1-2
OVERZICHT EXTERIEUR (I)
Uw auto in één oogopslag
1. Motorkap................................................ 3-39
2. Koplamp ........................................3-96, 7-55
3. Dagrijverlichting ......................................7-55
4. Richtingaanwijzer....................................7-55
5. Banden en wielen............................7-26, 8-4
6. Buitenspiegels ........................................3-26
7. Schuifdak ................................................3-34
8. Voorruitenwisserbladen.........................3-109
9. Ruiten .....................................................3-29OOS017001
■Vooraanzicht
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
DASHBOARD, OVERSICHT
1-5
Uw auto in één oogopslag
11. Instrumentenpaneel ..................................3-46
2. Claxon ......................................................3-23
3. Bestuurdersairbag ....................................2-50
4. Contactslot/ ................................................5-7Startknop ..................................................5-10
5. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers ..3-96
6. Ruitenwissers en -sproeiers ..................3-109
7. Audiosysteem/ ...........................................4-8 Navigatiesysteem ......................................4-4
8. Schakelaar alarmknipperlichten ................6-3
9. Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem/ ............................3- 123
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem ..............................3-132
10. Voorpassagiersairbag ............................2-50
11. Dashboardkastje ..................................3-146
12. 12V-aansluiting ....................................3-151
13. Versnellingspook/ ....................................5-19 Selectiehendel Double
clutch-transmissie ..................................5-23
14. Toets rijmodus ........................................5-57
15. Stuurwielverwarming ..............................3-23
16. Toets Idle Stop & Go (ISG) OFF ............5-51
17. Stoelverwarming ....................................2-19
18. Stoelverwarming/stoelventilatiesysteem..2-21
19. Toets 4WD LOCK ..................................5-45
20. Toets DBC ..............................................5-42
21. Toets Parking Distance Warning (achteruit/vooruit) ..................................3-118
22. Bekerhouder ........................................3-149
23. Stuurwielbediening audiosysteem/ ..........4-3 Handsfree-bediening Bluetooth ®
Wireless Technology ..............4-4
24. Bedieningsorganen snelheidsbegrenzer/ ..............................5-93
Bediening cruise control ........................5-95
[A-F] : Type A ~ Type F OOS017004
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Tripcomputer en onderhoudsherinnering
(instrumentenpaneel Type A) ............................3-84Tripcomputer ....................................................................3-84
Onderhoudsherinnering.................................................3-87
Tripcomputer (Type B, Type C) ..........................3-89 Modi tripcomputer ..........................................................3-89
Head-up display (HUD) .......................................3-93
Verlichting .............................................................3-96 Verlichting buitenzijde ...................................................3-96
Statische verlichting Low Beam Assist....................3-105
Welcome-systeem ........................................................3-106
Interieurverlichting .......................................................3-106
Ruitenwissers en ruitensproeiers ....................3-109 Ruitenwissers voor .......................................................3-110
Ruitensproeiers voorruit .............................................3-111
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier .........3-112
Rijhulpsysteem ...................................................3-113 Rear View Monitor .......................................................3-113
Parking Distance Warning-systeem (achteruit) ....3-115
Parking Distance Warning-systeem
(achteruit/vooruit) ........................................................3-118 Ontwaseming ......................................................3-122
Achterruitverwarming ..................................................3-122
Handbediend verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-123 Verwarming en airconditioning..................................3-124
Werking systeem...........................................................3-127
Onderhoud van het systeem ......................................3-130
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-132 Automatische verwarming en airconditioning .......3-133
Handmatig bediende verwarming en
airconditioning ...............................................................3-133
Werking systeem...........................................................3-137
Onderhoud van het systeem ......................................3-139
Voorruit ontdooien en ontwasemen ...............3-141 Verwarmings- en ventilatiesysteem,
handbediend ...................................................................3-142
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem .3-143
Automatisch ontwasemings-systeem
(alleen voor verwarmings- en ventilatiesysteem) .. 3-144
3
3-72
Kenmerken van uw auto
Ruitenwisser
Dit controlelampje geeft aan welke wissersnelheid er is geselecteerd
met de ruitenwisserschakelaar.
