Kenmerken van uw auto
Toegang tot uw auto .............................................3-4Afstandsbediening.............................................................3-4
Smart Key ............................................................................3-8
Startblokkeersysteem ....................................................3-13
Sloten .....................................................................3-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-14
Portiersloten van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ...................................................................3-15
Supervergrendeling.........................................................3-18
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling.........................3-18
Kindersloten achterportieren .......................................3-19
Antidiefstalsysteem .............................................3-20
Stuurwiel ...............................................................3-21 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ........................3-21
In hoogte en lengte verstelbare stuurkolom............3-22
Stuurwielverwarming ......................................................3-23
Claxon ................................................................................3-23
Spiegels .................................................................3-24 Binnenspiegel ...................................................................3-24
Buitenspiegel ....................................................................3-26 Ruiten.....................................................................3-29
Elektrisch bedienbare ruiten ........................................3-29
Schuifdak ..............................................................3-34 Schuifdak openen en sluiten .......................................3-35
Schuifdak open-/dichtschuiven ..................................3-35
Schuifdak kantelen .........................................................3-36
Zonnescherm....................................................................3-37
Schuifdak resetten .........................................................3-37
Waarschuwingslampje open schuif-/kanteldak ......3-38
Exterieur ...............................................................3-39 Motorkap ...........................................................................3-39
Achterklep .........................................................................3-40
Tankdopklep .....................................................................3-43
Instrumentenpaneel .............................................3-46 Bediening instrumentenpaneel ....................................3-47
Meters en tellers .............................................................3-48
Waarschuwingslampje gladheid...................................3-51
Schakelindicator transmissie ........................................3-52
Waarschuwings- en controlelampjes.........................3-53
Meldingen LCD-display..................................................3-69
LCD-display (instrumentenpaneel Type B, C) .3-75 Bediening LCD-display...................................................3-75
Modi LCD-display............................................................3-76
3
3-20
Kenmerken van uw auto
Dit systeem helpt uw auto en
waardevolle spullen te beschermen.De claxon klinkt en de
alarmknipperlichten knipperen
continu in een van de volgendesituaties :
- Een portier wordt geopend zonderdat de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gebruikt.
- De achterklep wordt geopend zonder dat de afstandsbediening
of de Smart Key wordt gebruikt.
- De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt gedurende 30
seconden en vervolgens wordt het
systeem gereset. Het alarm kan
worden uitgeschakeld door de
portieren te ontgrendelen met de
afstandsbediening of de Smart Key.
Het antidiefstalsysteem wordt 30
seconden na het vergrendelen van
de portieren en de achterklep auto-
matisch ingeschakeld. Om het
systeem te activeren moet u de
portieren en de achterklep van
buitenaf vergrendelen met de
afstandsbediening of de Smart Keyof door op de toets op de
buitenportiergreep te drukken terwijl
u de Smart Key bij u draagt. De alarmknipperlichten knipperen en
de zoemer klinkt eenmaal om aan te
geven dat het systeem is
ingeschakeld. Als het antidiefstalsysteem is
ingeschakeld, wordt het alarm
geactiveerd zodra een van de
portieren, de achterklep of de
motorkap wordt geopend zonder de
afstandsbediening of de Smart Key
te gebruiken.
Het antidiefstalsysteem wordt niet
ingeschakeld als de motorkap, de
achterklep of een van de portieren
niet volledig gesloten is. Als het
systeem niet wordt ingeschakeld,
controleer dan of de motorkap, de
achterklep en de portieren vollediggesloten zijn. Probeer geen wijzigingen aan te brengen aan het systeem of het uit te
breiden met andere apparaten.
Informatie
• Vergrendel de portieren pas als alle inzittenden de auto hebben verlaten.
Als het alarm is ingeschakeld terwijl
er nog iemand in de auto zit, wordt
het alarm geactiveerd als diegene de
auto verlaat.
• Als het alarm niet is uitgeschakeld met de afstandsbediening of de
Smart Key, open dan de portieren
met de mechanische sleutel en zet
het contact in stand ON
(afstandsbediening) of start de
motor (Smart Key) en wacht 30
seconden.
