Page 497 of 540
7-49
7
Onderhoud
Zekeringkast motorruimte
TypeNaam zekeringSymboolStroomsterkte zekeringBeschermd circuit
ZEKERING
TCMT115ATCM
VACUUMPOMPVACUUMPUMP20AVacu
Page 498 of 540
7-50
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterkte zekeringBeschermd circuit
SENSOR2S210ARelaiskast PCB (relais A/CON), verbindingsblok motorruimte (RLY.9),
magneetklep dampafvoer, magneetklep RCV, oliedrukregelklep #1 - #2
ECU2E210AECM
ECU1E120AECM
INJECTORINJECTOR15A-
SENSOR1S115ALambdasensor (voor), lambdasensor (na)
IGN COILIGN COIL20ABobine #1-#4
ECU3E315AECM
A/CON10ARelaiskast PCB (relais A/CON)
ECU5E510AECM
SENSOR4S415AVacu
Page 499 of 540
7-51
7
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterkte zekeringBeschermd circuit
SENSOR3S310AVerbindingsblok motorruimte (RLY.7)
ECU4E415AECM
KOPLAMP10ARelaiskast PCB (relais koplamp (grootlicht))
CLAXON15ARelaiskast PCB (claxonrelais)
Zekeringkast motorruimte
■ Kappa 1.0 T-GDI
Naam zekeringSymboolStroomsterkte zekeringBeschermd circuit
SENSOR2S210ARelaiskast PCB (relais A/CON), verbindingsblok motorruimte (RLY.9),
RCV-magneetklep, magneetklep dampafvoer, oliedrukregelklep #1 - #3
ECU2E210AECM
ECU1E120AECM
INJECTORINJECTOR15A-
SENSOR1S115ALambdasensor (voor), lambdasensor (na)
Page 500 of 540
7-52
Onderhoud
Naam zekeringSymboolStroomsterkte zekeringBeschermd circuit
IGN COILIGN COIL20ABobine #1- #3
ECU3E315AECM
A/CON10ARelaiskast PCB (relais A/CON)
ECU5E510AECM
SENSOR4S415A-
ABS3310AMultifunctionele servicestekker, ESC-module
TCM2T215A-
SENSOR3S310AVerbindingsblok motorruimte (RLY.7)
ECU4E415AECM
KOPLAMP10ARelaiskast PCB (relais koplamp (grootlicht))
CLAXON15ARelaiskast PCB (claxonrelais)
Page 501 of 540
7-53
7
Onderhoud
Zekeringkast motorruimte (afdekkap accupool)
Aan de binnenzijde van het deksel
van de zekering-/relaiskast vindt u
een label met daarop de naam van
de zekeringen en relais en decapaciteit.
Informatie
Mogelijk zijn niet alle beschrijvingen
van de zekeringkast van toepassing op
uw auto; de informatie was actueel ten
tijde van de druk. Raadpleeg het label
in de zekeringkast als u de
zekeringkast controleert.
i
Plaats het deksel op de juiste manier nadat de zekeringkast in de
motorruimte gecontroleerd is. Als het deksel goed vergrendelt kunt u
een klikkend geluid horen. Als het deksel niet goed vergrendeld is, kan
een elektrische storing ontstaan door contact met water.
AANWIJZING
OOS077035
OPD076065
Page 502 of 540

7-54
Onderhoud
GLOEILAMPEN
Neem voor de vervanging van de
gloeilampen van de meeste
verlichting contact op met een
officiële Hyundai-dealer. Het zelf
vervangen van gloeilampen kan
problemen opleveren vanwege het
feit dat om bij de lamp te kunnen
komen, eerst andere onderdelen
verwijderd dienen te worden. Dat
geldt vooral voor het verwijderen van
de koplampunit om bij de
gloeilamp(en) te kunnen komen.
Het verwijderen en plaatsen van de
koplampunit kan leiden tot
beschadigingen aan de auto.Zorg ervoor dat de doorgebrande
lamp vervangen wordt door een
met dezelfde wattage. Anders kan
de zekering of het elektrische
bedradingssyteem beschadigdraken.
Informatie
Na zware regenval of het wassen van
de auto kan het lijken alsof er vocht in
de koplampen en achterlichten zit.
Dit wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met het
beslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden
en duidt niet op een probleem met uw
auto. Als er sprake is van
waterlekkage in het elektrische
gedeelte van de lamp, adviseren we u
het systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie
De koplamp moet na een ongeval of na
het opnieuw monteren worden
afgesteld door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Informatie
- Wisselen tussen links enrechts rijdend verkeer
(Europa)
De dimlichtbundel is asymmetrisch.
