Page 265 of 622

2643-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
WAARSCHUWING
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt
dat bekneld zou kunnen raken als het
panoramadak bediend wordt.
●Wanneer het panoramadak wordt
bediend met de afstandsbediening of
mechanische sleutel, bedien dan het
panoramadak nadat u hebt gecontro-
leerd of er geen risico is dat een pas-
sagier met een lichaamsdeel bekneld
kan raken tussen het panoramadak.
Laat kinderen het panoramadak niet
bedienen met de afstandsbediening
of mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het pano-
ramadak.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan
het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan
het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat
tot een ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te active-
ren.
●De klembeveiliging werkt mogelijk
niet als iets klem komt te zitten net
voordat het panoramadak of elek-
trisch bedienbare zonnescherm volle-
dig gesloten is. Ook is de
klembeveiliging niet ontworpen om te
werken terwijl de schakelaar wordt
ingedrukt. Let erop dat uw vingers,
enz. niet bekneld raken.
■Voorkomen van brandwonden en
letsel
Raak het gedeelte tussen de onderzijde
van het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet aan.
Anders kan uw hand bekneld raken en
kunt u letsel oplopen. Ook kan de
onderzijde van het panoramadak heet
worden en brandwonden veroorzaken
als de auto gedurende langere tijd wordt
blootgesteld aan direct zonlicht.
OPMERKING
■Voorkomen van b eschadigingen
aan het panoramadak
●Controleer voordat het panoramadak
wordt geopend of er zich geen
vreemde voorwerpen rond de ope-
ning bevinden, zoals stenen of ijs.
●Zorg dat het oppervlak en de rand
van het panoramadak niet in aanra-
king komen met harde voorwerpen.
■Nadat de auto gewassen is of in de
regen heeft gestaan
Veeg voor het openen van het panora-
madak het eventueel aanwezige water
van het panoramadak. Anders kan het
water in het interieur terechtkomen als
het panoramadak wordt geopend.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 264 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 266 of 622

4
265
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de aut o ..............266
Lading en bagage ............... 272
Rijden met een aanhangwagen (Armenië,
Azerbeidzjan en
Georgië) ............................ 273
Rijden met een aanhangwagen (behalve
Armenië, Azerbeidzjan
en Georgië) ....................... 274
4-2. Rijprocedures Startknop ............................. 283
EV-modus............................ 287
Hybridetransmissie.............. 289
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................ 293
Parkeerrem ......................... 294
Brake Hold .......................... 297
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ................... 300
Automatic High Beam .........302
Schakelaar mistlampen ....... 305
Ruitenwissers en -sproeiers .......................... 306
Achterruitenwisser en -sproeier ............................ 309
4-4. Tanken Openen van de ta nkdop ......311
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ........... 313PCS (Pre-Crash
Safety-systeem) ...............325
LTA (Lane Tracing Assist) ... 333
RSA (Road Sign Assist) ...... 342
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik ................ 346
Cruise control ..................... 357
Snelheidsbegrenzer............ 360
BSM (Blind Spot Monitor) ... 362
Toyota Parking Assist-sensor .................... 378
PKSB (Parking Support Brake) ................. 386
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ........ 391
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die
achterlangs rijden) ............ 397
Rijmodusselectie- schakelaar ........................ 401
Trail-modus (AWD-uitvoeringen) .......... 403
GPF-systeem (benzineroetfilter) ............. 405
Ondersteunende systemen .......................... 406
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto....................... 413
Rijden in de winter .............. 415
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................418
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 265 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 267 of 622

