Page 369 of 540

5-91
Rijden met uw auto
5
Systeem standby
Het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) gaat naar de stand
gereed en geeft het scherm
'Uitgeschakeld' weer in de volgende
situaties.
- De camera signaleert geenrijstroken.
- De rijsnelheid blijft lager dan 60 km/h of hoger dan 200 km/h.
Storing in het systeem
Check systeem waarsch.
oplettendh. best. (DAW)
Als de waarschuwingsmelding
"Check systeem waarsch.
oplettendh. best. (DAW)" wordt
weergegeven, werkt het systeem
niet goed. In dat geval adviseren weu de auto te laten controleren door
een officiële Hyundai-dealer.
OOS057086LOOS057087L
•Het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) is geen
vervanging voor een veilig
rijgedrag, maar dient slechts
als hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder altijd voorzichtig
te rijden om onverwachte en
plotselinge situaties te
voorkomen. Let te allen tijdeop de wegomstandigheden.
•Het systeem kan een pauze
voorstellen naar aanleiding van
het rijgedrag van de
bestuurder, ook al voelt de
bestuurder zich niet vermoeid.
•Een bestuurder die zich
vermoeid voelt zou een pauze
moeten nemen, ook al wordt erdoor het Driver Attention
Warning-systeem (DAW) niet
voorgesteld een pauze tenemen.
WAARSCHUWING
Page 370 of 540

5-92
Rijden met uw auto
Het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) maakt gebruik van
de camerasensor op de voorruit. Om de camerasensor in optimale conditie te houden moeten de
volgende aanwijzingen worden
opgevolgd:
• Plaats GEEN accessoires ofstickers op de voorruit en breng
geen getinte coating aan op de
voorruit.
• Plaats GEEN reflecterende objecten (bijv. wit papier,
spiegel) op het dashboard. Elke
lichtreflectie kan een storing in
het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) veroorzaken.
• Voorkom met de grootste zorgvuldigheid dat decamerasensor in aanraking
komt met water.
• Probeer de camera NOOIT zelf te demonteren en stel de camera
niet bloot aan schokken.
• Haal de camera niet uit elkaar, bijvoorbeeld om de ruit extra tetinten of coatings of accessoires
aan te brengen. ls u de camera uit elkaar hebt
gehaald en weer in elkaar hebt
gezet, adviseren we u de
kalibratie van het systeem te
laten controleren door een
officiële Hyundai-dealer.
AANWIJZING•Het rijgedrag van de auto in
voorwaartse richting laat
ernstig te wensen over (door
een groot verschil in
bandenspanning, ongelijk-
matige bandenslijtage, onjuisttoespoor/uitspoor).
•De auto rijdt op een slechte weg.
•De auto rijdt op een
slingerende weg.
•De auto rijdt door een gebied
waarin het hard waait.
•De volgende rijbegeleidings- systemen zijn actief:
- Lane Keeping Assist-
systeem (LKA)
- Forward Collision- Avoidance Assist (FCA)
Het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) werkt mogelijk
niet goed en waarschuwt inbeperkte mate onder de
volgende omstandigheden:
•De rijstrook wordt slecht
herkend. (Zie "Lane KeepingAssist-systeem (LKA)" in dit
hoofdstuk voor meer
informatie.)
•Er wordt wild met de auto
gereden of er wordt abrupt om
een obstakel heen gestuurd
(bijv. wegwerkzaamheden,
andere voertuigen, gevallen
objecten, slechte wegen).
OPMERKING
Als het volume van het
audiosysteem van de auto hoog
is, zijn de
waarschuwingssignalen van
het Driver Attention Warning-
systeem (DAW) mogelijk niet
hoorbaar.
OPMERKING
Page 371 of 540

