DASHBOARD, OVERSICHT
1-5
Uw auto in één oogopslag
11. Instrumentenpaneel ..................................3-46
2. Claxon ......................................................3-23
3. Bestuurdersairbag ....................................2-50
4. Contactslot/ ................................................5-7Startknop ..................................................5-10
5. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers ..3-96
6. Ruitenwissers en -sproeiers ..................3-109
7. Audiosysteem/ ...........................................4-8 Navigatiesysteem ......................................4-4
8. Schakelaar alarmknipperlichten ................6-3
9. Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem/ ............................3- 123
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem ..............................3-132
10. Voorpassagiersairbag ............................2-50
11. Dashboardkastje ..................................3-146
12. 12V-aansluiting ....................................3-151
13. Versnellingspook/ ....................................5-19 Selectiehendel Double
clutch-transmissie ..................................5-23
14. Toets rijmodus ........................................5-57
15. Stuurwielverwarming ..............................3-23
16. Toets Idle Stop & Go (ISG) OFF ............5-51
17. Stoelverwarming ....................................2-19
18. Stoelverwarming/stoelventilatiesysteem..2-21
19. Toets 4WD LOCK ..................................5-45
20. Toets DBC ..............................................5-42
21. Toets Parking Distance Warning (achteruit/vooruit) ..................................3-118
22. Bekerhouder ........................................3-149
23. Stuurwielbediening audiosysteem/ ..........4-3 Handsfree-bediening Bluetooth ®
Wireless Technology ..............4-4
24. Bedieningsorganen snelheidsbegrenzer/ ..............................5-93
Bediening cruise control ........................5-95
[A-F] : Type A ~ Type F OOS017004
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
3-17
Kenmerken van uw auto
3
Laat kinderen en huisdieren
nooit zonder toezicht achter in
de auto. Een afgesloten auto
kan binnenin erg warm worden,
waardoor achtergelatenkinderen of huisdieren die niet
uit de auto kunnen komen,ernstig letsel kunnen oplopen.
Kinderen kunnen gewond raken
door het bedienen van bepaalde
systemen in de auto of gevaar
lopen als iemand zich
bijvoorbeeld toegang tot de
auto verschaft.
WAARSCHUWING
Als u de auto niet vergrendeld
achterlaat, kan iemand zich in
uw auto verstoppen en u of
anderen in gevaar brengen.
Doe om de auto veilig achter te
laten het volgende: zet, terwijl u
het rempedaal intrapt, deselectiehendel in stand P
(parkeren) (Double clutch-
transmissie) of schakel de
eerste versnelling of de
achteruitversnelling
(handgeschakelde transmissie)
in, activeer de parkeerrem, zet
het contact in stand LOCK/OFF,
sluit alle ruiten, vergrendel alle
portieren en neem altijd de
sleutel mee.
WAARSCHUWING•Trek niet aan de
binnenportiergreep van het
bestuurdersportier of
passagiersportier tijdens hetrijden.
Het openen van een portier als
iemand of iets de auto nadert,
kan schade of letsel
veroorzaken. Let bij het openen
van portieren goed op of er
geen ander verkeer aankomt.
WAARSCHUWING
Als u gedurende langere tijd in
de auto verblijft terwijl het
buiten zeer heet of koud is, kan
een levensgevaarlijke situatie
ontstaan. Vergrendel de auto
niet van buitenaf als er iemandin de auto aanwezig is.
WAARSCHUWING
3-44
Kenmerken van uw auto
Informatie
Tik zachtjes op de tankdopklep of
druk er voorzichtig tegenaan als deze
is vastgevroren om het ijs te breken en
open daarna de tankdopklep. Wrik de
tankdopklep niet los. Spuit de
omgeving van de tankdopklep indien
nodig in met goedgekeurde
ruitontdooier (gebruik geen
koelvloeistof) of zet de auto op een
warme plaats om het ijs te laten
smelten.
Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem rechtsom totdat hij eenmaal klikt.
2. Sluit de tankdopklep en zorg ervoor dat hij goed dichtzit.
Informatie
De tankdopklep wordt niet gesloten als
het bestuurdersportier vergrendeld is.
Als u het bestuurdersportier tijdens het
tanken vergrendelt, ontgrendel het dan
voordat u de tankdopklep sluit.
i
i•Stap niet in de auto nadat u
begonnen bent met tanken. U
kunt statisch geladen raken
door het aanraken van of
wrijven tegen een voorwerp of
stof dat/die statische
elektriciteit kan produceren.
