Page 105 of 540

3-21
Kenmerken van uw auto
3
Informatie
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem is een sticker
aangebracht met de volgende tekst :
1. WAARSCHUWING
2. VEILIGHEIDSSYSTEEM
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS)
Het systeem ondersteunt u tijdens
het sturen. Bij een niet-draaiende
motor of bij een defecte
stuurbekrachtiging blijft de auto
bestuurbaar, maar is de benodigde
stuurkracht veel groter.
Zo wordt het sturen zwaarder
wanneer de rijsnelheid toeneemt en
lichter wanneer de snelheid afneemt.Hierdoor hebt u een betere controle
over het stuurwiel.
Indien u merkt dat onder normale
omstandigheden het sturen van de
auto zwaarder gaat dan normaal,dan adviseren wij u de
stuurbekrachtiging te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer. • Als de elektrische stuurbek-
rachtiging niet goed werkt, gaat
het waarschuwingslampje ( )op het instrumentenpaneel
branden of knipperen. Mogelijk
wordt het stuurwiel moeilijk te
draaien of onder controle te
houden. Breng uw auto naar een
officiële HYUNDAI-dealer en laat
het systeem zo snel mogelijk
controleren.
• Als een storing wordt gesignaleerd in de elektrische
stuurbekrachtiging wordt de
stuurassistentie uitgeschakeld
om een ongeval te voorkomen.Op dat moment gaat het
waarschuwingslampje in hetinstrumentenpaneel branden of
knipperen. Mogelijk wordt hetstuurwiel moeilijk te draaien of
onder controle te houden. Laat
uw auto onmiddellijk
controleren nadat u uw auto op
een veilige plaats tot stilstand
hebt gebracht.
AANWIJZING
i
OJC040170
STUURWIEL
Page 106 of 540

3-22
Kenmerken van uw auto
Informatie
De volgende symptomen kunnen zich
tijdens normaal gebruik voordoen:
• De benodigde stuurkracht kan direct nadat het contact in stand ON
is gezet, hoog zijn.
Dit gebeurt als het systeem de
EPS-diagnose uitvoert. Als de
zelfdiagnose voltooid is, gaat het
draaien aan het stuur weer net zo
licht als anders.
• Er kan een klikkend geluid hoorbaar zijn van het EPS-relais na
het in stand ON of LOCK/OFF
zetten van het contact.
• Het geluid van de elektromotor kan hoorbaar zijn als de auto stilstaat of
met lage snelheid rijdt.
• Als u het stuurwiel draait bij lage temperatuur, kan een afwijkend
geluid hoorbaar zijn. Wanneer de
temperatuur stijgt, zal het geluid
verdwijnen. Dit is een normaal
verschijnsel. • Als u bij stilstaande auto het
stuurwiel continu van aanslag tot
aanslag draait, neemt de benodigde
stuurkracht toe. Dit duidt niet op
een storing. Na verloop van tijd
wordt de benodigde stuurkracht
weer normaal.
In hoogte en lengte
verstelbare stuurkolom
Informatie
Het is mogelijk dat de
ontgrendelhendel, na het instellen, het
stuurwiel niet blokkeert.
Dit duidt niet op een storing. Dit
gebeurt als twee tandwielen niet
correct in elkaar grijpen. Stel in zo'n
geval het stuurwiel opnieuw af en
vergrendel het. Druk de ontgrendelhendel (1) op de
stuurkolom omlaag en zet het
stuurwiel in de gewenste hoek (2) en
de gewenste stand (3). Stel het
stuurwiel zo af dat het op uw borst is
gericht en niet op uw hoofd.
Zorg ervoor dat u de
waarschuwingslampjes en de meters
in het instrumentenpaneel kunt zien.
Duw na het afstellen van het
stuurwiel de ontgrendelhendel (1)omhoog om het stuurwiel te
blokkeren. Controleer na het
afstellen of het stuurwiel goed vastzitdoor het omhoog en omlaag te
drukken. Stel het stuurwiel altijd af
vóór het rijden.i
i
OOS047006
Stel het stuurwiel nooit af
tijdens het rijden. Als u dat wel
doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen, waardoor
ongevallen en letsel kunnen
worden veroorzaakt.WAARSCHUWING
Page 107 of 540
3-23
Kenmerken van uw auto
3
Stuurwielverwarming
(indien van toepassing)
Wanneer het contact in stand ON
staat of wanneer de motor draait,
kunt u door het indrukken van de
toets van de stuurwielverwarming de
stuurwielverwarming inschakelen.Het controlelampje in de toets gaat
branden.
Druk nogmaals op de toets om de
stuurwielverwarming uit te
schakelen. Het controlelampje in detoets dooft.Informatie
De stuurwielverwarming zal ongeveer
30 minuten na het inschakelen
automatisch worden uitgeschakeld.
Plaats geen hoes of accessoire op
het stuurwiel. Een hoes ofaccessoire kan de stuurwiel-
verwarming beschadigen.
Claxon
Druk op het gedeelte van het stuurwiel bij het claxonsymbool om
te claxonneren. De claxon wordt
alleen bediend wanneer op dit
gedeelte wordt gedrukt.
Om de claxon te bedienen hoeft u
niet op het claxongedeelte te
slaan. Druk het claxongedeelte
niet in met een scherp voorwerp.
AANWIJZING
AANWIJZING
i
OOS047007
OOS047008
Page 108 of 540

