de
onderstaande items. Als er een waarschuwingsmelding verschijnt op het multi-
informatiedisplay, raadpleeg dan ook blz. 136.
Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden uitgevoerd
Raadpleeg de volgende tabel en voer de desbetreffende correctieprocedure uit.
Het waarschuwingslampje storing van het CCID (Charging Circuit Interrupting Device,
onderbrekingsapparaat laadsysteem) knippert
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Lekstroomdetectiefunctie of zelfdiagnose-
functie in werking en voeding onderbroken Als de spanning te laag is, kan het waarschu-
wingslampje storing gaan knipperen als er
interferentie is. Voer een resetprocedure uit
en sluit aan op een geschikte voedingsbron.
(→Blz. 86)
Als het laden niet start, stop dan onmiddellijk
met laden en neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
De laadindicator van de laadaansluiting gaat niet branden, ook al is de laadstekker
aangesloten.
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De stekker is niet goed aangesloten op de
contactdoos Controleer of de stekker goed is aangesloten
op de contactdoos.
De elektriciteit is uitgevallen Voer de laadprocedure nogmaals uit als er
weer elektriciteit beschikbaar is.
De op afstand bedienbare schakelaar is uitge-
schakeld Schakel de op afstand bedienbare schakelaar,
indien aanwezig, in.
De zekering in het gebouw is doorgeslagen en
de elektriciteit is uitgevallen Controleer of de zekering in orde is en, als dat
het geval is, of de auto geladen kan worden
via een andere contactdoos.
Als laden mogelijk is, kan de eerste contact-
doos defect zijn. Neem contact op met de be-
heerder of een elektricien.
Kortsluiting tussen het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat
laadsysteem) en de stekker Stop onmiddellijk met laden en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar be-
horen gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
2.2 Laden
131
2
EV-systeem
Page 134 of 610

Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
De AC-laadstekker is niet goed aangesloten
op het AC-laadcontact Controleer de aansluitstatus van de AC-
laadstekker.
■
Plaats de AC-laadstekker bij het
aansluiten goed.
■ Controleer na het aansluiten van de
AC-laadstekker of de laadindicator van de
laadaansluiting brandt.
Als de laadindicator van de AC-
laadaansluiting niet gaat branden, zelfs niet
wanneer de AC-laadstekker goed is
aangesloten, kan er sprake zijn van een
storing in het systeem. Stop onmiddellijk met
laden en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
De tractiebatterij is al volledig geladen Als de tractiebatterij volledig geladen is,
wordt de laadprocedure niet uitgevoerd.
De AC-lader werkt niet Neem contact op met de beheerder als er een
probleem is met de AC-lader.
De laadindicator van de laadaansluiting knippert en de laadprocedure kan niet worden
uitgevoerd.
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
Als de laadindicator van de laadaansluiting
normaal knippert
*: er is een laadschema ge-
registreerd Wacht tot het ingestelde tijdstip als u wilt
laden volgens het laadschema.
Stel “Nu laden” in op “Aan” om te beginnen
met laden. (→Blz. 119, blz. 123)
Als de laadindicator van de laadaansluiting
snel knippert
*: Er is een storing opgetreden in
een externe voedingsbron of de auto Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer het contact
UIT is. Volg de instructies die worden weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
*Raadpleeg blz. 81 voor informatie over het branden en knipperen van de laadindicator
van de laadaansluiting.
2.2 Laden
132
Page 135 of 610

Wanneer de procedure voor DC-laden niet normaal kan worden uitgevoerd
DC-laden start niet
Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
De DC-laadstekker is niet goed aangesloten
op de auto. Controleer de aansluitstatus van de DC-
laadstekker en controleer of de stekker ver-
grendeld is.
Als het DC-laden niet start, zelfs niet wanneer
de DC-laadstekker goed is aangesloten, kan
er sprake zijn van een storing in de DC-lader
of het laadsysteem.
■
Als er een storing aanwezig is in de
DC-lader, neem dan contact op met de
beheerder van het laadstation.
■ Als er geen storing aanwezig is in de
DC-lader, zit er mogelijk een storing in het
systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als er een fout is in de aansluitstatus door
het gewicht van de stekker, neem dan de
stekker los en sluit deze opnieuw aan. Til
de stekker op, nadat u hem opnieuw hebt
aangesloten, en houd hem gedurende
ongeveer 3 seconden op zijn plaats totdat
hij vergrendelt.
Als de stekker nog steeds niet vergrendelt,
controleer dan of hij kan worden gebruikt
bij het laden met een andere DC-lader.
De DC-laadstekker is niet goed vergrendeld.
Fout gedetecteerd door de DC-lader of de
systeemcontrole van de auto. Er is mogelijk een storing aanwezig in de DC-
lader of het laadsysteem.
■
Als er een storing aanwezig is in de
DC-lader, neem dan contact op met de
beheerder van het laadstation.
■ Als er geen storing aanwezig is in de
DC-lader, zit er mogelijk een storing in het
systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als het
EV-systeem niet kan worden gestart.
De voeding van de DC-lader wordt uitgescha-
keld. Neem contact op met de beheerder van het
laadstation en controleer de status van de
voeding.
De tractiebatterij is al volledig geladen Als de tractiebatterij volledig geladen is, is
DC-laden niet mogelijk.
De AC-laadstekker is ook aangesloten. DC-laden en AC-laden kunnen niet gelijktijdig
worden uitgevoerd.
2.2 Laden
133
2
EV-systeem
Page 136 of 610

Waarschijnlijke oorzaakCorrectieprocedure
Het EV-systeem wordt gestart. Wanneer het EV-systeem wordt ingescha-
keld, kan DC-laden niet worden gestart.
Ook als een andere schakelstand dan P is ge-
selecteerd, is DC-laden niet mogelijk.
Als het DC-laden wordt onderbroken
Waarschijnlijke oorzaak
Correctieprocedure
De timer voor de DC-lader is geactiveerd. Afhankelijk van het type DC-lader is de timer
mogelijk zo ingesteld dat hij na een bepaalde
tijd stopt met laden.
Ga dit na bij de beheerder van het laadstation.
De voeding van de DC-lader is uitgeschakeld. Controleer de status van de voeding van de
DC-lader. Als de status van de voeding niet
duidelijk is, neem dan contact op met de be-
heerder van het laadstation.
De temperatuur van de tractiebatterij is ex-
treem hoog of laag. DC-laden wordt mogelijk niet uitgevoerd bij
extreem hoge of extreem lage omgevings-
temperaturen. Laad de tractiebatterij nadat
de temperatuur is gestabiliseerd.
Fout gedetecteerd door de DC-lader of de
systeemcontrole van de auto. Er is mogelijk een storing aanwezig in de DC-
lader of het laadsysteem.
■
Als er een storing aanwezig is in de
DC-lader, neem dan contact op met de
beheerder van het laadstation.
■ Als er geen storing aanwezig is in de
DC-lader, zit er mogelijk een storing in het
systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als het
EV-systeem niet kan worden gestart.
Hoge temperatuur van onderdelen die ver-
band houden met het laden Als de temperatuur van onderdelen die ver-
band houden met het laden hoog is, is DC-
laden wellicht niet mogelijk. Wacht enige tijd
en probeer opnieuw te laden.
De werking van elektrische componenten
zoals de airconditioning wordt onderbroken
terwijl de tractiebatterij bijna volledig gela-
den is. Laat elektrische componenten zoals de air-
conditioning UIT en voer de laadprocedure
nogmaals uit.
2.2 Laden
134