• Als het systeem is uitgeschakeld, maar niet binnen 30 seconden een
portier of de achterklep wordt
geopend, wordt het systeem weer
ingeschakeld.i
ANTIDIEFSTALSYSTEEM
3-31
Kenmerken van uw auto
3
Automatische ruitbediening (indien van toepassing)
Door de schakelaar ruitbediening
kortstondig in te drukken tot de
tweede stand (6), wordt de ruit
automatisch geheel geopend, zelfs
als de schakelaar wordt losgelaten.
Om de ruitbeweging te stoppen, trekt
u de schakelaar omhoog of drukt uhem omlaag en laat u hem
vervolgens los.
Ruit automatisch omhoog /omlaag (indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (6), wordt de ruitautomatisch geopend of gesloten,
zelfs als de schakelaar wordt
losgelaten. Om de ruitbeweging te
stoppen, trekt u de schakelaar
omhoog of drukt u hem omlaag en
laat u hem vervolgens los.
De elektrisch bedienbare ruiten
resetten
Als de elektrisch bedienbare ruiten
niet goed werken, moet de
elektrische ruitbediening als volgt
worden gereset :
1. Zet het contact in stand ON.
2. Sluit de ruit en houd de ruitbedieningsschakelaar daarna nog minstens 1 seconde omhoog.
Als de elektrisch bedienbare ruiten
na het resetten niet goed werken,
raden we u aan het systeem te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Klembeveiliging (indien van toepassing)
Als een obstakel gesignaleerd wordt
tijdens het automatisch sluiten van
een ruit, stopt de beweging van de ruit
en zakt de ruit ongeveer 30 cm, zodat
het voorwerp verwijderd kan worden.
Als de ruit weerstand ondervindt
terwijl de ruitbedieningsschakelaar
omhooggetrokken blijft, stopt de
omhooggaande beweging van de ruit
en zakt de ruit ongeveer 2,5 cm.
Als de schakelaar opnieuw
omhooggetrokken wordt binnen 5
seconden nadat de ruit automatischnaar beneden is gegaan door de
klembeveiliging, zal de
klembeveiliging niet werken.
OLF044032
De klembeveiliging werkt niet
tijdens het resetten van de
elektrisch bediende ruiten. Zorg
ervoor dat lichaamsdelen en
voorwerpen zich op een veilige
afstand bevinden alvorens de
ruiten te sluiten, om letsel en
schade aan de auto te voorkomen.
WAARSCHUWING
3-37
Kenmerken van uw auto
3
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt automatisch met het glaspaneel geopend
wanneer dit openschuift. U moet hetechter handmatig sluiten.
Het zonnescherm schuift
gelijktijdig met het schuifdak
open. Laat het zonnescherm niet
dichtzitten als het schuifdak
geopend is.
Schuifdak resetten
Het schuifdak moet in de volgende
gevallen worden gereset:
- De accu is ontladen of deaccukabels zijn losgenomen
geweest, of de schuifdakzekering
is vervangen of verwijderd
- De bedieningshendel van het schuifdak is niet op de juistemanier bediend
Voer de volgende stappen uit om hetschuifdak te resetten:
1.Zet het contact in stand ON om de motor te starten. Geadviseerd
wordt het schuifdak te resetten bij
draaiende motor.
2.Druk de schakelaar naar voren. Het schuifdak sluit geheel of
kantelt, afhankelijk van de conditie
van het schuifdak.
3.Laat de schakelaar los totdat het schuifdak niet meer beweegt. 4.Druk de schakelaar ongeveer 10
seconden naar voren.
- Als het schuifdak in geslotenpositie staat :
Het glaspaneel zal kantelen en iets omhoog en omlaag
bewegen.
- Als het schuifdak in gekantelde positie staat :
Het glaspaneel zal iets omhoog
en omlaag bewegen.
Laat de schakelaar niet los voordat
de procedure is voltooid.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de procedure is voltooid, moet de
procedure worden herhaald vanafstap 2.
AANWIJZING
OAD045037
3-38
Kenmerken van uw auto
5.Druk binnen 3 seconden deschakelaar naar voren totdat het
schuifdak als volgt werkt : Omlaag kantelen →openschuiven
→ dichtschuiven.
