Page 9 of 540

• Er mogen geen aanpassingen aandeze auto worden gedaan. Door aanpassingen kunnen de
prestaties, de veiligheid of de
levensduur van uw auto beïnvloed
worden. Aanpassingen kunnen
zelfs in strijd zijn met
overheidsbepalingen en
milieuvoorschriften.
Bovendien worden eventuele
schade en problemen die door een
dergelijke verandering ontstaan,
niet gedekt door de garantie.
• Als u niet-toegestane elektro- nische apparaten gebruikt, kan de
auto zich abnormaal gedragen,
kan schade aan de bedrading
ontstaan, raakt de accu mogelijk
ontladen of is er kans op brand.
Gebruik voor uw eigen veiligheidgeen niet-toegestane elektro-
nische apparaten. U kunt door het opvolgen van een
paar eenvoudige aanwijzingengedurende de eerste 1.000 km de
prestaties, het brandstofverbruik en
de levensduur van uw auto in
positieve zin beïnvloeden.
• Laat de motor niet met te veel
toeren draaien.
• Houd tijdens het rijden het motortoerental tussen de 2.000 - 4.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid, zowel
snel als langzaam. Om de motor
goed in te rijden, moet het
motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de
onderdelen van het remsysteem
de gelegenheid te geven op elkaarin te lopen.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger. HYUNDAI stimuleert een
milieuvriendelijke afvoer voor auto's
die aan het einde van hun
levenscyclus zijn gekomen en biedt
aan uw auto in te nemen volgens de
richtlijnen van de Europese Unie
(EU) voor voertuigen die aan het
einde van hun levenscyclus
gekomen zijn.
Gedetailleerde informatie vindt u op
de homepage van de Nederlandse
HYUNDAI-importeur.
F9
Inleiding
INRIJPROCEDURERETOURNEREN VAN
GEBRUIKTE AUTO'S
(EUROPA)
AANPASSINGEN AAN DE
AUTO
Page 135 of 540

3-51
Kenmerken van uw auto
3
Informatie
• Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of nadat de accupolen
losgenomen zijn geweest, kan het
gebeuren dat de functie actieradius
niet goed werkt.
• De weergegeven actieradius is een schatting van de afstand die met de
auto gereden kan worden en kan
dus afwijken van de werkelijke
actieradius.
• Indien er minder dan 6 liter brandstof wordt getankt, wordt
dat niet door de tripcomputer
geregistreerd.
• Het brandstofverbruik en de actieradius zijn sterk afhankelijk
van de rijomstandigheden, de rijstijl
van de bestuurder en de staat van de
auto.Waarschuwingslampje gladheid
(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om
de bestuurder te waarschuwen voor
een mogelijk glad wegdek.
Wanneer de temperatuur op de
buitentemperatuurmeter onder
ongeveer 4°C komt, gaan het
waarschuwingslampje voor een glad
wegdek en de
buitentemperatuurmeter 10 keer
knipperen en blijven ze vervolgens
branden. Ook klinkt de
waarschuwingszoemer 3 keer. Informatie
Als het waarschuwingslampje voor
een glad wegdek gaat branden tijdens
het rijden, moet u met meer aandacht
en veiliger rijden en te hoge
snelheden, snelle acceleratie,
plotseling remmen en plotselinge
stuurbewegingen vermijden.
ii
OTLE045132
Page 141 of 540

3-57
Kenmerken van uw auto
3
Controlelampjemotormanagement(MIL)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in het emissieregelsysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer u met een brandend
controlelampje motormanage-
ment (MIL) blijft doorrijden, kan
schade aan de emissieregel-
systemen ontstaan. Dit kan een
nadelige invloed hebben op derijprestaties en/of het brandstof-verbruik. - Benzinemotor
Wanneer het controlelampje
motor-management (MIL) gaat
branden, kan de katalysator-
beschadigd zijn. Hierdoor kan het
motorvermogen teruglopen.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje laadsysteem
Dit lampje gaat branden:
• In het geval van een storing in de dynamo of het elektrische laadsysteem.
In het geval van een storing in de
dynamo of het laadsysteem:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een
veilige plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of is gebroken.
Als de dynamoriem goed is
afgesteld, bevindt het probleemzich in het laadsysteem.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
AANWIJZING
AANWIJZING
Page 160 of 540
3-76
Kenmerken van uw auto
De gegeven informatie kan verschillen, afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.
Modi LCD-display
ModiSymboolToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer.
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn (TBT)In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
SCC/LKAS
In deze modus wordt de status weergegeven van:
- Lane Keeping Assist-systeem (LKA)
- Driver Attention Warning-systeem (DAW)- Bandenspanning
Zie "Lane Keeping Assist-systeem (LKA)" en "Driver Attention Warning-systeem
(DAW)" in hoofdstuk 5 en "Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in
hoofdstuk 6 voor meer informatie.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
WaarschuwingDeze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot het cruise control-
systeem, enz. weer.
Page 161 of 540

