
2-38
Veiligheidssysteem van uw auto
Plaatsen van een kinderzitje (CRS)Nadat u een goede kinderzitje heb
gekozen voor uw kind engecontroleerd hebt dat hetkinderzitje goed past goed op de
zitplaats, moeten deze drie stappen
gevolgd worden voor een juisteinstallatie:
• Zet het kinderzitje op de juistewijze vast in de auto. Kinderzitjes
moeten altijd met de heupgordel,
het heupgedeelte van een
driepuntsgordel, het Top Tether
ISOFIX-bevestigingspunt of de
ISOFIX-bevestigingspunten, en/of
de steunpoot vastgezet worden in
de auto.
• Zorg ervoor dat het kinderzitje stevig is vastgezet. Duw het zitje
na het plaatsen naar voren enachteren en naar links en rechts
om te controleren of het stevig is
vastgezet op de stoel. Een met een
veiligheidsgordel vastgezet
kinderzitje moet zo strak mogelijk
vastzitten. Maar enige beweging in
zijdelingse richting is normaal. Verstel de hellingshoek van de
rugleuning en/of schuif de stoel
naar voren of achteren om ervoor
te zorgen dat het kinderzitje zo
geplaatst kan worden dat uw kind
comfortabel in het kinderzitje kanzitten.
• Zet het kind vast in het kinderzitje. Zorg ervoor dat het
kind correct, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje in het zitje wordt
vastgezet.
In een afgesloten auto kan een
kinderzitje erg warm worden.
Controleer om brandwonden te
voorkomen het oppervlak van
het zitje en de gordelsluitingen
voordat u uw kind in het
kinderzitje zet.
OPMERKING
Doe altijd het volgende voordat u een kinderzitje plaatst:
Lees altijd de aanwijzingen die
door de fabrikant van het
kinderzitje zijn opgesteld en
volg deze aanwijzingen op.
Het niet opvolgen van deze
waarschuwingen en
aanwijzingen kan de kans opERNSTIG LETSEL bij een
ongeval vergroten.
WAARSCHUWING
Wanneer de hoofdsteun een
juiste plaatsing van het
kinderzitje hindert, verstel ofverwijder dan de hoofdsteun
van de desbetreffende stoel.
WAARSCHUWING

2-39
Veiligheidssysteem van uw auto
2
ISOFIX-bevestigingspunten enTop Tether-bevestigingspunt(ISOFIX-bevestigingssysteem)voor kinderzitjes
Het kinderzitje wordt tijdens het
rijden en bij een ongeval
vastgehouden door het ISOFIX-
systeem. Dit systeem is ontworpen
om het plaatsen van een kinderzitje
te vergemakkelijken en de kans op
het onjuist plaatsen van het zitje te
verkleinen. Het ISOFIX-systeem
gebruikt bevestigingspunten in de
auto en op het kinderzitje. Het
ISOFIX-systeem maakt het gebruik
van veiligheidsgordels voor het
vastzetten van een kinderzitje op de
achterstoelen overbodig.
De ISOFIX-bevestigingspunten
bestaan uit metalen staven die in de
auto zijn geïntegreerd. Elke zitplaats
met het ISOFIX-systeem heeft twee
onderste bevestigingspunten
waaraan een ISOFIX-kinderzitje kan
worden vastgezet. Om het ISOFIX-systeem van uw
auto te kunnen gebruiken moet u
over een kinderzitje met ISOFIX-
bevestigingspunten beschikken.
Aanwijzingen voor de bevestiging
van het kinderzitje aan de ISOFIX-
bevestigingspunten worden door de
fabrikant van het kinderzitje
geleverd.
De ISOFIX-bevestigingspunten zijn
aangebracht op de buitenste
zitplaatsen links en rechts achter. De
plaats hiervan wordt in de afbeelding
aangegeven.
Probeer geen ISOFIX-kinderzitje
te plaatsen op de middelste
zitplaats achter. Deze zitplaats is
niet voorzien van de ISOFIX-
bevestigingspunten. Als u de
bevestigingspunten van de
buitenste zitplaatsen gebruikt om
een kinderzitje op de middelste
zitplaats te monteren, kunnen
deze bevestigingspunten
beschadigd raken.
WAARSCHUWING
OAE036063
![Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch) 2-40
Veiligheidssysteem van uw auto
[A] : Positie-indicator ISOFIX-bevestigingspunt,
[B] : ISOFIX-bevestigingspunt
De ISOFIX-bevestigingspunten
bevinden zich tussen de rugleuning
en de zitting van Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch) 2-40
Veiligheidssysteem van uw auto
[A] : Positie-indicator ISOFIX-bevestigingspunt,
[B] : ISOFIX-bevestigingspunt
De ISOFIX-bevestigingspunten
bevinden zich tussen de rugleuning
en de zitting van](/manual-img/35/16237/w960_16237-55.png)
2-40
Veiligheidssysteem van uw auto
[A] : Positie-indicator ISOFIX-bevestigingspunt,
[B] : ISOFIX-bevestigingspunt
De ISOFIX-bevestigingspunten
bevinden zich tussen de rugleuning
en de zitting van de buitenste
zitplaatsen links en rechts achter,
zoals aangegeven door de symbolen.
Druk tegen het bovenste deel van
het afdekkapje van het ISOFIX-
bevestigingspunt om de ISOFIX-
bevestigingspunten te gebruiken.
Vastzetten van een kinderzitje met het ISOFIX-bevestigingssysteem
Plaats een i-Size of ISOFIX-
kinderzitje op de volgende wijze op
een van de buitenste zitplaatsen
achter:
1. Leg de gordelsluiting opzij, uit de buurt van de ISOFIX-
bevestigingspunten.
2. Haal andere voorwerpen uit de buurt van de bevestigingspunten
zodat niets een correcte
verbinding tussen het kinderzitje
en de ISOFIX-bevestigingspunten
in de weg staat.
3. Plaats het kinderzitje op de zitplaats van de auto en bevestig
het zitje conform de aanwijzingen
van de fabrikant van het zitje aan
de ISOFIX-bevestigingspunten.
4. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje opmet betrekking tot het op de juiste
wijze plaatsen en vastzetten van
de ISOFIX-bevestigingspunten
van het zitje aan de ISOFIX-
bevestigingspunten van de auto.Neem bij het gebruik van het ISOFIX-systeem altijd de
volgende voorzorgsmaat
-
regelen in acht:
•Lees alle aanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitjemet betrekking tot het
plaatsen en volg deze
aanwijzingen op.
•Maak alle ongebruikte
veiligheidsgordels van de
achterstoelen vast in de
gordelsluitingen en maak de
gordel op de plaats van het
kinderzitje achter het zitje
vast om ervoor te zorgen dat
de gordels buiten bereik van
het kind blijven. Kinderenkunnen stikken als een
schoudergordel om hun nek
gedraaid raakt en de
veiligheidsgordel wordt
aangetrokken.
WAARSCHUWING
OOS037076