5-93
Rijden met uw auto
5
Bediening snelheidsbegrenzer
U kunt de snelheidslimiet instellen
wanneer u een bepaalde snelheid
niet wilt overschrijden.
Wanneer u de ingestelde
snelheidslimiet overschrijdt, treedt
het waarschuwingssysteem in
werking (de ingestelde snelheid
wordt knipperend weergegeven en
er klinkt een zoemer) totdat u weer
langzamer gaat rijden dan deingestelde snelheid.Informatie
Wanneer de snelheidsbegrenzer in
werking is, kan het cruise control-
systeem niet worden geactiveerd.
Schakelaar snelheidsbegrenzer
: Wijzigt de modus tussen cruise control-systeem enSpeed Limit Control-systeem.
RES+: Her v atten of verhogen
snelheid snelheidsbegrenzer.
SET-: Instellen of verlagen snelheid snelheidsbegrenzer
O (annuleren): Schakelt de
snelheidsbegrenzeruit.
Snelheidslimiet instellen
1. Druk op de toets om het
systeem in te schakelen. Hetcontrolelampje snelheidslimiet in
het instrumentenpaneel gaat
branden.i
SNELHEIDSBEGRENZINGSSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
OPDE056114OOS057053
Systeem off
Speed Limit Control
Cruise Control
Page 372 of 540

5-94
Rijden met uw auto
2. Beweeg de selectieschakelaaromlaag (SET-).
3. • Beweeg de selectieschakelaar omhoog (RES+) of omlaag (SET-)
en laat hem los als de gewenstesnelheid is bereikt. • Beweeg de selectieschakelaar
omhoog (RES+) of omlaag (SET-
) en houd hem vast. De snelheid
wordt met 5 km/h verhoogd of
verlaagd.
De ingestelde snelheidslimiet wordt
weergegeven in het
instrumentenpaneel.
Als u harder wilt rijden dan de ingestelde snelheidslimiet en u het
gaspedaal minder dan ongeveer
50% intrapt, zal de ingestelde
snelheidslimiet geactiveerd blijven
en de auto niet versnellen. Als u het gaspedaal echter meer dan
ongeveer 70% intrapt, kunt u de
snelheidslimiet overschrijden. Dan
wordt de ingestelde snelheid
knipperend weergegeven en klinkt
de zoemer totdat u weer langzamer
gaat rijden dan de ingesteldesnelheid.
U kunt de snelheidsbegrenzer op een van de volgendemanieren uitschakelen:
• Druk op de toets .
• Als u eenmaal op de toets O (annuleren) drukt, wordt de ingestelde snelheidslimiet
geannuleerd, maar wordt het
systeem niet uitgeschakeld.
Beweeg de selectieschakelaar
+RES of SET- op uw stuurwiel naar
de gewenste snelheid als u de
snelheidslimiet wilt hervatten.
OOS057053
OOS057054
OOS057055
Page 373 of 540

5-95
Rijden met uw auto
5
Werking cruise control
1. Controlelampje CRUISE ( )
2. Controlelampje SET
De cruise control stelt u in staat
boven 30 km/h een bepaalde
rijsnelheid aan te houden, zonder dat
u de voet op het gaspedaal hoeft tehouden.Schakel bij het rijden met de
cruise control bij een auto met
handgeschakelde transmissie nietnaar de vrijstand zonder het
koppelingspedaal in te trappen.De motor zal dan met een te hoog
toerental draaien. Trap als dat
gebeurt het koppelingspedaal in
of druk op de AAN/UIT-toets van
de cruise control.AANWIJZING
CRUISE CONTROL (INDIEN VAN TOEPASSING)
OOS057052Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
•Stel de rijsnelheid altijd lager
in dan de toegestane
maximumsnelheid.
•Als het systeem niet wordt
uitgeschakeld (controlelampje
CRUISE ( ) in het
instrumentenpaneel blijft
branden) kan de cruise control
mogelijk onbedoeld worden
geactiveerd. Zet het systeem
uit (controlelampje CRUISE
UIT) wanneer de cruise control
niet gebruikt wordt om te
voorkomen dat er onbedoeld
een snelheid wordt ingesteld.
•Gebruik het cruise control-
systeem alleen op de snelweg
en indien de verkeersdrukte
en de weersomstandighedendat toelaten.
•Gebruik de cruise control nooit wanneer niet veilig met een constante snelheid
gereden kan worden:
- Bij rijden tijdens grote
verkeersdrukte of bij rijden met wisselende snelheden.
- Op gladde (natte, met ijs of sneeuw bedekte) wegen.
- Op heuvelachtige of
slingerende wegen.
- Bij zeer sterke wind.
•Gebruik de cruise control niet bij het rijden met een
aanhanger.
WAARSCHUWING
Page 374 of 540