3-77
Kenmerken van uw auto
3
Instellen aanpassen naschakelen naar P/ Instellenaanpassen na inschakelenparkeerrm
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven wanneer u tijdens het
rijden een item uit de modus
Gebruikersinstellingen probeert teselecteren.
- Handgeschakelde transmissie
Wijzig om veiligheidsredenen de
gebruikersinstellingen nadat u de
parkeerrem hebt geactiveerd.
- Double clutch-transmissie Wijzig om veiligheidsredenen de
gebruikersinstellingen nadat u de
auto hebt stilgezet, de parkeerrem
hebt geactiveerd en deselectiehendel in stand P
(parkeren) hebt gezet.
Beknopte handleiding (help, indien van toepassing)
Deze modus biedt korte
handleidingen voor de systemen in
de modus Gebruikersinstellingen. Selecteer een item en houd de toets
OK ingedrukt. Raadpleeg het instructieboekje
voor meer informatie over elksysteem.
Tripcomputer-modus
In de tripcomputer-modus wordt
informatie weergegeven met
betrekking tot de parameters tijdens
het rijden, waaronder brand-
stofverbruik, dagtellerinformatie en
rijsnelheid.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
OPDE046131
Page 167 of 540

3-83
Kenmerken van uw auto
3
8. Overige Functies
• Automatische resetbrandstofverbruik
- Uit: het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet na elke
tankbeurt automatisch gereset.
- Na starten: Als de motor ten minste 4 uur uitgeschakeld is
geweest, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik automatischgereset.
- Na tanken: Het gemiddelde brandstofverbruik wordtautomatisch gereset nadat er ten
minste 6 liter brandstof is getankt
en de rijsnelheid hoger is dan 1km/h.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. • Eenheid brandstofverbruik
Selecteren van de eenheid voor
brandstofverbruik. (km/L, L/100, MPG)
• Temperatuureenheid
Selecteren van de eenheid voor
temperatuur.
(°C,°F)
• Eenheid voor bandenspanning
Selecteren van de eenheid voor bandenspanning.
(psi, kPa, bar)
9. Taal/Language Kies de taal.
10. Reset
U kunt de menu's resetten in de
modus Gebruikersinstellingen. Alle
menu's in de modus
Gebruikersinstellingen worden
gereset naar de fabrieksinstellingen,
met uitzondering van taal en
onderhoudsinterval.
Page 168 of 540
3-84
Tripcomputer
De tripcomputer voorziet de
bestuurder via een display van
informatie over de rit.Informatie
Bepaalde rijinformatie die door de
tripcomputer is opgeslagen
(bijvoorbeeld de gemiddelde
rijsnelheid), wordt gereset als de accu
wordt losgekoppeld.
Modi tripcomputer
Druk de toets TRIP op het stuurwiel
in om de modus van de tripcomputerte wijzigen.
i
TRIPCOMPUTER EN ONDERHOUDSHERINNERING (INSTRUMENTENPANEEL TYPE A)
Kenmerken van uw auto
- Actieradius - Gemiddeld brandstofverbruik
- Actueel brandstofverbruik
- Dagteller A - Reisduur
- Gemiddelde rijsnelheid
- Dagteller B - Reisduur
- Gemiddelde rijsnelheid
Rijsnelheid AAN/UIT
OOS047089L
■ Type A
OOS047090L
■Type B
Page 169 of 540

3-85
Kenmerken van uw auto
Actieradius (1)
• De actieradius is de geschatteafstand die de auto kan afleggen
met de resterende brandstof.
• Als de geschatte actieradius minder dan 1 km is, geeft de
tripcomputer "----" weer in plaats
van de actieradius.
Informatie
• Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of nadat de accupolen
losgenomen zijn geweest, kan het
gebeuren dat de functie actieradius
niet goed werkt. • De weergegeven actieradius is een
schatting van de afstand die met de
auto gereden kan worden en kan
dus afwijken van de werkelijke
actieradius.
• Indien er minder dan 6 liter brandstof getankt wordt, wordt dat
niet door de boordcomputer
geregistreerd.
• Het brandstofverbruik en de actieradius zijn sterk afhankelijk
van de rijomstandigheden, de rijstijl
van de bestuurder en de staat van de
auto.
Gemiddeld brandstofverbruik (2)
• Het gemiddelde brandstofverbruikwordt berekend op basis van de totale gereden afstand en het totale
brandstofverbruik sinds het
gemiddelde brandstofverbruik voor
het laatst gereset werd.
• Om het gemiddelde brandstofverbruik handmatig tewissen moet de toets RESET ophet stuurwiel langer dan 1 seconde
worden ingedrukt terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven.
Actueel brandstofverbruik (3)
• Deze modus geeft bij eenrijsnelheid van ten minste 10 km/h
het actuele brandstofverbruik
weer.
i
3
OOS047128L