2-43
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de ISOFIX-kinderzitjes overeenkomstig de ECE-voorschriften
IUF = Geschikt voor universele ISOFIX-kinderzitjes waarbij hetkind met het gezicht naar voren gericht zit, goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
IL = Geschikt voor de in de lijst vermelde specifieke ISOFIX- kinderzitjes. Deze ISOFIX-kinderzitjes behoren tot de
categorie "voertuigspecifiek", "beperkt" of "semi-universeel".
X = Zitplaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of deze lengteklasse. A - ISO/F3: Hoog kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren
gericht zit (hoogte 720 mm)
B - ISO/F2: Laag kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 650 mm)
B1 - ISO/F2X: Laag kinderzitje (versie 2) waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit (hoogte 650 mm)
C - ISO/R3: Volledig kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
D - ISO/R2: Klein kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
E - ISO/R1: Baby-/kinderzitje, waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht zit
F - ISO/L1: Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar links gericht ligt G -
SO/L2: Reiswieg waarbij het kind met het gezicht naar rechts gericht ligt
GewichtsgroepLengteklasseBevestiging
ISOFIX-bevestigingspunten
Voorpassagier2e zitrij
LinksMiddenRechts
ReiswiegFISO/L1N/AXN/AX
GISO/L2N/AXN/AX
0-: tot 10 kgEISO/R1N/AILN/AIL
0+: tot 13 kg
EISO/R1N/AILN/AIL
DISO/R2N/AILN/AIL
CISO/R3N/AILN/AIL
1: 9 tot 18 kg
DISO/R2N/AILN/AIL
CISO/R3N/AILN/AIL
BISO/F2N/AIUF, ILN/AIUF, IL
B1ISO/F2XN/AIUF, ILN/AIUF, IL
AISO/F3N/AIUF, ILN/AIUF, IL

2-46
Veiligheidssysteem van uw auto
Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de "universele" categorie kinderzitjes die vastgezet worden met gordels overeenkomstig de ECE-voorschriften
U = Geschikt voor de categorie "universele" kinderzitjes, goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep
U* = Geschikt voor de categorie "universele" kinderzitjes, goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep (Zet bij het plaatsen van een kinderzitje op de voorpassagiersstoel de stoel in de hoogste stand en de rugleuning zo rechtop mogelijk.)
❈ Hoogteverstelling voor de voorpassagiersstoel is als optie leverbaar.
U** = Stoelpositie niet geschikt voor kinderzitjes met steunpoot.
UF = Geschikt voor de categorie “universele” in de rijrichting geplaatste zitjes, goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklass e.
X = Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
Geadviseerd wordt een kinderzitje altijd op de achterbank te plaatsen, ook al is de airbag voorpassagier UIT
geschakeld met de AAN/UIT-schakelaar. Om de veiligheid voor uw kind te garanderen, moet de airbag
voorpassagier worden uitgeschakeld wanneer u omdat het niet anders kan een kinderzitje op de voorstoel
monteert.
WAARSCHUWING
Gewichtsgroep
Zitpositie
Buitenzijde voorpassagierTweede rij
Airbag
geactiveerdAirbag
gedeactiveerdBuitenzijde linksMidden(DRIEPUNTSGORDEL)Buitenzijde rechts
Groep. 0
(0-9 maanden)Tot 10kgXU*UU**U
Groep. 0 + (0-2 jaar)Tot 13kgXU*UU**U
Groep. I
(9 maanden ~ 4 jaar)9 tot 18kgXU*UU**U
Groep.II
(15 tot 25kg)15 tot 25kgUFU*UUU
Groep. III
(22 tot 36kg)22 tot 36kgUFU*UUU

