Page 25 of 348

De essentie
Het kinderzitje vastmaken met de be-
v e
stigin
gsbanden Top Tether* Afb. 32
Stand van de Top Tether-ringen aan
de ac ht
erz
ijde van de achterbank. De kinderzitjes met Top Tether-systeem zijn
v
oor
zien
van een bevestigingsband, waar-
mee het kinderzitje kan worden bevestigd
aan een verankeringspunt aan de achterzijde
van de achterbank.
Het doel van deze band is het verminderen
van de voorwaartse beweging van het kinder-
zitje bij een botsing, om zo bij te dragen aan
een vermindering van het risico op verwon-
dingen aan het hoofd door het stoten tegen
een onderdeel in het interieur van de wagen.
Gebruik van Top Tether voor zitjes die naar
achter wijzend worden gemonteerd
Er zijn momenteel slechts enkele kinderzitjes
die tegengesteld aan de rijrichting moeten
worden gemonteerd en gebruik maken van Top Tether. Lees de instructies van de fabri-
kant v
an het zitje grondig door en volg deze
nauwgezet op voor een correcte montage van
de Top Tether gordel.
Bevestiging van Top Tether* aan het
verankerin
gspunt Afb. 33
Bevestigingsband: afstelling en mon-
t ag e
v
olgens de Top Tether-gordel. Bevestigingsband vastmaken
● Vouw de bevestigingsband van de Top Te-
ther van het
k
inderzitje uit volgens de aanwij-
zingen van de fabrikant.
● Breng de band onder de hoofdsteun van de
zitplaats
achterin ››› afb. 33 (volgens de in-
structies van het zitje tilt u de hoofdsteun zo
nodig op of verwijdert u hem).
● Schuif de band erdoor en maak hem goed
vast
met het verankeringspunt aan de achter-
zijde van de rugleuning ››› afb. 32.
● Trek de band strak aan volgens de aanwij-
zingen
van de fabrikant.
Bevestigingsband losmaken
● Verminder de spanning van de band vol-
gens de aan
wijzingen van de fabrikant.
● Druk het slot in en haal de band uit de ver-
ankerings
steun.
››› in Veiligheidsaanwijzingen op
pag. 84 23
Page 26 of 348

De essentie
De auto starten C ont
acts
lotAfb. 34
Standen van de contactsleutel. Contact inschakelen: sleutel in het contact
p
l
aatsen en mot or s
tarten.
Stuur ver- en ontgrendelen
● Stuur vergrendelen: contactsleutel verwij-
deren uit het c
ontact en draaien aan het
stuur tot het blokkeert. In wagens met auto-
matische versnellingsbak zet u voor het ver-
wijderen van de sleutel de versnellingshen-
del in stand P. Zo nodig drukt u op de toets
voor keuzehendelvergrendeling en laat u die
daarna los.
● Stuur ontgrendelen: contactsleutel inste-
ken en draaien ter
wijl u het stuur in de rich-
ting aangegeven door de pijl draait. Indien
het stuur niet gedraaid kan worden, komt dit
mogelijk omdat de blokkering actief is. Contact inschakelen/uitschakelen, voor-
gloeien
●
Contact inschakelen: sleutel in stand 2 draaien.
●
Contact uitschakelen: sleutel in stand 1 draaien.
●
Dieselwagens : bij in
ge
schakeld contact
wordt voorgegloeid.
Starten van de motor
● Handgeschakelde versnellingsbak: trap het
koppeling
spedaal helemaal in en zet de ver-
snellingshendel in neutrale stand.
● Automatische versnellingsbak: trap het
rempedaal in en
zet de keuzehendel in stand
P of N.
● Sleutel naar stand 3 draaien. De contact-
s l
eut el
keert automatisch terug naar stand
2 . Hierbij geen gas geven.
St ar
t/s t
op-systeem*
Bij het stoppen en loslaten van het koppe-
lingspedaal, zet het start-stopsysteem* de
motor uit. Het contact blijft ingeschakeld.
››› in Contact inschakelen en motor
starten met de sleutel op pag. 175
››› pag. 174 Lichten en zicht
Lic ht
sc
hakelaar Afb. 35
Dashboard: lichtschakelaar. ●
Schakelaar naar de gewenste stand draai-
en ››
›
afb
. 35.
SymboolContact uitge-
schakeld.Contact aan
Mistlampen, dim-
licht en stadslicht
uit.Dagrijverlichting
ingeschakeld.
De oriëntatielichten
"Coming home" en
"Leaving home"
kunnen branden.Automatische re-
geling van het
dimlicht en dag-
licht.
Stadslichten aan.Dagrijverlichting
ingeschakeld.
Dimlicht uitDimlicht aan.
24
Page 27 of 348

