Page 281 of 622

2804-1. Voordat u gaat rijden
36 mm
394 mm
332 mm
370 mm
570 mm
601 mm
1.074 mm
De auto zal anders aanvoelen als u
met een aanhangwagen rijdt. Neem
de onderstaande voorzorgsmaatre-
gelen in acht om een ongeval en ern-
stig letsel te voorkomen:
■Controleer de elektrische aan-
sluiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een
korte afstand gereden te hebben en
controleer, net als voor het wegrijden,
of de verlichting van de aanhangwa-
gen werkt.
■Oefen het rijden met een aan-
hangwagen
Oefen het rijden met een aanhang-
wagen in een omgeving zonder of
met weinig verkeer, zodat u leert
hoe de combinatie aanvoelt bij het
keren, stoppen en achteruitrijden.
Houd tijdens het achteruitrijden het
stuurwiel stevig vast en draai het
stuurwiel rechtsom om de aan-
hangwagen naar links te sturen en
linksom om de aanhangwagen
naar rechts te sturen. Verdraai het
stuurwiel altijd geleidelijk om stuur-
fouten te voorkomen. Laat iemand
u bij het achteruitrijden begeleiden
om de kans op een ongeval te
beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de
afstand tot uw voorligger minimaal
gelijk zijn aan de totale lengte van uw
auto en de aanhangwagen. Voorkom
plotselinge remmanoeuvres die tot
een slip zouden kunnen leiden. Als
de auto in een slip raakt, zou u de
controle over de auto kunnen verlie-
zen. De kans hierop is vooral aanwe-
zig tijdens het rijden op een nat of
glad wegdek.
D
E
F
G
H
I
J
2 3 0 ( 5 . , 1 *
■Als de achterbumperversterking
van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de
trekhaak niet direct in contact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in
contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waar-
door het desbetreffende gedeelte ver-
zwakt wordt en er schade kan ontstaan.
Breng daarom op het contactvlak een
roestwerend middel aan.
Advies
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 280 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 282 of 622

281
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Acceleratie/stuurcom-
mando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aan-
hangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht
nadert en neem bochten met een
zodanige snelheid dat plotseling rem-
men niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de
wielen van de auto. Snijd bochten
daarom ruimer aan dan u zou doen
als u niet met een aanhangwagen
rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zij-
wind zullen de wegligging en het rij-
gedrag beïnvloeden. Ook bij het
inhalen van bussen of grote vracht-
wagens of het ingehaald worden door
dergelijke voertuigen, kunnen de
aanhangwagen en de auto gaan slin-
geren. Kijk bij het rijden langs derge-
lijke voertuigen veelvuldig in uw
spiegels. Verminder vaart door voor-
zichtig het rempedaal in te trappen
zodra u ziet dat de aanhangwagen
gaat slingeren. Houd tijdens het rem-
men het stuurwiel altijd in de rechtuit-
stand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte
van uw auto en de aanhangwagen en
zorg ervoor dat er voldoende tussen-
afstand is voordat u van rijstrook ver-
andert.
■Informatie over de transmissie
Rijd niet in stand D teneinde effectief
op de motor te kunnen blijven afrem-
men. ( →Blz. 289)
■Als het hybridesysteem overver-
hit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buiten-
temperaturen hoger dan 30°C kan
ertoe leiden dat het hybridesysteem
oververhit raakt. Als de koelvloeistof-
temperatuurmeter aangeeft dat het
hybridesysteem oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning
uit en breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand. ( →Blz. 570)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de
wielen van de auto en de aanhang-
wagen. Zorg ervoor dat de auto goed
op de parkeerrem staat en zet de
selectiehendel in stand P.
■Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhang-
wagen af gedurende de eerste 800 km als
er onderdelen van de aandrijflijn van de
auto vervangen zijn.
■Onderhoud
●Als met de auto regelmatig met een
aanhangwagen wordt gereden, moet er
vaker onderhoud worden uitgevoerd
omdat de auto zwaarder belast wordt
dan bij het rijden zonder aanhangwa-
gen.
●Draai nadat er ongeveer 1.000 km met
een aanhangwagen is gereden alle bou-
ten van de trekhaak nogmaals vast.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 281 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 283 of 622

