Page 19 of 540

2-3
Veiligheidssysteem van uw auto
• Uw mobiele apparatuur ALLEEN tegebruiken als dit wettelijk is toegestaan en de omstandigheden
veilig gebruik mogelijk maken.
Verstuur tijdens het rijden NOOIT
een sms of een e-mail. In de
meeste landen is het versturen van
een sms tijdens het rijden wettelijk
verboden. In sommige landen is
het gebruik van een niet-
handsfree-telefoon door
bestuurders eveneens verboden.
• Laat het gebruik van een mobiel apparaat u tijdens het rijden
NOOIT afleiden. U hebt een
verantwoordelijkheid ten opzichte
van uw passagiers en
medeweggebruikers om altijd veilig
te rijden, met uw handen aan hetstuur en uw ogen en aandacht
gericht op de weg.Pas uw snelheid aan
Een te hoge snelheid speelt een
belangrijke rol bij aanrijdingen
waarbij gewonden en doden vallen.
Over het algemeen is het zo dat hoe
hoger de snelheid is, hoe groter het
risico is, maar ernstig letsel kan ook
ontstaan bij lagere snelheden. Rijdnooit sneller dan gezien de
omstandigheden veilig is, ongeacht
de maximum toegestane snelheid ter
plaatse.
Houd uw auto in een veilige conditie
Een klapband of een mechanisch
defect kan een extreem gevaarlijke
situatie opleveren. Controleer, om de
kans op dergelijke problemen te
beperken, regelmatig de
bandenspanning en de conditie van
de banden en laat het periodiekonderhoud aan uw auto op de
voorgeschreven momenten
uitvoeren.
2
Page 144 of 540

3-60
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampjete hoge snelheid(indien van toepassing)
Dit lampje knippert:
• Wanneer u sneller rijdt dan 120 km/h.
- Dit dient om te voorkomen dat ude maximumsnelheid overschrijdt.
- Er klinkt tevens een
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 5 seconden.
Hoofdwaarschuwings
lampje
Dit controlelampje gaat branden :
• In het geval van een storing in de bediening van een van de volgende systemen :
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem (indien van toepassing)
- Storing Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW) (indien
van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS, indien van toepassing)
Kijk op het LCD-display voor meer
informatie over de waarschuwing.
Waarschuwingslampje lage bandenspanning(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact in stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• Als de spanning van een of meer banden aanzienlijk te laag is (op
het LCD-display kunt u zien welkebanden het betreft).
Zie voor meer informatie "Banden-
spanningscontrolesysteem(TPMS)" in hoofdstuk 6.
120 km/h
Page 160 of 540
3-76
Kenmerken van uw auto
De gegeven informatie kan verschillen, afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.
Modi LCD-display
ModiSymboolToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer.
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn (TBT)In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
SCC/LKAS
In deze modus wordt de status weergegeven van:
- Lane Keeping Assist-systeem (LKA)
- Driver Attention Warning-systeem (DAW)- Bandenspanning
Zie "Lane Keeping Assist-systeem (LKA)" en "Driver Attention Warning-systeem
(DAW)" in hoofdstuk 5 en "Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in
hoofdstuk 6 voor meer informatie.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
WaarschuwingDeze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot het cruise control-
systeem, enz. weer.
Page 162 of 540
3-78
Kenmerken van uw auto
Turn By Turn-modus (TBT)
In deze modus wordt de status van
het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentiemodus
LKA/DAW
In deze modus wordt de status van het
Lane Keeping Assist-systeem (LKAS)
en het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) weergegeven.
Zie de desbetreffende systemen in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Bandenspanning
In deze modus wordt informatie
weergegeven met betrekking tot hetbandenspanningscontrolesysteem(TPMS).
Zie "Bandenspanningscontrole- systeem (TPMS)" in hoofdstuk 6
voor meer informatie.
OPDE046147OOS047118L
OOS047119L
Page 163 of 540

3-79
Kenmerken van uw auto
3
Waarschuwingsmeldingmodus
Als een van de onderstaande
situaties zich voordoet, worden er op
het LCD-display gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Defecte lamp verlichtingssysteem (indien van toepassing)
- Storing Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW) (indien
van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS, indien van toepassing)
- Storing High Beam Assist (HBA) (indien van toepassing)
- Storing Forward Collision- Avoidance Assist (FCA) (indien
van toepassing)
Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u deinstellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Head-Up Display (indien van toepassing)
2. Bestuurdershulp
3. Deur
4. Lichten
5. Geluid
6. Handig
7. Volgend onderh.
8. Overige Functies
9. Taal/Language
10. Reset
De gegeven informatie kan
verschillen, afhankelijk van welke
functies van toepassing zijn opuw auto. 1. Head- Up Display
(indien van toepassing)
• Display Hoogte - Afstellen van de hoogte van hetHUD-beeld op het display.
• Rotatie - Afstellen van de hoek van hetbeeld.
• Helderheid - Afstellen van de helderheid vande HUD-verlichting.
• Inhoudselectie - Turn-by-turn
- Verkeersinfo- CC Modus
- LKA (Hulp bij rijbaan aanhouden)-systeem
- BCW-systeem
• Grootte km-teller - Kiezen van de lettergrootte vande snelheidsmeter van het HUD. (Groot, Medium, Klein)
Page 167 of 540