De essentie
Mi stlampen: schakelaar naar het eerste
p unt
trekken, vanaf de standen , of
.
Mistachterlicht: volledig trekken aan scha-
kelaar vanaf de standen , of .
● Mistlampen uitschakelen: schakelaar in-
drukken of draaien n
aar stand .
››› in Stads- en dimlicht op pag. 137
››› pag. 137 Knipperlicht- en grootlichthendel
Afb. 36
Knipperlicht- en grootlichthendel. Hendel in de gewenste stand zetten:
Rec ht
er knip
perlicht: rechter parkeerlicht
(contact uitgeschakeld).
1 Linker knipperlicht: linker parkeerlicht
(c
ont
act uit
geschakeld).
Grootlicht ingeschakeld: controlelampje
brandt in het instrumentenpaneel.
Grootlichtsignaal: brandt met ingedrukte
hendel. Controlelampje brandt.
Hendel in basisstand voor uitgeschakeld.
››› in Knipperlicht- en grootlichthendel
op pag. 138
››› pag. 138 Alarmlichten
Afb. 37
Dashboard: schakelaar voor alarm-
lic ht
en. Ingeschakeld, bijvoorbeeld:
● Bij het naderen van een file
2 3
4 ●
In een nood s
it uatie
● W
agen staat stil wegens pech
● Bij het slepen of gesleept worden
››› in Noodknipperlichten op
pag. 143
››› pag. 142 Binnenverlichting
Afb. 38
Deel van de hemelbekleding: binnen-
v erlic htin
g
voorin.
KnopFunctie
Schakelt de binnenverlichting uit.
Schakelt de binnenverlichting in.»
25
Page 28 of 348

De essentieKnopFunctie
Schakelt het portiercontact (middenstand) in.
De binnenverlichting gaat automatisch aan
wanneer de wagen ontgrendeld, een portier
geopend of de sleutel uit het contactslot ge-
nomen wordt.
De verlichting gaat na een paar seconden uit
nadat alle portieren gesloten zijn, de wagen
vergrendeld is of het contact in wordt gescha-
keld.
Het leeslampje in- en uitschakelen.
Interieurverlichting*: lichtgeleider in het por-
tierp
aneel
. Er ku
nnen 8 verschillende kleuren
geselecteerd worden voor de verlichting via
het menu en de functietoets Setup .
››› pag. 145 Ruitenwisser voor en achter
Afb. 39
Bediening van de ruitenwisser en rui-
t en
spr
oeier.
Hendel in de gewenste stand zetten:
0 Ruitenwissers uit.
1
Intervalwissen van de ruitenwissers.
Met de knop
››› afb. 39 A de intervalni-
veaus (bij wagens zonder regensensor) of
de gevoeligheid van de regensensor in-
stellen.
Hendel in de gewenste stand zetten:
2 Langzaam wissen.
3
Snel wissen.
4
Tipwissen. Kort indrukken, kort wissen.
Houd de hendel langer omlaag ingedrukt
zodat het wissen sneller gaat.
5
Wis-/was-automaat. Door de hendel naar
voren te verplaatsen, wordt de ruiten-
sproeifunctie geactiveerd; de ruitenwis-
sers gaan ook werken.
6
Intervalwissen bij de achterruit. De achter-
ruitwisser werkt ongeveer om de 6 secon-
den.
7
Door de hendel in te drukken, wordt de
ruitensproeifunctie geactiveerd; de ruiten-
wisser gaat ook werken.
›››
pag. 146
››› pag. 62 26
Page 29 of 348