3-24
SPIEGELS
Kenmerken van uw auto
Binnenspiegel
Stel voor het rijden de binnenspiegel
zo af dat u in het midden van de
spiegel het midden van de achterruitziet.Gebruik voor het reinigen van de
spiegel een papieren doekje of
vergelijkbaar materiaal dat
vochtig is gemaakt met
glasreiniger. Spuit niet direct
glasreiniger op de spiegel, anders
kan er glasreiniger in het
spiegelhuis komen.
Binnenspiegel met dag-/nachtstand (indien van toepassing)
[A]: Hendel dag-/nachtstand, [B]: Dagstand,
[C]: Nachtstand
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt
en terwijl deze in de dagstand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand te zetten om verblinding
door de koplampen van achterop-
komend verkeer te voorkomen.
Houd er rekening mee dat het beeldin de spiegel in de nachtstand minder duidelijk is dan in dedagstand.
AANWIJZING
OOS047009
Zorg ervoor dat uw zicht niet
wordt gehinderd. Plaats geen
voorwerpen op de achter-
stoelen, in de bagageruimte of
achter de hoofdsteunen van de
achterstoelen die het zicht door
de achterruit zouden kunnenbelemmeren.
WAARSCHUWING
Wijzig de binnenspiegel niet en
monteer geen grotere spiegel,om ernstig letsel bij een
ongeval of het activeren van de
airbag te voorkomen.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel NOOIT
tijdens het rijden. Hierdoor kunt
u de controle over de auto
verliezen, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
WAARSCHUWING
Page 109 of 540

3-25
Kenmerken van uw auto
3
Elektrochromatische spiegel(ECM) (indien van toepassing)
De elektrochromatische binnen-
spiegel voorkomt 's nachts of als er
weinig licht is automatisch
verblinding door de koplampen van
achteropkomend verkeer.
Zodra de motor draait, worden de lichtreflecties automatisch gedimd.
De sensor registreert het lichtniveaurond de auto en dimt automatisch de
reflecties van de koplampen van
achteropkomende auto's. Als de selectiehendel in stand R
(achteruit) wordt gezet, wordt debinnenspiegel automatisch in de
helderste stand gezet om het zicht
naar achteren zo duidelijk mogelijk te
maken. [A] : Controlelampje De elektrochromatische
binnenspiegel voorkomt 's nachts of
als er weinig licht is automatisch
verblinding door de koplampen van
achteropkomend verkeer. Zodra de
motor draait, worden delichtreflecties automatisch gedimd.
De sensor registreert het lichtniveaurond de auto en dimt automatisch de
reflecties van de koplampen van
achteropkomende auto's. Als de
selectiehendel in stand R (achteruit)
wordt gezet, wordt de binnenspiegelautomatisch in de helderste stand
gezet om het zicht naar achteren zo
duidelijk mogelijk te maken.Gebruik voor het reinigen van de
spiegel een papieren doekje of
vergelijkbaar materiaal dat
vochtig is gemaakt met
glasreiniger. Spuit niet direct
glasreiniger op de spiegel, anders
kan er glasreiniger in het
spiegelhuis komen.
AANWIJZING
OOS047010L
Page 110 of 540

