Page 305 of 622

3044-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
liggers of voorliggers of anderen. In der-
gelijke gevallen moet handmatig worden
geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist,
zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belem- merd door mist, wasem, ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd
• De camerasensor is vervormd of vuil
• Als de temperatuur van de camerasen- sor extreem hoog is
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplampen,
achterlichten of mistlampen.
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorliggers zijn uitge-
schakeld, vuil zijn, een andere kleur
hebben of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water,
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gere-
den, of over wegen met een slecht of
oneffen wegdek (zoals klinkerwegen,
grindwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch-
tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voor-
werp, zoals een verkeersbord of spiegel,
voor de auto bevindt
• De achterzijde van een voorligger is
sterk spiegelend, zoals een container op
een truck
• De koplampen van de auto zijn bescha-
digd of vuil of zijn niet correct afgesteld
• De auto helt naar één kant over door bij- voorbeeld een lekke band of ligt aan de
achterzijde wat lager doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnor-
male manier geschakeld tussen dim-
licht en grootlicht
• De bestuurder meent dat andere
bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht
• De auto wordt gebruikt in een gebied
waar men aan de andere kant van de
weg rijdt. Bijvoorbeeld, een auto
bestemd voor rechtsrijdend verkeer in
een gebied voor linksrijdend verkeer of
vice versa
• Wanneer men door een lange tunnel
rijdt.
■Als “Headlight System Malfunction
Visit Your Dealer” (Storing in koplam-
psysteem. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe, zodat
deze in de oorspronkelijke stand
terugkomt.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schake-
len.
Handmatig in- en
uitschakelen van het
grootlicht
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 304 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 306 of 622
305
4
4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
■Grootlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-scha-
kelaar in.
Het controlelampje van het Automatic
High Beam-systeem doo ft en het contro-
lelampje van het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schake-
len.
Schakelaar mistachterlicht
1 Schakelt het mistachter-
licht uit
2 Schakelt het mistachter-
licht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt het mistachterlicht uitge-
schakeld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor
meer zicht bij ongunstige rijom-
standigheden, zoals bij regen en
mist.
Bediening
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 305 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 307 of 622

3064-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Schakelaar mistlampen voor/mist-
achterlicht
1 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen
voor in
3 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien wordt alleen het mistachterlicht
uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt
als
Auto's met schakelaar mistachterlicht
De koplampen worden ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistlampen
voor/mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of par-
keerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn
ingeschakeld.
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproei-
ers als volgt:
Ruitenwissers met intervalstand
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Lage snelheid
Ruitenwissers en
-sproeiers
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de
voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 306 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 308 of 622

307
4
4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Het wisinterval kan worden gewijzigd
als de intervalstand wordt geselec-
teerd.
6 Verkort het interval van de wisser-
werking
7 Verlengt het interval van de wis-
serwerking
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de
ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld. Auto's met kop-
lampsproeiers: Als het contact AAN staat,
de koplampen zijn ingeschakeld en u de
hendel naar u toe trekt, werken de kop-
lampsproeiers één keer. Daarna werken
de koplampsproeiers elke vijfde keer dat
u de hendel naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
1 Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwis-
sers automatisch wanneer de sensor sig-
naleert dat het regent. De wissnelheid
wordt automatisch afgestemd op de hoe-
veelheid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorge-
voeligheid worden ingesteld.
6Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 307 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 309 of 622

3084-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de
ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproei-
ers worden ingeschakeld. Auto's met kop-
lampsproeiers: Als het contact AAN staat,
de koplampen zijn ingeschakeld en u de
hendel naar u toe trekt, werken de kop-
lampsproeiers één keer. Daarna werken
de koplampsproeiers elke vijfde keer dat
u de hendel naar u toe trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Regensensor (auto's met ruitenwis-
sers met regensensor)
●De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.*
●Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN is, maken de ruitenwissers één
wisbeweging om aan te geven dat de
stand AUTO is ingeschakeld.
●Als de ruitenwisser gevoeliger wordt
afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoelig-
heid is gewijzigd.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger, of -15°C of lager is, werkt
de automatische functie mogelijk niet.
Zet de ruitenwisserschakelaar in dat
geval in een andere stand dan AUTO.
*: Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
■Als er geen vloeistof uit de ruiten-
sproeiers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in
het reservoir aanwezig is en controleer als
dat het geval is of de sproeierkoppen niet
verstopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aan-
wezig)
De sproeierkopverwarming treedt in wer-
king om te voorkomen dat de sproeierkop-
pen bevriezen wanneer de
buitentemperatuur 5°C of lager is en het
contact AAN staat.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
het gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO (auto's met ruiten-
wissers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onver-
wacht in werking treden als de sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan
trillingen wordt blootgesteld terwijl de
ruitenwissers in de stand AUTO staan.
Let erop dat er niets bekneld raakt als
de ruitenwissers in werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot
het gebruik van ruitensproeier-
vloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm
is. De vloeistof kan anders op de voor-
ruit bevriezen en zo het zicht belemme-
ren. Dit kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 308 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 310 of 622

