Page 25 of 540

2-9
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
• Duw de hendel een aantal maalomlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af testellen.
Elektrische verstelling
Om beschadiging van de stoelen
te voorkomen:
• Laat de schakelaar los zodra destoel in de voorste of achterste stand staat.
• Verstel de stoel niet langer dan nodig is als de motor niet draait.
Als u dat wel doet, kan de accute ver ontladen raken.
• Bedien niet meerdere elektrisch verstelbare stoelen op hetzelfde
moment. Dat kan een elektrische
storing veroorzaken.Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Druk op de voor- of achterzijde van de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
AANWIJZINGOOS037004 Laat kinderen NOOIT alleen
achter in de auto. De elektrisch
verstelbare stoelen kunnen ook
bediend worden als het contactuit staat.
WAARSCHUWING
OOS037005
Page 26 of 540

Hellingshoek rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Druk op de voor- of achterzijdevan de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de rugleuning in de gewenste stand staat. Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te
verachterover staat kan gevaarlijk
zijn. Ook bij het dragen van de
veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de
veiligheidssystemen (veilig-heidsgordels en airbags) bieden,
aanzienlijk af als de rugleuning te vernaar achteren staat.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
2-10
Veiligheidssysteem van uw auto
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Bestuurder en passagiers
moeten ALTIJD goed in hun
stoel zitten, de gordel op de
juiste manier dragen en de
rugleuning zo ver mogelijk
rechtop zetten.
WAARSCHUWING
OOS037006
Page 27 of 540
2-11
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
1. • Beweeg het voorste deel van debedieningsschakelaar naar
boven of naar beneden om de
voorzijde van de zitting omhoog
of omlaag te verstellen.
• Beweeg het achterste deel van de bedieningsschakelaar naar
boven of naar beneden om dezitting omhoog of omlaag te
verstellen.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Lendensteun (bestuurdersstoel,
indien van toepassing)
• De lendensteun kan wordenafgesteld door op de schakelaar
voor de lendensteun te drukken. • Druk op de voorzijde (1) van de
schakelaar voor meer steun en op
de achterzijde (2) voor mindersteun.
Obergvak in rugleuning
(indien van toepassing)
In de rugleuning van beide
voorstoelen bevindt zich een
opbergvak.
OOS037007
OOS037075
OOS037008
■
Type B
OOS037074
■
Type A
Page 28 of 540

2-12
Veiligheidssysteem van uw auto
Achterstoelen
Neerklappen van deachterstoelen
De rugleuningen achter kunnen
worden neergeklapt om het vervoer
van langere voorwerpen mogelijk te
maken of de bagageruimte te
vergroten.
Neerklappen van de rugleuning
achter:
1. Zet de rugleuning van de voorstoelzo veel mogelijk rechtop.
2. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie. 3. Plaats de veiligheidsgordel
helemaal naar buiten alvorens de
rugleuning neer te klappen om te
voorkomen dat de
veiligheidsgordel de rugleuning
hindert.
•Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten
als de auto rijdt. Dit is geen
veilige positie en de
veiligheidsgordels kunnen niet
gebruikt worden. Hierdoor kanbij een aanrijding of eennoodstop ernstig letselontstaan.
WAARSCHUWING
OOS037019
OOS037020
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de opbergvakken
in de leuningen. Bij een ongeval
kunnen ze uit de opbergvakken
geslingerd worden en
inzittenden verwonden.
OPMERKING •Voorwerpen die op de
neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet
boven de bovenzijde van de
voorstoelen uitsteken. Als dat
wel het geval is kan de lading
bij een noodstop naar voren
schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
Page 29 of 540
2-13
Veiligheidssysteem van uw auto
2
4. Haal de riem uit de geleider (1),trek de hendel (2) voor het
neerklappen van de rugleuning
omhoog en klap de rugleuning
naar voren. 5. Til de rugleuning op en duw hem
naar achteren om de achterstoel
te kunnen gebruiken.
Druk de rugleuning stevig naar
achteren totdat deze vastklikt. Zorg
ervoor dat de rugleuning
vergrendeld is.
Steek de riem door de geleider.
OOS037022 Zorg ervoor, indien u de
rugleuning achter weer rechtop
zet, dat u deze vasthoudt en
rustig omhoog klapt. Controleerof de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage met grote
kracht in het passagiers-
compartiment terecht kan
komen en de inzittenden ernstigletsel zouden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
OOS037021
OOS037023
Page 30 of 540

