2-25
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Als u gaat rijden terwijl u de
veiligheidsgordel niet hebt
vastgemaakt of de veiligheidsgordel
losmaakt terwijl u rijdt met een
snelheid lager dan 20 km/h, blijft het
desbetreffende waarschu
-
wingslampje branden totdat u de
veiligheidsgordel vastmaakt.
Als u de veiligheidsgordel vervolgens
nog niet vastmaakt of u de
veiligheidsgordel losmaakt terwijl u
sneller rijdt dan 20 km/h, zal de
waarschuwingszoemer van de
veiligheidsgordel gedurende
ongeveer 100 seconden klinken en
gaat het desbetreffende
waarschuwingslampje knipperen.Informatie
• Het waarschuwingslampje voor de voorpassagiersgordel bevindt zich
in de middenconsole.
• Ook als er niemand op de voorpassagiersstoel zit, zal het
waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordel gedurende 6
seconden knipperen of branden.
• Als er bagage op de voorpassagiersstoel geplaatst wordt,
kan het waarschuwingslampje van
de veiligheidsgordel ook gaan
knipperen.
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel achterpassagiers
Als herinnering voor de
achterpassagiers branden telkens
als het contact in stand ON wordt
gezet de waarschuwingslampjes van
de achterpassagiersgordel
gedurende ongeveer 6 seconden,ongeacht of de gordel is
vastgemaakt.
In de volgende gevallen brandt het
waarschuwingslampje van de
desbetreffende veiligheidsgordel
achter vervolgens gedurende
ongeveer 35 seconden:
- U gaat sneller dan 9 km/h rijdenwanneer de veiligheidsgordel
achter niet is vastgemaakt.
i
Het rijden in een verkeerde
zitpositie heeft een nadelige
invloed op de werking van de
waarschuwingsfunctie voor de
voorpassagiersgordel. Het is
belangrijk dat de bestuurder de
passagier instrueert goed te gaan
zitten, zoals voorgeschreven in
dit instructieboekje.
WAARSCHUWING
OOS037026
3-22
Kenmerken van uw auto
Informatie
De volgende symptomen kunnen zich
tijdens normaal gebruik voordoen:
• De benodigde stuurkracht kan direct nadat het contact in stand ON
is gezet, hoog zijn.
Dit gebeurt als het systeem de
EPS-diagnose uitvoert. Als de
zelfdiagnose voltooid is, gaat het
draaien aan het stuur weer net zo
licht als anders.
• Er kan een klikkend geluid hoorbaar zijn van het EPS-relais na
het in stand ON of LOCK/OFF
zetten van het contact.
• Het geluid van de elektromotor kan hoorbaar zijn als de auto stilstaat of
met lage snelheid rijdt.
• Als u het stuurwiel draait bij lage temperatuur, kan een afwijkend
geluid hoorbaar zijn. Wanneer de
temperatuur stijgt, zal het geluid
verdwijnen. Dit is een normaal
verschijnsel. • Als u bij stilstaande auto het
stuurwiel continu van aanslag tot
aanslag draait, neemt de benodigde
stuurkracht toe. Dit duidt niet op
een storing. Na verloop van tijd
wordt de benodigde stuurkracht
weer normaal.
In hoogte en lengte
verstelbare stuurkolom
Informatie
Het is mogelijk dat de
ontgrendelhendel, na het instellen, het
stuurwiel niet blokkeert.
Dit duidt niet op een storing. Dit
gebeurt als twee tandwielen niet
correct in elkaar grijpen. Stel in zo'n
geval het stuurwiel opnieuw af en
vergrendel het. Druk de ontgrendelhendel (1) op de
stuurkolom omlaag en zet het
stuurwiel in de gewenste hoek (2) en
de gewenste stand (3). Stel het
stuurwiel zo af dat het op uw borst is
gericht en niet op uw hoofd.
Zorg ervoor dat u de
waarschuwingslampjes en de meters
in het instrumentenpaneel kunt zien.
Duw na het afstellen van het
stuurwiel de ontgrendelhendel (1)omhoog om het stuurwiel te
blokkeren. Controleer na het
afstellen of het stuurwiel goed vastzitdoor het omhoog en omlaag te
drukken. Stel het stuurwiel altijd af
vóór het rijden.i
i
OOS047006
Stel het stuurwiel nooit af
tijdens het rijden. Als u dat wel
doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen, waardoor
ongevallen en letsel kunnen
worden veroorzaakt.WAARSCHUWING
3-53
Kenmerken van uw auto
3
Pop-up schakelindicator
(indien van toepassing)
Wanneer de selectiehendel in een
andere stand wordt gezet (P/R/N/D),
verschijnt gedurende ongeveer 2seconden een pop-up in het
instrumentenpaneel waarop de
actuele schakelstand wordt
weergegeven.
Schakelindicator Double clutch-transmissie (Europa, indien van toepassing)
In de modus handmatig schakelen
geeft deze indicator aan in welke
versnelling u het beste kunt rijden
om brandstof te besparen.
• Schakelindicator Double clutch- transmissie
- Opschakelen : ▲
2, ▲
3, ▲
4, ▲
5,
▲ 6 ▲
7
- Terugschakelen : ▼1,
▼2,
▼3,
▼4,
▼ 5,
▼6 Bijvoorbeeld
: Geeft aan dat opschakelennaar de 3e versnelling
wenselijk is (de selectiehendel
staat in de 2e of 1e versnelling).
: Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijkis (de selectiehendel staat in de
4e, 5e of 6e versnelling).
