Page 521 of 540

7-73
7
Onderhoud
• Besteed bij het reinigen van deonderkant extra aandacht aan de
delen onder de spatschermen enandere delen die zich uit het zicht
bevinden. Reinig de onderkant
grondig. Alleen bevochtigen van de
modder in plaats van deze te
verwijderen zal de vorming van
roest juist versnellen in plaats van
voorkomen. Hoge waterdruk en
stoom zijn zeer effectief voor het
verwijderen van opgehoopte
modder en andere agressieve
stoffen.
• Zorg er bij het reinigen van portieren en dorpels voor dat de
afvoeropeningen openblijven zodat
het vocht er altijd uit kan. Anders
kan er zich water verzamelen
hetgeen roestvorming versnelt.Houd uw garage vochtvrij
Parkeer uw auto niet in een vochtige,
slecht geventileerde garage. Dit
is de perfecte omgeving voor
roestvorming. Dit geldt met name als
u uw auto in de garage wast of in de
garage parkeert als deze nog nat is
of bedekt met sneeuw, ijs of modder.
Zelfs een verwarmde garage kan
roest bevorderen als hij niet goed
geventileerd wordt waardoor het
vocht niet goed wordt afgevoerd.
Houd lak en lijsten in goede staat
Krasjes en kleine beschadigingen
moeten zo snel mogelijk worden
bijgewerkt met een lakstift om de kans
op roestvorming te verkleinen. Als het
onderliggende metaal zichtbaar is, laat
er dan een professioneel
schadeherstelbedrijf naar kijken.
Uitwerpselen van vogels : Uitwerpselen
van vogels bevorderen roestvorming inhoge mate en beschadigen gelakte
oppervlakken in een paar uur. Verwijder
uitwerpselen van vogels daarom altijd
zo snel mogelijk.
Verwaarloos het interieur niet
Vocht kan zich onder vloermatten envloerbedekking ophopen en daar
roest veroorzaken. Controleer dusregelmatig of de vloer onder de
matten droog is. Wees vooral
voorzichtig met het vervoer vankunstmest, reinigingsmiddelen ofchemicaliën.
Vervoer dergelijke stoffen in een
geschikte verpakking en reinig de
auto bij morsen of lekken direct enlaat hem goed drogen.
Onderhoud interieur
Onderhoud interieur - Algemeen
Voorkom dat chemicaliën als parfum, cosmetische oliën,
zonnebrandcrème en luchtverfrisser
in aanraking komen met onderdelen
van het interieur, omdat deze
beschadiging of verkleuring kunnen
veroorzaken. Indien deze stoffen
toch met onderdelen van het
interieur in aanraking komen,
moeten ze direct worden verwijderd.
Raadpleeg de instructies voor het
reinigen van kunststof.
Page 522 of 540