Lage spanning (indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de banden-
spanning te laag is. Aangegeven
wordt in welke band de spanning te
laag is.
Zie voor meer informatie "Ban-
denspanningscontrolesysteem(TPMS)" in hoofdstuk 6.
Schakel de FUSE SWITCH in
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de zekering-
schakelaar op de zekeringkast onderhet stuurwiel in de stand OFF staat.
Zet de zekeringschakelaar in stand ON.
Zie voor meer informatie
"Zekeringen" in hoofdstuk 7.
OPDE046125/OPDE046126
■ Voor■ Achter
OOS047115L
OPDE046119
3-82
Kenmerken van uw auto
- Wanneer op de ontgrendeltoetsvan de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
- Wanneer u op de toets op de buitenportiergreep drukt terwijl u
de Smart Key bij u hebt.
• Weergave ruitenwisser/verlichting
In- en uitschakelen van de
ruitenwisser/verlichtingsmodus.
Indien geactiveerd toont het LCD-
display de geselecteerde
ruitenwisser/verlichtingsmodus
telkens als u de modus wijzigt.
• Automatische ruitenwisser achter
In- en uitschakelen van de ruitenwisser
achter als de auto achteruit rijdt terwijl
de ruitenwissers voor AAN zijn.
• Pop-up schakelstand
In- en uitschakelen van de pop-up voor
de ingeschakelde versnelling.
Indien geactiveerd wordt de
schakelstand weergegeven op het
LCD-display. (indien uitgerust met
Double clutch-transmissie)
• Waarschuwing voor ijs op weg
In- en uitschakelen van de
waarschuwingsfunctie glad wegdek.
7. Volgend onderh
• Onderhoudsinterval
In- en uitschakelen van de
onderhoudsintervalfunctie.
• Stel interval in
Als het service-intervalmenu
geactiveerd is kunt u het tijdstip ende afstand instellen. Informatie
Neem contact op met een officiële
Hyundai-dealer om het service-
intervalmenu te gebruiken. Als het service-intervalmenu
geactiveerd is en het tijdstip en de
afstand ingesteld zijn, worden er
meldingen weergegeven in de
volgende situaties, elke keer als het
contact in stand ON gezet wordt.
- Onderhoud over
: Wordt weergegeven om de
bestuurder te informeren over het aantal kilometers en het aantaldagen totdat er onderhoud moet
worden uitgevoerd.
- Onderhoud is vereist
: Wordt weergegeven als het aantal kilometers en het aantal dagen
bereikt of verstreken zijn.
Informatie
Onder de volgende omstandigheden
wordt het aantal km of dagen
mogelijk niet correct weergegeven.
- Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels.
- Na het uitschakelen en weer inschakelen van de zekeringscha -
kelaar.
- Nadat de accu ontladen is geweest.
i
i
3-109
Kenmerken van uw auto
3
A : Regeling wissersnelheid (voor)· / MIST - Enkele wisbeweging
· O / OFF – Uit
· --- / INT – Intervalstand AUTO* – Automatische regeling
· 1 / LO– Lage wissersnelheid· 2 / HI – Hoge wissersnelheid
B : Afstellen tijd intervalstand
C : Sproeien met enkele wisslagen (voor)
D : Achterruitenwisserbediening* · 2 / HI – Hoge wissersnelheid · 1 / LO – Lage wissersnelheid · O / OFF – Uit
E : Sproeien met enkele wisslagen (achter)
* : indien van toepassing
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS
■ Ruitenwissers/-sproeiers voor ■Ruitenwisser/-sproeier achter
OTLE045159/OTLE045161/OTLE045507/OTLE045508
• Type A
• Type B
• Type A
• Type B
3-110
Kenmerken van uw auto
Ruitenwissers voor
De werking is als volgt als het contact in stand ON staat./MIST : MIST: Druk voor een
enkele wisbeweging de
bedieningsschakelaar
omlaag ( ) of omhoog
(MIST) en laat hem weer
los. De ruitenwissers
zullen blijven werken
zolang de schakelaar in
deze stand wordtgehouden.