2664-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het hybridesysteem
→ Blz. 283
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→ Blz. 289)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→ Blz. 294)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem auto-
matisch gedeactiveerd wanneer de selec-
tiehendel in een andere stand dan P
wordt gezet. ( →Blz. 295)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het
gaspedaal in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de
auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( →Blz. 294)
Zet de selectiehendel in stand P als er
gedurende langere tijd wordt gestopt.
(→ Blz. 289)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem
(→ Blz. 294) en zet de selectie-
hendel in stand P. ( →Blz. 289)3
Zet het contact UIT om het hybri-
desysteem uit te schakelen.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling
indien nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 289)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( →Blz. 294)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in
om de auto in beweging te bren-
gen.
4 Druk de parkeerremschakelaar in
om de parkeerrem handmatig te
deactiveren. ( →Blz. 294)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. ( →Blz. 407)
■Rijden met een gun stig brandstofver-
bruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's
vergelijkbaar zijn met conventionele auto's
en dat het belangrijk is dat u niet plotseling
accelereert, enz. Raadpleeg “Tips voor rij-
den met een hybrideauto”. ( →Blz. 413)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat
het zicht dan minder is, de ruiten besla-
gen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het
begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden
de onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 266 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 268 of 622

267
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
zich dan immers een waterfilm vormen
die het sturen en remmen kan bemoeilij-
ken.
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
→Blz. 145)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk
te rijden door te rijden overeenkomstig het
display voor begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal. Ook kunt u door het
gebruik van de begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal uw “Eco Score” een-
voudig verhogen.
●Bij het wegrijden: Trap, terwijl u binnen
het bereik voor begeleiding milieube-
wust bedienen gaspedaal blijft, het gas-
pedaal geleidelijk in en accelereer tot
aan de gewenste snelheid. Wanneer
wordt voorkomen dat er overmatig wordt
geaccelereerd, neemt de score van
“Start” toe.
●Tijdens het rijden: Laat, nadat u de
gewenste snelheid hebt bereikt, het gas-
pedaal los en rijd met een constante
snelheid binnen het bereik voor begelei-
ding milieubewust bedienen gaspedaal.
Door de auto binnen het bereik voor
begeleiding milieubewust bedienen gas-
pedaal te houden, neemt de score van
“Cruise” (constant) toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen
van de auto het gaspedaal eerder
loslaat, neemt de score voor “Stop” toe.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
vermogen van het hybridesysteem
mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven op het multi-informatiedis-
play terwijl het systeem in werking is.
■Beperken plotseling wegrijden (weg-
rijregeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermo-
gen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P in R wordt gezet (D omvat S) terwijl
het gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt
er een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven
waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt ingetrapt terwijl de auto in zijn achteruit
staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite
met het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de
TRC ( →Blz. 407) om de wegrijregeling
uit te schakelen, zodat de auto gemak-
kelijker wegrijdt in modder of op verse
sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Trail-
modus is ingeschakeld.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de
auto adviseren wij rekening te houden met
onderstaande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnel- ling.
• Rijd niet langdurig met een constante
snelheid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in
het desbetreffende land geldende wette-
lijke voorschriften en controleer of de juiste
brandstof verkrijgbaar is. ( →Blz. 578)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 267 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 269 of 622

2684-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als
de auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen
van de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat
een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen
van de pedalen moeilijk wordt. Zorg
dat u de pedalen altijd goed kunt
bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u
rem- en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechter- voet in. Wanneer u het rempedaal
met uw linkervoet intrapt, kan in een
noodgeval uw reactie vertraagd wor-
den, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●De bestuurder moet extra goed letten
op voetgangers als de auto alleen
wordt aangedreven door de elektro-
motor (tractiemotor). Aangezien er
geen motorgeluiden zijn, kunnen
voetgangers de beweging van de
auto misschien onjuist inschatten.
●Rijd niet met de auto over licht ont-
vlambare materialen zoals bladeren,
papier of doeken en parkeer de auto
ook niet in de buurt van dergelijke
materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgas-
sen kunnen zeer heet worden. Deze
hete onderdelen kunnen brand ver-
oorzaken als er licht ontvlambaar
materiaal aanwezig is.
●Schakel het hybridesysteem tijdens
normaal rijden niet uit. Door het uit-
schakelen van het hybridesysteem tij-
dens het rijden verliest u niet de
controle over het stuurwiel of de rem-
men. De stuurbekrachtiging werkt
echter niet meer. Hierdoor zal het stu-
ren veel zwaarder gaan dan normaal.
Zet in dat geval de auto aan de kant
zodra dit veilig kan. In geval van
nood, bijvoorbeeld als de auto onmo-
gelijk op de normale manier tot stil-
stand kan worden gebracht:
→Blz. 518
●Rem bij het afdalen van een steile
helling af op de motor (terugschake-
len) om een veilige snelheid aan te
kunnen houden.
Het continu gebruiken van de rem-
men kan leiden tot oververhitting en
een verminderde remwerking.
(→ Blz. 289)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de
binnen- of buitenspiegel niet tijdens
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht
over het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers
hun armen, hoofd en andere
lichaamsdelen binnen de auto hou-
den.
●Ga met deze auto niet off-road rijden.
Dit is geen vierwielaangedreven auto
die ontworpen is voor off-road rijden.
Neem de nodige zorgvuldigheid in
acht als off-road rijden onvermijdelijk
is.
●Rijd niet met de auto door rivierbed-
dingen of diepe plassen.
Hierdoor kan kortsluiting ontstaan in
elektrische/elektronische componen-
ten, kan het hyb ridesysteem bescha-
digd raken of kan andere ernstige
schade aan de auto ontstaan.
■Tijdens het rijden op een glad weg-
dek
●Door plotseling remmen, accelereren
en sturen kunnen de banden hun grip
verliezen, met controleverlies tot
gevolg.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 268 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 270 of 622