7-74
Onderhoud
Zorg ervoor dat water en andere
loeistoffen nooit in contact komen
met elektrische/elektronische
componenten in de auto omdat ze
dan beschadigd kunnen raken.
Gebruik voor het reinigen van
lederen onderdelen (stuurwiel,stoelbekleding enz.) een mild
reinigingsmiddel of oplossingen
met een lage concentratie alcohol.
Door het gebruik van oplossingen
met een hoge concentratie
alcohol of zure/basische
reinigingsmiddelen kan de kleur
van de lederen onderdelen
verbleken of het oppervlak ervan
loskomen.
Interieurbekleding reinigen
Kunststof (indien van toepassing)
Verwijder stof en los vuil van de kunststof bekleding met een
plumeau of een stofzuiger. Reinig de
kunststof oppervlakken met een
vinylreiniger.
Stoffen (indien van toepassing)
Verwijder stof en los vuil van de
stoffen bekleding met een plumeau
of een stofzuiger. Reinig met een
zachte zeepoplossing die geschikt is
voor bekleding of vloerbedekking.
Verwijder nieuwe vlekken
onmiddellijk met een vlekken-
verwijderaar. Wanneer nieuwe
vlekken niet direct verwijderd
worden, kunnen er permanente
vlekken of verkleuringen in de
bekleding achterblijven. Daarnaast
kunnen de brandwerende
eigenschappen verminderen
wanneer de bekleding niet op de
juiste wijze wordt onderhouden.
Het gebruik van andere dan
de voorgeschreven reinigings-
middelen en procedures kan het
uiterlijk van de stof aantasten en
de brandwerende eigenschappenverminderen.
Leder (indien van toepassing)
• Kenmerken van leder- Leder wordt vervaardigd van deopperhuid van een dier, die via een speciaal proces geschikt
voor gebruik gemaakt wordt.
Omdat het natuurlijk materiaal is,
is de dikte en dichtheid van elk
deel verschillend.
Plooien kunnen zichtbaar worden
als natuurlijk gevolg van rekken
en krimpen onder invloed van de
temperatuur en de vochtigheid.
- De stoel is bekleed met rekbare stof om het comfort te verhogen.
- De delen die in contact komen met het lichaam zijn gewelfd en
de grote zijwangen bieden veel
comfort en stabiliteit tijdens het
rijden.
- Door het gebruik kunnen plooien ontstaan. Dit is geen defect vanhet product.
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
Page 523 of 540

7-75
7
Onderhoud
• Verzorgen van lederenstoelbekleding
- Reinig de stoel regelmatig met eenstofzuiger om stof en zand van de
stoel te verwijderen. Hiermee
voorkomt u slijtage of
beschadiging van het leder en blijft
de kwaliteit behouden.
- Veeg de natuurlederen
stoelbekleding regelmatig af met
een droge, zachte doek.
- Het gebruik van geschikte lederbeschermingsmiddelen kan
slijtage van de bekleding
voorkomen en zorgt voor
kleurbehoud. Lees de instructies
en raadpleeg een specialist voor
het gebruik van ledercoatings of
beschermende vloeistoffen.
- Lichtgekleurd (beige, crème) leder wordt snel vuil en vlekken vallen
erg op. Reinig de stoelenregelmatig.
- Gebruik geen natte doek. Hierdoor kunnen barstjes in het oppervlakontstaan. • Reinigen van lederen bekleding
- Verwijder alle verontreinigingendirect. Zie onderstaande
aanwijzingen voor het
verwijderen van elke soort
verontreiniging.
- Cosmetische producten (zonnebrandcrème, foundation,enz.)
Breng reinigingscrème aan op
een doek en veeg de
verontreiniging weg. Verwijder decrème met een natte doek en
verwijder het water met eendroge doek.
- Dranken (koffie, frisdrank, enz.) Breng een klein beetje neutraal
reinigingsmiddel aan en veeg de
verontreiniging weg.
- Olie Verwijder olie direct met eenabsorberende doek en veeg de
vlek weg met een
vlekverwijderaar die speciaal
geschikt is voor natuurleder.
- Kauwgum Bevries de kauwgum met ijs en
verwijder de kauwgum beetje bij
beetje.
•Plooien of slijtplekken die
duidelijk het gevolg zijn van het
gebruik worden niet gedekt
door de garantie.
•Riemen met metalen
accessoires, ritssluitingen of
sleutels in de achterzakkunnen de stoelbekleding
beschadigen.
•Zorg ervoor dat de stoel niet
nat wordt. Dat kan de
eigenschappen vannatuurleder veranderen.
•Spijkerbroeken of kleding met
bleekmiddelen kunnen het
oppervlak van de
stoelbekleding verontreinigen.
OPMERKING
Page 524 of 540