309
4
4-3. Bedienen van verlic
hting en ruitenwissers
Rijden
Door de schakelaar te bedie-
nen werkt de achterruitenwisser als
volgt:
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Normale werking
WAARSCHUWING
■Wanneer de sproeierkopverwar-
ming in werking is (indien aanwe-
zig)
Raak het oppervlak rond de sproeierkop
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar,
aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
■Wanneer een sproeier verstopt
raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor
kan de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de ruitenwissers niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet ingeschakeld is.
Achterruitenwisser
en -sproeier
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de ach-
terruit droog is omdat de achterruit hier-
door beschadigd kan raken.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 309 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 311 of 622

3104-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen tre-
den de ruitenwissers en -sproeiers in wer-
king.
De ruitenwisser maakt automatisch een
aantal wisbewegingen nadat de sproeier
in werking is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof
op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in
het reservoir aanwezig is en controleer, als
dat het geval is, of de sproeierkop niet ver-
stopt is.
■Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onder breking van de
werking van de achterruitenwisser
Als de achterruitenwisser in werking is en
bij stilstaande auto de achterklep wordt
geopend, wordt de werking van de achter-
ruitenwisser onderbroken om te voorko-
men dat iemand in de buurt van de auto
natgespetterd wordt. Als de achterklep
wordt gesloten, wordt de werking van de
achterruitenwisser hervat.
*
*
: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Aan de achteruitversnelling gekop-
pelde werking van de achterruiten-
wisser
Als de selectiehendel in stand R wordt
gezet terwijl de ruitenwissers voor in wer-
king zijn, maakt de achterruitenwisser één
wisslag.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van de aan de achteruitver-
snelling gekoppelde werking kan worden
gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→ Blz. 595)
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar,
aangezien de sproeierpomp oververhit
kan raken.
■Wanneer een sproeier verstopt
raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor
kan de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitge-
schakeld, de ruitenwisser niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 310 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 312 of 622

311
4
4-4. Tanken
Rijden
4-4.Tanken
Sluit alle portieren en ruiten en zet
het contact UIT.
Controleer de brandstofsoort.
■Brandstofsoorten
→ Blz. 585
■Vulopening brandstoftank voor lood-
vrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voor-
komen, is uw auto uitgerust met een klei-
nere vulopening speciaal voor loodvrije
benzine.
Openen van de tankdop
Voer de volgende stappen uit
om de tankdop te openen:
Voor het tanken
WAARSCHUWING
■Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Het niet in
acht nemen van de voorzorgsmaatrege-
len kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Raak na het verlaten van de auto en
voor het openen van de tankdopklep
een ongeverfd metalen oppervlak aan
om eventuele statische elektriciteit af
te voeren. Het is belangrijk om stati-
sche elektriciteit af te voeren voordat
u gaat tanken, omdat vonken als
gevolg van statische elektriciteit
brandstofdampen tot ontbranding
kunnen brengen.
●Pak de tankdop bij de greep vast en
draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de
tankdop kan er een sissend geluid
hoorbaar zijn. Wacht tot het geluid
verdwenen is alvorens de tankdop te
verwijderen. Bij hoge buitentempera-
turen kan er brandstof uit de vulpijp
spuiten en letsel veroorzaken.
●Zorg ervoor dat er niemand die de
eventueel aanwezige statische elek-
triciteit van zijn lichaam niet heeft
afgevoerd, in de buurt van een niet
afgesloten brandstoftank komt.
●Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk
zijn als ze ingeademd worden.
●Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ont-
staan.
●Keer niet naar de auto terug als u sta-
tisch geladen bent. Statische elektrici-
teit kan vonkvorming en daarmee
brand veroorzaken.
■Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht om te voorkomen dat de
brandstoftank overstroomt:
●Plaats het vulpistool nauwkeurig in de
vulpijp.
●Stop met het vullen van de tank wan-
neer het vulpistool automatisch uit
klikt.
●Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
■Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ont-
staan, zoals het slecht functioneren van
het emissieregelsysteem, of beschadi-
ging van de onderdelen van het brand-
stofsysteem of van de lak.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 311 Friday, March 22, 2019 11:40 AM