Page 15 of 540

DASHBOARD, OVERSICHT
1-5
Uw auto in één oogopslag
11. Instrumentenpaneel ..................................3-46
2. Claxon ......................................................3-23
3. Bestuurdersairbag ....................................2-50
4. Contactslot/ ................................................5-7Startknop ..................................................5-10
5. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers ..3-96
6. Ruitenwissers en -sproeiers ..................3-109
7. Audiosysteem/ ...........................................4-8 Navigatiesysteem ......................................4-4
8. Schakelaar alarmknipperlichten ................6-3
9. Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem/ ............................3- 123
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem ..............................3-132
10. Voorpassagiersairbag ............................2-50
11. Dashboardkastje ..................................3-146
12. 12V-aansluiting ....................................3-151
13. Versnellingspook/ ....................................5-19 Selectiehendel Double
clutch-transmissie ..................................5-23
14. Toets rijmodus ........................................5-57
15. Stuurwielverwarming ..............................3-23
16. Toets Idle Stop & Go (ISG) OFF ............5-51
17. Stoelverwarming ....................................2-19
18. Stoelverwarming/stoelventilatiesysteem..2-21
19. Toets 4WD LOCK ..................................5-45
20. Toets DBC ..............................................5-42
21. Toets Parking Distance Warning (achteruit/vooruit) ..................................3-118
22. Bekerhouder ........................................3-149
23. Stuurwielbediening audiosysteem/ ..........4-3 Handsfree-bediening Bluetooth ®
Wireless Technology ..............4-4
24. Bedieningsorganen snelheidsbegrenzer/ ..............................5-93
Bediening cruise control ........................5-95
[A-F] : Type A ~ Type F OOS017004
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Page 200 of 540

3-116
Kenmerken van uw auto
Soorten waarschuwingssignalenHet Parking Distance Warning-systeem (achteruit)uitschakelen (indien van toepassing)
Druk op de toets om het Parking
Distance Warning-systeem
(achteruit) uit te schakelen. Hetcontrolelampje in de toets gaat
branden.
WaarschuwingssignalenControlelampje
Als een voorwerp zich 120 - 60 cm van de achterbumper bevindt:
Zoemer klinkt met tussenpozen
Als een voorwerp zich 60 - 30 cm van de achterbumper bevindt:
Zoemer klinkt vaker
Als een voorwerp zich binnen 30 cm van de achterbumper bevindt:
Zoemer klinkt onafgebroken.
• Het controlelampje wijkt mogelijk af van de afbeelding, afhankelijk van objecten en de status van sensoren. Als het controlelampje
knippert, adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
• Als u geen waarschuwingsgeluid hoort of als de zoemer met tussenpozen klinkt wanneer u de selectiehendel in stand R (achteruit)
zet, zit er mogelijk een storing in het Parking Distance Warning-
systeem (achteruit). In dat geval adviseren we u om uw auto zo snel
mogelijk te laten controleren door een officiële HYUNDAI-dealer.
AANWIJZINGOOS047045L
Page 203 of 540

3-119
Kenmerken van uw auto
3
Werking van het ParkingDistance Warning-systeem(achteruit/vooruit)
Werking
• Het systeem wordt ingeschakeld door de toets voor het Parking
Distance Warning-systeem
(achteruit/vooruit) in te drukken
terwijl de motor draait. • Wanneer u de selectiehendel in
stand R (achteruit) zet, gaatautomatisch het controlelampje op
de toets van het Parking Distance
Warning-systeem (achteruit/vooruit)
branden en wordt het Parking
Distance Warning-systeem
(achteruit/vooruit) geactiveerd. Als
echter de rijsnelheid hoger is dan 10km/h, geeft het systeem u geen
waarschuwing meer als een
obstakel wordt gesignaleerd. Als de
rijsnelheid hoger is dan 20 km/h,
wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld. Druk op de toets van
het Parking Distance Warning-
systeem (achteruit/vooruit) om het
systeem in te schakelen.
• Als er zich meerdere objecten achter de auto bevinden, zal het
dichtstbijzijnde als eerste wordengeregistreerd.
•Kijk voordat u achteruitrijdt
ALTIJD om u heen om te
controleren of de omgeving
vrij is van objecten en
obstakels, om een aanrijding
te voorkomen.
•Wees extra voorzichtig als u
dicht langs voorwerpen of
personen, in het bijzonder
kinderen, rijdt.
•Houd er rekening mee dat
sommige voorwerpen
mogelijk niet op het scherm
worden weergegeven of door
de sensoren worden geregist-
reerd als gevolg van deafstand tot het obstakel of het
formaat of het materiaal van
het obstakel. Al deze zaken
kunnen de effectiviteit van desensor beperken.
WAARSCHUWING
OOS047045