3-26
Kenmerken van uw auto
Buitenspiegel
Stel de spiegels af voordat u gaat
rijden.
Uw auto is uitgerust met zowel een
linker als een rechter buitenspiegel.
De spiegels kunnen elektrisch
versteld worden met de schakelaar.
De spiegels kunnen worden ingeklapt om beschadigingen in een
automatische wasserette of bij het
rijden door een smalle straat te
voorkomen.• Gebruik geen krabber om de
spiegel ijsvrij te maken, anders
kan het spiegelglas beschadigdraken.
• Probeer de buitenspiegel niet met kracht af te stellen als deze
is vastgevroren. Gebruik een
goedgekeurde ruitontdooier
(geen koelvloeistof) of een
spons of zachte doek met zeer
warm water, of zet de auto opeen warme plaats om het ijs telaten smelten.
AANWIJZING
OOS047012
•De rechter buitenspiegel is
convergerend. Bij
uitvoeringen voor sommigelanden is ook de linker
buitenspiegel convergerend.
Objecten in de spiegel zijn
daardoor dichterbij dan zelijken.
•Gebruik bij het veranderen
van rijstrook daarom uw
binnenspiegel en kijk opzij omde werkelijke afstand tot het
achteropkomende verkeer
vast te stellen.
WAARSCHUWING
Verstel de buitenspiegels niet
en klap ze ook niet in tijdens het
rijden. Hierdoor kunt u de
controle over de auto verliezen,
waardoor er een ongeval kanontstaan.
WAARSCHUWING
Page 111 of 540
3-27
Kenmerken van uw auto
3
Afstellen van de buitenspiegels
1. Druk op de toets L (links) of R(rechts) (1) om de spiegel te selecteren die u wilt afstellen.
2. Gebruik de bedieningsschakelaar voor de spiegel (2) om degeselecteerde spiegel omhoog,omlaag, naar links of naar rechts
te bewegen.
3. Zet de schakelaar na het verstellen terug in de middenstand
om te voorkomen dat de spiegel
onbedoeld wordt versteld. • De spiegels stoppen hun
beweging als de maximale
stelhoek bereikt is. De stelmotor
blijft echter draaien zolang de
schakelaar ingedrukt blijft. Houd
de schakelaar niet langer
ingedrukt dan nodig om te
voorkomen dat de stelmotor
beschadigd raakt.
• Probeer de buitenspiegels nooit met de hand te verstellen,
anders kan de elektromotor
beschadigd raken.
Inklappen buitenspiegel
Handmatig
Pak de buitenspiegel bij de behuizing
vast en klap deze naar achteren.
AANWIJZING
OOS047013OOS047014
Page 112 of 540

3-28
Kenmerken van uw auto
Elektrisch
Links: De spiegel klapt uit.
Rechts : De spiegel klapt in.
Midden (AUTO) : De spiegels
worden in de volgende gevallen automatisch in- en uitgeklapt :
• Zonder Smart Key-systeem
- De spiegel wordt in- of uitgeklaptwanneer de portieren worden
vergrendeld of ontgrendeld metde afstandsbediening en
"Welkom spiegel" in de modus
Gebruikersinstellingen op het
LCD-display wordt geactiveerd. • Met Smart Key-systeem
- De spiegel wordt in- of uitgeklaptwanneer de portieren worden
vergrendeld of ontgrendeld met
de Smart Key en "Welkomspiegel" in de modus
Gebruikersinstellingen op het
LCD-display wordt geactiveerd.
- De spiegels worden in- of uitgeklapt wanneer de portieren
worden vergrendeld of
ontgrendeld met de toets op de
buitenportiergreep en "Welkomspiegel" in de modus
Gebruikersinstellingen op het
LCD-display wordt geactiveerd. De elektrisch bedienbare
buitenspiegel werkt zelfs als het
contact in stand OFF staat. Stel,
om te voorkomen dat de accu
leegraakt, de spiegels niet langerdan noodzakelijk af als de motor
is uitgeschakeld.
Klap de elektrisch bedienbare
buitenspiegels niet met de hand
in. Anders kan de elektromotor
beschadigd raken.
AANWIJZING
AANWIJZING
OOS047015