2824-1. Voordat u gaat rijden
■Als de aanhangwagen slingert
Een of meerdere factoren (sterke zijwind,
passerende voertuigen, een slecht weg-
dek, enz.) kunnen een negatieve invloed
hebben op de stabiliteit van de auto met
een aanhangwagen, waardoor instabiliteit
kan worden veroorzaakt.
●Als de aanhangwagen begint te slinge-
ren:
• Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf recht- uit sturen.
Probeer de aanhangwagen niet onder
controle te krijgen door aan het stuurwiel
te draaien.
• Laat het gaspedaal onmiddellijk maar zeer geleidelijk los om snelheid te min-
deren.
Ga niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met
sturen of remmen, zullen uw auto en de
aanhangwagen stabiliseren (als de Trailer
Sway Control is ingeschakeld, kan dit hel-
pen de auto en aanhangwagen te stabili-
seren).
●Zodra de aanhangwagen niet meer slin-
gert:
• Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. Laat alle inzittenden uitstap-
pen.
• Controleer de banden van de auto en de aanhangwagen.
• Controleer de lading in de aanhangwa-
gen.
Controleer of de lading niet is gaan schui-
ven.
Zorg dat het trekhaakgewicht in orde is,
indien mogelijk.
• Controleer de lading in de auto.
Controleer of de auto niet te zwaar bela-
den is nadat de inzittenden zijn ingestapt.
Als u geen probleem kunt vaststellen, ligt
de snelheid waarbij de aanhangwagen
ging slingeren hoger dan de limiet van de
combinatie auto-aanhangwagen. Rijd met
een lagere snelheid om instabiliteit te voor-
komen. Houd er rekening mee dat het slin-
geren van de aanhangwagen verergert
naarmate de rijsnelheid van de auto hoger
is.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 282 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 284 of 622

283
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1
Trek aan de parkeerremschake-
laar om te controleren of de par-
keerrem is geactiveerd.
(→ Blz. 294)
Het waarschuwingslampje van de par-
keerrem gaat branden.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het
hybridesysteem niet worden gestart.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het con-
trolelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
5Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY eerst knip-
pert en vervolgens blijft branden en de
zoemer klinkt, dan start het hybridesys-
teem normaal.
Wanneer het controlelampje READY uit
is, kunt u niet wegrijden.
Als het controlelampje READY brandt,
kunt u wegrijden, zelfs als de benzinemo-
tor niet draait. (De benzinemotor start of
stopt automatisch in overeenstemming
met de toestand van de auto.)
■Als het hybridesysteem niet kan wor-
den ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 97)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten
en volg de aanwijzingen op.
■Als de buitentemperatuur laag is, bij-
voorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt,
knippert het controlelampje READY moge-
lijk lang. Bedien de auto niet totdat het
controlelampje READY continu brandt.
Continu branden betekent dat de auto in
beweging kan komen.
■Geluiden en trillingen die kenmer-
kend zijn voor een hybrideauto
→ Blz. 91
■Als de 12V-accu is ontladen
Het hybridesysteem kan niet worden
Startknop
Als u de volgende handelingen
uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het
hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het
hybridesysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 283 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 285 of 622

2844-2. Rijprocedures
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 565 om het
hybridesysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische
sleutel
→ Blz. 162
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 206
■Aanwijzing voor de instapfunctie
→ Blz. 207
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de
portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel vergrendeld met de
stuurslotfunctie. Als u nogmaals op de
startknop drukt, wordt het stuurslot auto-
matisch weer uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ont-
grendeld, wordt “Push power switch
while turning the steering wheel in either
direction” (druk de startknop in en draai
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop
terwijl u het stuurwiel naar links en
rechts draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor
van het stuurslot oververhit raakt, kan
de werking worden onderbroken als het
hybridesysteem in korte tijd herhaalde-
lijk wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in
dat geval met het bedienen van de start-
knop. Na ongeveer 10 seconden zal de
elektromotor van het stuurslot weer
functioneren.
■Als er een storing aanwezig is in het
Smart entry-systeem met startknop
Als “Smart Entry & Start System Malfunc-
tion” (storing in Sm art entry-systeem met
startknop) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, is er mogelijk een
storing aanwezig i n het systeem. Laat de
auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het controlelampje READY niet
gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure
voor het starten van de auto is gevolgd,
direct contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Wanneer er een storing in het hybri-
desysteem aanwezig is
→ Blz. 96
■Batterij elektronische sleutel
→ Blz. 501
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het con-
tact mogelijk niet of wordt het hybride-
systeem niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybride-
systeem in sommige gevallen mogelijk
niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt
gezet een paar seconden voordat u het
hybridesysteem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 564 als het Smart entry-
systeem met startknop is uitgeschakeld
via de persoonlijke voorkeursinstellingen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 284 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 286 of 622