7-76
Onderhoud
Veiligheidsgordels reinigen
Reinig de gordels met een zachte
zeepoplossing die speciaal geschikt
is voor het reinigen van bekleding en
tapijt. Volg de aanwijzingen op het
etiket van het reinigingsmiddel. Bleek
of verf de gordels nooit omdat dit een
negatieve invloed op de sterkte van
de gordel kan hebben.
Binnenzijde ruiten reinigen
Als de ruiten aan de binnenzijde snel
beslagen raken (vette aanslag),
moeten ze gereinigd worden met
een speciale glasreiniger. Volg de
aanwijzingen op het etiket van de
glasreiniger.
Ga niet met scherpe voorwerpen
over de binnenzijde van de
achterruit. Hierdoor kunnen de
draden van de achterruitver-
warming beschadigd raken.Op het emissieregelsysteem van uw auto is een aangepaste
garantieregeling van toepassing.
Raadpleeg de garantieinformatie in
het onderhoudsboekje voor meer
informatie.
Uw auto is uitgerust met een emissieregelsysteem om aan alle
emissienorm te voldoen.
Er zijn drie emissieregelsystemen, namelijk:
(1) Carterventilatiesysteem
(2) Brandstofdampafzuigsysteem(3) Emissieregelsysteem
Om de goede werking van de
emissieregelsystemen te garanderen,
is het aan te raden uw auto door een
officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur te laten controleren en
onderhouden volgens het
onderhoudsschema in dit boekje.
1. Carterventilatiesysteem
Het carterventilatiesysteem
voorkomt dat lekgassen uit het carter
in de atmosfeer terechtkomen. Bij dit
systeem wordt schone, gefilterdelucht via de luchtinlaatslang naar het
carter gevoerd. In het carter wordt de
lucht vermengd met de lekgassen en
vervolgens via de PCV-klep naar het
luchtinlaatsysteem gevoerd.AANWIJZING
EMISSIEREGELSYSTEEM
Bij controle en onderhoud
(met elektronische stabiliteitsr-
egeling (ESC))
•Om overslaan van de motor tijdens het testen op een
rollenbank te voorkomen,moet het ESC-systeem
worden uitgeschakeld door de
ESC-schakelaar in te drukken.
•Schakel na de rollenbanktest het ESC-systeem weer in door nogmaals op de ESC-
schakelaar te drukken.
OPMERKING
Page 525 of 540

7-77
7
Onderhoud
2. Brandstofdampafzuigsysteem
Het brandstofdampafzuigsysteem is
ontworpen om te voorkomen dat
brandstofdampen in de atmosfeer
terechtkomen.
Reservoir
De brandstofdampen die vrijkomen
in de brandstoftank wordengeabsorbeerd en opgeslagen in een
reservoir. Als de motor draait worden
de opgeslagen brandstofdampen via
de magneetklep dampafvoer naar
het inlaatsysteem gevoerd.
Magneetklep dampafvoer (PCSV- Purge Control Solenoid valve)
De magneetklep dampafvoer wordt
aangestuurd door de motor-ECU; als
de koelvloeistoftemperatuur laag is
bij stationair draaien, is de PCSV
gesloten en wordt de verdampte
brandstof niet naar de motor
toegevoerd. Als de motor op
bedrijfstemperatuur is, wordt tijdens
normaal rijden de verdampte
brandstof via de geopende PCSV
naar de motor gevoerd.
3. Emissieregelsysteem
Het emissieregelsysteem is een
uiterst effectief systeem dat de
uitstoot van schadelijke stoffen tot
een minimum beperkt zonder dat dit
ten koste gaat van de prestaties.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot uitlaatgassen (koolmonoxide)
• Koolmonoxide kan samen met andere uitlaatgassen aanwezig
zijn. Laat het uitlaatsysteem vanuw auto direct controleren enindien nodig repareren indien u in
het interieur uitlaatgas ruikt. Rijdniet met de auto als u in het
interieur uitlaatgassen ruikt, maar
als het niet anders kan, rijd dan
met alle ruiten volledig geopend.Laat uw auto onmiddellijkcontroleren en repareren. Uitlaatgassen bevatten het gas
koolmonoxide (CO). Hoewel het
kleurloos en reukloos is, is het
gevaarlijk en kan het bij
inademing dodelijk zijn. Neem
de aanwijzingen op deze
bladzijde in acht ter voorkoming
van koolmonoxidevergiftiging.
WAARSCHUWING
Page 526 of 540