3-83
Kenmerken van uw auto
3
8. Overige Functies
• Automatische resetbrandstofverbruik
- Uit: het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet na elke
tankbeurt automatisch gereset.
- Na starten: Als de motor ten minste 4 uur uitgeschakeld is
geweest, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik automatischgereset.
- Na tanken: Het gemiddelde brandstofverbruik wordtautomatisch gereset nadat er ten
minste 6 liter brandstof is getankt
en de rijsnelheid hoger is dan 1km/h.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. • Eenheid brandstofverbruik
Selecteren van de eenheid voor
brandstofverbruik. (km/L, L/100, MPG)
• Temperatuureenheid
Selecteren van de eenheid voor
temperatuur.
(°C,°F)
• Eenheid voor bandenspanning
Selecteren van de eenheid voor bandenspanning.
(psi, kPa, bar)
9. Taal/Language Kies de taal.
10. Reset
U kunt de menu's resetten in de
modus Gebruikersinstellingen. Alle
menu's in de modus
Gebruikersinstellingen worden
gereset naar de fabrieksinstellingen,
met uitzondering van taal en
onderhoudsinterval.
Page 328 of 540

5-50
Rijden met uw auto
Slepen
Auto's met vierwielaandrijving
moeten gesleept of vervoerd worden
met alle vier wielen van de grond. Dit
kan met behulp van een bril en
dollies of met behulp van een auto-
ambulance. Zie "Slepen" in
hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Rollenbanktest
Auto's met permanente
vierwielaandrijving moeten wordengetest op een speciale 4WD-rollenbank.Test een auto met permanente
vierwielaandrijving niet op een
testbank voor tweewielaangedreven
auto's. Als een 2WD-rollenbank moet
worden gebruikt, handelt u als volgt:
1. Controleer of de bandenspanning
aan de specificaties voldoet.
2. Plaats de voorwielen op de testbank voor de snelheidsmeting,
zoals aangegeven in deafbeelding.
3. Ontgrendel de parkeerrem.
4. Plaats de achterwielen op de vrij draaiende rollen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Start de motor nooit en laat demotor nooit draaien wanneereen auto met permanentevierwielaandrijving op een krik
staat. De auto kan van de krik
afglijden of rollen, waardoor u
of omstanders ernstig letselzouden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
OOS057009Testbank (snelheidsmeter)
Vrij draaiende rollen
•Activeer tijdens het uitvoeren
van deze test nooit deparkeerrem.
•Laat de voor- en achterwielen niet afzonderlijk draaien als
de auto omhoog staat. Allevier wielen moeten draaien.
OPMERKING
Houd afstand tot de voorzijde
van de auto als deze in de
versnelling staat op de
rollenbank. De auto kan uit de
testbank springen en ernstig
letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Page 344 of 540

5-66
Rijden met uw auto
Informatie
U kunt het systeem uitschakelen door
de BCW-schakelaar in te drukken en
‘RCCW (Waarschuwing botsing
kruisend verkeer achterkant)’ te
selecteren in de modus
Gebruikersinstellingen in het
instrumentenpaneel wanneer u met
een aanhanger of fietsendrager achter
uw auto rijdt.
Check waarsch.systeem voor
dodehoekbotsing
Als er een probleem in het BCW-
systeem aanwezig is, wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven
en gaat het lampje in de schakelaaruit. Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld. We adviseren u deauto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Beperkingen van het system
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn omdat hetsysteem onder bepaalde
omstandigheden andere voertuigen
of objecten mogelijk niet signaleert
• Er hangt een aanhanger of
fietsendrager achter de auto.
• De auto rijdt in slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw.
• De sensor is bedekt met water, sneeuw, modder, enz.
• De achterbumper waar de sensor is geplaatst, wordt bedekt door een
object, zoals een bumpersticker,
een bumperbeschermer, een
fietsendrager, enz.
• De achterbumper is beschadigd of de sensor bevindt zich niet meer in
zijn oorspronkelijke positie. • De voertuighoogte is lager of
hoger dan normaal door zware
lading in de bagageruimte, een
abnormale bandenspanning, enz.
• Als de temperatuur in de buurt van de achterbumper hoog of laag is.
• Als de sensoren geblokkeerd worden door andere voertuigen,
wanden of pilaren rond de
parkeerplaats.
• De auto rijdt op een bochtige weg of door een tolpoort.
• Als er met de auto gereden wordt in de buurt van gebieden met
metalen constructies, zoals bij
wegwerkzaamheden, spoorwegen,enz.
• Er bevindt zich een object in de buurt van de auto, zoals een
vangrail, persoon, dier, enz.
• Tijdens het op- of afrijden van een steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
• Als op een smalle weg gereden wordt met veel bomen en bosjes.
i
■Type A■Type B
OOS057078L/OOS057079L