Page 167 of 540

3-83
Kenmerken van uw auto
3
8. Overige Functies
• Automatische resetbrandstofverbruik
- Uit: het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet na elke
tankbeurt automatisch gereset.
- Na starten: Als de motor ten minste 4 uur uitgeschakeld is
geweest, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik automatischgereset.
- Na tanken: Het gemiddelde brandstofverbruik wordtautomatisch gereset nadat er ten
minste 6 liter brandstof is getankt
en de rijsnelheid hoger is dan 1km/h.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. • Eenheid brandstofverbruik
Selecteren van de eenheid voor
brandstofverbruik. (km/L, L/100, MPG)
• Temperatuureenheid
Selecteren van de eenheid voor
temperatuur.
(°C,°F)
• Eenheid voor bandenspanning
Selecteren van de eenheid voor bandenspanning.
(psi, kPa, bar)
9. Taal/Language Kies de taal.
10. Reset
U kunt de menu's resetten in de
modus Gebruikersinstellingen. Alle
menu's in de modus
Gebruikersinstellingen worden
gereset naar de fabrieksinstellingen,
met uitzondering van taal en
onderhoudsinterval.
Page 190 of 540

3-106
Kenmerken van uw auto
Welcome-systeem
(indien van toepassing)
Interieurverlichting
Wanneer de schakelaar interieur-
verlichting in stand DOOR staat en
alle portieren (en de achterklep) zijn
gesloten en vergrendeld, gaat de
interieurverlichting gedurende 30
seconden branden wanneer het
onderstaande wordt gedaan.
• Wanneer op de ontgrendeltoetsvan de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
• Wanneer de toets op de buiten- portiergreep wordt ingedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets van het portier drukt,
dooft de interieurverlichting direct.
Interieurverlichting
Laat de interieurverlichting niet te lang branden als de motor niet
draait, anders zal de accuontladen raken.
Interior lamp AUTO cut
De interieurverlichting wordt
automatisch na ongeveer 20 minuten
uitgeschakeld nadat het contact is
uitgeschakeld en de portieren zijn
gesloten. Als een portier is geopend,
dooft de verlichting na ongeveer 40
minuten nadat het contact is
uitgeschakeld. Als de portieren
worden vergrendeld en het alarm
van het antidiefstalsysteem van de
auto wordt ingeschakeld, dooft de
verlichting vijf seconden later.
Verlichting voor
Kaartleeslampje voor (1)
Druk op het lampglas (1) van het leeslampje om het leeslampje in te
schakelen.
AANWIJZING
Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker
rijdt. De interieurverlichting kan
uw zicht hinderen en een
ongeval veroorzaken.
WAARSCHUWING
OOS047051
OOS047052
■ Type A (zonder zonnebrilhouder)
■Type B (met zonnebrilhouder)
Page 502 of 540

7-54
Onderhoud
GLOEILAMPEN
Neem voor de vervanging van de
gloeilampen van de meeste
verlichting contact op met een
officiële Hyundai-dealer. Het zelf
vervangen van gloeilampen kan
problemen opleveren vanwege het
feit dat om bij de lamp te kunnen
komen, eerst andere onderdelen
verwijderd dienen te worden. Dat
geldt vooral voor het verwijderen van
de koplampunit om bij de
gloeilamp(en) te kunnen komen.
Het verwijderen en plaatsen van de
koplampunit kan leiden tot
beschadigingen aan de auto.Zorg ervoor dat de doorgebrande
lamp vervangen wordt door een
met dezelfde wattage. Anders kan
de zekering of het elektrische
bedradingssyteem beschadigdraken.
Informatie
Na zware regenval of het wassen van
de auto kan het lijken alsof er vocht in
de koplampen en achterlichten zit.
Dit wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnenzijde en de buitenzijde van het
lampglas. Dit is vergelijkbaar met het
beslaan van de ruiten bij het rijden
onder regenachtige omstandigheden
en duidt niet op een probleem met uw
auto. Als er sprake is van
waterlekkage in het elektrische
gedeelte van de lamp, adviseren we u
het systeem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer. Informatie
De koplamp moet na een ongeval of na
het opnieuw monteren worden
afgesteld door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Informatie
- Wisselen tussen links enrechts rijdend verkeer
(Europa)
De dimlichtbundel is asymmetrisch.
Als u naar een land gaat waar het
verkeer links rijdt, kan dit
asymmetrische deel tegemoetkomend
verkeer verblinden. Om verblinding
te voorkomen schrijft het ECE-
Reglement verschillende technische
oplossingen voor (bijv. een
automatisch aanpassingssysteem,
afplakken of de koplampen lager
afstellen). Deze koplampen zijn zo
ontworpen dat ze tegemoetkomend
verkeer niet erblinden. Daarom hoeft
u de koplampafstelling niet te
veranderen als u in een land rijdt
waar het verkeer aan de andere kant
rijdt.
i
i
i
Zet, voordat u lampen gaat
vervangen, de parkeerrem
stevig vast, controleer of hetcontact in stand LOCK/OFF
staat en schakel de verlichting
uit om te voorkomen dat de
auto plotseling in beweging
komt, dat u zich brandt of dat u
een elektrische schok krijgt.
WAARSCHUWING
AANWIJZING