Als u naar een land gaat waar het
verkeer links rijdt, kan dit
asymmetrische deel tegemoetkomend
verkeer verblinden. Om verblinding
te voorkomen schrijft het ECE-
Reglement verschillende technische
oplossingen voor (bijv. een
automatisch aanpassingssysteem,
afplakken of de koplampen lager
afstellen). Deze koplampen zijn zo
ontworpen dat ze tegemoetkomend
verkeer niet erblinden. Daarom hoeft
u de koplampafstelling niet te
veranderen als u in een land rijdt
waar het verkeer aan de andere kant
rijdt.
i
i
i
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem
stevig vast, controleer of hetcontact in stand LOCK/OFF
staat en schakel de verlichting
uit om te voorkomen dat de
auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u
een elektrische schok krijgt.
WAARSCHUWING
AANWIJZING
Page 503 of 540

7-55
7
Onderhoud
Vervangen van gloeilamp
koplamp, Statische verlichting
Low Beam Assist, parkeerlicht,
richtingaanwijzer en
dagrijverlichting
Type A
(1) Koplamp (grootlicht)
(2) Koplamp (dimlicht)
(3) Dagrijverlichting (indien vantoepassing)/parkeerlicht
(4) Richtingaanwijzer
(5) Mistlampen voor (indien van toepassing) • Behandel halogeenlampen altijd
voorzichtig om krassen te
voorkomen. Voorkom contact met
vloeistoffen wanneer de lampen
branden.
• Raak het glas nooit met de vingers aan. Door achtergebleven vet kan
de lamp te heet worden en
knappen wanneer deze brandt.
• De lamp mag alleen in gemonteerde toestand worden
ingeschakeld.
• Vervang een beschadigde of gebarsten lamp direct en gooi deze
niet zomaar weg.
•Behandel halogeenlampen
voorzichtig. Halogeenlampen
bevatten gas onder druk,zodat er kleine glasdeeltjes
vrijkomen die letsel kunnen
veroorzaken als de lampbreekt.
•Draag bij het vervangen van een lamp een veiligheidsbril.
Laat de lamp alvorens hem te
vervangen afkoelen.
WAARSCHUWING
OLMB073042L
OOS077033
Page 504 of 540
![Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch) 7-56
Onderhoud
[1] : Grootlicht, [2] : Dimlicht
Koplamp en parkeerlicht
1. Open de motorkap.
2. Neem de minpool los van de accu.
3. Verwijder de afdekkap van degloeilamp door de kap linksom te
draai Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch) 7-56
Onderhoud
[1] : Grootlicht, [2] : Dimlicht
Koplamp en parkeerlicht
1. Open de motorkap.
2. Neem de minpool los van de accu.
3. Verwijder de afdekkap van degloeilamp door de kap linksom te
draai](/manual-img/35/16237/w960_16237-503.png)
7-56
Onderhoud
[1] : Grootlicht, [2] : Dimlicht
Koplamp en parkeerlicht
1. Open de motorkap.
2. Neem de minpool los van de accu.
3. Verwijder de afdekkap van degloeilamp door de kap linksom te
draaien.
4. Neem de stekker van de lampfitting los. (dimlicht en
grootlicht)
5. Verwijder de gloeilamp uit de koplampunit.
6. Plaats een nieuwe lamp.
7. Sluit de stekker van de gloeilamp aan. (dimlicht en grootlicht) 8. Plaats de afdekkap van de
gloeilamp door hem rechtsom te
draaien.
Richtingaanwijzer
1. Open de motorkap.
2. Neem de minpool los van de accu.
3. Verwijder de fitting (1) uit delichtunit door deze linksom te
draaien tot de nokjes van de fitting
in lijn liggen met de uitsparingen
van de lichtunit. 4. Verwijder de lamp uit de fitting
door de lamp in te drukken en te
draaien tot de nokjes van de lamp
in lijn liggen met de uitsparingen
van de fitting. Trek de lamp uit defitting.
5. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp tot hij
vastzit.
6. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te
brengen met de uitsparingen in delichtunit.
7. Duw de fitting in de unit en draai de fitting rechtsom.
Dagrijverlichting
We adviseren u, als de LED-
verlichting niet werkt, de auto te latencontroleren door een officiële
Hyundai-dealer.
OOS077034
OOS077038