7-78
Onderhoud
• Laat de motor in een afgeslotenruimte (bijvoorbeeld een garage)
niet langer draaien dan nodig is om
de auto naar binnen of naar buiten
te rijden.
• Stel het ventilatiesysteem zo af dat er verse buitenlucht naar het
interieur gevoerd wordt als de auto
in een open ruimte stilstaat terwijl
de motor wat langer moet blijven
draaien.
• Blijf nooit met draaiende motor gedurende langere tijd in eenstilstaande auto zitten.
• Als de motor afslaat of niet wil aanslaan en er teveel
startpogingen ondernomen
worden, kan hetemissieregelsysteem beschadigd
raken.Voorzorgsmaatregelen
katalysator (indien van toepassing)
Uw auto is uitgerust met een
katalysator ten behoeve van deemissieregeling.
Daarom moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht
worden genomen:
• Gebruik bij een benzinemotor uitsluitend LOODVRIJE BENZINE.
• Gebruik de auto niet als de motor duidelijk storingen vertoont, zoals
overslaan of vermogensverlies.
• Doe geen dingen die slecht zijn voor de motor. Voorbeelden
hiervan zijn: de auto laten uitrollenterwijl het contact uit is en een
steile helling af rijden in de
versnelling met het contact uit.
•Een heet uitlaatsysteem kan brandbare materialen in brand
doen vliegen. Vermijd contacttussen de auto en brandbarematerialen zoals gras,
planten, papier, bladeren, enz.door niet in de nabijheid
daarvan te parkeren of te
rijden, of de motor stationairte laten draaien.
•Het uitlaatsysteem en de
katalysator zijn zeer heetwanneer de motor draait endirect nadat de motor is
uitgezet. Blijf op veilige
afstand van het uitlaatsysteem
en de katalysator, anders kunt
u brandwonden oplopen.
WAARSCHUWING
Verwijder het hitteschild van
het uitlaatsysteem niet, maak
de onderkant van de auto niet
dicht en breng geen coating
aan om corrosie tegen te
gaan. Onder bepaaldeomstandigheden kan er
brandgevaar ontstaan.
Page 527 of 540
7-79
7
Onderhoud
• Laat de motor niet langdurig (5minuten of langer) met een hoog
stationair toerental draaien.
• Voer zelf geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de motor of het
emissieregelsysteem. Weadviseren u het systeem te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
• Voorkom rijden met een extreem laag brandstof-niveau. Het
leegrijden van de tank kan leiden
tot overslaan van de motor en
overbelasting van de katalysator.
Wanneer bovenstaande
voorzorgsmaatregelen niet in acht
worden genomen, kan schade aande katalysator en aan uw autoontstaan.
Bovendien kan hierdoor de garantie
vervallen.
Page 528 of 540

8
Specificaties & Consumenteninformatie
8
Specificaties & Consumenteninformatie
8
Afmetingen .............................................................8-2
Motor .......................................................................8-2
Wattage lampen......................................................8-3
Banden en wielen ..................................................8-4
Belastingsindex en snelheidsindex
banden (Europa) ...................................................8-5
Airconditioningssysteem .......................................8-5
Voertuiggewicht en inhoud bagageruimte .........8-6
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden.....8-7
Aanbevolen motorolie (Europa) .....................................8-9
Aanbevolen SAE-viscositeitsindex ................................8-9
Voertuig-identificatienummer (VIN) .................8-11
Voertuigcertificatielabel .....................................8-11
Bandenspanningslabe..........................................8-12
Motornummer .......................................................8-12
Label aircocompressor ........................................8-12
Koudemiddelsticker ..............................................8-13
Conformiteitsverklaring ......................................8-13