De essentie
Easy Connect In s
tel
lingen van het menu CAR (Setup) Afb. 40
Easy Connect: Hoofdmenu. Afb. 41
Easy Connect: Menu WAGEN Druk de Easy Connect-toets
en de functie-
t oets
Set
up in om de instellingen-menu's te
k iez
en.
Het aant
al beschikbare menu's en de bena-
ming van de verschillende opties voor de me-
nu's hangt af van de elektronica en de uitrus-
ting van de wagen.
● Contact inschakelen.
● Indien het is uitgeschakeld, zet dan het in-
fotainmentsys
teem aan. ●
Druk op de toets MENU van het systeem en
d aarn
a op de knop
› ››
afb
. 40 of de toets
van het systeem, om naar het menu
CAR
› ›
›
afb
. 41 te gaan.
● Drukken op de functieknop Setup om het
menu Instellingen van de wagen
› ›
›
afb
. 41 te openen.
● Om binnen het menu een functie te selec-
teren, de betreff
ende knop indrukken. Door op de menutoets
te drukken opent u
t elk
ens
het laatste menu dat is geactiveerd.
Als het selectievakje van de functietoets is
gemarkeerd , is de functie actief.
De wijzigingen in de instelmenu's worden au-
tomatisch opgeslagen bij het verlaten van de
menu's TERUG .
MenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
ESC-systeem:–uitschakelen van de aandrijfslipregeling (ASR) of selectie van de Sport-stand van het elek-
tronisch stabiliteitssysteem (ESC Sport)›››
pag. 183» 27
Page 30 of 348

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Banden
Controle bandenspanningOpslaan in het geheugen van de bandenspanningen (kalibreren)›››
pag. 314
WinterbandenIn- en uitschakelen van de snelheidswaarschuwing. Verstellen van de waarde van de snel-
heidswaarschuwing››› pag. 318
Assistentie voor
de bestuurder
ACC (automatische afstandsre-
geling)Activering/deactivering: programma van versnellingen, tijdsafstand tot het vorige voertuig
(afstandsniveau)››› pag. 209
Front Assist (bewakingssys-
teem)Activering/deactivering: bewakingssysteem, voorwaarschuwing, weergave van de waar-
schuwing voor de afstand››› pag. 219
Functie noodremmen CityIn- en uitschakeling van de functie noodremmen City››› pag. 223
Rijstrookassistent (Lane As-
sist)Activering/deactivering: rijstrookassistent, midden in de rijbaan rijden››› pag. 226
Detectie van verkeersborden
De volgende functies kunnen in- en uitgeschakeld worden:
– Weergave in de multifunctie-indicatie van de gedetecteerde verkeersborden
– Detectie van aanhangwagen (weergave van verkeersborden voor voertuigen met aanhang-
wagen)
››› pag. 241
VermoeidheidsdetectieActivering / deactivering››› pag. 244
Parkeren en ma-
noeuvrerenParkPilotAutomatische activering, volumen vóór, geluidsinstelling vóór, volume achter, geluidsinstel-
ling achter, volume verlagen››› pag. 259
Verlichting
InterieurverlichtingVerlichting van de instrumenten en bedieningselementen, verlichting bij de portieren, ver-
lichting van de voetenruimte››› pag. 145
Functie Coming home/Leaving
homeTijd van inschakeling functie "Coming home", tijd van inschakeling functie "Leaving home"››› pag. 141
››› pag. 141
SnelwegverlichtingActivering / deactivering››› pag. 143
Achteruitkijk-
spiegels / rui‐
tenwisserAchteruitkijkspiegelsSynchroonregeling, achteruitkijkspiegel laten zakken bij achteruitrijden, inklappen na par-
keren››› pag. 14, ››› pag.
148
RuitenwissersAutomatische ruitensproeiers, wissen bij achteruitrijden››› pag. 26 28
Page 31 of 348