269
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Door plotseling accelereren, afrem-
men op de motor als gevolg van
schakelen, of wijzigingen in het
motortoerental kan de auto in een slip
raken.
●Trap, nadat u door een plas bent
gereden, het rempedaal lichtjes in om
ervoor te zorgen dat de remmen goed
werken. Door natte remblokken kan
de remwerking afnemen. Remmen
die aan één kant van de auto nat zijn
en niet goed werken, kunnen de
besturing bemoeilijken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Laat de auto niet achteruit rollen als
een van de vooruitversnellingen is
ingeschakeld of vooruit rollen terwijl
de selectiehendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval
of schade aan de auto het gevolg zijn.
●Zet de selectiehendel tijdens het rij-
den niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verlie-
zen.
●Zet de selectiehendel tijdens het
vooruitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verlie-
zen.
●Zet de selectiehendel tijdens het ach-
teruitrijden niet in een vooruitversnel-
ling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verlie-
zen.
●Als u tijdens het rijden de selectiehen-
del in stand N zet, wordt het hybride-
systeem uitgeschakeld. Er kan niet op
de motor worden afgeremd als het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
●Zet de selectiehendel niet in een
andere stand als het gaspedaal is
ingetrapt.
Als de selectiehendel in een andere
stand dan P of N wordt gezet, kan de
auto onverwacht snel accelereren,
waardoor een ongeval en ernstig let-
sel kunnen ontstaan. Als u dat wel
doet, kan er schade aan de transmis-
sie ontstaan waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen.
■Als u een piepend of krassend
geluid hoort (remblokslijtage-indi-
catoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk
nakijken en indien nodig vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd
raken als de remblokken niet op tijd
worden vervangen.
Het rijden met een auto waarvan de
remblokken en/of de remschijven de slij-
tagelimiet hebben overschreden, is
gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Trap het gaspedaal niet onnodig in.
Als de selectiehendel in een andere
stand dan P of N staat, kan de auto
onverwachts accelereren, waardoor
er een ongeval kan ontstaan.
●Voorkom het ontstaan van ongevallen
door het wegrollen van de auto, houd
altijd het rempedaal ingetrapt zolang
het controlelampje READY brandt en
activeer de parkeerrem indien nodig.
●Voorkom voor- of a chteruitrollen van
de auto bij stoppen op een helling,
waardoor een ongeval kan ontstaan:
trap altijd het rempedaal in en acti-
veer de parkeerrem indien nodig.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 269 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 271 of 622