O/OFF : De r uitenwissers zijn
uitgeschakeld
---/INT : De r uitenwissers werken
met regelmatige intervallen.
Gebruik deze stand bij
motregen of mist. Draai aande snelheidsregelknop omde snelheid te wijzigen.
1/LO : Normale wissersnelheid
2/HI : Hoge wissersnelheid
Informatie
Maak de voorruit vrij van sneeuw en
ijs alvorens de ruitenwissers te
gebruiken of ontdooi de voorruit
gedurende 10 minuten. Anders werken de ruitenwissers
mogelijk niet goed en kunnen ze
beschadigd raken.
Als u sneeuw en/of ijs niet verwijdert
voordat u de ruitenwissers en
ruitensproeiers gebruikt, kan er
schade ontstaan aan het ruitenwisser-
en ruitensproeiersysteem.
Automatische regeling (AUTO)
(indien van toepassing)
De regensensor bovenaan op de
voorruit registreert de hoeveelheid
regen en schakelt de ruitenwissersautomatisch in met de juiste
snelheid/intervaltijd. Hoe harder hetregent, hoe hoger de wissersnelheid. Als het ophoudt met regenen,
worden de ruitenwissers
automatisch uitgeschakeld. Draaiaan de snelheidsregelknop (1) omde snelheid te wijzigen.
Als de wisserschakelaar in de stand
AUTO wordt gezet terwijl het contactin stand ON staat, zullen de wissers
eenmaal werken om een controle
van het systeem uit te voeren. Zet de
schakelaar in stand OFF als de
ruitenwissers niet in gebruik zijn.i
OOS047322L
Als de motor draait en de
schakelaar voor de
ruitenwissers voor in stand
AUTO staat, neem dan
onderstaande aanwijzingen in
acht om letsel te voorkomen:
•Raak het bovenste deel van de
voorruit, waar de regensensor
zich bevindt, niet aan.
•Veeg het bovenste deel van de
voorruit niet schoon met een
vochtige doek.
•Oefen geen druk uit op de
voorruit.
WAARSCHUWING
Sensor
3-111
Kenmerken van uw auto
3
• Zet de schakelaar tijdens hetwassen van de auto in stand O
(OFF) om te voorkomen dat de
ruitenwissers automatisch
worden ingeschakeld. Als de
ruitenwissers tijdens het
wassen worden ingeschakeld,
raken ze mogelijk beschadigd.
• Verwijder de behuizing van de regensensor boven aan de
voorruit aan passagierszijde niet.
Eventuele schade aan
onderdelen die hierdoor kan
ontstaan, valt niet onder de
fabrieksgarantie.
Ruitensproeiers voorruit
Trek de hendel naar u toe om de
ruitensproeiers in te schakelen. Als
de ruitenwisserschakelaar in standOFF (O) staat, zullen de
ruitenwissers 1 - 3 wisslagen maken. De ruitensproeiers en de
ruitenwissers blijven werken tot u dehendel loslaat.
Als de ruitensproeiers niet werken,
moet u mogelijk ruitensproeiervloeistofbijvullen.
Indien uw auto is uitgerust met
koplampsproeiers wordt er, terwijl u
de ruitensproeiers voor de voorruit
bedient, ruitensproeiervloeistof op de
koplampen gesproeid wanneer:
1. Het contact in stand ON staat.
2. De lichtschakelaar in de stand
koplampen staat.
AANWIJZING
OTLE045163
OTLE045164
■Type A
■Type B
Wanneer de buitentemperatuur beneden het vriespunt is,
verwarm de voorruit dan
ALTIJD door deze te
ontwasemen om te voorkomen
dat de ruitensproeiervloeistof
op de ruit bevriest en uw zicht
belemmert, waardoor een
ongeval met ernstig letsel tot
gevolg kan ontstaan.
WAARSCHUWING