Een ontlading van statische elektriciteit kanbrandstofdampen doenontbranden en brand
veroorzaken. Als u tijdens het
tanken toch terug in de auto
moet stappen, raak ook dan
met de blote hand even een
metalen deel van de auto aan,
op voldoende afstand van de
vulopening, het vulpistool of
een andere benzinebron, om
mogelijk gevaarlijke statische
elektriciteit af te voeren.
•Zet bij het tanken altijd de selectiehendel in stand P
(parkeren) (Double clutch-
transmissie) of schakel de
eerste versnelling of de
achteruitversnelling (handge-
schakelde transmissie) in,
activeer de parkeerrem en zethet contact in stand
LOCK/OFF.
Benzine is licht ontvlambaar en
explosief. Het niet opvolgen
van deze richtlijnen kan totERNSTIG LETSEL leiden:
•Lees alle waarschuwingen bij
het tankstation en neem ze in
acht.
•Kijk vóór het tanken altijd of
er een noodknop voor het
afsluiten van de brandstof isbij de brandstofpomp.
•Raak, voordat u het vulpistool
aanraakt, met de blote hand
altijd even een metalen deel
van de auto aan, op
voldoende afstand van de
vulopening, het vulpistool of
een andere benzinebron, om
statische elektriciteit af te
voeren.
•Maak tijdens het tanken geen
gebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing
van mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
WAARSCHUWING
3-52
Kenmerken van uw auto
Schakelindicator transmissie
Schakelindicator transmissie(indien van toepassing)
Deze indicator geeft aan in welke
versnelling u het beste kunt rijden
om brandstof te besparen.
• Opschakelen : ▲
2, ▲
3, ▲
4, ▲
5,
▲ 6
• Terugschakelen : ▼1,
▼2,
▼3,
▼4,
▼ 5 Bijvoorbeeld
: Geeft aan dat opschakelennaar de 3e versnelling
wenselijk is (de selectiehendel
staat in de 2e of 1e versnelling).
: Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijkis (de selectiehendel staat in de
4e, 5e of 6e versnelling).
Als het systeem niet goed werkt,
wordt de indicator niet weergegeven.
Schakelindicator Double clutch-transmissie (indien van toepassing)
Deze indicator geeft weer welke
stand van de selectiehendel isgeselecteerd.
• Parkeerstand : P
• Achteruit : R
• Neutraalstand : N
• Rijstand : D
• Modus handmatig schakelen schakelen : D1, D2, D3, D4, D5, D6, D7
OTL045132OPDE046142
3-53
Kenmerken van uw auto
3
Pop-up schakelindicator
(indien van toepassing)
Wanneer de selectiehendel in een
andere stand wordt gezet (P/R/N/D),
verschijnt gedurende ongeveer 2seconden een pop-up in het
instrumentenpaneel waarop de
actuele schakelstand wordt
weergegeven.
Schakelindicator Double clutch-transmissie (Europa, indien van toepassing)
In de modus handmatig schakelen
geeft deze indicator aan in welke
versnelling u het beste kunt rijden
om brandstof te besparen.
• Schakelindicator Double clutch- transmissie
- Opschakelen : ▲
2, ▲
3, ▲
4, ▲
5,
▲ 6 ▲
7
- Terugschakelen : ▼1,
▼2,
▼3,
▼4,
▼ 5,
▼6 Bijvoorbeeld
: Geeft aan dat opschakelennaar de 3e versnelling
wenselijk is (de selectiehendel
staat in de 2e of 1e versnelling).
: Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijkis (de selectiehendel staat in de
4e, 5e of 6e versnelling).
Als het systeem niet goed werkt,
wordt de indicator niet weergegeven.
Waarschuwings- en
controlelampjes
Informatie
Controleer nadat de motor
aangeslagen is of alle
waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden.i
3
OPDE046142
OTL045134
3-69
Kenmerken van uw auto
3
Meldingen LCD-display
Schakel naar P(auto's met Smart Key-systeemen Double clutch-transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u probeert de
motor uit te schakelen zonder dat deselectiehendel in stand P
(parkeerstand) staat.
De toets ENGINE START/STOP
gaat dan over naar de stand ACC
(als u de toets ENGINE START/
STOP nogmaals indrukt, gaat hij
over naar de stand ON).
