Page 85 of 540

Kenmerken van uw auto
Toegang tot uw auto .............................................3-4Afstandsbediening.............................................................3-4
Smart Key ............................................................................3-8
Startblokkeersysteem ....................................................3-13
Sloten .....................................................................3-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-14
Portiersloten van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ...................................................................3-15
Supervergrendeling.........................................................3-18
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling.........................3-18
Kindersloten achterportieren .......................................3-19
Antidiefstalsysteem .............................................3-20
Stuurwiel ...............................................................3-21 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ........................3-21
In hoogte en lengte verstelbare stuurkolom............3-22
Stuurwielverwarming ......................................................3-23
Claxon ................................................................................3-23
Spiegels .................................................................3-24 Binnenspiegel ...................................................................3-24
Buitenspiegel ....................................................................3-26 Ruiten.....................................................................3-29
Elektrisch bedienbare ruiten ........................................3-29
Schuifdak ..............................................................3-34 Schuifdak openen en sluiten .......................................3-35
Schuifdak open-/dichtschuiven ..................................3-35
Schuifdak kantelen .........................................................3-36
Zonnescherm....................................................................3-37
Schuifdak resetten .........................................................3-37
Waarschuwingslampje open schuif-/kanteldak ......3-38
Exterieur ...............................................................3-39 Motorkap ...........................................................................3-39
Achterklep .........................................................................3-40
Tankdopklep .....................................................................3-43
Instrumentenpaneel .............................................3-46 Bediening instrumentenpaneel ....................................3-47
Meters en tellers .............................................................3-48
Waarschuwingslampje gladheid...................................3-51
Schakelindicator transmissie ........................................3-52
Waarschuwings- en controlelampjes.........................3-53
Meldingen LCD-display..................................................3-69
LCD-display (instrumentenpaneel Type B, C) .3-75 Bediening LCD-display...................................................3-75
Modi LCD-display............................................................3-76
3
Page 123 of 540
3-39
Kenmerken van uw auto
3
Motorkap
Motorkap openen
1. Parkeer de auto en activeer deparkeerrem.
2. Trek aan de ontgrendelhendel om de motorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 3. Ga naar de voorzijde van de auto
en til de motorkap iets op. Duw
tegen de veiligheidshaak (1) in het
midden van de motorkap en trek
de motorkap omhoog (2).
4. Neem de motorkapsteun los. 5. Ondersteun de motorkap met de
steun (1).
EXTERIEUR
•Pak de steun altijd vast bij het deel dat omwikkeld is met
rubber. Het rubber voorkomt
dat u zich brandt aan het hetemetaal als de motor warm is.
•De steun moet goed in de
opening geplaatst worden als
u controles in de motorruimte
uitvoert. Dat voorkomt dat demotorkap plotseling naar
beneden valt en letsel
veroorzaakt.
WAARSCHUWING
OOS047024
OOS047025OOS047026
Page 124 of 540

3-40
Kenmerken van uw auto
Motorkap sluiten
1. Controleer de volgende puntenalvorens de motorkap te sluiten :
• Of alle vuldoppen correct zijn teruggeplaatst.
• Of er geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen in de motorruimte zijn
achtergebleven.
2. Zet de steun vast in de clip om te voorkomen dat hij gaat rammelen.
3. Laat de motorkap zakken (tot ongeveer 30 cm boven zijn
gesloten positie) en druk hem
stevig in het slot. Controleer altijd
nogmaals of de motorkap goed is
vergrendeld.
Als de motorkap iets kan wordenopgetild, is hij niet goed
vergrendeld. Open hem nogmaals
en sluit hem met meer kracht.
Achterklep
Achterklep openen
Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P (parkeren) staat en activeer
de parkeerrem.
Voer vervolgens één van de
volgende handelingen uit:
1. Ontgrendel alle portieren met de ontgrendeltoets voor de portieren
op uw afstandsbediening of Smart
Key. Druk op de toets op de
achterklepgreep en open de
achterklep.
•Controleer voor het sluiten
van de motorkap of er geenzaken in de motorruimte zijn
achtergebleven.
•Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed is
vergrendeld alvorens met deauto te gaan rijden.
Controleer of er geen waar-
schuwingslampje geopendemotorkap brandt of een
melding weergegeven wordtop het instrumentenpaneel.Als de motorkap niet
vergrendeld is terwijl de auto
in beweging is, zal de zoemer
klinken om de bestuurder te
waarschuwen dat de
motorkap niet volledig
vergrendeld is. Het rijden met
een geopende motorkap kan
het zicht in zijn geheel
belemmeren, hetgeen kan
leiden tot een ongeval.
•Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat
omdat dan het zicht
belemmerd wordt, hetgeen
kan leiden tot een ongeval, ende motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.
WAARSCHUWING
OOS047027