2704-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Voorkom dat de motor met een te
hoog toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuit-
bussen of blikken frisdrank in de auto
liggen als deze in de zon geparkeerd
staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan
ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillengla-
zen en kunststof monturen kunnen
vervormen of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloei-
stof kortsluiting in de elektrische com-
ponenten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de
auto. Als een aansteker in het dash-
boardkastje of op de vloer ligt, kan
deze per ongeluk gaan branden als er
bagage wordt geplaatst of een stoel
wordt afgesteld en brand veroorza-
ken.
●Plak geen parkeerschijven op de
voorruit of andere ruiten. Plaats geen
reservoirs zoals luchtverfrissers op
het instrumentenpaneel of dash-
board. Deze parkeerschijven of reser-
voirs kunnen als een lens werken en
brand veroorzaken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende
gebouwen voorzien is van een geme-
talliseerde film, bijvoorbeeld een zil-
verkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P, schakel het
hybridesysteem uit en vergrendel de
auto.
Laat de auto niet onbeheerd achter
als het controlelampje READY
brandt.
Als de auto is geparkeerd met de
selectiehendel in stand P, maar de
parkeerrem niet is geactiveerd, zou
de auto in beweging kunnen komen,
wat kan leiden tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als het
controlelampje READY brandt of
direct na het uitschakelen van het
hybridesysteem.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Schakel altijd het hybridesysteem uit.
Anders zou u per ongeluk de selectie-
hendel kunnen verplaatsen of het gas-
pedaal in kunnen trappen, waardoor
een ongeval zou kunnen ontstaan of het
hybridesysteem oververhit zou kunnen
raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht
geventileerde omgeving in de auto
terechtkomen, hetgeen zeer schadelijk
is voor de gezondheid.
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de rem-
men nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto
sterker afgeremd wordt dan de
andere kant. Ook de werking van de
parkeerrem kan door vocht in nega-
tieve zin beïnvloed worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere
auto als het elektronisch geregelde
remsysteem niet werkt en vermijd
afdalingen en scherpe bochten die
afremmen noodzakelijk maken.
In dit geval kan de auto nog wel wor-
den afgeremd, maar moet er een gro-
tere kracht op het rempedaal worden
uitgeoefend dan normaal. De remweg
zal ook langer zijn. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 270 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
Page 272 of 622

271
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Het remsysteem bestaat uit 2 of meer
afzonderlijke hydraulische systemen:
als een van de systemen uitvalt,
werkt het andere systeem/werken de
andere systemen nog wel. In dat
geval moet het rempedaal krachtiger
worden ingetrapt dan gewoonlijk en
neemt ook de remweg toe. Laat uw
remmen onmiddellijk repareren.
■Als de auto vast komt te zitten (uit-
voeringen met vierwielaandrijving)
Laat de wielen niet overmatig doorslip-
pen als een van de wielen los van de
grond komt of als de auto vastzit in bij-
voorbeeld zand of modder. Anders kun-
nen de onderdelen van het
aandrijfsysteem beschadigd raken en
kan de auto plotseling naar voren of
achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Tijdens het rijden
●Trap tijdens het rijden niet tegelijker-
tijd het gaspedaal en het rempedaal
in, anders neemt het vermogen van
het hybridesysteem mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de
auto op een helling op zijn plaats te
houden en trap daartoe ook niet het
rempedaal en het gaspedaal gelijktij-
dig in.
■Vermijd schade aan onderdelen
van de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende
langere tijd in een van beide richtin-
gen tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
●Rijd zo langzaam mogelijk over onef-
fenheden in de weg om schade aan
de wielen, de onderzijde van de auto,
enz. te vermijden.
■Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan lei-
den tot de onderstaande situaties.
●Het kan moeilijk zijn om de auto
onder controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden
maken of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Houd het stuurwiel stevig vast en trap
het rempedaal geleidelijk in om de auto
tot stilstand te brengen.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( →Blz. 540,
552)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regen-
val e.d. zijn overstroomd. Indien u dat
toch doet, kan de auto hierdoor ernstig
worden beschadigd.
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componen-
ten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg
moet het volgende worden nagekeken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwali-
teit van de olie en vloeistoffen voor de
motor, de hybridetransmissie (voor en
achter [AWD-uitvoeringen]), enz.
●Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de wer-
king van alle koppelingen, lagers,
enz.
■Bij het parkeren
Activeer altijd de parkeerrem en zet de
selectiehendel altijd in stand P. Anders
kan de auto onverwachts accelereren
als het gaspedaal per ongeluk wordt
ingetrapt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 271 Friday, March 22, 2019 11:40 AM