De essentieMenuSubmenuInstelling mogelijkBeschrijving
Openen en sluiten
AfstandsbedieningComfortopenen›››
pag. 133
Centrale vergrendelingOntgrendelen van de portieren, automatisch vergrendelen/ontgrendelen, akoestische be-
vestiging››› pag. 117
Multifunctie-
scherm–
Actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik, te tanken hoeveelheid, comfort-
verbruikers, ECO aanwijzingen, rijtijd, afgelegde afstand, digitale snelheidsindicatie, gemid-
delde snelheid, waarschuwing snelheid te hoog, olietemperatuur, koelvloeistoftemperatuur,
reset gegevens "vanaf het vertrek", reset gegevens "totale berekening"
››› pag. 30
Datum en tijd–Bron voor de tijd, op de juiste tijd zetten, automatische omschakeling zomer- en wintertijd,
tijdzone kiezen, tijdformaat, datum aanpassen, formaat datum–
Meeteenheden–Afstand, snelheid, temperatuur, volume, verbruik–
Service–Chassisnummer, datum volgende SEAT Controleservice, datum volgende Onderhoudsservi-
ce››› pag. 37
Fabrieksinstel-
lingen–Alle instellingen, hulpsystemen voor de bestuurder, parkeren en manoeuvreren, verlichting,
achteruitkijkspiegels en ruitenwissers, openen en sluiten, multifunctie-scherm kunnen te-
ruggezet worden–
››› in Menu CAR (Setup) op pag. 113
›››
pag. 113 29
Page 32 of 348

De essentie
Bestuurdersinformatiesysteem In l
eidin g Bij ingeschakeld contact is het mogelijk de
vers
c
hillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
Bij wagens met multifunctiestuurwiel kan de
multifunctie-indicatie uitsluitend worden be-
diend via de knoppen aan dat stuurwiel.
Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het display van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
Bij een gespecialiseerde dealer kunnen func-
ties geprogrammeerd of gewijzigd worden
volgens de uitvoering van de wagen. Geadvi-
seerd wordt om naar de werkplaats van een
officiële SEAT dealer te gaan.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's niet getoond worden. Be-
paalde waarschuwingen kunnen worden be-
vestigd via de ruitenwisserhendel of de knop
op het multifunctiestuurwiel; deze verdwij-
nen dan. Het informatiesysteem biedt ook de volgende
informatie en aan
w
ijzingen (volgens de uit-
rusting van de wagen):
Ritgegevens ››› pag. 34
■ Staat van de wagen
■ Multifunctie-indicatie vanaf het vertrek
■ Multifunctie-indicatie vanaf het tanken
■ Multifunctie-indicatie berekening totaal
Assistenten ››› Tab. op pag. 31
■ Lane Assist activeren/deactiveren
■ Achteruitversnelling*
Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
Audio ››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
Wagen ››› Tab. op pag. 31 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d aar
aan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijdens
het rijden bedienen. De menu's in het instrumentenpaneel
g
e
bruik en Afb. 42
Ruitenwisserhendel: controletoetsen. Afb. 43
Rechterdeel van het multifunctiestuur-
w iel: c
ontro
letoetsen. Het informatiesysteem voor de bestuurder
w
or
dt bediend met
de knoppen van het mul-
tifunctiestuurwiel ››› afb. 43 of met de ruiten-
wisserhendel ››› afb. 42 (indien de wagen
niet is uitgerust met multifunctiestuurwiel). 30