Laat de schakelaar niet los voordat
de procedure is voltooid.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de procedure is voltooid, moet de
procedure worden herhaald vanafstap 2.
6.Laat de schakelaar los als de gehele procedure is voltooid. (Het schuifdaksysteem is gereset.) Informatie
• Als het schuifdak niet wordt gereset wanneer de accu losgenomen of
ontladen is geweest, of wanneer de
desbetreffende zekering
doorgebrand is, werkt het schuifdak
mogelijk niet goed.
• Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.Waarschuwingslampje open
schuif-/kanteldak
(indien van toepassing)
• Als de bestuurder de motoruitschakelt wanneer het schuifdak
niet volledig is gesloten, klinkt er
gedurende ongeveer 3 seconden
een waarschuwingszoemer en
verschijnt er een waarschuwing op
het LCD-display.
• Als de bestuurder de motor uitschakelt en het portier opent
wanneer het schuifdak niet volledig
is gesloten, wordt er een
waarschuwing geopend schuifdak
op het LCD-display weergegeven
tot het portier wordt gesloten of tot
het schuifdak volledig is gesloten.
Sluit het schuifdak goed wanneer u
de auto verlaat.
i
3-75
Kenmerken van uw auto
3
Bediening LCD-display
De instellingen van het LCD-display
kunnen worden gewijzigd met debedieningstoetsen.
(1) : Toets MODE voor het
selecteren van modi
(2) , : Toets MOVE voor het wijzigen van functies
(3) OK : Toets SELECTEREN/ RES- ETTEN voor het instellen of
resetten van de geselec-teerde functie
LCD-DISPLAY (INSTRUMENTENPANEEL TYPE B, C)
OOS047038
3-79
Kenmerken van uw auto
3
Waarschuwingsmeldingmodus
Als een van de onderstaande
situaties zich voordoet, worden er op
het LCD-display gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem (indien van toepassing)
- Storing Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW) (indien
van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS, indien van toepassing)
- Storing High Beam Assist (HBA) (indien van toepassing)
- Storing Forward Collision- Avoidance Assist (FCA) (indien
van toepassing)
Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u deinstellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Head-Up Display (indien van toepassing)
2. Bestuurdershulp
3. Deur
4. Lichten
5. Geluid
6. Handig
7. Volgend onderh.
8. Overige Functies
9. Taal/Language
10. Reset
De gegeven informatie kan
verschillen, afhankelijk van welke
functies van toepassing zijn opuw auto. 1. Head- Up Display
(indien van toepassing)
• Display Hoogte - Afstellen van de hoogte van hetHUD-beeld op het display.
• Rotatie - Afstellen van de hoek van hetbeeld.
• Helderheid - Afstellen van de helderheid vande HUD-verlichting.
• Inhoudselectie - Turn-by-turn
- Verkeersinfo- CC Modus
- LKA (Hulp bij rijbaan aanhouden)-systeem
- BCW-systeem
• Grootte km-teller - Kiezen van de lettergrootte vande snelheidsmeter van het HUD. (Groot, Medium, Klein)
3-83
Kenmerken van uw auto
3
8. Overige Functies
• Automatische resetbrandstofverbruik
- Uit: het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet na elke
tankbeurt automatisch gereset.
- Na starten: Als de motor ten minste 4 uur uitgeschakeld is
geweest, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik automatischgereset.
- Na tanken: Het gemiddelde brandstofverbruik wordtautomatisch gereset nadat er ten
minste 6 liter brandstof is getankt
en de rijsnelheid hoger is dan 1km/h.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. • Eenheid brandstofverbruik
Selecteren van de eenheid voor
brandstofverbruik. (km/L, L/100, MPG)
• Temperatuureenheid
Selecteren van de eenheid voor
temperatuur.
(°C,°F)
• Eenheid voor bandenspanning
Selecteren van de eenheid voor bandenspanning.
(psi, kPa, bar)
9. Taal/Language Kies de taal.
10. Reset
U kunt de menu's resetten in de
modus Gebruikersinstellingen. Alle
menu's in de modus
Gebruikersinstellingen worden
gereset naar de fabrieksinstellingen,
met uitzondering van taal en
onderhoudsinterval.