Als het systeem niet goed werkt,
wordt de indicator niet weergegeven.
Waarschuwings- en
controlelampjes
Informatie
Controleer nadat de motor
aangeslagen is of alle
waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden.i
3
OPDE046142
OTL045134
3-55
Kenmerken van uw auto
3
Als een van de remcircuits is
uitgevallen, wordt de slag van het
rempedaal groter en moet er meer
druk op het rempedaal worden
uitgeoefend om de auto tot stilstandte brengen.
Verder zal in dat geval de remweg toenemen.
Schakel bij een defect in het
remsysteem terug om sterker op demotor af te remmen en breng de
auto op een veilige plaats totstilstand.WaarschuwingslampjeABS
Dit waarschuwingslampje gaat
branden :
• Als het contact of de startknop in de stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in het ABS (het normale remsysteem
werkt in dat geval nog wel, maar
het antiblokkeersysteem niet).
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje
EBD
Deze twee waarschuwingslampjes
gaan tijdens het rijden gelijktijdig
branden :
• Als het ABS en het normale remsysteem mogelijk niet normaal
werken.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje parkeerrem en remvloeistofniveau
Rijden met een auto waarvan het
waarschuwingslampje brandt, is
gevaarlijk. Als het waarschuwings-lampje parkeerrem en remvloei-
stofniveau blijft branden terwijl de
parkeerrem niet geactiveerd is, kan
dit duiden op een te laagremvloeistofniveau in het
reservoir.
In dat geval adviseren we u de auto
te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
3-63
Kenmerken van uw auto
Informatie
Als de motor automatisch wordt
gestart door het ISG-systeem, gaat een
aantal waarschuwingslampjes (ABS,
ESC, ESC OFF, EPS of parkeerrem)
mogelijk een paar seconden branden.
Dit komt door de lage accuspanning.
Het betekent niet dat er een storing in
het systeem aanwezig is.Controlelampje startblokkering (zonder smart key) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als de auto de deblokkeercode van de sleutel herkent als het contact
in de stand ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motor starten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit lampje gaat knipperen:
• In het geval van een storing in hetstartblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
startblokkering(met smart key) (indien van toepassing)
Dit lampje blijft gedurende
maximaal 30 seconden branden:
• Als de auto de Smart Key in de auto detecteert als de startknop in
de stand ACC of ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit controlelampje knippert een
paar seconden:
• Als er geen Smart Key in de auto wordt gedetecteerd.
- Op dat moment kunt u de motorniet starten.
i
3
3-95
Kenmerken van uw auto
Informatie head-up display
1. InformatieTurn-by-turn (TBT)-navigatie
2. Verkeersborden
3. Snelheidsmeter
4. Ingestelde snelheid cruise control
5. Informatie Lane Keeping Assist- systeem (LKA) (indien van toepassing)
6. Informatie Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW) (indien
van toepassing)
7. Waarschuwingslampjes
8. Informatie audio/video Informatie
Als u de informatie van de Turn-by-
turn (TBT)-navigatie hebt
geselecteerd als HUD-inhoud, wordt
de informatie van de Turn-by-turn
(TBT)-navigatie niet weergegeven op
het LCD-display.
Instellingen head-up display
U kunt de instellingen van het head-
up display als volgt op het LCD-
display wijzigen.
• Display Hoogte• Rotatie• Helderheid• Inhoudselectie• Grootte km-teller• Kleur Km-teller
Zie "LCD-display" in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
i
3
OOS047082L
5-8
Rijden met uw auto
Standen contact
Stand
contactActieOpmerkingen
LOCK
Om het contact in stand LOCK te zetten, moet de sleutel in stand
ACC worden ingedrukt en vervolgens naar stand LOCK worden
gedraaid.
Als het contact in stand LOCK staat, kan de contactsleutel worden
verwijderd.
Het stuurslot beschermt de auto tegen diefstal (indien van toepassing).
ACC
Bepaalde elektrische accessoires kunnen worden gebruikt.
Het stuurslot ontgrendelt.Draai het stuurwiel iets naar links en naar
rechts om het contact gemakkelijker in stand
ACC te kunnen zetten als het verdraaien
van de contactsleutel moeilijk gaat.
ON
Dit is de normale stand waarin het contact staat nadat de motor
gestart is.
Alle systemen en accessoires kunnen worden gebruikt.
De waarschuwingslampjes kunnen worden gecontroleerd als u
het contact van stand ACC in stand ON zet.Laat het contact niet in stand ON staan als
de motor niet draait, om te voorkomen dat
de accu leegraakt.
STARTDraai de contactsleutel in stand START om de motor te starten.
Als u de sleutel loslaat keert hij terug naar stand ON.De startmotor draait totdat u de sleutel loslaat.
5-13
Rijden met uw auto
5
- Auto met handgeschakelde transmissieStand startknop Actie Opmerkingen
ON
Druk op de startknop terwijl het contact in
stand ACC staat zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
Voordat de motor wordt gestart, gaan de
waarschuwingslampjes ter controle
branden. Laat de startknop niet in stand ON staan als
de motor niet loopt, om te voorkomen dat de
accu leegraakt.
START
Start de motor door het koppelingspedaal
en het rempedaal in te trappen en op de
startknop te drukken terwijl de
selectiehendel in de vrijstand staat. Als u op de startknop drukt zonder het
koppelingspedaal in te trappen, zal de motor
niet starten en wijzigt de stand van de
startknop als volgt: OFF
→ACC →ON →OFF of ACC