2-14
Veiligheidssysteem van uw auto
Armsteun (indien van toepassing)
De armsteun bevindt zich in het midden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
OOS037024
Zet de motor uit, zet de selectiehendel in stand P(parkeren) en activeer de
parkeerrem alvorens bagage in
of uit te laden. Het niet opvolgen
van deze stappen kan ertoe
leiden dat de auto zich
onbedoeld in beweging zet als
de selectiehendel per ongeluk
in een andere stand gezet
wordt.
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de inzittendenraken en zo ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bagage moet altijd worden
vastgezet om te voorkomen dat
deze bij een aanrijding door de
auto wordt geslingerd,
waardoor de inzittenden letsel
kunnen oplopen. Plaats geen
voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de voorsteinzittenden raken.
WAARSCHUWING
•Wees voorzichtig bij het
plaatsen van bagage op de
achterbank om schade aan
het interieur te voorkomen.
•Als via de achterstoelen
bagage in de auto wordt
geladen, zet de bagage dan
goed vast om te voorkomen
dat deze tijdens het rijden
gaat schuiven.
OPMERKING
Page 31 of 540

2-15
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Hoofdsteun
De hoofdsteunen voor en achter zijn
verstelbaar. De hoofdsteunen
vergroten het comfort voor de
inzittenden, maar belangrijker is dat
ze speciaal ontworpen zijn om de
inzittenden beter te beschermentegen een whiplash en ander nek- en
rugletsel bij een ongeval, in het
bijzonder bij een aanrijding vanachteren.Sla, om beschadiging te
voorkomen, NOOIT tegen dehoofdsteun en trek er niet aan.
AANWIJZING
Om de kans op ernstig letsel bij
een ongeval te beperken,
moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden bij het afstellen van dehoofdsteunen:
•Stel de hoofdsteunen voor alle inzittenden altijd op de juiste
hoogte af VOOR het wegrijdenmet de auto.
•Vervoer NOOIT iemand in een
stoel waarvan de hoofdsteun
verwijderd is.
•
Stel de hoofdsteun zo af dat
het midden van de hoofdsteun
zich op dezelfde hoogte
bevindt als de ogen.
•Stel de hoofdsteun van de
bestuurdersstoel NOOIT aftijdens het rijden.
•Stel de hoofdsteun zo af dat
hij zich zo dicht mogelijk bij
het hoofd van de inzittende
bevindt. Gebruik geen loskussen tussen de rug en derugleuning.
•Controleer of de hoofdsteun
goed vergrendeld is nadat hij
is afgesteld.
WAARSCHUWING
OLF034072N
Wanneer er geen inzittenden aanwezig zijn op de
achterstoelen, zet dan de
hoofdsteunen in de laagste
stand. De hoofdsteunen van de
achterstoelen kunnen het zicht
naar achteren belemmeren.
OPMERKING
Page 32 of 540
2-16
Veiligheidssysteem van uw auto
Hoofdsteunen voorstoelen
De bestuurdersstoel en de
voorpassagiersstoel zijn voorzien
van een verstelbare hoofdsteun voor
de veiligheid en het comfort.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in drie standen
naar wens naar voren worden
getrokken. Trek de hoofdsteun
helemaal naar voren en laat hem losom de hoofdsteun helemaal naarachteren te plaatsen.
OPDE036068
OOS037061OOS037010