285
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
1
Breng de auto volledig tot stil-
stand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 294)
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand P.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Het hybridesysteem stopt en de weer-
gave van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN)
niet wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
De stand kan worden gewijzigd door
op de startknop te drukken zonder
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het
hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, ver-
grendel of open de portieren dan niet
totdat de auto veilig en volledig tot stil-
stand is gekomen. Als onder deze
omstandigheden het stuurslot wordt
geactiveerd, kan dit leiden tot een onge-
val waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken
dan normaal, bijvoorbeeld als de knop
iets blijft hangen, kan de startknop
defect zijn. Neem onmiddellijk contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesys-
teem in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybride-
systeem tijdens het rijden wilt stop-
pen, houdt u de startknop langer dan
2 seconden ingedrukt of drukt u deze
minstens 3 keer kort achter elkaar in.
(→ Blz. 518)
Raak de startknop echter tijdens het
rijden niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen. De
stuurbekrachtiging werkt echter niet
meer. Hierdoor zal het sturen veel
zwaarder gaan dan normaal. Zet in
dat geval de auto aan de kant zodra
dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Druk kort en stevig op de startknop
om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie is uitgeschakeld.
Wijzigen van de standen van
het contact
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 285 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 287 of 622

2864-2. Rijprocedures
het rempedaal in te trappen. (De
stand verandert iedere keer dat op de
knop wordt gedrukt.)
1UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden
gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3ON
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P
staat en het hybrid esysteem wordt uit-
gezet, wordt in plaats van de stand UIT
de stand ACC van het contact geselec-
teerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN
staat (hybridesysteem niet in werking) ter-
wijl de selectiehendel in stand P staat,
wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan het ontladen van de 12V-
accu echter niet helemaal voorkomen.
Laat de auto niet gedurende langere tijd in
stand ACC of AAN staan terwijl het hybri-
desysteem niet in werking is.
Als het hybridesysteem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in
een andere stand dan P, dan wordt
het contact niet UIT maar in stand
ACC gezet. Voer de volgende proce-
dure uit om het contact UIT te zetten:
1
Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY
(stand ACC) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en
druk de startknop kort en stevig
in.
4 Controleer of ACCESSORY
(stand ACC) of IGNITION ON
(contact AAN) op het multi-infor-
matiedisplay uit is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een
langere periode in stand ACC of AAN
zonder het hybridesysteem in te
schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of
IGNITION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven, is het contact niet UIT. Verlaat
de auto nadat u het contact UIT hebt
gezet.
Uitschakelen van het
hybridesysteem met de
selectiehendel in een andere
stand dan P
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 286 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 288 of 622

287
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingeschakeld,
gaat het controlelampje EV MODE bran-
den. Door in de EV-modus de schakelaar
in te drukken, wordt teruggekeerd naar
normaal rijden (aandrijving door de benzi-
nemotor en de elektromotor [tractiemo-
tor]).
2WD-uitvoeringen
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Schakel het hybridesysteem niet uit als
de selectiehendel in een andere stand
dan P staat. Als het hybridesysteem
wordt uitgeschakeld met de selectie-
hendel in een andere stand wordt het
contact niet UIT maar in stand ACC
gezet. Als het contact in stand ACC blijft
staan, kan de 12V-accu ontladen raken.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elek-
trisch vermogen geleverd door
het batterijpakket (tractiebatterij)
en wordt alleen de elektromotor
(tractiemotor) gebruikt voor de
aandrijving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het
's nachts of in de vroege morgen
door woonwijken rijden of het
rijden in een parkeergarage, enz.
zonder dat u zich zorgen hoeft te
maken over geluidsoverlast of
uitlaatgassen.
Bedieningsinstructies
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 287 Friday, March 22, 2019 11:40 AM