2-47
Veiligheidssysteem van uw auto
2
i-Size kinderzitjes overeenkomstig de ECE-voorschriften
i-U : Geschikt voor i-Size “universele” kinderzitjes waarbij het kind met het gezicht naar voren of naar achteren gericht zit.
i-UF : Alleen geschikt voor i-Size “universele” kinderzitjes waarbij het kind met het gezicht naar voren gericht zit.
X : Stoelpositie niet geschikt voor i-Size kinderzitjes.
Gewichtsgroep
Zitpositie
Voorpassagier
Tweede rij
Buitenzijde linksMiddenBuitenzijde rechts
i-Size kinderzitjesXi-UXi-U
Aanbevolen kinderzitjes – Europa
Fabrikantinformatie kinderzitje
Maxi-Cosi Cabriofix en Familyfix http://www.maxi-cosi.com
Britax Römer http://www.britax.com
Graco http//www.gracobaby.com
GewichtsgroepNaamFabrikantType bevestigingECE-R44
goedkeuringsnr.
Groep. 0+Cabriofix & FamilyfixMaxi-CosiMet het gezicht naar achteren gericht met ISOFIXE4 04443907
Groep. IDuo PlusBritax RömerMet het gezicht naar voren gericht met ISOFIX en Top TetherE1 04301133
Groep. IIKidFix II XPBritax RömerMet het gezicht naar voren gericht
met ISOFIX en veiligheidsgordel autoE1 04301323
Groep. IIIJunior IIIGracoMet het gezicht naar voren gericht
met veiligheidsgordel autoE11 03.44.164 E11 03.44.165

3-27
Kenmerken van uw auto
3
Afstellen van de buitenspiegels
1. Druk op de toets L (links) of R(rechts) (1) om de spiegel te selecteren die u wilt afstellen.
2. Gebruik de bedieningsschakelaar voor de spiegel (2) om degeselecteerde spiegel omhoog,omlaag, naar links of naar rechts
te bewegen.
3. Zet de schakelaar na het verstellen terug in de middenstand
om te voorkomen dat de spiegel
onbedoeld wordt versteld. • De spiegels stoppen hun
beweging als de maximale
stelhoek bereikt is. De stelmotor
blijft echter draaien zolang de
schakelaar ingedrukt blijft. Houd
de schakelaar niet langer
ingedrukt dan nodig om te
voorkomen dat de stelmotor
beschadigd raakt.
• Probeer de buitenspiegels nooit met de hand te verstellen,
anders kan de elektromotor
beschadigd raken.
Inklappen buitenspiegel
Handmatig
Pak de buitenspiegel bij de behuizing
vast en klap deze naar achteren.
AANWIJZING
OOS047013OOS047014

3-28
Kenmerken van uw auto
Elektrisch
Links: De spiegel klapt uit.
Rechts : De spiegel klapt in.
Midden (AUTO) : De spiegels
worden in de volgende gevallen automatisch in- en uitgeklapt :
• Zonder Smart Key-systeem
- De spiegel wordt in- of uitgeklaptwanneer de portieren worden
vergrendeld of ontgrendeld metde afstandsbediening en
"Welkom spiegel" in de modus
Gebruikersinstellingen op het
LCD-display wordt geactiveerd. • Met Smart Key-systeem
- De spiegel wordt in- of uitgeklaptwanneer de portieren worden
vergrendeld of ontgrendeld met
de Smart Key en "Welkomspiegel" in de modus
Gebruikersinstellingen op het
LCD-display wordt geactiveerd.
- De spiegels worden in- of uitgeklapt wanneer de portieren
worden vergrendeld of
ontgrendeld met de toets op de
buitenportiergreep en "Welkomspiegel" in de modus
Gebruikersinstellingen op het
LCD-display wordt geactiveerd. De elektrisch bedienbare
buitenspiegel werkt zelfs als het
contact in stand OFF staat. Stel,
om te voorkomen dat de accu
leegraakt, de spiegels niet langerdan noodzakelijk af als de motor
is uitgeschakeld.
Klap de elektrisch bedienbare
buitenspiegels niet met de hand
in. Anders kan de elektromotor
beschadigd raken.
AANWIJZING
AANWIJZING
OOS047015