Batterij Smart Key bijna leeg(auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als bij het in de stand
OFF zetten van het contact de
batterij van de Smart Key bijna leeg
is.
Druk op startknop tijdens
draaien stuurwiel(auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
normaal wordt ontgrendeld bij het
indrukken van de toets ENGINE
START/STOP.
Bij het indrukken van de startknop moet u het stuurwiel naar rechts en
links draaien.
Stuurwiel niet vergrendeld (auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
wordt vergrendeld bij het in stand
OFF zetten van de startknop.
Controleer SysteemStuurwielslot (Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
wordt vergrendeld bij het in stand
OFF zetten van het contact.
Trap rempedaal in voor starten
motor (auto's met Smart Key-systeem en Double clutch- transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de startknop
tweemaal naar de stand ACC gaatdoordat u herhaaldelijk op de toets
drukt zonder het rempedaal in te
trappen.
Zorg ervoor dat u altijd de Smart Key
bij u hebt als u probeert de auto te
starten.
Druk koppeling in voor starten(auto's met Smart Key-systeemen handgeschakelde transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de startknop
tweemaal naar stand ACC gaatdoordat u herhaaldelijk op de toets
drukt zonder het koppelingspedaal in
te trappen.
Trap het koppelingspedaal in om de
motor te starten.
3-70
Kenmerken van uw auto
Sleutel niet in het voertuig(Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u met het contact in
stand ACC of ON het portier opent of
sluit terwijl de Smart Key zich niet in
de auto bevindt. Er klinkt een
waarschuwingsgeluid als u het
portier sluit terwijl de Smart Key zich
in de auto bevindt.
De melding attendeert u erop dat u
altijd de Smart Key bij u moet hebben.
Sleutel niet gevonden (Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u de startknop
indrukt terwijl de Smart Key niet isgedetecteerd.
Druk op de STARTknop met desleutel (Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u de startknop
indrukt terwijl de
waarschuwingsmelding "Key notdetected" (sleutel niet gedetecteerd)
wordt weergegeven. Het controlelampje startblok
-
keersysteem gaat dan knipperen.
Druk opnieuw op de START
knop (Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de motor niet
gestart wordt terwijl u de startknop
indrukt.
Probeer de motor in dat geval te
starten door nogmaals op de
startknop te drukken.
Als de waarschuwingsmelding
verschijnt telkens wanneer u de
startknop indrukt, raden wij u aan deauto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controleer zekering "BRAKESWITCH" (auto's met SmartKey-systeem en Double clutch-
transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de zekering
BRAKE SWITCH is doorgebrand. U moet de zekering door een nieuw
exemplaar vervangen. Als dat niet
mogelijk is, kunt u de motor starten
door de startknop 10 seconden
ingedrukt te houden in stand ACC.
Kies P of N voor starten (auto's
met Smart Key-systeem en Double clutch-transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u probeert de
motor te starten terwijl deselectiehendel niet in stand P
(parkeren) of N (neutraal) staat.
Informatie
U kunt de motor starten als de
selectiehendel in stand N (Neutraal)
staat. Voor uw eigen veiligheid is het
echter raadzaam de motor te starten
als de selectiehendel in stand P
(parkeren) staat.
i
3-77
Kenmerken van uw auto
3
Instellen aanpassen naschakelen naar P/ Instellenaanpassen na inschakelenparkeerrm
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven wanneer u tijdens het
rijden een item uit de modus
Gebruikersinstellingen probeert teselecteren.
- Handgeschakelde transmissie
Wijzig om veiligheidsredenen de
gebruikersinstellingen nadat u de
parkeerrem hebt geactiveerd.
- Double clutch-transmissie Wijzig om veiligheidsredenen de
gebruikersinstellingen nadat u de
auto hebt stilgezet, de parkeerrem
hebt geactiveerd en deselectiehendel in stand P
(parkeren) hebt gezet.
Beknopte handleiding (help, indien van toepassing)
Deze modus biedt korte
handleidingen voor de systemen in
de modus Gebruikersinstellingen. Selecteer een item en houd de toets
OK ingedrukt. Raadpleeg het instructieboekje
voor meer informatie over elksysteem.
Tripcomputer-modus
In de tripcomputer-modus wordt
informatie weergegeven met
betrekking tot de parameters tijdens
het rijden, waaronder brand-
stofverbruik, dagtellerinformatie en
rijsnelheid.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
OPDE046131