5-96
Rijden met uw auto
Informatie
• Tijdens de normale werking van de cruise control zal deze na ongeveer
3 seconden in werking treden
wanneer de toets SET wordt
ingedrukt of opnieuw wordt
ingedrukt nadat geremd is. Deze
vertraging is normaal.
• Voordat de cruise control wordt geactiveerd, controleert het systeem
of het remsysteem normaal werkt.
Trap het rempedaal ten minste één
keer in nadat u het contact in stand
ON hebt gezet of de auto hebt
gestart.
Cruise control-schakelaar
O (annuleren): Schakelt de cruise control uit.
CRUISE ( , ): Uit- of
inschakelen cruise control- systeem.
RES+: Her v atten of verhogen
snelheid cruise control.
SET-: Hervatten of verlagen snelheid cruise control. Informatie
Schakel eerst de cruise control-modus
in door de toets in te drukken,
indien de auto is uitgerust met een
snelheidsbegrenzingssysteem.
De modus wijzigt in onderstaande
volgorde wanneer de toets
wordt ingedrukt.
ii
OOS057053
OOS057053
Systeem off Cruise Control Speed Limit Control
Page 375 of 540

5-97
Rijden met uw auto
5
Rijsnelheid instellen:
1. Druk op de toets (CRUISE) ophet stuurwiel om de cruise
control in te schakelen.
(CRUISE) Het controlelampje
cruise in het instrumentenpaneel
gaat branden.
2. Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan
ongeveer 30 km/h.
Informatie - Handgeschakelde
transmissie
Bij handgeschakelde transmissies moet
u het rempedaal ten minste een keer
intrappen om de cruise control na het
starten van de motor in te schakelen.
3. Beweeg de selectieschakelaar omlaag (SET-) en laat hem los.Het controlelampje SET gaat
branden.
4. Haal uw voet van het gaspedaal.
Informatie
Op een steile helling kan de auto iets
vertragen of versnellen bij het helling
op of helling af rijden.
Verhogen van de cruise control-snelheid
• Beweeg de selectieschakelaar omhoog (RES+), houd hem vasten kijk naar de ingestelde snelheid
in het instrumentenpaneel.
Laat de selectieschakelaar los als
de gewenste snelheid wordt
weergegeven. De auto zal
accelereren tot deze snelheid.
i
i
OOS057053
OOS057054
OOS057055
Page 376 of 540

5-98
Rijden met uw auto
• Beweeg de selectieschakelaaromhoog (RES+) en laat hem
onmiddellijk weer los. De
rijsnelheid wordt elke keer dat de
selectieschakelaar op deze manier
wordt bediend met 2,0 km/h
verhoogd.
• Trap het gaspedaal in. Beweeg de selectieschakelaar omlaag (SET-)
als de auto de gewenste snelheidheeft bereikt.Verlagen van de
cruise control-snelheid
• Beweeg de selectieschakelaar omlaag (SET-) en houd hem vast.
De auto mindert geleidelijk
snelheid. Laat de
selectieschakelaar los op het
moment dat de gewenste snelheidis bereikt.
• Beweeg de selectieschakelaar omlaag (SET-) en laat hem
onmiddellijk los. De rijsnelheid
wordt elke keer dat de
selectieschakelaar op deze manier
wordt bediend met 2,0 km/h
verlaagd. • Trap licht op het rempedaal.
Beweeg de selectieschakelaar
omlaag (SET-) als de auto de
gewenste snelheid heeft bereikt.
Tijdelijk accelereren met
ingeschakelde cruise control
Trap het gaspedaal in. Als u uw voet
van gaspedaal haalt, gaat de auto
weer rijden met de eerder ingesteldesnelheid. Als u bij de hogere snelheid de
selectieschakelaar naar beneden
(SET-) beweegt, houdt de cruise
control de hogere snelheid vast.
OOS057054